NL NL Inleiding – de noodzaak om het bestaande kader ter

advertisement
EUROPESE
COMMISSIE
Straatsburg, 5.2.2013
SWD(2013) 22 final
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING
bij
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van
het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van
terrorisme
en
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij
geldovermakingen te voegen informatie over de betaler
{COM(2013) 44 final}
{COM(2013) 45 final}
{SWD(2013) 21 final}
NL
NL
INLEIDING –
DE NOODZAAK OM HET BESTAANDE KADER TER BESTRIJDING VAN HET
WITWASSEN VAN GELD EN DE FINANCIERING VAN TERRORISME TE ACTUALISEREN
In de EU is een ontwikkeld kader ter bestrijding van het witwassen van geld en de
financiering van terrorisme van kracht. Met de jaren zijn de regels geëvolueerd en heeft het
toepassingsgebied zich uitgebreid, waarbij elke wijziging gericht was op het afsluiten van
bijkomende mogelijke toegangen waarvan criminelen en terroristen gebruik zouden kunnen
maken.
Het systeem wordt er echter voortdurend mee geconfronteerd dat geen enkel kader, hoe
robuust ook, immuun is voor het witwassen van geld. De recente bekentenis van witwassen
van geld door HSBC is slechts het jongste voorbeeld van wat er kan gebeuren wanneer de
waakzaamheid verslapt en er niet voldoende wordt gecontroleerd. Het feit dat de regelgevers
in die gevallen steeds zwaardere boetes opleggen, is zowel een bevestiging van de
internationale vastberadenheid om de regels te handhaven als een waarschuwing aan andere
stakeholders voor de mogelijke gevolgen van tekortkomingen in hun systeem.
Regelgevers en beleidsmakers mogen de ogen niet sluiten voor de risico’s. Criminelen zijn
voortdurend op zoek naar nieuwe kwetsbare plekken om gebruik van te maken. Het is
werkelijk onthutsend hoeveel misdaadgeld het financiële systeem tracht binnen te dringen en
zijn illegale herkomst tracht te verbergen. Volgens een recente studie van de Verenigde Naties
wordt jaarlijks getracht naar schatting zo’n 1,6 biljoen $, dat is 2,7% van het mondiale bbp,
wit te wassen. Volgens dezelfde studie wordt minder dan 1% van het witgewassen geld door
wetshandhaving onderschept en wordt minder dan 0,2% echt in beslag genomen.
Om die redenen zijn werkzaamheden aan de gang om de bestaande normen te actualiseren en
te verscherpen. De FATF heeft in februari 2012 een nieuwe reeks herziene normen
gepubliceerd en begint eind 2013 met het evalueren van de conformiteit van nationale
jurisdicties. De nieuwe normen zullen de nationale autoriteiten in staat stellen op alle niveaus
– gaande van de vaststelling van de opening van een rekening door bankcliënten tot
onderzoek, vervolging en verbeurdverklaring van activa – tegen het witwassen van geld en de
financiering van terrorisme op te treden. Zij zullen ook een betere aanpak van het witwassen
van opbrengsten van corruptie en fiscale misdrijven en een verscherping van de vereisten voor
situaties met een hoger risico mogelijk maken en landen in staat stellen een meer gerichte
risicogebaseerde aanpak te volgen.
Parallel aan dit proces heeft de Europese Commissie ook zelf het EU-kader getoetst en in april
een verslag over de toepassing van de derde antiwitwas (AML) richtlijn1 gepubliceerd.
De implicaties van deze werkzaamheden zijn dat het EU-kader moet evolueren en zich aan
veranderingen moet aanpassen waarbij meer de focus wordt gelegd op de effectiviteit van
regelingen voor het bestrijden van het witwassen van geld en financieren van terrorisme,
grotere duidelijkheid en consistentie van de regels in alle lidstaten, en een verbreed
toepassingsgebied met het oog op het aanpakken van nieuwe dreigingen en kwetsbare
plekken.
1
Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van
geld en de financiering van terrorisme.
2
1.
PROBLEEMOMSCHRIJVING
De problemen met het witwassen van geld en de financiering van terrorisme – Wie wordt er
getroffen en hoe?
Mondiaal zijn alle beleidsmensen het erover eens dat enorme schade kan optreden als
financiële systemen onvoldoende tegen misbruik door criminelen en terroristen worden
beschermd. Met name zijn systemen die het witwassen van geld en de financiering van
terrorisme niet kunnen voorkomen, blootgesteld aan:



maatschappelijke risico’s doordat geld uit misdaad en terrorisme naar criminele en
terroristische activiteiten teruggesluisd wordt;
negatieve economische aspecten als gevolg van verstoringen van internationale
kapitaalstromen, verminderde investeringen en lagere economische groei;
instabiliteit van financiële markten doordat andere financiële tussenpersonen geen
zaken willen doen, door reputatieverlies, daling van het vertrouwen en prudentiële
risico's.
Een brede groep stakeholders wordt op verschillende manieren door het witwassen van geld
en de financiering van terrorisme getroffen:







die meldingsplichtige entiteiten, waarvan verwacht wordt dat zij het systeem veilig
houden door het uitvoeren van controles, die erop afgerekend worden als hun
systemen ontoereikend blijken te zijn;
overheden, die de regels moeten handhaven en het systeem tegen crimineel of
terroristisch misbruik moeten beschermen;
cliënten van meldingsplichtige entiteiten, die de last moeten dragen van verhoogde
controles en potentieel verminderde toegang tot bepaalde diensten;
de zakenwereld, die de last draagt van controles en beperkingen, maar van een
gezond en veilig financieel systeem profiteert;
daders van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, die voortdurend
proberen van zwakke plekken in het systeem te profiteren – en daarvan weerhouden
moeten worden;
burgers en maatschappij binnen de EU, die beschermd moeten worden tegen daden
van terrorisme of schade die wordt veroorzaakt door verhoogde criminaliteit welke
met misdaadgeld gevoed wordt of verlies aan welvaart als gevolg van
belastingontduiking, schade aan marktintegriteit of marktvertrouwen;
maatschappij en regeringen in derde landen, als het EU-systeem wordt gebruikt om
in die landen illegale opbrengsten uit corruptie en criminaliteit te kanaliseren.
Het preventiesysteem van de EU
In de EU is een kader van kracht om het financiële systeem vrij te houden van het witwassen
van geld (“WG”) en de financiering van terrorisme (“FT”). Het kader is in grote mate
gebaseerd op de internationale normen die zijn vastgesteld door de FATF, waarvan de
Europese Commissie een stichtend lid is. Het EU-kader omvat geldende regels op grond
waarvan financiële instellingen en andere meldingsplichtige entiteiten en personen
maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat zij voor WG en FT gebruikt worden.
3
De aanjagers van het probleem
Aangezien de risico’s die voor het financiële systeem worden gevormd door degenen die
betrokken zijn bij het witwassen van geld of de financiering van terrorisme constant
evolueren, moet het kader voor de preventie ervan robuust, flexibel en actueel zijn. De
Commissiediensten hebben vastgesteld dat het huidige kader op drie belangrijke punten aan
wijziging toe is:
1. De bestaande regels zijn niet in overeenstemming met recent herziene
internationale AML/CFT-normen. Bij gezamenlijke evaluaties van de lidstaten (door
de Financial Action Task Force of door Moneyval) zijn bepaalde inconsistenties tussen
de derde witwasrichtlijn en de FATF-aanbevelingen aan het licht gekomen. Bovendien
heeft de FATF de bestaande aanbevelingen verschillende keren uitgebreid waardoor
delen van het bestaande kader achterhaald zijn. Zo zijn in gezamenlijke
evaluatierapporten de vereisten van de derde witwasrichtlijn inzake vereenvoudigd
cliëntenonderzoek bekritiseerd omdat zij geen gelijk tred zouden houden met de FATFaanbevelingen. De FATF heeft het toepassingsgebied van zijn aanbevelingen ook tot
een grotere categorie van politiek prominente personen uitgebreid. Niet-naleving van
de internationale normen heeft een reputatie-impact voor de lidstaten en de Europese
Unie als geheel.
2. De bestaande EU-regels worden in de lidstaten verschillend geïnterpreteerd. Bij
het toetsingsproces van de Commissie is aan het licht gekomen dat de bestaande regels
op verschillende terreinen verschillend worden geïnterpreteerd. Voorbeelden zijn onder
meer het vereiste om de uiteindelijke begunstigde van een juridische entiteit en de
consistentie van statistische gegevens vast te stellen. Dit vormt risico’s voor de interne
markt en creëert nalevingsmoeilijkheden voor ondernemingen die grensoverschrijdend
opereren.
3. De huidige EU-regels zijn op een aantal punten ontoereikend en bevatten mazen.Gezien de evolutie van de WG- en FT-risico’s is het belangrijk dat het EU-kader
daarop robuust maar flexibel kan inspelen. Bij het toetsingsproces van de Commissie
zijn problemen aan het licht gekomen met het toepassingsgebied van de huidige
richtlijn met betrekking tot gokdiensten en handelaren in goederen met een hoge
waarde, waarbij de regels als niet voldoende robuust worden gepercipieerd. Het
verscherpen van de regels zal een stap zijn in de richting van het aanpakken van die
risico’s en zal ervoor zorgen dat de EU-wetgeving voorop ligt op de internationale
normen.
Het nulscenario
Omdat de aard van de door WG en FT gevormde bedreigingen steeds verandert, is een reactie
vereist die evenredig is met de gevormde bedreigingen. Als geen actie zou worden
ondernomen, zouden dit de gevolgen zijn:
1. Het EU-kader zou niet in overeenstemming zijn met de internationale normen. Gezien
het risico dat de lidstaten slechte gezamenlijke evaluatierapporten zouden ontvangen,
zouden de lidstaten in de verleiding kunnen komen hun eigen kader aan te passen,
hetgeen in fragmentatie en gebrek aan convergentie zou resulteren.
4
2. De onzekerheid als gevolg van een verschillende toepassing van de regels op
internationaal niveau zou aanhouden en de interne markt ondermijnen.
3. Als de middelen niet beter op de risico’s van WG en FT worden gericht, zou de EU
kwetsbaar zijn voor acute bedreigingen.
2.
ANALYSE VAN SUBSIDIARITEIT
Stromen van zwart geld en terrorismefinanciering kunnen de stabiliteit en de reputatie van de
financiële sector aantasten en een gevaar betekenen voor de interne markt. Maatregelen die
louter op lidstaatniveau worden genomen, kunnen echter negatieve effecten hebben op de
eengemaakte markt van de EU en tot een gefragmenteerde reactie leiden. EU-optreden is
gerechtvaardigd om de totale dreiging van witwassen van geld en financiering van terrorisme
aan te pakken en in heel de EU een gelijk speelveld in stand te houden.
3.
DOELSTELLINGEN VAN HET EU-INITIATIEF
De allesoverheersende doelstelling van de herziening van het AML-kader is het beschermen
van het financiële systeem en de eengemaakte markt tegen misbruik door criminelen die
misdaadgeld trachten wit te wassen, of terroristen die terroristische activiteiten of groepen
trachten te financieren. De Commissie heeft vier algemene doelstellingen bepaald, namelijk
het versterken van de interne markt door het verminderen van complexiteit over de grenzen
heen, het beveiligen van de belangen van de samenleving tegen criminaliteit en daden van
terrorisme, het beveiligen van de economische welvaart van de Europese Unie door te zorgen
voor een efficiënte zakelijke omgeving en het bijdragen tot financiële stabiliteit door het
beschermen van de gezondheid, de behoorlijke werking en de integriteit van het financiële
systeem. Deze doelstellingen worden geflankeerd door specifieke beleidsdoelstellingen die
verband houden met het verbeteren van de effectiviteit van de AML/CFT (bestrijding van
witwassen en van financiering van terrorisme)-regelingen en het in stand houden van de
reputatie van het financiële systeem van de EU. Operationele doelstellingen die verband
houden met de probleemaanjagers vervolledigen het kader waarin de verschillende opties
voor het wijzigen van de wetgeving werden bekeken.
4.
BELEIDSOPTIES
Wat de beleidsopties betreft
maatregelen/aspecten beoordeeld
beleidsdoelstellingen te realiseren:
worden in de effectbeoordeling verschillende
die erop gericht zijn de drie operationele
1. Ten aanzien van het garanderen van de consistentie met de internationale
normen, worden verschillende opties bekeken met betrekking tot:

het opnemen van fiscale misdrijven in het EU-kader;

de invoering van een risicogebaseerde benadering;

de benadering voor gelijkwaardigheid/niet-gelijkwaardigheid van AML-regelingen
van derde landen;
5

de invoering van risicogebaseerd toezicht;

de invoering van nieuwe vereisten voor binnenlandse politiek prominente
personen en politiek prominente personen bij internationale organisaties;

de beste manier om de beschikbaarheid te verbeteren van informatie over de
uiteindelijke begunstigde;

de aanpassing van de verordening geldovermakingen aan de nieuwe internationale
normen (opname van informatie over de begunstigde, vrijstellingen van het
toepassingsgebied).
2. Met betrekking tot het garanderen van consistentie tussen nationale regels en in
voorkomend geval flexibiliteit bij de toepassing ervan middels de verscherping en
verduidelijking van de huidige vereisten, worden verschillende opties bekeken in
verband met:

verbeterde verzameling en rapportage van statistische gegevens;

verduidelijking van de wijze waarop de drempel van 25% voor de vaststelling van
de uiteindelijke begunstigde bedoeld is te gelden;

invoering van nieuwe regels om te verduidelijken dat bijkantoren en
dochterondernemingen die in andere lidstaten gevestigd zijn dan het hoofdkantoor
de regels van de staat van ontvangst toepassen en versterking van
samenwerkingsregelingen tussen toezichthouders van de staat van ontvangst en de
staat van herkomst;

verscherping van administratieve sancties.
3. Met betrekking tot het garanderen dat de regels risicogericht zijn en aan nieuwe
acute dreigingen zijn aangepast, worden verschillende opties bekeken in verband met:

het verbreden van het toepassingsgebied van de richtlijn buiten de casino's tot de
goksector;

het verduidelijken van de
gegevensbeschermingsvereisten;

het aanpakken van kwetsbare plekken in de sector van de goederen met een hoge
waarde;

versterking van de bevoegdheden van en samenwerking tussen de FIE's.
wisselwerking
6
tussen
AML/CFT-
en
5.
EFFECTBEOORDELING
Het is niet mogelijk een accurate kwantitatieve raming te maken van de voordelen van
geldende, actuele, internationaal conforme regels die binnen heel de interne markt coherent
zijn. De Wereldbank beschrijft de voordelen evenwel als volgt: .een effectief kader voor de
bestrijding van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme heeft, zowel
binnenlands als internationaal, belangrijke voordelen voor een land. Die voordelen zijn
onder meer minder misdrijven en corruptie, verhoogde stabiliteit van financiële instellingen
en markten, positieve effecten op economische ontwikkeling en reputatie in de
wereldgemeenschap, verbeterde risicobeheertechnieken voor de financiële instellingen van
het land en verhoogde marktintegriteit2.
De aanpassing van het kader aan striktere internationale normen, in combinatie met de
bijkomende wijzigingen die worden voorgesteld als gevolg van het eigen toetsingsproces van
de Commissie, zullen naar verwachting een substantiële versterking van het totale kader
vormen. De beoogde wijzigingen houden het volgende in:




een verbreding van het toepassingsgebied tot bijkomende risicogebieden,
versterking van de grensoverschrijdende naleving,
grotere coherentie tussen nationale regels,
grotere effectiviteit door meer gerichte en risicogevoelige regels.
Wat kosteneffecten betreft zullen volgens de effectbeoordeling de implicaties zeer
verschillend zijn volgens de situatie van de stakeholder. De significantste kostenfactoren in
verband met AML-naleving hebben betrekking op initiële eenmalige kosten in verband met
de invoering van nieuwe systemen, opleiding, consultancy, enz. Op basis van een vroegere
studie van de Commissie3 is het reeds duidelijk dat de waarschijnlijke hoogte van die kosten
zeer sterk zal afhangen van het type strategie dat wordt gevolgd om naleving te garanderen
(bv. focus op geautomatiseerde in tegenstelling tot manuele processen). Zij zal ook afhangen
van de AML/CFT-risicograad die verband houdt met de aard van elk bedrijf. Bestaande
meldingsplichtige entiteiten zullen naar verwachting geen buitensporige effecten van de
beoogde wijzigingen ondervinden, omdat zij reeds systeeminvesteringen hebben gedaan die
tamelijk gemakkelijk aan te passen moeten zijn zonder dat zware nieuwe investeringen nodig
zijn. Hetzelfde kan echter niet worden geconcludeerd ten aanzien van entiteiten die tot nu toe
buiten het toepassingsgebied van het AML-kader vielen, maar die in de toekomst de
AMC/CFT-regels zullen moeten toepassen. Dit is met name het geval voor de goksector, waar
in een aantal lidstaten momenteel alleen “traditionele” casino’s binnen het toepassingsgebied
van de nationale regels vallen4. Indien (bijvoorbeeld in het geval van politiek prominente
personen) de bestaande maatregelen worden uitgebreid, zullen bijkomende middelen nodig
zijn om de noodzakelijke controles te verrichten. Ook de toezichthouders zullen als gevolg
van het verbrede toepassingsgebied zwaarder worden belast.
Het feit dat meer belang aan de risicogebaseerde aanpak wordt gehecht, zal implicaties
hebben voor regeringen (die risicobeoordelingen zullen moeten organiseren), bevoegde
autoriteiten en meldingsplichtige personen en entiteiten. Tegenover deze kosten zullen echter
gerichtere en effectievere maatregelen staan om de risico’s van het witwassen van geld en de
2
3
4
Reference Guide to Anti-Money Laundering and Combating the Financing of Terrorism Second Edition
and Supplement on Special Recommendation IX, The World Bank/IMF, 2006.
Europe Economics: Study on the Cost of Compliance with Selected FSAP Measures, 5 January 2009.
Dit wordt verder onderzocht in bijlage V.
7
financiering van terrorisme aan te pakken, hetgeen betekent dat geen tijd en middelen zullen
worden besteed aan technische naleving die misschien niet op de werkelijke risico’s is
gericht. Cliënten zullen door de wijzigingen waarschijnlijk niet rechtstreeks worden getroffen,
hoewel er wijzigingen zijn in de omvang van de informatie die zij (bijvoorbeeld als zij
politiek prominente personen zijn, of als zij cliënt zijn bij een van de entiteiten waartoe het
toepassingsgebied is uitgebreid) moeten verstrekken.
Wat andere effecten betreft wordt in de effectbeoordeling gedetailleerd aandacht besteed aan
de manier waarop de beoogde maatregelen invloed zullen hebben op:





6.
de stakeholders – zowel die welke onder het toepassingsgebied van het bestaande
kader vallen als de andere stakeholders waarop de gewijzigde regels van invloed zijn
de grondrechten, waarbij het bijzonder belangrijk is om een passend evenwicht te
verzekeren tussen de effectiviteit van de AML/CFT-maatregelen en de eerbiediging
van de gegevensbescherming en privacy
de kmo’s, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de effecten op kmo’s die
onder het toepassingsgebied van het AML/CFT-kader vallen, en de effecten op kmo’s
in het algemeen
het milieu – waar geen significante effecten worden verwacht
de internationale dimensie, waarbij met name de huidige benadering van erkenning
van gelijkwaardigheid van derde landen aan de risicogebaseerde benadering dient te
worden aangepast, hetgeen bijgevolg moet inhouden dat geografische locatie in de
toekomst slechts één van de factoren van een bredere beoordeling van WG/FT-risico's
zal zijn.
VERGELIJKING VAN DE OPTIES
Wat beleidskeuzes betreft is de conclusie van de effectbeoordeling dat een consistente EUaanpak van de tenuitvoerlegging van de internationale normen en de invoering van
bijkomende harmonisatie-elementen ter verbetering van de coherentie op heel de interne
markt met voldoende ruimte voor de lidstaten om op nieuwe en acute bedreigingen in te
spelen passend zou zijn.
Wat gedetailleerde beleidskeuzes betreft wordt volgens de effectbeoordeling een aantal
specifieke beleidsterreinen als volgt aangepast geacht aan de vastgestelde probleemaanjagers:
1. De bestaande regels zijn niet in overeenstemming met recent herziene
internationale AML/CFT-normen: de internationale normen dienen te worden
nageleefd op een wijze waarbij met de specificiteit van de eengemaakte markt rekening
wordt gehouden. Gelet daarop is de conclusie van de effectbeoordeling dat het huidige
kader in die zin moet worden gewijzigd dat:




belastingmisdrijven als basisdelict worden opgenomen;
nationale risicobeoordelingen, met optioneel elementen van supranationale
beoordelingen, worden opgelegd;
vereenvoudigde en verbeterde cliëntenonderzoeksregels aan de internationale
normen worden aangepast;
gelijkwaardigheid van derde landen wordt herbekeken en de focus wordt gelegd
op “niet-gelijkwaardige” derde landen;
8




een risicogevoelige benadering van toezicht specifiek wordt toegestaan waarbij
optioneel op sectorale basis richtsnoeren kunnen worden gegeven;
de categorieën van politiek prominente personen die onder het
toepassingsgebied van de richtlijn vallen worden uitgebreid;
informatie over de uiteindelijke begunstigde voor de bevoegde autoriteiten en
de meldingsplichtige entiteiten beschikbaar moet worden gesteld;
wat elektronische geldovermakingen betreft verordening 1781/2006 wordt
aangepast rekening houdend met de recente wijzigingen van de FATF-norm en
het toetsingsproces van de Commissie.
2. De bestaande EU-regels worden in de lidstaten verschillend geïnterpreteerd:
doordat de lidstaten de bestaande EU-wetgeving verschillend benaderen, dient het
kader verder te worden geharmoniseerd. Volledige harmonisatie is niet noodzakelijk de
meest pertinente oplossing om de risico’s van WG en TF in de EU aan te pakken.
Aangezien er enige ruimte moet zijn om acute risico’s aan te pakken, is de conclusie
van de effectbeoordeling dat de richtlijn als volgt moet worden gewijzigd:




verbetering van de manier waarop in de EU statistische gegevens worden
verzameld;
verduidelijking van de definitie van “uiteindelijke begunstigde”;
verduidelijking van de verantwoordelijkheden van de toezichthouders van het
land van herkomst en het land van ontvangst;
tot op zekere hoogte harmonisatie van de beschikbaarheid van administratieve
sancties.
3. Met de bestaande regels worden de nieuwe risico’s in verband met het witwassen
van geld en de financiering van terrorisme niet op toereikende wijze aangepakt:
omdat op de nieuwe en acute dreigingen robuust maar flexibel moet worden
gereageerd, moeten waarschijnlijk meer risicogebaseerde maatregelen worden
ingevoerd zonder dat evenwel wordt voorgeschreven hoe gedetailleerd deze moeten
zijn. De conclusie van de effectbeoordeling is dat de volgende wijzigingen van de
wetgeving passend zijn:




7.
gokken - het toepassingsgebied van de richtlijn moet tot alle soorten gokken
worden uitgebreid;
de gegevensbeschermingsregels – deze moeten worden verduidelijkt om de
behoorlijke toepassing van de AML/CFT-regels mogelijk te maken;
handelaren in goederen – de drempel voor een verplicht cliëntenonderzoek
wordt verlaagd tot 7.500€;
de samenwerking tussen financiële-inlichtingeneenheden – wordt versterkt in
de richtlijn.
MONITORING EN EVALUATIE
De Commissie zal als hoedster van het Verdrag moeten monitoren hoe de lidstaten de
wijzigingen van de derde antiwitwasrichtlijn en de FTR ten uitvoer leggen. In voorkomend
geval zullen de Commissiediensten tijdens heel de tenuitvoerleggingsperiode desgevraagd aan
de lidstaten in de vorm van omzettingsworkshops met alle lidstaten of bilaterale
9
vergaderingen bijstand verlenen voor de tenuitvoerlegging van de wetgevingswijzigingen.
Telkens wanneer dat nodig is, zal de Commissie de procedure van artikel 258 van het Verdrag
volgen indien een lidstaat verzuimt zijn verplichtingen voor de tenuitvoerlegging en de
toepassing van het communautaire recht na te komen.
De Commissie zal met het Gemengd Comité van Europese toezichthoudende autoriteiten
inzake AML (AMLC), dat met name op bepaalde gebieden rapporten over de
tenuitvoerlegging van de derde antiwitwasrichtlijn opstelt, samenwerken om de toepassing
van het nieuwe wetgevingskader te monitoren. Ook het Comité voor de voorkoming van het
witwassen van geld en de financiering van terrorisme (CPMLTF) kan als forum dienen om
informatie over toepassingskwesties te delen. De Commissiediensten kunnen eveneens
gebruik maken van de bevindingen van door de stakeholders of de lidstaten uitgevoerde
studies alsook van alle feedback van vergaderingen met private stakeholders. In voorkomend
geval is het denkbaar dat een externe studie wordt besteld.
Monitoring van de toepassing van de AML-richtlijn zal ook onrechtstreeks plaatsvinden
middels de gezamenlijke evaluatieprocessen van de FATF (15 EU-lidstaten zijn lid van dit
orgaan) alsook Moneyval (de andere 12 lidstaten zijn lid van dit orgaan). Dit proces van
collegiale toetsing is een essentieel en rigoureus proces om te garanderen dat de lidstaten,
zowel in rechte als in de praktijk, voldoen aan de internationale FATF-normen, waarvan de
meeste vereisten van de AML-richtlijn zijn afgeleid. Voor elk land hebben ongeveer om de 5
à 7 jaar evaluaties plaats die, gewoonlijk om de 2 jaar (of vaker als de vastgestelde
tekortkomingen dit vereisen), met follow-uprapporten kunnen worden aangevuld.
CONCLUSIE
De Commissie is van oordeel dat de in deze effectbeoordeling beschreven en geanalyseerde
voorkeursopties evenredig zijn met de doelstellingen. Door een flexibele maatwerkaanpak
kunnen de lidstaten maatregelen nemen en actie ondernemen wanneer het nodig is krachtig te
reageren op belangrijke dreigingen waarmee zij op nationaal niveau misschien worden
geconfronteerd. Door, met het oog op grotere coördinatie, de instelling van processen op EUniveau en door de ontwikkeling van supranationale benaderingen alsook de verdere
harmonisatie op specifieke gebieden moet worden gegarandeerd dat ook aan de EUdoelstellingen wordt voldaan. Hoewel de zorg voor een effectief AML/CFT-systeem voor de
meldingplichtige entiteiten aanzienlijke kosten met zich meebrengt, is de Commissie van
oordeel dat de (veel moeilijker te kwantificeren) voordelen van de preventie van het
witwassen van geld en de financiering van terrorisme blijven opwegen tegen de kosten, ook
de nieuwe kosten als gevolg van de wijzigingen van het kader.
10
Download