Bijlage 2 behorend bij statenvoorstel 43/05 Nadere uitwerking autorisatie-aspecten voor de Begroting 2005: Met de vaststelling van de programmabegroting 2005 leggen PS aan de ene kant vast wat op basis van de beleidsdoelstellingen de prioriteiten en prestaties zijn. Aan de andere kant leggen PS per programma vast hoeveel baten en lasten voor het bereiken van die doelstellingen beschikbaar zijn. Een programma is opgebouwd uit verschillende productgroepen die samen één totaal programma vormen. Per productgroep worden de doelen, prioriteiten, prestaties en bijbehorende financiële middelen door PS vastgesteld. Een productgroep is een aansprekend samenhangend geheel van activiteiten met daaraan gekoppeld de financiële middeleninzet. Bovendien vormen deze productgroepen het scharnierpunt met de productenraming; in de productenraming is een verdere invulling gegeven per productgroep. I.t.t. de programmabegroting 2004, waar alleen een totaalbedrag per programma was opgenomen, zijn nu dus binnen een programma verschillende productgroepen gevormd met daaraan gekoppeld de lasten en baten. Hierdoor zijn de programma’s voor de Staten beter beheersbaar en is er een duidelijke koppeling tussen programmabegroting en productenraming. Met de vorming van productgroepen kunnen we voldoen aan de bedoeling van de nieuwe duale wetgeving zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv); een begroting die het kaderstellende en controlerende instrument vormt voor de Staten en een productenraming waarmee GS uitvoering kunnen geven aan dit beleid binnen de door PS gestelde kaders. In de Programmabegroting 2005 is op hoofdlijnen aangegeven hoe de autorisatie vorm wordt gegeven. Deze hoofdlijnen zijn hieronder nader ingevuld en geconcretiseerd als het gaat om de besluitvorming op te nemen in collegedossiers en begrotingswijzigingen. 1. Algemeen Met de verbeteringen die met name in de programmabegroting 2005 zijn gerealiseerd, wordt nu verondersteld dat de twee sturingsniveaus (PS/GS) volledig zijn uitgewerkt; PS beschikt over een programmabegroting die het beleidsmatige en financiële kader vormt voor GS en GS over een productenraming die een opdracht voor verdere uitwerking weergeeft aan de ambtelijke organisatie. Autorisatieniveau PS: Met de vaststelling van de programmabegroting leggen PS per programma de visie en het beleid in hoofdlijnen vast, wat de provincie wil bereiken (de beleidsdoelstellingen), wat daarvoor gedaan wordt (prestaties) en hoeveel baten en lasten voor het bereiken van die doelstellingen beschikbaar zijn. Dit betekent dat een (begrotings)wijziging van de programmabegroting door PS vastgesteld dient te worden in de volgende gevallen: - Bij een wijziging/actualisatie van de visie of het beleid in hoofdlijnen; - Wanneer er aanleiding toe is de beoogde doelen, prioriteiten of prestaties van het programma tussentijds bij te stellen; - Bij het naar boven of beneden bijstellen van de baten en/of lasten van één of meerdere productgroepen binnen een programma; - Wanneer er aanleiding toe is de lasten en/of baten tussen programma’s bij te stellen. Kortom; per productgroep worden alle wijzigingen t.o.v. de vastgestelde begroting, zowel inhoudelijk als wat betreft de middeleninzet, geaccordeerd door PS. Autorisatieniveau GS: Met de vaststelling van de productenraming leggen GS binnen de begrotingsproductgroep vast welke producten de ambtelijke organisatie gaat leveren en welke budgetten, onderscheiden naar kostensoorten (apparaatskosten, programmatische kosten en kapitaallasten), voor het maken van die producten beschikbaar zijn. Dit betekent dat een (begrotings)wijziging van de productenraming door GS vastgesteld dient te worden in de volgende gevallen: - Wanneer er aanleiding toe is de producten of de indicatoren tussentijds bij te stellen; Wanneer er aanleiding toe is de baten en/of de lasten binnen één productgroep tussentijds bij te stellen als gevolg van verschuivingen tussen de daaronder vallende begrotingsproducten. 2. Praktische uitwerking voor collegestukken Met de intrede van een volwaardige duale begroting zijn er verschillende autorisatieniveaus ontstaan waarbij wijzigingen in één of twee begrotingen vertaald moeten worden. In het onderstaande schema worden de hierboven vermelde autorisatie-aspecten, waarbij een begrotingswijziging op een bepaald niveau noodzakelijk is, vertaald naar het besluitvormingstraject. Vervolgens wordt voor de verschillende situaties aangegeven welke beslispunten in het voorstel voor de wijziging van de programmabegroting en/of productenraming dienen te worden opgenomen. Voor de helderheid zijn in onderstaande schema de termen programma, productgroep en product schematisch weergegeven in relatie tot de programmabegroting en de productenraming. Programma 02 Programmabegroting Begrotingsproductgroep 02.01 02.02 02.03 Productenraming Begr product 02.01.01 oduct 02.01.02 02.01.03 02.01.04 Figuur 1: Begrotingsopbouw 2005 Opmerkingen: Stelposten Over de aanwending van stelposten werd de functionele commissie altijd geïnformeerd. Bij de vaststelling van de programmabegroting maken deze middelen deel uit van het totaalbedrag van een productgroep. Voor die productgroep zijn prestaties en doelstellingen in de programmabegroting benoemd. Het ligt voor de hand dat een nadere invulling tijdens het begrotingsjaar gevolgen heeft voor de doelstellingen en prestaties zoals opgenomen in de oorspronkelijke programmabegroting. Om die reden leidt de aanwending van een omvangrijke stelpost waarschijnlijk nog steeds tot een wijziging van de programmabegroting en wordt de commissie hierover geïnformeerd; voor kleine stelposten zou een GS besluit kunnen volstaan zeker als het gaat om een nadere invulling van de uitvoering van het beleid (is immers bevoegdheid GS in duaal systeem). Technische wijzigingen Een aantal begrotingswijzigingen heeft betrekking op de verwerking van een door PS genomen besluit of zijn technisch van aard waardoor er geen noodzaak is de wijzigingen om politiek relevante redenen conform bovenstaande schema te behandelen. Voorbeelden van wijzigingen waarover in politieke zin reeds discussie en besluitvorming heeft plaatsgevonden zijn wijzigingen n.a.v.: vaststelling BA, VJN, NJN en aanbiedingsbrief bij de begroting. Voorbeelden van technische wijzigingen zijn: herrekening apparaatskosten zoals opgenomen in de oorspronkelijke begroting n.a.v. opgestelde directieplannen waarmee de toegerekende apparaatskosten naar de begrotingsproducten worden herzien, doorlichtingen in het kader van de marap (bijstellingen hebben betrekking op ongewijzigd beleid en zijn zichtbaar in resp. de aanbiedingsbrief bij de begroting en de NJN) en correcties voor BTW uitname. Deze wijzigingen zullen uitsluitend aan de commissie BM ter advisering worden voorgelegd.