sondevoeding - Anitabuurs.nl

advertisement
SONDEVOEDING
• Het doel van het toedienen van sondevoeding
is het voorkomen van ondervoeding en het in
stand houden van een goede
voedingstoestand.
• Wanneer er al sprake is van ondervoeding kan
met sondevoeding deze toestand worden
verholpen.
REDENEN
• Er zijn verschillende redenen voor het gebruik
van sondevoeding.
• Bijvoorbeeld wanneer iemand niet goed kan
slikken of zich verslikt ten gevolge van een
ziekte, bestraling of operatie in het hoofd
halsgebied of slokdarm.
Neussonde
Een maagsonde is een lange dunne flexibele
slang die door de neus in de maag wordt
gebracht om voeding toe te dienen.
NEUS MAAGSONDE
• PEG catheter(Percutane Endoscopische
Gastrostomie)
• Er wordt voor een PEG catheter gekozen als u
voor langere tijd afhankelijk zult zijn van
(volledige) sondevoeding.
• De PEG catheter wordt door middel van lokale
verdoving en door een punctie in het
buikwand te maken direct in de maag
geplaatst.
Controle ligging neusmaagsonde
• Het is belangrijk om voorafgaand van het toedienen van de sondevoeding
en/of medicijnen te controleren of de sonde nog goed in de maag ligt.
• Het stuk sonde die uit de neus komt langer is geworden, waardoor hij niet
meer in de maag ligt
• Ook kan gecontroleerd worden of er maagsap kan worden opgetrokken.
Dit doet u door een lege spuit op het kraantje te zetten en vervolgens de
spuit op te trekken. Door het maagsap op te trekken weet u dat de sonde
nog goed in de maag ligt. I
• Indien u geen maaginhoud terug krijgt, wil dit niet zeggen dat de sonde
niet goed zit. De maag kan namelijk leeg zijn. U kunt dan lucht met een
spuitje door de sonde spuiten, vaak voelt u tijdens het inspuiten van de
lucht geborrel in de maag. Wanneer u dit niet voelt of hoort borrelen
probeer het dan op uw zij.
• Als u tijdens het toedienen continu moet hoesten ligt de sonde niet meer
in de maag maar komt uit in de luchtpijp. Stop dan direct de sondevoeding
een neem contact op met afdeling KNO.
Wat is sondevoeding
Sondevoeding is een dunne, vloeibare voeding
en bevat alle voedingsstoffen die je dagelijks
nodig hebt zoals koolhydraten, eiwitten, vetten,
vitamines, mineralen en water.
Soorten sondevoeding
• Er zijn verschillende soorten sondevoedingen.
U behandelend diëtiste regelt de
sondevoeding die het beste bij u
lichaamsbehoefte past.
• Zij zal u poliklinisch vervolgen en zo nodig de
voeding aanpassen. Aan de hand van welke
indicatie de sondevoeding gegeven wordt,
mag er gegeten en gedronken worden
hierover zal u behandelend arts beslissen.
Het bewaren van sondevoeding
• Het bewaren van sondevoeding
• Als de verpakking ongeopend is, is deze
houdbaar buiten de koelkast tot de
houdbaarheidsdatum. Als een pack
aangesloten is op de pomp, 24 uur.
• Geopend met de dop er op in de koelkast: 24
uur.
Toedienen van sondevoeding per spuit
• Deze vorm van toedienen wordt vaak toegepast wanneer u
sondevoeding in porties moet krijgen.
• Bij deze manier van toedienen dient u sondevoeding toe via een
spuit.
• Dit kunt u doen door met een 50 cc spuit sondevoeding op te
trekken. U koppelt u de spuit aan het verbindingsstuk en u draait
het kraantje zo dat de spuit in verbinding is met de sonde.
• Nu kunt u de spuit langzaam leegdrukken. Het is belangrijk om
voldoende tijd te nemen voor deze handeling. Wanneer u de
voeding te snel toedient kunt u last krijgen van maagkrampen en
diarree.
• Neem per portie 5 minuten de tijd om deze per spuit toe te dienen.
Afhankelijk van de grootte van de portie herhaalt u deze stappen
tot dat de volledige portie is toegediend.
Hygiëne
•
• Was altijd uw handen voordat u begint met het verzorgen van de
maagsonde of met het toedienen van sondevoeding.
• Zorg er voor dat u op een schone plek kunt werken, bijvoorbeeld een tafel
of een aanrecht.
• Let op de uiterste houdbaarheidsdatum van de sondevoeding.
• Verwissel een pack sondevoeding nadat deze maximaal 24 uur heeft
aangehangen, ook al is het pack nog niet leeg.
• Verwissel minstens 1 keer per 24 uur het sondevoedingssysteem, het
toedieningskraantje en het afsluitdopje (
• Spoel de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag door met 20-30 ml
kraanwater, bij voorkeur lauwwarm van temperatuur (Wanneer een pack
al geopend is, maar niet aangesloten, dient deze afgesloten in de koelkast
te worden bewaard.
• Het pack is dan maximaal 24 uur houdbaar
• Verwisselen toedieningssysteem, het tussenkraantje en
het afsluitdopje.
• Het toedieningssysteem, het tussenkraantje en het
afsluitdopje dat aangesloten zit op de maagsonde/PEG
dienen dagelijks verschoond te worden.
• Dit om te voorkomen dat het toedieningssysteem gaat
verstoppen.
• Het toedieningssysteem, het tussenkraantje en het
afsluitdopje kunt u het beste verwisselen wanneer u
een nieuw pack sondevoeding gaat aanhangen.
Verzorging neus, mond en gebit
• De neusmaagsonde gaat via de neus, door de slokdarm naar de
maag. Doordat de maagsonde via de neus gaat, kan het
neusslijmvlies geïrriteerd raken.
• Wanneer het neusslijmvlies geïrriteerd raakt kunt u gebruik maken
van een vaselinezalf die u op de binnenkant van het neusgat kunt
aanbrengen.
• Daarnaast kunt u (zoals hierboven beschreven) de maagsonde op
een andere plek vastplakken dan waar deze eerst zat. Verder is het
aan te raden om de neus dagelijks te controleren op roodheid en/of
beginnende wondjes.
• Wanneer er geen voedsel via de mond wordt ingenomen, worden
de speekselklieren in de mond niet gestimuleerd tot het
produceren van speeksel.
• Het speeksel heeft een beschermende taak ten aanzien van de
mond
• Neem daarom de volgende regels in acht:
• Poets bij voorkeur 3 keer per dag uw tanden
of gebitsprothese en het tandvlees en gebruik
hiervoor een zachte tandenborstel
• Eventueel spoelen met chloorhexidine mondkaakspoeling
• Vet uw lippen in met vaseline
Neuspleister bij gebruik van een
neusmaagsonde
• Een maagsonde wordt meestal op de neus bevestigd met een
pleister, hierdoor blijft de maagsonde goed op zijn plek zitten.
• Door het uitdrogen van de pleister of door het inwerken van
transpiratievocht en huidvet op de pleister kan de kleefkracht van
de pleister afnemen.
•
Om te voorkomen dat de neusmaagsonde uit de neus valt of dat de
maagsonde verschuift is het belangrijk om ongeveer om de 3 dagen
of na een douchebeurt de pleister te vervangen voor een nieuwe.
• Wanneer de pleister niet meer goed kleeft maar er zijn nog geen 3
dagen verstreken dient deze ook te worden vervangen.
Hoe verwisselt u een neuspleister?
• Leg de benodigdheden klaar (benodigdheden:
pleister, eventueel vochtig gaasje of washandje)
• Knip de pleister af
• Fixeer de maagsonde op uw wang of
bovenkleding om verschuiving te voorkomen,
haal vervolgens voorzichtig de oude pleister los
• Verwijder eventueel oude pleisterresten met een
washandje met koud water, droog vervolgens de
neus goed af (u kunt in plaats van water ook
wasbenzine gebruiken) laat het wel goed
opdrogen, anders plakt de pleister niet goed
• plak de nieuwe pleister op een iets andere
plek op de neus dan de vorige pleister, dit
voorkomt drukplekken
• Probeer de pleister zo te plakken dat de
maagsonde mee kan bewegen bij
iedere slikbeweging.
De verzorging van de eerste 7 dagen
na het plaatsen van de PEG katheter
• Om infectie te voorkomen dient u de volgende regels in acht te
nemen:
• De PEG katheter, indien gebruikt voor voeding en/of medicatie,
dagelijks iedere 6 uur doorspuiten met 20 ml (lauw) leidingwater of
voor en na het toedienen van sondevoeding en medicatie
• De PEG katheter zo min mogelijk bewegen zodat de fistelweg kan
genezen
• U mag gedurende deze week niet in bad of douchen
• Indien nodig de huid rondom de PEG catheter reinigen met
chloorhexidine en goed afdrogen
• Bij wondlekkage kan een splitgaasje onder het schildje worden
gelegd
• De PEG katheter dient dagelijks tenminste 1 keer over 360 graden
te worden geroteerd. (gedraaid)
Wat te doen bij
• Een verstopte voedingssondeMocht het zijn dat ondanks
het dagelijks doorspoelen van de voedingssonde dat deze
verstopt is of moeilijk doorgankelijk is, kunt u het volgende
proberen:
• Neem een spuit van 10 cc en spuit met lichte druk
lauwwarm water door de voedingssonde, herhaal dit zo
nodig nog een keer
• Gebruik nooit koolzuurhoudend bronwater of frisdranken
• Als u de verstopping kunt zien, kan u proberen om de
voedingssonde op die plek zachtjes te kneden. Als de
verstopping dan los komt kunt u het doorspuiten met
lauwwarm water.
Obstipatie
Obstipatie betekend dat u langer dan 3 dagen geen
ontlasting heeft gehad, tenzij dit uw normale
ontlastingspatroon is. Mogelijke oorzaken van obstipatie
kunnen zijn:
• Sondevoeding met te weinig vezels
• Te weinig vocht inname
• Te weinig beweging
• Medicijn gebruik.
• Indien u langer dan 3 dagen geen ontlasting heeft
gehad en dit afwijkend is dan u normale
ontlastingspatroon neem dan contact op met u
behandelend diëtiste of (huis)arts.
Diarree
• Belangrijk bij diarree is dat u voldoende vocht binnen krijgt.
Het water kunt u door de voedingssonde geven, of als dat
mag drinken. Indien de diarree langer dan 3 dagen
aanhoudt, neem dan contact op met u (huis)arts of als u
sinds korte tijd veranderd bent met u sondevoeding met
uw behandelend diëtiste.
• Mogelijke oorzaken van diarree kunnen zijn:
• Te hoge toedieningssnelheid
• Te grote porties
• Te koude voeding
• Onhygiënisch bereiden en/of toedienen van de
sondevoeding.
• Medicijn gebruik.
Misselijkheid en braken
• Het kan voorkomen dat indien u afwijkt van uw
normale voedingsschema misselijkheid en braken
kan optreden.
• Andere oorzaken kunnen zijn:
• Te koude voeding
• Verkeerde positie van de voedingssonde.
• Indien u veranderd bent met u voedingsschema
neem dan contact op met u behandelend
diëtiste. Zo niet neem dan contact op met uw
(huis)arts.
Het uitvallen van de neusmaagsonde
• Het kan voorkomen dat de neusmaagsonde
niet goed ligt of er uitgevallen is. Neem dan
contact op met:
• Indien u bekend bent bij de thuiszorg de
wijkverpleegkundige
• (Huis)arts
• Behandelend diëtiste.
Download