Kritiek op de Wereldbank

advertisement
De Wereldbank
De Wereldbank werd net zoals het IMF opgericht in 1944
tijdens de conferentie van Bretton Woods. Het werd
opgericht om een systeem van stabiele wisselkoersen te
kunnen realiseren. De Wereldbank en het IMF hebben
dezelfde leden, die aan de hand van trekkingsrechten beroep
mochten doen op het IMF om oorspronkelijk enkel ‘tijdelijke’
betalingsbalansproblemen te kunnen oplossen. Geleidelijk
werden deze activiteiten verruimd en kwam het IMF eigenlijk
in het werkterrein van haar zusterorganisatie, de Wereldbank.
Terwijl het IMF zich als doel stelde het internationaal
betalingsverkeer te verbeteren, was het doel van de
Wereldbank om de welvaart van de ontwikkelingslanden te vergroten.
Hoofdzetel van de Wereldbank in
Washington DC (Verenigde Staten)
De Wereldbankgroep is de grootste ontwikkelingsinstelling. Deze heeft als ultieme doel armoede te
bestrijden door bevordering van verantwoorde economische groei en ontwikkeling van de
ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden.
De Wereldbank wordt gefinancierd door ledenbijdragen en leningen en vult als het waren de
activiteiten van het IMF aan. De financiële steun van de Wereldbank wordt gebruikt voor veel
verschillende zaken, van structurele hervormingen van de gezondheid- en onderwijssector van een
land, tot milieu- en infrastructuurprojecten zoals dammen, wegen en nationale parken. Daarbij stelt
de Wereldbank stringente eisen aan haar cliënten: zogenaamde structurele aanpassingen worden
vereist, waaronder anticorruptiemaatregelen en verregaande privatisering van overheidsdiensten
De laatste jaren legt de Wereldbank de nadruk meer op haar raadgevende functie en haar rol als
katalysator in het aantrekken van kapitaal voor ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden, en
het verlenen van bijstand in de formulering van hervormingsprogramma’s voor schuldenlanden. Bij
deze laatste gaat het voornamelijk over de financiering van de programma’s en het houden van
toezicht op de naleving ervan.
Maar de belangrijkste taak is en blijft het verstrekken van leningen aan ontwikkelingslanden en
middeninkomenslanden. Het doel van deze leningen is het verminderen van armoede. De leningen
zijn bedoeld voor investeringen of aanpassingen. Leningen voor investeringen gaan naar concrete
projecten (zoals het aanleggen van wegen en waterleidingen), of sectoren (zoals onderwijs en
gezondheidszorg). Leningen voor aanpassingen zijn bedoeld voor beleidswijzigingen en institutionele
hervormingen in een land. De leningen komen tot stand na overleg met regeringen en
maatschappelijke organisaties. De armoedebestrijdingplannen van een land vormen daarbij de
leidraad.
Daarnaast is de Wereldbank een belangrijk kennis- en adviescentrum op het gebied van
ontwikkelingsvraagstukken. Het doet veel onderzoek naar ontwikkelingsproblematiek, armoede,
handel, globalisering en milieu. Elk jaar publiceert de Wereldbank het ‘World Development Report’,
waarin de actuele toestand van de wereldeconomie centraal staat. Rapporten en beleidsvisies van de
Wereldbank hebben vaak grote invloed op het beleid van donorlanden. Zo stond de Wereldbank aan
de wieg van ideeën over structurele aanpassing en goed bestuur.
Een derde taak van de Wereldbank is het beheren van fondsen met geld van rijke landen,
ontwikkelingsorganisaties en bedrijven. Deze fondsen zijn bijvoorbeeld bedoeld voor het verlenen
van noodhulp of het verlichten van schulden. Zo beheert de Wereldbank onder meer het HIPC-Trust
Fund, een fonds voor schuldenverlichting aan arme landen met een zware schuldenlast.
De Wereldbank bestaat uit twee onderdelen: ‘de Internationale Bank voor Wederopbouw en
Ontwikkeling’, en ‘de Internationale Ontwikkelingsassociatie’. Samen maken zij deel uit van de
Wereldbank Groep, die uit nog drie onderdelen bestaat:



de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (IBRD)
 draagt bij tot de economische en sociale ontwikkeling van de ontwikkelingslanden en
middeninkomenslanden. Het is een ontwikkelingsbank die gelden ontleent op de
internationale kapitaalmarkten en deze verder uitleent aan landen met
financieringstekorten voor specifieke investeringsprojecten. Ze doet dit vanuit een
ontwikkelingsperspectief en zonder winststreven. Het verstrekt leningen aan
middeninkomenslanden, zoals Turkije en Argentinië. De voorwaarden voor een IBRDlening zijn iets gunstiger dan die van een commerciële lening, met langere looptijden en
iets lagere rentes. In 2008 verstrekte de IBRD voor 13,5 miljard aan leningen.
de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA)
 De IDA is opgericht in 1960 en is het bekendste onderdeel van de Wereldbank. Het leent
geld aan de allerarmste landen. De voorwaarden voor een IDA-lening zijn zachter dan bij
de IBRD. De rente ontbreekt en de looptijd is zeer lang, tot 35 à 40 jaar. Landen hoeven
pas na 10 jaar aan te vangen met de terugbetaling. De IDA leende in 2008 11,2 miljard
dollar uit.
Overige onderdelen van de Wereldbankgroep:
o de Internationale Financieringsmaatschappij (IFC):
 Het IFC is opgericht in 1956 en heeft als doel de uitbouw van het particuliere
bedrijfsleven in ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden te bevorderen.
o het Agentschap voor Garantie op Multilaterale Investeringen (MIGA):
 Het MIGA werd opgericht in 1988 en geeft garanties tegen politieke risico’s om
investeringen in ontwikkelingslanden aan te moedigen. Ze adviseert ook de overheid in
ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden met betrekking tot het ontwerpen en
toepassen van beleidsprogramma’s om buitenlandse investeringen aan te trekken. Het
MIGA wil internationale investeringen vergemakkelijken.
o International Centre for Settlement of Investement Disputes (ICSID):
 Het ICSID bevordert het oplossen van geschillen tussen ontwikkelingslanden en
buitenlandse investeerders. Deze geschillenbeslechting moet het vertrouwen van
investeerders in risicovolle ontwikkelingslanden vergroten.
De Wereldbank is eigendom van haar aandeelhouders en dat zijn landen. Het IBRD telt 186 leden, en
het IDA 169, waarbij de VS de grootste aandeelhouder van de Wereldbank is. De aandeelhouders
benoemen een Board of Governors, het hoogste orgaan in de Wereldbank. De gouverneurs zijn
meestal de minister van financiën of ontwikkelingssamenwerking van een land. Een keer per jaar
vergadert deze Board of Governors. De dagelijkse leiding is in handen van
vier ‘Boards of Executive Directors’. De Boards tellen samen 24 ‘executive
directors’. De vijf grootste aandeelhouders van de Wereldbank hebben
een eigen directeur. Andere landen worden groepsgewijs
vertegenwoordigd door een van de overige 19 directeuren. De huidige
president van de Wereldbank is Robert Zoellick. Traditiegetrouw levert de
VS de kandidaat voor het presidentschap
In de Wereldbank en IMF hebben alle aangesloten landen zeggenschap
naar rato van het door hen ingebrachte geld. Daardoor hebben in de
praktijk de G8-landen een meerderheid van stemmen. De Wereldbank
hanteert een systeem van gewogen stemverhouding. Dat betekent dat
grote aandeelhouders meer stemrecht hebben dan kleine. In de IDA heeft
de VS met 12,1 procent het zwaarste stemgewicht. Een Nederlandse stem telt voor 2,04 procent, de
Belgische voor 1,14 procent.
President Wereldbank:
Robert Zoellick
Kritiek op de Wereldbank
Vanuit de hoek van het andersglobalisme is er veel kritiek op de Wereldbank. Ze zou neo-liberalisme
stimuleren, niet duurzaam zijn en niets doen tegen schendingen van mensenrechten. Men verzet zich
niet tegen het nobele doel van de Wereldbank, maar is het fundamenteel oneens met de invulling
die hier door de organisatie aan gegeven wordt. De kritiekpunten zijn divers.
Het zou de Wereldbank ontbreken aan democratisch gehalte. De stemverhouding hangt samen met
de hoogte van de afdracht aan de Bank. Dat betekent dat arme landen ondervertegenwoordigd zijn.
De machtsverhouding is ongelijk.
In de jaren negentig kwam veel verzet tegen de voorwaarden die de Wereldbank oplegde aan arme
landen. Deze voorwaarden werden neergelegd in structurele aanpassingsprogramma’s (SAP’s). Om in
aanmerking te komen voor leningen, moesten landen hun grenzen openstellen voor buitenlandse
producten, hun overheid afslanken en hun exporteconomie bevorderen. Volgens critici leidde dit tot
zware bezuinigingen op onderwijs en gezondheidszorg, die de arme bevolking hard trof.
Een ander kritiekpunt op de Wereldbank is dat zij onvoldoende aandacht heeft voor mensenrechten
en milieu. De Bank steekt bijvoorbeeld geld in grote
infrastructuurprojecten als stuwdammen en oliepijplijnen,
die schade kunnen toebrengen aan het milieu en het
leefgebied van lokale bewoners.
Kritiek is er voorts op de leningen en giften die de
Wereldbank verstrekt. Volgens critici is de Wereldbank daar
in het verleden onzorgvuldig mee omgesprongen, door
leningen te verstrekken aan corrupte en onbetrouwbare
regimes. Dit heeft bijgedragen aan de schuldencrisis van
arme landen.
Reactie
Volgens de Wereldbank is veel van deze kritiek achterhaald, en heeft de Bank lessen getrokken uit
het verleden. De sociale dimensie van armoedebestrijding krijgt thans veel meer aandacht, net als
milieu- en maatschappelijke gevolgen van Wereldbank-projecten. Zo werkt de Wereldbank bij het
ontwikkelen van grootschalige infrastructuur-projecten nauw samen met milieu- en
maatschappelijke organisaties. De Wereldbank voert bovendien een programma uit voor
schuldenverlichting aan de armste landen.
Bronnen
http://users.belgacom.net/uno/organisaties/wereldbank.htm
http://users.telenet.be/jvl-economie/Wereldbank.PDF
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldbank
http://www.worldbank.org/
http://www.wbbeurope.org/
Download