Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Sondevoeding voor uw kind zz 1 De kinderarts heeft met u besproken dat uw kind sondevoeding krijgt. In deze brochure kunt u lezen wat sondevoeding inhoudt. Ook krijgt u een aantal praktische adviezen. Waarom sondevoeding? Als uw kind moeite heeft met eten (bijvoorbeeld ten gevolge van reflux of problemen met kauwen en slikken), kan dit ervoor zorgen dat uw kind niet alle voedingsstoffen binnenkrijgt die het nodig heeft om zich te ontwikkelen. Sondevoeding kan dan een goede oplossing zijn. Het is een volwaardige voeding, die alle noodzakelijke voedingsstoffen bevat. Wat is sondevoeding? Sondevoeding gaat niet door de mond, maar komt via een sonde (een dun slangetje) rechtstreeks in het maagdarmkanaal van uw kind. Sondevoeding kan op twee manieren worden toegediend: via een neussonde of via een PEG-sonde. Een PEG-sonde wordt van buitenaf ingebracht in de maag. De kinderarts overlegt met u wat voor uw kind de beste keuze is. Wat voor sondevoeding? Er bestaat kant-en-klare sondevoeding speciaal voor kinderen. Hierin zitten alle vitamines, mineralen, vezels, calorieën en eiwitten die een kind nodig heeft. Ook heeft het de juiste dikte om makkelijk door de sonde te kunnen gaan. Zelfgemaakt gepureerd voedsel is ongeschikt als sondevoeding. Sondevoeding is er in allerlei soorten. De kinderarts of een diëtist bespreekt met u welke voeding uw kind nodig heeft. 2 Gewone voeding Soms is het mogelijk dat uw kind naast sondevoeding ook normale voeding krijgt. Overleg altijd eerst met de kinderarts of de diëtist voordat u uw kind gewoon eten geeft. Een neussonde Als uw kind sondevoeding nodig heeft voor een kortere periode (zes tot acht weken), wordt meestal gekozen voor een neussonde. Deze gaat door de neus naar binnen en komt via de keel en de slokdarm uit in de maag. Het inbrengen van een neussonde is een eenvoudige ingreep. Wel ervaren kinderen het vaak als onplezierig. Een PEG-sonde Over het algemeen wordt een PEG-sonde geadviseerd, als uw kind langere tijd sondevoeding moet hebben. Een PEG-sonde loopt via een opening in de buikwand rechtstreeks in de maag. Het plaatsen van een PEG-sonde gebeurt onder volledige verdoving (narcose). Met een endoscoop (een soepele buis met aan het eind een cameraatje) gaat de kinderarts via de keel en de slokdarm naar de maag. Met een naald wordt een gaatje geprikt in de buikwand. Vervolgens wordt de PEG-sonde met de endoscoop naar binnen geschoven, zodat het uiteinde in de maag terechtkomt. Meestal gebeurt het plaatsen van een PEG-sonde in dagbehandeling. Soms is het nodig dat uw kind een nachtje in het ziekenhuis blijft. Een PEG-sonde zit verborgen onder de kleren van uw kind. Van de buitenkant is er dus niets van te zien. Voor het aanbrengen van een PEG-sonde wordt uw kind doorverwezen naar het UMCG. 3 Materialen Om uw kind thuis sondevoeding te kunnen geven, hebt u verschillende materialen nodig: toedieningssysteem Het toedieningssysteem is het verbindingsstuk tussen de sonde en de voedingspomp, dat ervoor zorgt dat de voeding in de sonde komt. voedingspomp Een voedingspomp is een klein apparaatje gekoppeld aan het voedingssysteem waarmee u precies kunt instellen hoeveel voeding uw kind moet hebben. Er zijn verschillende soorten pompen. De kinderarts kiest samen met u een pomp uit die past bij uw kind. Uw kind hoeft zich door de voedingspomp niet belemmerd te voelen in zijn doen en laten. Als u de voedingspomp in een rugzakje doet, kan uw kind zich vrij bewegen. spuit Een spuit is nodig om het toedieningssysteem schoon te spoelen met water. verlengset Een verlengset kan handig zijn om het toedieningssysteem langer te maken. Gebruik van sondevoeding Er zijn verschillende methoden om sondevoeding toe te dienen: intermitterend (gedurende een aantal uren), continu of per portie. De kinderarts bepreekt met u welke methode voor uw kind het meest geschikt is. Intermitterend voeden Bij intermitterend voeden krijgt uw kind (druppelsgewijs) voeding gedurende een bepaald aantal uren (bijvoorbeeld ’s nachts). De rest van de dag wordt de sonde afgesloten. Dit is een goede methode als uw kind sondevoeding als aanvulling nodig heeft op gewoon eten en drinken. 4 Continu voeden Continu voeden betekent dat er voortdurend (druppelsgewijs) voeding naar binnen loopt. Dat kan 24 uur achterelkaar zijn, maar vaak wordt ervoor gekozen om een paar uur rust in te lassen. Per portie voeden Als de voeding per portie wordt gegeven, zijn er een paar momenten op een dag waarop uw kind voeding krijgt. (Deze manier van voeden wordt ook wel de ‘bolus-methode’ genoemd.) Complicaties Ondanks alle goede voorzorgen, is het altijd mogelijk dat er bij het geven van de sondevoeding iets misgaat. Neemt u direct contact op met de polikliniek Kindergeneeskunde: als de sonde eruit is; als de sonde ook na het schoonspoelen geblokkeerd is; als uw kind zich niet goed voelt en bijvoorbeeld last heeft van diarree, verstopping of buikpijn; als uw kind een PEG-sonde heeft en de opening in de buik er ontstoken uitziet (rood, gezwollen). De polikliniek Kindergeneeskunde is op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer (0592) 32 52 30. Buiten kantooruren kunt u bellen naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis (0592) 32 55 55. 5 Praktische adviezen Hieronder vindt u een aantal tips om problemen bij het geven van sondevoeding zoveel mogelijk te voorkomen: Was uw handen voordat u sondevoeding gaat geven. Controleer voor iedere voeding of de sonde goed zit door middel van een ph-meting. In het ziekenhuis wordt uitgelegd hoe u dat moet doen. Spoel de sonde voor en na iedere voeding goed door met water, zodat er geen verstoppingen ontstaan. Gebruik iedere 24 uur een nieuw toedieningssysteem. Verzorging van uw kind Het is belangrijk dat de tanden van uw kind twee keer per dag worden gepoetst. Ook is het goed om de mond een aantal keren per dag te spoelen. Om uitdroging te voorkomen, is het verstandig als de lippen regelmatig met crème worden ingesmeerd. De huid rondom de plaats waar de sonde naar binnengaat, kan geïrriteerd raken. Om dit tegen te gaan, doet u er goed aan om de huid in te smeren met een bepaalde crème. In het ziekenhuis hoort u welke crèmes geschikt zijn. Uw kind moet voldoende vocht (water) binnenkrijgen. De kinderarts of diëtist kan u vertellen hoeveel. Vocht kan worden toegediend via de sonde. 6 Vragen? Als u nog vragen hebt, belt u dan naar de polikliniek Kindergeneeskunde. Men is op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur op telefoonnummer (0592) 32 52 30. Hebt u een opmerking of een klacht? De medewerkers en specialisten van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen doen hun best uw kind de juiste (medische) zorg te geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden bent, dan verzoeken wij u om dat door te geven. Dat kan aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via: e-mailadres: [email protected] telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen Wilhelmina Ziekenhuis Assen Europaweg-Zuid 1 Postbus 30.001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl © 2014 WZA kinde32 - december 2014 Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht