Planning Thema 1 “Het landje is van ons”

advertisement
Planning Thema 1 “Het landje is van ons”
Week 1-5
Rood – Doe je op school!
Di. 15.09.15
Spelling
Taalboek
Di. 22.09.15
Taalboek
Di. 29.09.15
Taalboek
Di 6.10.15
Taalboek
Di 13.10.15
Taalboek
Groep 7 (Grund)
Zwart – Doe je thuis!
Instapdictee
Schrijf een kort verhaal over jouw zomervakantie 2015
Les 1 +10 (blz. 4/5 + 14/15) - Lees het themaverhaal 1 “op heterdaad
betrapt”. Schrijf de woorden die je niet kent op het whitebord!
Les 5 (blz. 9) - Vul onderstaande zinnen aan met een tegenstelling
Les 8 (blz. 12) - Lees en schrijf op wat het doel is van de brief
Les 13 ( blz. 18)- Lees en schrijf de betekenis op van het dikgedrukte woord
Spelling
Lees de spellingswoorden in bijlage 1 met woorden eindigend op ng/cht +
woorden met i welke klinken als ie
Indien je een woord niet kent, schrijf je deze op het whitebord!
Maak de oefenbladen (zie eigen mandje)
Maak les 1 + 2 op blz. 2 + 3
Oefen thuis op Bloon.nl en Taal. Oefenen.nl
Woordenschat Thema 1 “inrichten”
Lees de woordbladen van les 1 t/m3 (zie bijlagen) + poster bekijken.
Oefen met de woordkaartjes
Maak les 1 t/m 3 op blz. 2 t/m 5
Maak de oefenbladen (zie eigen mandje)
Les 3 (blz. 7) - Herken de klankvorm en schrijf deze op
Les 4 (blz. 8) - Schrijf het onderwerp op in het meervoud
Spelling
Lees de klankvaste werkwoorden (zie werkwoordkaarten aan de muur)
Maak de oefenbladen (zie eigen mandje)
Oefen met piccolo/varia
Oefen de spellingswoorden d.m.v. puzzelen. Maak de puzzel.
Maak les 3 en 4 op blz. 4 + 5
Oefen op Bloon.nl en Taal. Oefenen.nl
Woordenschat Lees de woordbladen van les 4 t/m 6 (zie bijlagen) + poster bekijken.
Maak les 4 t/m 6 op blz. 6 t/m 9
Lezen
Kies een boek uit de NTC bibliotheek en ga stillezen in de leeshoek
Maak de oefenbladen (zie eigen mandje)
Les 7 (blz. 11) - Schrijf de juiste voorzetsels op
Les 9 (blz. 13) - Zet de puntkomma op de juiste plaats
Spelling
Signaaldictee thema 1
Woordenschat Herhaling van alle woorden van thema 1 d.m.v. het spel hints
Begrijpend lezen Uitleg taak 1. Lezen met juf en de vragen doornemen.
Maak taak 1
Taaltoets thema 1
Start thema 2 (zie nieuwe planning)
Woordpakket – Taal Actief – Groep 7 – Thema 1 (bijlage 1)
tong – 9a
goedkeuring
hervorming
hulpverlening
medewerking
opvatting
overtuiging
tegenstelling
uitdrukking
uitwerking
voldoening
vordering
vormgeving
waardering
waarneming
lucht – 13b
echtgenoot
evenwicht
onzichtbaar
oprichting
rechtstreeks
reusachtig
slachtoffer
voorlichting
waarachter
wellicht
liter – 16b
bioscoop
centimeter
dirigent
dominee
horizon
kabinet
kandidaat
kapitaal
kardinaal
limonade
linie
minister
officier
politiek
positief
president
Bijlagen Woordenschat
Les 1
Afkeuren
Iets niet goed of niet geschikt vinden.
Het bezwaar
Een reden hebben waarom je iets niet goed
vindt.
De medewerking
Iemand helpen/met iemand meewerken
Het protest
Laten zien dat je ergens niet mee eens bent.
Protesteren
Laten zien dat je ergens niet mee eens bent.
Tegensputteren
Je laat merken dat je ergens niet mee eens bent
(een klein beetje protesteren).
Uiten
Een ander laten merken wat je denkt en wat je
voelt.
De voorlichting
Uitleg geven.
De voorspraak
Namens een groep iets tegen iemand zeggen.
Les 2
Aan de slag gaan
Beginnen met werken.
De binnenhuisarchitect
Een persoon die bedenkt hoe het gebouw er van
de binnenkant komt uit te zien.
De bouwtekening
Een ontwerp van een gebouw, met aanwijzingen
voor de mensen die het gaan bouwen.
De gemeenschapsruimte
Een zaal die door veel mensen gebruikt kan
worden.
Het ontwerp
De tekening die een ontwerper maakt.
De ontwerper
Iemand die bedenkt hoe iets gemaakt moet
worden en hoe het eruit komt te zien.
Opknappen
Repareren of mooier maken.
De tekentafel
Een speciale tafel om aan te tekenen. De tafel
staat een beetje schuin.
Les 3
De crèche
Een plaats voor kinderen tot 4 jaar.
De discoavond
Een avond waarop muziek gedraaid wordt om op
te dansen.
Het jeugdhonk
Een gebouw waar jongere mensen naar toe
kunnen gaan om elkaar te ontmoeten.
De kinderopvang
Een plaats waar kinderen worden opgevangen
als er niemand thuis is.
De ontspanning
Een prettige manier om uit te rusten.
De peuterspeelzaal
Een zaaltje waar kinderen van 2 en 3 jaar met
elkaar kunnen spelen.
Playbacken
Iemand nazingen, zonder daarbij geluid te
maken.
De zitkuil
Een kuil om in te zitten.
Les 4
De buitenwijk
Een wijk aan de rand van de gemeente, ver van
het centrum.
Discussiëren
Een gesprek voeren over een onderwerp, waarbij
iedereen zegt wat hij ervan vindt.
Het gemeentehuis
Plek waar de mensen van de gemeenteraad
werken en vergaderen.
De gemeenteraad
Mensen die samen met de burgermeester een
gemeente besturen.
De groenvoorziening
Het groen in een stad of dorp waar de gemeente
voor zorgt (bijvoorbeeld een park).
Ondergronds
Onder de grond.
De opkomst
Aantal mensen dat naar een bepaalde
gebeurtenis toekomt.
De villa
Een groot duur huis met een tuin eromheen.
Les 5
Aannemelijk
Je neemt aan dat het waar is.
Afwijzen
Tegenovergestelde van aannemen.
De campagne
Een actie voeren om jezelf aan te prijzen.
De kwestie
Een probleem of vraag die besproken moet
worden.
Een mening vormen
Bedenken wat je ergens van vindt.
Op touw zetten
Organiseren
De opvatting
Zeggen wat je ergens van vindt.
Over het hoofd zien
Iets per ongeluk niet zien of er niet aan denken.
Zich druk maken
Je opwinden over iets/je zorgen maken over iets.
Les 6
Aansluiten
Een verbinding maken.
Afsluiten
Er voor zorgen dat er geen stroom meer in de
leiding zit.
Het binnengedeelte
De binnenkant van het huis.
Het buitengedeelte
De buitenkant van het huis.
Buitenshuis
Je bent niet thuis: je bent buiten je eigen huis.
De elektricien
Een beroep waarbij je werkt met elektriciteit.
Een leiding leggen
Een elektriciteitsdraad aanleggen.
Het stopcontact
Hieruit krijgen de apparaten in het huis stroom.
Download