EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 5.2.2013 SWD(2013) 22 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler {COM(2013) 44 final} {COM(2013) 45 final} {SWD(2013) 21 final} NL NL INLEIDING – DE NOODZAAK OM HET BESTAANDE KADER TER BESTRIJDING VAN HET WITWASSEN VAN GELD EN DE FINANCIERING VAN TERRORISME TE ACTUALISEREN In de EU is een ontwikkeld kader ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme van kracht. Met de jaren zijn de regels geëvolueerd en heeft het toepassingsgebied zich uitgebreid, waarbij elke wijziging gericht was op het afsluiten van bijkomende mogelijke toegangen waarvan criminelen en terroristen gebruik zouden kunnen maken. Het systeem wordt er echter voortdurend mee geconfronteerd dat geen enkel kader, hoe robuust ook, immuun is voor het witwassen van geld. De recente bekentenis van witwassen van geld door HSBC is slechts het jongste voorbeeld van wat er kan gebeuren wanneer de waakzaamheid verslapt en er niet voldoende wordt gecontroleerd. Het feit dat de regelgevers in die gevallen steeds zwaardere boetes opleggen, is zowel een bevestiging van de internationale vastberadenheid om de regels te handhaven als een waarschuwing aan andere stakeholders voor de mogelijke gevolgen van tekortkomingen in hun systeem. Regelgevers en beleidsmakers mogen de ogen niet sluiten voor de risico’s. Criminelen zijn voortdurend op zoek naar nieuwe kwetsbare plekken om gebruik van te maken. Het is werkelijk onthutsend hoeveel misdaadgeld het financiële systeem tracht binnen te dringen en zijn illegale herkomst tracht te verbergen. Volgens een recente studie van de Verenigde Naties wordt jaarlijks getracht naar schatting zo’n 1,6 biljoen $, dat is 2,7% van het mondiale bbp, wit te wassen. Volgens dezelfde studie wordt minder dan 1% van het witgewassen geld door wetshandhaving onderschept en wordt minder dan 0,2% echt in beslag genomen. Om die redenen zijn werkzaamheden aan de gang om de bestaande normen te actualiseren en te verscherpen. De FATF heeft in februari 2012 een nieuwe reeks herziene normen gepubliceerd en begint eind 2013 met het evalueren van de conformiteit van nationale jurisdicties. De nieuwe normen zullen de nationale autoriteiten in staat stellen op alle niveaus – gaande van de vaststelling van de opening van een rekening door bankcliënten tot onderzoek, vervolging en verbeurdverklaring van activa – tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op te treden. Zij zullen ook een betere aanpak van het witwassen van opbrengsten van corruptie en fiscale misdrijven en een verscherping van de vereisten voor situaties met een hoger risico mogelijk maken en landen in staat stellen een meer gerichte risicogebaseerde aanpak te volgen. Parallel aan dit proces heeft de Europese Commissie ook zelf het EU-kader getoetst en in april een verslag over de toepassing van de derde antiwitwas (AML) richtlijn1 gepubliceerd. De implicaties van deze werkzaamheden zijn dat het EU-kader moet evolueren en zich aan veranderingen moet aanpassen waarbij meer de focus wordt gelegd op de effectiviteit van regelingen voor het bestrijden van het witwassen van geld en financieren van terrorisme, grotere duidelijkheid en consistentie van de regels in alle lidstaten, en een verbreed toepassingsgebied met het oog op het aanpakken van nieuwe dreigingen en kwetsbare plekken. 1 Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. 2 1. PROBLEEMOMSCHRIJVING De problemen met het witwassen van geld en de financiering van terrorisme – Wie wordt er getroffen en hoe? Mondiaal zijn alle beleidsmensen het erover eens dat enorme schade kan optreden als financiële systemen onvoldoende tegen misbruik door criminelen en terroristen worden beschermd. Met name zijn systemen die het witwassen van geld en de financiering van terrorisme niet kunnen voorkomen, blootgesteld aan: maatschappelijke risico’s doordat geld uit misdaad en terrorisme naar criminele en terroristische activiteiten teruggesluisd wordt; negatieve economische aspecten als gevolg van verstoringen van internationale kapitaalstromen, verminderde investeringen en lagere economische groei; instabiliteit van financiële markten doordat andere financiële tussenpersonen geen zaken willen doen, door reputatieverlies, daling van het vertrouwen en prudentiële risico's. Een brede groep stakeholders wordt op verschillende manieren door het witwassen van geld en de financiering van terrorisme getroffen: die meldingsplichtige entiteiten, waarvan verwacht wordt dat zij het systeem veilig houden door het uitvoeren van controles, die erop afgerekend worden als hun systemen ontoereikend blijken te zijn; overheden, die de regels moeten handhaven en het systeem tegen crimineel of terroristisch misbruik moeten beschermen; cliënten van meldingsplichtige entiteiten, die de last moeten dragen van verhoogde controles en potentieel verminderde toegang tot bepaalde diensten; de zakenwereld, die de last draagt van controles en beperkingen, maar van een gezond en veilig financieel systeem profiteert; daders van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, die voortdurend proberen van zwakke plekken in het systeem te profiteren – en daarvan weerhouden moeten worden; burgers en maatschappij binnen de EU, die beschermd moeten worden tegen daden van terrorisme of schade die wordt veroorzaakt door verhoogde criminaliteit welke met misdaadgeld gevoed wordt of verlies aan welvaart als gevolg van belastingontduiking, schade aan marktintegriteit of marktvertrouwen; maatschappij en regeringen in derde landen, als het EU-systeem wordt gebruikt om in die landen illegale opbrengsten uit corruptie en criminaliteit te kanaliseren. Het preventiesysteem van de EU In de EU is een kader van kracht om het financiële systeem vrij te houden van het witwassen van geld (“WG”) en de financiering van terrorisme (“FT”). Het kader is in grote mate gebaseerd op de internationale normen die zijn vastgesteld door de FATF, waarvan de Europese Commissie een stichtend lid is. Het EU-kader omvat geldende regels op grond waarvan financiële instellingen en andere meldingsplichtige entiteiten en personen maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat zij voor WG en FT gebruikt worden. 3 De aanjagers van het probleem Aangezien de risico’s die voor het financiële systeem worden gevormd door degenen die betrokken zijn bij het witwassen van geld of de financiering van terrorisme constant evolueren, moet het kader voor de preventie ervan robuust, flexibel en actueel zijn. De Commissiediensten hebben vastgesteld dat het huidige kader op drie belangrijke punten aan wijziging toe is: 1. De bestaande regels zijn niet in overeenstemming met recent herziene internationale AML/CFT-normen. Bij gezamenlijke evaluaties van de lidstaten (door de Financial Action Task Force of door Moneyval) zijn bepaalde inconsistenties tussen de derde witwasrichtlijn en de FATF-aanbevelingen aan het licht gekomen. Bovendien heeft de FATF de bestaande aanbevelingen verschillende keren uitgebreid waardoor delen van het bestaande kader achterhaald zijn. Zo zijn in gezamenlijke evaluatierapporten de vereisten van de derde witwasrichtlijn inzake vereenvoudigd cliëntenonderzoek bekritiseerd omdat zij geen gelijk tred zouden houden met de FATFaanbevelingen. De FATF heeft het toepassingsgebied van zijn aanbevelingen ook tot een grotere categorie van politiek prominente personen uitgebreid. Niet-naleving van de internationale normen heeft een reputatie-impact voor de lidstaten en de Europese Unie als geheel. 2. De bestaande EU-regels worden in de lidstaten verschillend geïnterpreteerd. Bij het toetsingsproces van de Commissie is aan het licht gekomen dat de bestaande regels op verschillende terreinen verschillend worden geïnterpreteerd. Voorbeelden zijn onder meer het vereiste om de uiteindelijke begunstigde van een juridische entiteit en de consistentie van statistische gegevens vast te stellen. Dit vormt risico’s voor de interne markt en creëert nalevingsmoeilijkheden voor ondernemingen die grensoverschrijdend opereren. 3. De huidige EU-regels zijn op een aantal punten ontoereikend en bevatten mazen.Gezien de evolutie van de WG- en FT-risico’s is het belangrijk dat het EU-kader daarop robuust maar flexibel kan inspelen. Bij het toetsingsproces van de Commissie zijn problemen aan het licht gekomen met het toepassingsgebied van de huidige richtlijn met betrekking tot gokdiensten en handelaren in goederen met een hoge waarde, waarbij de regels als niet voldoende robuust worden gepercipieerd. Het verscherpen van de regels zal een stap zijn in de richting van het aanpakken van die risico’s en zal ervoor zorgen dat de EU-wetgeving voorop ligt op de internationale normen. Het nulscenario Omdat de aard van de door WG en FT gevormde bedreigingen steeds verandert, is een reactie vereist die evenredig is met de gevormde bedreigingen. Als geen actie zou worden ondernomen, zouden dit de gevolgen zijn: 1. Het EU-kader zou niet in overeenstemming zijn met de internationale normen. Gezien het risico dat de lidstaten slechte gezamenlijke evaluatierapporten zouden ontvangen, zouden de lidstaten in de verleiding kunnen komen hun eigen kader aan te passen, hetgeen in fragmentatie en gebrek aan convergentie zou resulteren. 4 2. De onzekerheid als gevolg van een verschillende toepassing van de regels op internationaal niveau zou aanhouden en de interne markt ondermijnen. 3. Als de middelen niet beter op de risico’s van WG en FT worden gericht, zou de EU kwetsbaar zijn voor acute bedreigingen. 2. ANALYSE VAN SUBSIDIARITEIT Stromen van zwart geld en terrorismefinanciering kunnen de stabiliteit en de reputatie van de financiële sector aantasten en een gevaar betekenen voor de interne markt. Maatregelen die louter op lidstaatniveau worden genomen, kunnen echter negatieve effecten hebben op de eengemaakte markt van de EU en tot een gefragmenteerde reactie leiden. EU-optreden is gerechtvaardigd om de totale dreiging van witwassen van geld en financiering van terrorisme aan te pakken en in heel de EU een gelijk speelveld in stand te houden. 3. DOELSTELLINGEN VAN HET EU-INITIATIEF De allesoverheersende doelstelling van de herziening van het AML-kader is het beschermen van het financiële systeem en de eengemaakte markt tegen misbruik door criminelen die misdaadgeld trachten wit te wassen, of terroristen die terroristische activiteiten of groepen trachten te financieren. De Commissie heeft vier algemene doelstellingen bepaald, namelijk het versterken van de interne markt door het verminderen van complexiteit over de grenzen heen, het beveiligen van de belangen van de samenleving tegen criminaliteit en daden van terrorisme, het beveiligen van de economische welvaart van de Europese Unie door te zorgen voor een efficiënte zakelijke omgeving en het bijdragen tot financiële stabiliteit door het beschermen van de gezondheid, de behoorlijke werking en de integriteit van het financiële systeem. Deze doelstellingen worden geflankeerd door specifieke beleidsdoelstellingen die verband houden met het verbeteren van de effectiviteit van de AML/CFT (bestrijding van witwassen en van financiering van terrorisme)-regelingen en het in stand houden van de reputatie van het financiële systeem van de EU. Operationele doelstellingen die verband houden met de probleemaanjagers vervolledigen het kader waarin de verschillende opties voor het wijzigen van de wetgeving werden bekeken. 4. BELEIDSOPTIES Wat de beleidsopties betreft maatregelen/aspecten beoordeeld beleidsdoelstellingen te realiseren: worden in de effectbeoordeling verschillende die erop gericht zijn de drie operationele 1. Ten aanzien van het garanderen van de consistentie met de internationale normen, worden verschillende opties bekeken met betrekking tot: het opnemen van fiscale misdrijven in het EU-kader; de invoering van een risicogebaseerde benadering; de benadering voor gelijkwaardigheid/niet-gelijkwaardigheid van AML-regelingen van derde landen; 5 de invoering van risicogebaseerd toezicht; de invoering van nieuwe vereisten voor binnenlandse politiek prominente personen en politiek prominente personen bij internationale organisaties; de beste manier om de beschikbaarheid te verbeteren van informatie over de uiteindelijke begunstigde; de aanpassing van de verordening geldovermakingen aan de nieuwe internationale normen (opname van informatie over de begunstigde, vrijstellingen van het toepassingsgebied). 2. Met betrekking tot het garanderen van consistentie tussen nationale regels en in voorkomend geval flexibiliteit bij de toepassing ervan middels de verscherping en verduidelijking van de huidige vereisten, worden verschillende opties bekeken in verband met: verbeterde verzameling en rapportage van statistische gegevens; verduidelijking van de wijze waarop de drempel van 25% voor de vaststelling van de uiteindelijke begunstigde bedoeld is te gelden; invoering van nieuwe regels om te verduidelijken dat bijkantoren en dochterondernemingen die in andere lidstaten gevestigd zijn dan het hoofdkantoor de regels van de staat van ontvangst toepassen en versterking van samenwerkingsregelingen tussen toezichthouders van de staat van ontvangst en de staat van herkomst; verscherping van administratieve sancties. 3. Met betrekking tot het garanderen dat de regels risicogericht zijn en aan nieuwe acute dreigingen zijn aangepast, worden verschillende opties bekeken in verband met: het verbreden van het toepassingsgebied van de richtlijn buiten de casino's tot de goksector; het verduidelijken van de gegevensbeschermingsvereisten; het aanpakken van kwetsbare plekken in de sector van de goederen met een hoge waarde; versterking van de bevoegdheden van en samenwerking tussen de FIE's. wisselwerking 6 tussen AML/CFT- en 5. EFFECTBEOORDELING Het is niet mogelijk een accurate kwantitatieve raming te maken van de voordelen van geldende, actuele, internationaal conforme regels die binnen heel de interne markt coherent zijn. De Wereldbank beschrijft de voordelen evenwel als volgt: .een effectief kader voor de bestrijding van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme heeft, zowel binnenlands als internationaal, belangrijke voordelen voor een land. Die voordelen zijn onder meer minder misdrijven en corruptie, verhoogde stabiliteit van financiële instellingen en markten, positieve effecten op economische ontwikkeling en reputatie in de wereldgemeenschap, verbeterde risicobeheertechnieken voor de financiële instellingen van het land en verhoogde marktintegriteit2. De aanpassing van het kader aan striktere internationale normen, in combinatie met de bijkomende wijzigingen die worden voorgesteld als gevolg van het eigen toetsingsproces van de Commissie, zullen naar verwachting een substantiële versterking van het totale kader vormen. De beoogde wijzigingen houden het volgende in: een verbreding van het toepassingsgebied tot bijkomende risicogebieden, versterking van de grensoverschrijdende naleving, grotere coherentie tussen nationale regels, grotere effectiviteit door meer gerichte en risicogevoelige regels. Wat kosteneffecten betreft zullen volgens de effectbeoordeling de implicaties zeer verschillend zijn volgens de situatie van de stakeholder. De significantste kostenfactoren in verband met AML-naleving hebben betrekking op initiële eenmalige kosten in verband met de invoering van nieuwe systemen, opleiding, consultancy, enz. Op basis van een vroegere studie van de Commissie3 is het reeds duidelijk dat de waarschijnlijke hoogte van die kosten zeer sterk zal afhangen van het type strategie dat wordt gevolgd om naleving te garanderen (bv. focus op geautomatiseerde in tegenstelling tot manuele processen). Zij zal ook afhangen van de AML/CFT-risicograad die verband houdt met de aard van elk bedrijf. Bestaande meldingsplichtige entiteiten zullen naar verwachting geen buitensporige effecten van de beoogde wijzigingen ondervinden, omdat zij reeds systeeminvesteringen hebben gedaan die tamelijk gemakkelijk aan te passen moeten zijn zonder dat zware nieuwe investeringen nodig zijn. Hetzelfde kan echter niet worden geconcludeerd ten aanzien van entiteiten die tot nu toe buiten het toepassingsgebied van het AML-kader vielen, maar die in de toekomst de AMC/CFT-regels zullen moeten toepassen. Dit is met name het geval voor de goksector, waar in een aantal lidstaten momenteel alleen “traditionele” casino’s binnen het toepassingsgebied van de nationale regels vallen4. Indien (bijvoorbeeld in het geval van politiek prominente personen) de bestaande maatregelen worden uitgebreid, zullen bijkomende middelen nodig zijn om de noodzakelijke controles te verrichten. Ook de toezichthouders zullen als gevolg van het verbrede toepassingsgebied zwaarder worden belast. Het feit dat meer belang aan de risicogebaseerde aanpak wordt gehecht, zal implicaties hebben voor regeringen (die risicobeoordelingen zullen moeten organiseren), bevoegde autoriteiten en meldingsplichtige personen en entiteiten. Tegenover deze kosten zullen echter gerichtere en effectievere maatregelen staan om de risico’s van het witwassen van geld en de 2 3 4 Reference Guide to Anti-Money Laundering and Combating the Financing of Terrorism Second Edition and Supplement on Special Recommendation IX, The World Bank/IMF, 2006. Europe Economics: Study on the Cost of Compliance with Selected FSAP Measures, 5 January 2009. Dit wordt verder onderzocht in bijlage V. 7 financiering van terrorisme aan te pakken, hetgeen betekent dat geen tijd en middelen zullen worden besteed aan technische naleving die misschien niet op de werkelijke risico’s is gericht. Cliënten zullen door de wijzigingen waarschijnlijk niet rechtstreeks worden getroffen, hoewel er wijzigingen zijn in de omvang van de informatie die zij (bijvoorbeeld als zij politiek prominente personen zijn, of als zij cliënt zijn bij een van de entiteiten waartoe het toepassingsgebied is uitgebreid) moeten verstrekken. Wat andere effecten betreft wordt in de effectbeoordeling gedetailleerd aandacht besteed aan de manier waarop de beoogde maatregelen invloed zullen hebben op: 6. de stakeholders – zowel die welke onder het toepassingsgebied van het bestaande kader vallen als de andere stakeholders waarop de gewijzigde regels van invloed zijn de grondrechten, waarbij het bijzonder belangrijk is om een passend evenwicht te verzekeren tussen de effectiviteit van de AML/CFT-maatregelen en de eerbiediging van de gegevensbescherming en privacy de kmo’s, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de effecten op kmo’s die onder het toepassingsgebied van het AML/CFT-kader vallen, en de effecten op kmo’s in het algemeen het milieu – waar geen significante effecten worden verwacht de internationale dimensie, waarbij met name de huidige benadering van erkenning van gelijkwaardigheid van derde landen aan de risicogebaseerde benadering dient te worden aangepast, hetgeen bijgevolg moet inhouden dat geografische locatie in de toekomst slechts één van de factoren van een bredere beoordeling van WG/FT-risico's zal zijn. VERGELIJKING VAN DE OPTIES Wat beleidskeuzes betreft is de conclusie van de effectbeoordeling dat een consistente EUaanpak van de tenuitvoerlegging van de internationale normen en de invoering van bijkomende harmonisatie-elementen ter verbetering van de coherentie op heel de interne markt met voldoende ruimte voor de lidstaten om op nieuwe en acute bedreigingen in te spelen passend zou zijn. Wat gedetailleerde beleidskeuzes betreft wordt volgens de effectbeoordeling een aantal specifieke beleidsterreinen als volgt aangepast geacht aan de vastgestelde probleemaanjagers: 1. De bestaande regels zijn niet in overeenstemming met recent herziene internationale AML/CFT-normen: de internationale normen dienen te worden nageleefd op een wijze waarbij met de specificiteit van de eengemaakte markt rekening wordt gehouden. Gelet daarop is de conclusie van de effectbeoordeling dat het huidige kader in die zin moet worden gewijzigd dat: belastingmisdrijven als basisdelict worden opgenomen; nationale risicobeoordelingen, met optioneel elementen van supranationale beoordelingen, worden opgelegd; vereenvoudigde en verbeterde cliëntenonderzoeksregels aan de internationale normen worden aangepast; gelijkwaardigheid van derde landen wordt herbekeken en de focus wordt gelegd op “niet-gelijkwaardige” derde landen; 8 een risicogevoelige benadering van toezicht specifiek wordt toegestaan waarbij optioneel op sectorale basis richtsnoeren kunnen worden gegeven; de categorieën van politiek prominente personen die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen worden uitgebreid; informatie over de uiteindelijke begunstigde voor de bevoegde autoriteiten en de meldingsplichtige entiteiten beschikbaar moet worden gesteld; wat elektronische geldovermakingen betreft verordening 1781/2006 wordt aangepast rekening houdend met de recente wijzigingen van de FATF-norm en het toetsingsproces van de Commissie. 2. De bestaande EU-regels worden in de lidstaten verschillend geïnterpreteerd: doordat de lidstaten de bestaande EU-wetgeving verschillend benaderen, dient het kader verder te worden geharmoniseerd. Volledige harmonisatie is niet noodzakelijk de meest pertinente oplossing om de risico’s van WG en TF in de EU aan te pakken. Aangezien er enige ruimte moet zijn om acute risico’s aan te pakken, is de conclusie van de effectbeoordeling dat de richtlijn als volgt moet worden gewijzigd: verbetering van de manier waarop in de EU statistische gegevens worden verzameld; verduidelijking van de definitie van “uiteindelijke begunstigde”; verduidelijking van de verantwoordelijkheden van de toezichthouders van het land van herkomst en het land van ontvangst; tot op zekere hoogte harmonisatie van de beschikbaarheid van administratieve sancties. 3. Met de bestaande regels worden de nieuwe risico’s in verband met het witwassen van geld en de financiering van terrorisme niet op toereikende wijze aangepakt: omdat op de nieuwe en acute dreigingen robuust maar flexibel moet worden gereageerd, moeten waarschijnlijk meer risicogebaseerde maatregelen worden ingevoerd zonder dat evenwel wordt voorgeschreven hoe gedetailleerd deze moeten zijn. De conclusie van de effectbeoordeling is dat de volgende wijzigingen van de wetgeving passend zijn: 7. gokken - het toepassingsgebied van de richtlijn moet tot alle soorten gokken worden uitgebreid; de gegevensbeschermingsregels – deze moeten worden verduidelijkt om de behoorlijke toepassing van de AML/CFT-regels mogelijk te maken; handelaren in goederen – de drempel voor een verplicht cliëntenonderzoek wordt verlaagd tot 7.500€; de samenwerking tussen financiële-inlichtingeneenheden – wordt versterkt in de richtlijn. MONITORING EN EVALUATIE De Commissie zal als hoedster van het Verdrag moeten monitoren hoe de lidstaten de wijzigingen van de derde antiwitwasrichtlijn en de FTR ten uitvoer leggen. In voorkomend geval zullen de Commissiediensten tijdens heel de tenuitvoerleggingsperiode desgevraagd aan de lidstaten in de vorm van omzettingsworkshops met alle lidstaten of bilaterale 9 vergaderingen bijstand verlenen voor de tenuitvoerlegging van de wetgevingswijzigingen. Telkens wanneer dat nodig is, zal de Commissie de procedure van artikel 258 van het Verdrag volgen indien een lidstaat verzuimt zijn verplichtingen voor de tenuitvoerlegging en de toepassing van het communautaire recht na te komen. De Commissie zal met het Gemengd Comité van Europese toezichthoudende autoriteiten inzake AML (AMLC), dat met name op bepaalde gebieden rapporten over de tenuitvoerlegging van de derde antiwitwasrichtlijn opstelt, samenwerken om de toepassing van het nieuwe wetgevingskader te monitoren. Ook het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (CPMLTF) kan als forum dienen om informatie over toepassingskwesties te delen. De Commissiediensten kunnen eveneens gebruik maken van de bevindingen van door de stakeholders of de lidstaten uitgevoerde studies alsook van alle feedback van vergaderingen met private stakeholders. In voorkomend geval is het denkbaar dat een externe studie wordt besteld. Monitoring van de toepassing van de AML-richtlijn zal ook onrechtstreeks plaatsvinden middels de gezamenlijke evaluatieprocessen van de FATF (15 EU-lidstaten zijn lid van dit orgaan) alsook Moneyval (de andere 12 lidstaten zijn lid van dit orgaan). Dit proces van collegiale toetsing is een essentieel en rigoureus proces om te garanderen dat de lidstaten, zowel in rechte als in de praktijk, voldoen aan de internationale FATF-normen, waarvan de meeste vereisten van de AML-richtlijn zijn afgeleid. Voor elk land hebben ongeveer om de 5 à 7 jaar evaluaties plaats die, gewoonlijk om de 2 jaar (of vaker als de vastgestelde tekortkomingen dit vereisen), met follow-uprapporten kunnen worden aangevuld. CONCLUSIE De Commissie is van oordeel dat de in deze effectbeoordeling beschreven en geanalyseerde voorkeursopties evenredig zijn met de doelstellingen. Door een flexibele maatwerkaanpak kunnen de lidstaten maatregelen nemen en actie ondernemen wanneer het nodig is krachtig te reageren op belangrijke dreigingen waarmee zij op nationaal niveau misschien worden geconfronteerd. Door, met het oog op grotere coördinatie, de instelling van processen op EUniveau en door de ontwikkeling van supranationale benaderingen alsook de verdere harmonisatie op specifieke gebieden moet worden gegarandeerd dat ook aan de EUdoelstellingen wordt voldaan. Hoewel de zorg voor een effectief AML/CFT-systeem voor de meldingplichtige entiteiten aanzienlijke kosten met zich meebrengt, is de Commissie van oordeel dat de (veel moeilijker te kwantificeren) voordelen van de preventie van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme blijven opwegen tegen de kosten, ook de nieuwe kosten als gevolg van de wijzigingen van het kader. 10