Liturgie Monumentendag 2011 Onze reisgezel: Huub Oosterhuis DRAAIBOEK “Een huis waar alles woont” * Welkom en inleiding Theo Hartelijk welkom allemaal, de trouwe bezoekers natuurlijk, maar ook u, jij die hier misschien voor het eerst bent, welkom! De viering van vanmorgen is de 3e in de serie “reisgezellen” ”Het gaat daarbij om mensen dichtbij en verder weg in de tijd, die anderen hebben geïnspireerd en dat nog steeds doen bij het werken aan een rechtvaardiger wereld, bij het openstaan voor wat werkelijk goed is voor mens en milieu, voor wat er echt toe doet in het bestaan.” Wìj willen ons op deze monumentendag in onze mooie kapel, een rijksmonument, laten leiden en inspireren door ‘onze’ reisgezel Huub Oosterhuis. Ook een soort monument, maar dan een levend… We zullen hem, dat begrepen jullie al, gaandeweg… goed leren kennen door hem veel aan het woord te laten. Maar eerst zullen door Ine en Marie-José de Intentielichtjes en het zorg- en dankschrift naar voren worden gebracht, aansluitend zingen we het openingslied “Vervul dit huis met hart en geest” eventueel: een kaars opsteken voor….? * Openingslied “Vervul dit huis” (Lied 31) Tekst: Jan van Opbergen Melodie: Jan Willen van de Velde Begeleiding: Jos Lamboo Wees hier opnieuw verbeeldingskracht, geef taal en toon aan dromen, geef stem aan wat verborgen bleef, laat hier jouw Rijk maar komen. Wees kracht en troost voor jong en oud, dat niemand hoeft te vrezen, als hij zich inzet voor jouw Rijk want dood heet daar 'verrezen'. Mieke: schriftlezing * Schriftlezing: Psalm 84 Uit: Halverwege, 75 psalmen vrij van Huub Oosterhuis Dat prachthuis dat daar staat, op Groene Heuvel wijdgevleugelde schaduwrijke waranda's hoge ramen diepe kamers dat Huis van jou waar alles welkom is, waar alles woont – de mussen mogen mee aan tafel de zwaluw vlecht haar nest onder de goot ik ben een van haar jongen. Onrustig is mijn hart, onstuimig heb ik naar deze plek verlangd. Mensen waar ook geboren, weten niet wat hen drijft, gaan op reis naar jou toe. Dwars door leeg land gestoken wateren over, zwarte, door wouden over De Bergkam, over de top blindelings gaan ze – en waar ze komen: bronnen ontspringen, woestijn wordt oase wolken regenen lente. En dan op een dag daar staan ze ... mogen wij hier zijn? Je mag. Slaan ze hun tenten op tussen jouw ceders, onder jouw eiken liggen languit in hoogwuivend gras – verzaligd. Liever één dag vlakbij je dan duizend ver van je weg liever één dan duizend ver van je weg. * Overweging Moment stilte Theo + aankondiging lied: Huub Oosterhuis zal dit lied van Margreet waarschijnlijk niet kennen, maar wat past het mooi bij zijn verhaal! * Beth, een huis voor onderweg Lied 116 Tekst: Margreet Spoelstra Muziek: Teresa Takken 1. 2. Koor: 3. 4. Allen Koor: Grond onder mijn voeten steun in mijn rug, dak boven mijn hoofd, gegrond, gesteund, gezegend, gedragen door verhalen, omringd door reisgenoten, beademd door wie liefde is. Refr.: Op weg naar morgen (de laatste regel 3 x) * Mieke : De tafel wordt klaar gemaakt Er is een collecte voor de onkosten van Jonge Kerk Ook de kosters erbij Mieke: We lezen samen het tafelgebed * Tafelgebed Mieke Wij nemen de tijd, want dit is het uur om ons te scharen om de tafel. Schik bij ons aan, God, vreemdeling. Wij hebben hier een stoel voor u gereserveerd. Een wij laten plaatsen open voor onbekenden, verre familie, vreemde gezichten. Want wij denken dat we zo, ongemerkt, in deze medeburgers van de wereld aan engelen herbergzaamheid verlenen. A We geven ze de ruimte, al is het alleen nog maar in de geest en in ons hart. Wij proberen te geloven dat we zo gastrecht geven aan uzelf en ruimte aan uw goddelijke geest. Ga met ons aan tafel, God van vreemden, vreemde God. Want dit is het uur van samenzijn om te eten en te drinken met al uw mensen. Theo Wij nemen de tijd voor brood en beker. Wij eten samen het gastmaal Aansluitend Onze Vader: tekst: Dick Groeneboer voor alle mensen samen en wij drinken wijn om onze harten warm te maken voor onze buren van de toekomst, in navolging van de onvergetelijke vriend en de hardnekkige vreemde die gezegd heeft: Dit brood wil ik met jullie delen en deze wijn wil ik met jullie drinken om eraan te denken dat we eenmaal feest gaan houden met vriend en vreemde in Gods rijk op aarde. A Wij reiken aan elkaar wat we ook bedoelen voor wie nog werkelijk geen tijd van leven hebben, geen tijd dan om te vechten tegen hun eigen ellende; voor wie geen korst, laat staan een brood hebben om dagelijks te bestaan, terwijl wij tijd en brood in overvloed voorradig hebben. Mieke Wij nemen de tijd om te bidden: geef dat wij door de wereld gaan met open oren, open ogen om al uw tekens te verstaan. * Onze Vader (lied 75) Tekst: Huub Oosterhuis Muziek: Tom Löwenthal * Breken en delen De metalen bekers bevatten wijn, de aardewerken bekers druivensap Nodiging Theo Jan Janse nodigde ons eens tot de maaltijd met woorden die heel goed aansluiten bij de geest van deze viering: Samenkomen, samen zingen, samen luisteren naar oude en nieuwe verhalen, samen in gesprek gaan en samen eten en drinken (brood en wijn opheffen): het lijkt wel feest! En natuurlijk mag iedereen meedoen! Taakverdeling: Mieke rechts voor Koster 1 het koor Koster 2 rechts achter Theo links voor en links achter Na opruimen van de tafel, Mieke: Er is tijd voor het doen van (korte!) mededelingen * Mededelingen aankondiging lied: ……………. Mieke: we zingen de acclamatie * Acclamatie: “Kom O Geest, vernieuw ons hart” (lied 6.10) * Zorg- en dankschrift Voorbede Tekst en muziek: Taizé Theo + er is nu ruimte voor ieders eigen intenties Mieke Wij bidden om zegen voor onze Ursulakapel, dit huis, dit dak boven ons hoofd waarin wij samenkomen. Dat zij naar de intentie van Huub Oosterhuis meer en meer moge worden tot een huis van studie, bezinning en gesprek, een ruimte voor levensbeschouwing en religie. Wij bidden om zegen voor onze gemeenschap van Jonge Kerk. Dat wij meer en meer mogen groeien naar een gemeenschap waar mededogen, liefde en troost allen verbindt, en waar wijsheid, fantasie en optimisme bijdragen aan een rechtvaardige samenleving. Wij bidden om zegen voor de wereld waarin wij leven, dichtbij en verder weg, dat wij steeds in staat zullen zijn de liefde en kracht die we hier krijgen, mee te nemen en uit te dragen zover het in onze mogelijkheden ligt. * Acclamatie * Zending en Zegen Theo: We gaan naar huis met de woorden van Psalm 128 opnieuw bewerkt door onze reisgezel Man, vrouw, hier geboren, Maar ook jij vreemdeling, bijwoner Met zovelen als je bent: Gezegend. Tel je zegeningen – wat is geluk? Zo moge het zijn en duren Hier in het land waar je woont In steden dorpen gehuchten Tot in de uithoeken Van deze wereld. Voor je buren en je buurt Zing vrede Voor je kindskinderen en hun geliefden Vrede op aarde, nu. aankondiging slotlied Theo: Zullen we daar tenslotte samen over zingen * Slotlied: “Dat een nieuwe wereld komen zal” (Lied 180) Tekst: Huub Oosterhuis Muziek:Antoine Oomen Muziek:Antoine Oomen