Ook in rijke landen wonen veel armen De landkaart van de mondiale armoede komt allang niet meer overeen met de geografische grenzen. De Wereldbank wil haar Wereldatlas, leidraad bij hulpverlening, dan ook veranderen. DOOR PETER DE WAARD In 1966 verklaarde John Lennon dat The Beatles populairder waren dan Jezus Christus, maakte Cruijff zijn debuut in het Nederlands elftal en opende koningin Juliana de Coentunnel. De wereld was nog simpel. De Wereldbank presenteerde dat jaar haar allereerste Wereldatlas met een vergelijking van de gemiddelde inkomens per inwoner voor elk land. Er waren toen nog maar twee soorten landen: rijke landen en arme. De laatste werden bij katholieken ook wel missielanden genoemd. Daar woonden de arme mensen: 70 procent van de wereldbevolking. Nederlanders behoorden tot de 30 procent die rijk was. Heel veel landen waren nog westerse koloniën. Zo behoorden de nu steenrijke oliestaatjes Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten nog tot het Britse imperium. Net als Beetsjoeanaland. Japan was net begonnen met de industrialisering die in de jaren zeventig een hoge vlucht zou nemen. Met een inkomen van 660 dollar (nu 607 euro) per jaar per inwoner zweefde het net tussen de arme en rijke landen in. China was nog straatarm land met een gemiddeld inkomen van 90 dollar per jaar. © de Volkskrant Vijftig jaar later is de wereld drastisch veranderd, net als de Wereldatlas. Arme landen werden onderontwikkelde landen en ontwikkelingslanden. In 1978 maakte de Wereldbank een nieuwe indeling tussen lageinkomenslanden en middeninkomenslanden. De grens werd toen gelegd bij een jaarinkomen van 250 dollar per persoon. In 1983 werden de middeninkomenslanden nog een keer gesplitst in lagere- en hogere middeninkomenslanden, waarbij een grens van 1.670 dollar per jaar werd ingevoerd. En sinds 1989 werd de grens ingevoerd voor hoge-inkomenslanden waar burgers gemiddeld 6.000 dollar per jaar of meer aan inkomen hebben. Daarna zijn die grenzen telkens voor inflatie gecorrigeerd. Ze zijn ook een eigen leven gaan leiden. Landen streven ernaar van een lage-inkomensland een lageremiddeninkomensland te worden. Sinds 25 jaar geleden een nieuwe indeling werd geïntroduceerd is het aantal lage-inkomenslanden gedaald naar 31 en het aantal hoge-inkomenslanden gestegen naar 80. Vijftig jaar later is ook de extreme armoede fors afgenomen. 'De kindersterfte is gehalveerd en de armoede is gehalveerd. Dat zijn de feiten', zei Bill Gates zaterdag nog in deze krant. Uit de nieuwe Wereldatlas 2016 blijkt dat China sterk is geklommen, net als andere Aziatische landen, zoals Vietnam. Het oliestaatje Koeweit is uit de top-10 weggevallen en staat nu net achter Nederland (51.890 dollar) met een gemiddeld nationaal inkomen van 49.300 dollar en vlak voor Finland en Duitsland. Ogenschijnlijk zijn de top-10 van nu en vijftig jaar geleden niet eens zoveel veranderd. De Scandinavische landen zijn heel rijk en de Afrikaanse landen erg arm. Maar de geografische indeling dinsdag 02 februari 2016 tussen arm en rijk is veel minder simpel geworden. In 1990 woonden bijna alle extreem armen (94 procent) in een lageinkomensland. Nu woont 74 procent van de extreem armen in wat officieus middeninkomenslanden zijn. De landkaart van de mondiale armoede komt allang niet meer overeen met de geografische grenzen. Hoewel de Wereldbank eigen criteria heeft bij het verlenen van 'zachte' leningen aan ontwikkelingslanden - de zogenoemde IDA - wordt de Wereldatlas door andere (ngo's en rijke landen) wel als leidraad gebruikt voor het verlenen van hulp. Landen die van lageinkomensland een middeninkomensland worden, verliezen vaak hun rechten voor bepaalde soorten leningen of hulp. Maar in veel van die landen is alleen de rijke elite beter af. Een groot deel van de bevolking van middeninkomenslanden en zelfs ook landen in de hogere inkomensgroep is straatarm. Niet voor niets krijgen 45 miljoen Amerikanen voedselbonnen. De Wereldbank wil daarom zelf de indeling van de Wereldatlas ter discussie stellen. Zo zouden inkomens- en vermogensverschillen binnen landen zwaarder moeten meewegen bij het geven van hulp of leningen. In een strategiedocument uit 2014 wordt al gepleit voor een andere benadering waarbij er meer aandacht moet zijn voor 'andere facetten van ontwikkelingssamenwerking'. In een werkdocument dat deze maand is uitgebracht, opgesteld door manager Neil Fanton en economisch onderzoeker Umar Serajuddin van de Wereldbank, wordt een aantal alternatieven besproken voor de huidige indeling. Zo zouden de inspanningen van landen om welvaart te herverdelen door belastingheffing een criterium moet zijn voor het verlenen van Pagina 29 (1) bepaalde soorten leningen. Dat betekent dat de Wereldbank niet meer alleen kijkt naar groei maar ook naar herverdeling. Ook andere aspecten zouden moeten worden meegewogen, zoals gezondheidszorg. Nogal wat middeninkomenslanden kampen met grote problemen in de zorg en kampen met ziekten als tuberculose, aids en malaria. De Wereldbank denkt er ook over landen in vier gelijke categorieën te verdelen. Dat geeft donoren niet langer het excuus dat er zo weinig lage-inkomenslanden meer over zijn. Het nadeel daarvan is dat de groei van een land ten koste gaat van een ander land dat dan uit de topdivisie of de middendivisie valt. Net als bij voetbal kan alleen een land promoveren als een ander degradeert. Ook de voorwaarden die de Wereldbank zelf gebruikt voor het geven van leningen zouden kunnen worden gebruikt. In sommige gevallen krijgen landen die tot de hoogste inkomenscategorie horen toch leningen. Het nadeel daarvan is dat het systeem tamelijk gecompliceerd is. Het debat over een nieuwe indeling is door de Wereldbank geëntameerd. Maar een eenvoudige uitkomst zal er niet zijn omdat veel landen niet zullen accepteren dat deze organisatie zich gaat bezighouden met intern beleid, zoals de inkomensverdeling. © de Volkskrant dinsdag 02 februari 2016 Pagina 29 (2)