ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (iVTG) - DECEMBER 2016 Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Antwoord A 16. B A 17. D B 18. B A 19. A A 20. B C 21. D A 22. A A 23. A B 24. C A 25. B C 26. A A 27. C D 28. A B 29. C B 30. A 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. A B B C A C B B B C C B D C B 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. A A D B D D A B B B A A B B B 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. A D C D B C D C C A C B C C C 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. B A B A C B B D C D D C B B B 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. A A C B C B C A D C B C B C D 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. B C D B A A C D C D B B C C D 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. A B C D C A A B C A D D A B A 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. C A A B B C C A D A A D C B B 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. D C A B A C A B A B B A C A B 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. C B B B C A A B B C C B A D B 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. 188. 189. 190. 191. 192. 193. 194. 195. A B C A D A A A D A C C C B C 196. 197. 198. 199. 200. D C C C B Bij de antwoordsleutel van de casus wordt niet alleen een literatuurreferentie, maar steeds vaker ook feedback voor studenten gegeven. Het kan voorkomen dat casus of een literatuurreferentie of feedback bevatten. Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. Literatuurreferentie EN/OF feedback voor studenten Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, blz. Part 8 Infectious Diseases, Section 2 Clinical Syndromes: Community-Acquired Infections. Chapter 157 Infectious Arthritis. Microbiology Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 662 Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 88 Medical biochemistry (4th ed. 2014) Baynes J. e.a., blz. 273 Epidemiologisch onderzoek: opzet en interpretatie (6e herz. dr. 2010) Bouter L. e.a., blz. 136-145 Psychiatry (3e voll.herz. ed. 2005) Gelder M. e.a., blz. 27 Human physiology: an integrated approach (5e ed. 2009/2010) Silverthorn D. e.a., blz. 644 Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a., blz. 397 Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a., blz. 370 Human physiology: an integrated approach (5e ed. 2009/2010) Silverthorn D. e.a., blz. 679 Neurologie (5e dr. 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a., blz. 513 Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 545, 656 Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (2e herz. dr. 2005) Jongh de T. e.a., blz. 153 Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a., blz. 178 Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 877 NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. 842 Klinische neurologie (16e herz.dr. 2007/2008) Kuks J. e.a., blz. 167 Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz. 581 Textbook of medicine (4th ed. 2002) Souhami R., blz. 763 Dermatovenereologie voor de eerste lijn (8e geh.herz. dr. 2009) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 251 Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 1062 Dermatologie en venereologie (3e herz. dr. 2000) Vloten van W., blz. 235 Clinically oriented anatomy (6e ed. 2010) Moore K. e.a., blz. 166, 167 Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 176 Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz. 167 Werk en gezondheid: inleiding in de bedrijfsgezondheidszorg (4e herz. dr. 2010) Verbeek J. e.a., blz. 184 Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 543, 567 Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz. 203 Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz. 95 Medical physiology: a cellular and molecular approach (2e ed. 2009) Boron W. e.a., blz. 890-891 Urologie (2e herz. dr. 2008) Bangma C., blz. 15 Clinical epidemiology: how to do clinical practice research (3e ed. 2006) Haynes R. e.a., blz. 92-93 Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 180 Sherris medical microbiology (5th ed. 2010) Ryan K. e.a., blz. 266, 334 Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 257 Textbook of medical physiology (11e ed. 2006) Guyton A. e.a., blz. 867-868 Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 378 Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2011/2012) Turnpenny P. e.a., blz. 39 Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz. 122 NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. k_nhgstandaarden/Samenvattingskaartje-NHGStandaard/M05_svk.htm Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 47 Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 47 Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 529 Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 533 Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 504-505 Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 817 Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz. 122 Essential cell biology (3th ed. 2009/2010) Alberts B., blz. 142 Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a., blz. 260 NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. Samenvattingskaartje-NHGStandaard/M96_svk.htm Gezondheidsrecht (2e herz. dr. 2009) Engberts D. e.a., blz. 61 Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 88-89 Ophthalmology: a pocket textbook atlas (2nd rev. ed. 2007) Lang K. e.a., blz. 490 Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 192 Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz. 306 Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a., blz. 329 Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 168 NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a., blz. richtlijnen M32 Textbook of biochemistry: with clinical correlations (7e ed. 2010/2011) Devlin T. e.a., blz. 710 Nelson essentials of pediatrics (6e ed. 2010/2011) Marcdante K. e.a., blz. 222 NHG-standaarden voor de huisarts (2011) Boukes F. e.a., blz. GEEN OPGAVE Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a., blz. 293-306 Nelson textbook of pediatrics (19th ed. 2011) Kliegman R. e.a., blz. 69 Histology: a text and atlas: with correlated cell and molecular biology (7th ed. 2015/2016) Ross M. e.a., blz. 330-331 Nelson textbook of pediatrics (19th ed. 2011) Kliegman R. e.a., Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a., blz. 115-117 Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz. 800-805 Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz. 1092 Acute geneeskunde (7e geh.herz.dr. 2009) een probleemgerichte benadering in acute genees- en heelkundige situatie. Thijs L. e.a., blz. 334336 70. Histology: a text and atlas: with correlated cell and molecular biology (7th ed. 2015/2016) Ross M. e.a., blz. 316-317 FEEDBACK: de citroenzuurcyclus stopt zodra er geen zuurstof meer aanwezig is. Type II vezels zijn slecht doorbloed en verbruiken snel veel zuurstof. In korte tijd is de zuurstof uitgeput en wordt overgegaan op anaerobe verbranding waarbij de citroenzuurcyclus niet meer actief is. 71. Essentials of clinical geriatrics (7th upd. ed. 2013) Kane R., blz. 277-298 72. Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a., blz. 328-330 73. Medische ethiek (3e herz. dr. 2009) Have ten H. e.a., 74. Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, 75. Handboek diagnostische verrichtingen in de huisartsenpraktijk (1e dr. 2012) Veld in 't C. e.a., blz. 76 76. Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a., blz. 132 77. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz. GEEN OPGAVE 78. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 721 79. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz. 897 80. Sobotta: Atlas of human anatomy. Volume 1: General anatomy and musculoskeletal system (15e ed. 2011) Paulsen F. e.a., blz. 340 81. Grondslagen der epidemiologie (6e licht gew. dr. 2006) Vandenbroucke J. e.a., blz. 381 82. Junqueira's basic histology: text and atlas (13th ed. 2013) Mescher A. e.a., chapter 10: Muscle Tissue 83. Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., blz. 1032 84. Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., 85. Rook's textbook of dermatology (8e ed. 2010) Rook A. e.a., chapter 30 86. Handboek gezondheidsrecht (6e dr. 2014) Leenen H. e.a., blz. 131 87. Cardiologie (2e herz. dr. 2008) Wall van der E., blz. 114 88. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. hartfalen 89. Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, chapter 374 90. Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz. 920 91. Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. Amoxicilline 92. NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a., blz. M67 93. Het onderzoek van de onderste extremiteiten (3e dr. 2008) Vaardigheden in de geneeskunde. Boumans M. e.a., blz. 29 94. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. standaard perifere aangezichtsverlamming FEEDBACK: het feit dat de parese over de hele linkerzijde is, wijst op een perifere facialis parese links. Bij een centrale facialis parese is alleen de onderzijde van het linker/rechter aangezicht aangedaan. De nervus facialis kruist niet. 95. Gray's anatomy for students (2e ed. 2009/2010) Drake R. e.a., blz. 448 96. Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a., blz. 641 97. Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz. 298, fig. 7.36 98. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 318 99. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 169-170 100. Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2e dr. 2011) Brande van den J. e.a., blz. 762-763 101. Leerboek medische genetica (7e herz. dr. 2005) Bijlsma E. e.a., blz. 137-9, 152-160 FEEDBACK: De twee kinderen in verschillende generaties met meerdere malformaties en de vroege miskramen in de familie zijn te verklaren door een chromosomale anomalie. Een gebalanceerde translocatie bij één van de ouders van de man is het meest waarschijnlijk, omdat noch deze ouders, de man of zijn broer de aandoening heeft. Bij de aangedane kinderen en in geval van de miskramen is er waarschijnlijk sprake van een ongebalanceerde translocatie. Autosomaal recessieve aandoeningen komen in homozygote toestand tot uiting. Het is ongebruikelijk dat een autosomaal recessieve overerving in opeenvolgende generaties optreedt, omdat dan de partners (van buiten de familie) ook drager Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. moeten zijn van dezelfde aandoening. Het feit dat zowel een mannelijk als een vrouwelijk kind meerdere malformaties heeft pleit wel voor deze vorm van overerving. In zeer gesloten gemeenschappen waar onderling wordt getrouwd is dit overigens weer waarschijnlijker. Dominante overerving is onwaarschijnlijk omdat geen van de ouders van de aangedane kinderen zelf is aangedaan. Autosomaal dominante aandoeningen komen al tot expressie in heterozygote toestand. X-bepaalde recessieve overerving is uitgesloten, omdat zowel een man als een vrouw is aangedaan. Bovendien, de man (die de gemeenschappelijke factor vormt tussen de aangedane kinderen) heeft zelf de aandoening niet en hij heeft een aangedane zoon gehad (die zijn vaders Y-chromosoom heeft, en niet het X-chromosoom). Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz. 552 FEEDBACK: Actief transport van Na+ in het colon is de drijvende kracht voor de osmotische absorptie van water. Anatomische atlas (1e ed. 2009) Prometheus. Gilroy A. e.a., blz. inwendige organen FEEDBACK: Ischemische colitis wordt veroorzaakt door een tijdelijke vermindering van de ‘flow’ bij een pre-existente arteriële doorbloedingsstoornis. De a. mesenterica superior voorziet de darmen tot de linker colonflexuur van bloed. Bij afsluiting van deze aftakking van de aorta, treedt er ischemie van deze doelorganen op. De a. mesenterica inferior voorziet de linker colonflexuur, het sigmoïd en rectum van bloed. Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 332 FEEDBACK: De T staat voor de primaire tumor, N is uitbreiding naar regionale lymfeklieren en M staat voor metastasen op afstand. Indien er onvoldoende onderzoek gedaan kan worden om de T, N of M te bepalen, dient een 'X' gecodeerd te worden. Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. geen opgave FEEDBACK: Boulimia nervosa van het purgerende type kenmerkt zich door recidiverende episoden van eetbuien met herhaald inadequaat compensatoir gedrag om gewichtstoename te voorkomen. De meeste boulimia nervosa patiënten hebben een gewicht dat tussen de normaalwaarden schommelt. Het purgerende type wekt het braken zelf op of misbruikt laxantia, diuretica of klysma’s. De combinatie van frequente eetbuien en braken veroorzaakt soms een pijnloze zwelling van de speekselklieren (vooral de parotis). Het niet purgerende type maakt tijdens een episode gebruik van andere compensatoire mechanismen. Bij anorexia nervosa is er een weigering het lichaamsgewicht te handhaven op of boven een voor de leeftijd en lengte minimaal normaal gewicht. Door het normale BMI (21) in deze casus wordt anorexia uitgesloten. Verder is er een onweerstaanbare drang om vermagering na te streven. Dit komt tot uiting is een abnormale houding tegenover voeding, lichaamsomvang en gewicht. Er is een intense angst om in gewicht toe te nemen terwijl er sprake is van ondergewicht. Het restrictieve type beperkt zich door beperking van voedselinname of een streng dieet. Het purgerende type vertoont tussendoor eetbuien en zoekt een toevlucht tot zelf uitgelokt braken en/of gebruik van laxantia. Practical paediatrics (7th ed. 2012) South M. e.a., blz. 482-495 Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a., blz. 115 Harrison's principles of internal medicine (18e ed. 2011/12) Longo D. e.a., chapter 12 Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 261 Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 169 FEEDBACK: Als een bot breekt of lokaal wordt beschadigd ontstaat er een plaatselijke bloeduitstorting die gevolgd wordt door de vorming van een bloedstolsel. Door stagnatie van de bloedtoevoer sterven osteocyten aan weerszijden van de botbreuk af en wordt de matrix afgebroken. Het herstel begint met de opruiming van het bloedstolsel, de dode cellen en de botmatrix. Daartoe wordt het gebied eerst gerevasculariseerd en het omliggende gebied reageert met een sterke celvermeerdering. Bij langdurige immobilisatie wordt er minder bot aangemaakt en kalk onttrokken. Echter in de beginfase van een botfractuur is dit nog niet aan de orde. Een benige callus is niet zichtbaar op de röntgenfoto als hypodense fractuurlijn. Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., FEEDBACK: Tussen het bloed en de filtratieruimte bevinden zich drie filters; de glomerulair endotheelcellen, de glomerulaire basaal membraan en de podocyten. Hiervan is de glomerulaire basaal membraan, die filtreert op basis van de grootte van de openingen en de lading in de filamentaire massa, waarschijnlijk het belangrijkst. Negatief geladen moleculen (anionen) uit het plasma worden tegengehouden door negatief geladen moleculen zoals het heparansulfaat in de lamina rarae (onderdeel van glomerulair basaal membraan). Zo gaat het negatief geladen albumine, met een molecuulmassa van 65.000 u, niet door de lamina rarae interna van de basale membraan. Positief geladen moleculen worden pas tegengehouden wanneer hun molecuulmassa groter wordt dan 70.000 u. Wanneer de negatieve lading van de glomerulaire basaal membraan verdwijnt, neemt dus de permeabiliteit toe en komt albumine in de urine terecht. Glomerulaire endotheelcellen zijn geen barrière voor moleculen, want het endotheel is gefenestreerd. Podocyten zijn ook geen barrière want deze bevinden zich na het filter van het basaal membraan. Tubulair endotheel is helemaal niet betrokken bij de ultrafiltratie. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 215-217 FEEDBACK: De definitie van overgewicht bij kinderen wordt uitgedrukt in standaarddeviaties of percentielen in vergelijking met de normale waarden van BMI, in vergelijking met de normale waarden van de BMI naar leeftijd. Hier is een internationale lijst voor afkapwaarden voor. Normaal gewicht: onder of gelijk aan de 91st percentiel. Overgewicht: boven de 91st percentiel. Obesitas: boven de 98st percentiel. Ernstige obesitas: groter dan 3,5 SD boven het gemiddelde. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 290-1, 299-305 FEEDBACK: Het non-hodgkinlymfoom komt op alle leeftijden voor, met een toenemende incidentie (tot 20 nieuwe patiënten per 100.000 inwoners per jaar n de leeftijdsgroep > 60 jaar). De klinische presentatie komt grotendeels overeen met het hodgkinlymfoom (gelokaliseerde, niet pijnlijke lymfekliergezwel op verschillende plaatsen; gewichtsverlies, koorts en nachtzweten). Alleen het hodgkinlymfoom kent een piek in de frequentie rond de 20-25 jarige leeftijd. Acute myeloïde leukemie kenmerkt zich door bleekheid, snelle vermoeidheid, dyspneu d’effort door anemie, recidiverende infecties ten gevolge van granulocytopenie en hemorragische diathese door trombocytopenie. Er zijn geen vergrote lymfeklieren. Chronische lymfatische leukemie komt met name bij volwassenen voor en slechts de helft van de patiënten heeft klachten bij het stellen van de diagnose (moeheid, anorexie door splenomegalie, gewichtsverlies, nachtzweten en jichtaanvallen). Net als bij AML zijn er geen vergrote lymfeklieren bij CML. Williams obstetrics (23e ed. 2010) Cunningham F., blz. 292-296 Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 411-421 FEEDBACK: De pariëtale cel in de maag produceert onder andere intrinsic factor. Deze factor bindt zich aan vitamine-B12 in het voedsel en maakt opname van dit vitamine in de dunne darm mogelijk. Normaal gesproken wordt dit complex door darmepitheelcellen opgenomen in het ileum. Wanneer dit complex incompleet is (vitamine-B12 deficiëntie, door een auto-immuunziekte) of de opname in het ileum is gestoord (ileumresectie, vlokatrofie door cytostatica, coeliakie) geeft dit klachten van o.a. vloeistofverlies en diarree en pernicieuze anemie. Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz. 282-283 Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. FEEDBACK: De n. hypoglossus (n. XII) bevat uitsluitend motorische vezels en innerveert de spieren van de tong. Om de functie hiervan te beoordelen inspecteert de onderzoeker bij een patiënt met geopende mond de vorm en de ligging van de tong en of de tong stil ligt. Dan steekt de patiënt de tong uit en wordt beoordeeld of de tong naar links of rechts uitgestoken wordt. Bij een eenzijdige uitval van de n. hypoglossus is de tong aan de aangedane zijde atrofisch. De tong wordt dan meestal naar de aangedane zijde uitgestoken, de gezonde spieren duwen immers het hardst naar de andere kant. De n. glossopharyngeus (n.IX) vervoert impulsen van de smaakpapillen van het achterste gedeelte van de tong en innerveert de m. stylopharyngeus, de farynxwand en de tonsillen. Wanneer bij het foneren (patiënt zegt bijv. ‘a’ met open mond) de uvula naar een zijde trekt, wijst dat op uitval van de motorische vezels van de n. IX aan de andere zijde. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz. 80-92 FEEDBACK: een patiënt-controle onderzoek is het meest geschikt. In een cohortonderzoek zouden erg veel proefpersonen moeten worden geïncludeerd om voldoende ziektegevallen te krijgen. Dat is kostbaar. Een experimenteel onderzoek is ethisch onverantwoord. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. 'Het rode oog' FEEDBACK: Om de cornea te beoordelen op beschadiging wordt het oog aangekleurd met fluoresceïne (een oranje kleurstof) en vervolgens beoordeeld met blauw licht. Het beschadigde deel van het hoornvlies kleurt dan groen aan. Aciclovir-oogzalf wordt gebruikt in de medicamenteuze behandeling van een herpes-simplex-blefaroconjunctivitis. Atropine oogdruppels behoren tot de mydriatica en worden voornamelijk als diagnosticum gebruikt om de pupil te verwijden. Oxybuprocaïne oogdruppels kunnen gebruikt worden om het oog te verdoven. - Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie., FEEDBACK: op de rug komt veel spanning. De hechtingen zullen betrouwbaar lang genoeg sterk en aanwezig moeten zijn (niet resorbeerbaar) en toch verwijderd gaan worden om niet nodeloos lang insnoeringen in de huid te geven bij transcutane hechtingen (resorbeerbaar is fout). Gevlochten draad geeft meer weefselreactie, draagt bij aan het infectierisico en is moeilijker te verwijderen. (A en B zijn fout) Acute geneeskunde (7e geh.herz.dr. 2009) een probleemgerichte benadering in acute genees- en heelkundige situatie. Thijs L. e.a., blz. 324 Larsen's human embryology (4e ed. 2009) Larsen W. e.a., blz. 282 Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., blz. 97, 459-462 FEEDBACK: Ongeveer 40% van de chirurgische patiënten ontwikkelt trombose in de been- of bekkenvenen. Trombose komt vooral voor bij ouderen patiënten (> 60 jaar) met een maligniteit als zogenoemd paraneoplastisch verschijnsel. Aangezien de patiënt tevens pijn heeft in de rechterkuit, en de omtrek van de rechterkuit meer dan 3 cm groter is dan die van de linkerkuit, staat een diep veneuze trombose bovenaan in de differentiaaldiagnose. Bij erysipelas zou ook scherp begrensde roodheid met voelbare rand ter plaatse van de rechterkuit en koorts aanwezig moeten zijn. Een stenose in de arteria poplitea, Fontaine III, geeft ischemische rustpijn in het onderbeen. Zwelling van het been ontbreekt daarbij echter. De klinische symptomen van een acute arteriële afsluiting, vaak samengevat als de 5 P’s, zijn pain, pallor, pulselessness, paralysis en paresthesia, ofwel zeer hevige pijn, bleekheid van de extremiteit, geen palpabele pulsaties en verlies van motorische en sensorische functies. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 493-506 FEEDBACK: Bij een myocardinfarct is er sprake van een levensbedreigende situatie waarbij acute medicamenteuze en/of nietmedicamenteuze interventies noodzakelijk zijn. Bij het non-ST-elevatie myocardinfarct is er meestal sprake van een zogenoemde instabiele atherosclerotische plaque met een supergeponeerde trombus. Per definitie is er op het ECG geen persisterende ST-elevatie. Vaak is er wel sprake van ST-depressies of T-topwisseling. Afhankelijk van het aan- of afwezig zijn van een verhoging van biomarkers in het bloed en de ontwikkeling van het ecg, wordt onderscheid gemaakt tussen instabiele angina pectoris of non-ST-elevatie myocardinfarct. Als biomarkers wordt met name de combinatie van CK-MB-massa en hartspecifieke troponine I of T aanbevolen. Deze laatste markers zijn meestal niet verhoogd indien ze afgenomen zijn binnen 6 uur na het ontstaan van de klachten. Na 6-8 uur dienden deze herhaald te worden. Het STelevatie myocardinfarct heeft wel de kenmerkende ST-elevaties op het ECG en verhoogde biomarkers. Ook wordt dit wel het acute myocardinfarct genoemd. Er is sprake van acute en persisterende afsluiting van een van de coronairarteriën. Een verschil met angina pectoris is de hevigheid, het feit dat de pijn niet verdwijnt in rust, niet reageert op nitroglycerine en langer duurt dan 15 minuten. Angina pectoris ontstaat wanneer er niet aan een verhoogde zuurstofbehoefte van het myocard kan worden voldaan. Angina pectoris wordt vaak veroorzaakt door inspanning, koude en/of emoties en gaat vaak snel weer voorbij wanneer de prikkel stopt. Onder instabiele angina pectoris wordt verstaan: angina pectoris in rust; angina pectoris korter dan twee maanden die ernstig of frequent is; angina pectoris waarbij de klachten duidelijk vaker, ernstiger, langduriger of bij minder inspanning optreden dan voorheen; en angina pectoris die optreedt binnen 2 weken na een acuut myocardinfarct of binnen 2 weken na een percutane coronaire interventie. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 636-638 FEEDBACK: Bij tumoren van de tong is er meestal sprake van een plaveiselcelcarcinoom. Het carcinoom komt vooral voor bij forse rokers en bij chronisch fors alcoholgebruik. De meest tumoren zitten op de tong, op het tandvlees en in de mondbodem. Ze metastaseren relatief vroeg naar de halsklieren. Cocaïnegebruik kan een neusseptumdefect veroorzaken. Aften zijn geen voorbode van een tongcarcinoom. De oorzaak van aften is onbekend. Door het bewerken van hardhout kan een adenocarcinoom in de neusbijholten ontstaan en wordt gezien als een beroepsziekte. Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz. 374 Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., blz. 154 FEEDBACK: Een hordeolum internum is een acute ontsteking van een kliertje van Meiboom. Een kliertje van Zeiss of een kliertje van Moll is aangedaan bij het hordeolum externum. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 432 FEEDBACK: Deze casus schetst een beeld van een urineweginfectie (UWI) met tekenen van weefselinvasie. Bij niet-zwangere vrouwen boven de 16 jaar is de eerste keus ciprofloxacine, 2 dd 500 mg gedurende 7 dagen. Cranberrytabletten is een type profylaxe dat voorgeschreven kan worden bij recidiverende UWI’s. In deze casus betreffende een mogelijke pyelonefritis is dit niet therapeutisch. Metronidazol wordt met name bij vaginose/vaginitis voorgeschreven. Nitrofurantoïne wordt bij een ongecompliceerde UWI voorgeschreven. Bij een pyelonefritis is dit niet toereikend omdat nitrofurantoïne onvoldoende weefselpenetratie geeft en is ciprofloxacine de eerste keuze. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. De overgang. M73 FEEDBACK: Bij vrouwen zonder uterus geeft men indien suppletiebehandeling geïndiceerd is, alleen oestrogenen. Wanneer een vrouw haar uterus nog wel heeft worden altijd oestrogenen in combinatie met progestagenen gegeven om het risico op endometriumhyperplasie en carcinoom te beperken. Monotherapie met prostagenen wordt niet gegeven. Lokale oestrogenen (vaginaal) wordt met name bij vaginale atrofie voorgeschreven en niet bij de vasomotore klachten zoals opvliegers. Hormonale behandeling wordt ontraden aan vrouwen die roken, Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. antihypertensiva of cholesterolverlagende middelen gebruiken, een myocardinfarct, CVA, diep veneuze trombose of longembolie hebben doorgemaakt. Ook wordt het ontraden bij vrouwen met trombofilie, een belaste familieanamnese voor veneuze trombose, een verhoogd risico op mammacarcinoom, met, al dan niet in remissie zijnde, hormoonafhankelijke tumoren, zoals mamma- of endometriumcarcinoom, ernstige leverfunctiestoornissen of cholestatische icterus tijdens zwangerschap en bij endometriose. Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. Angststoornissen FEEDBACK: Bij sociale fobie zijn de selective serotonin reuptake inhibitors (SSRI's, zoals paroxetine) in onderzoek werkzaam gebleken: 43– 70% van de patiënten verbetert klinisch relevant. Serotonerge tricyclische antidepressiva (TCA’s, zoals clomipramine) zijn niet onderzocht. Vanwege het bijwerkingenprofiel, een eenvoudiger doseringsschema en daardoor een betere therapietrouw, en het mogelijk positieve effect op de eetbuien, is er bij deze patiënte een voorkeur voor SSRI’s boven TCA’s. Benzodiazepinen in relatief hoge dosering (clonazepam 1–3 mg, alprazolam 2–3 mg, bromazepam 20 mg) zijn in onderzoek werkzaam gebleken. Echter, gezien het bijwerkingenprofiel en het risico op afhankelijkheid zijn benzodiazepinen niet de behandeling van eerste keuze. Geadviseerd wordt om benzodiazepinen te reserveren voor SSRItherapieresistente patiënten. De bètablokker propranolol kan voorgeschreven worden bij examen- of podiumvrees, 10 mg 30 minuten tot 2 uur voor het examen/optreden. Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, hfdst. 265 Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz. 101 Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 135 FEEDBACK: Het varicellazostervirus waarmee vrijwel de gehele westerse bevolking ooit wordt besmet (waterpokken) blijft normaliter latent aanwezig o.a. in de non-neuronale satellietcellen. Reactivatie van het virus kan leiden tot een uitval van o.a. de nervus facialis. Vaak start deze aandoening met peri-auriculaire pijn. Tegelijkertijd kunnen er vesiculae rondom of in het oor en op het gelaat ontstaan. De klachten gaan veelal gepaard met een algemene malaise en er kunnen duidelijke vertigoklachten aanwezig zijn en soms ook een perceptief gehoorverlies. Men spreekt ook wel van het ramsay-hunt-syndroom. Bij neuritis vestibularis is er sprake van (draai)duizeligheid, echter niet van gehoorverlies, peri-auriculaire pijn, uitval van de n. facialis of vesiculae in de gehoorgang. Bij otitis externa zijn er wel klachten van oorpijn, kan er sprake zijn van gehoorverlies en worden er otoscopische afwijkingen gezien. Vesiculae worden echter niet gezien. Borreliose (ziekte van Lyme) kan hersenzenuwuitval veroorzaken, maar ook hier worden geen vesiculae gezien. De diagnose bellparese wordt per exclusionem gesteld. Aangezien er in deze casus duidelijke aanwijzingen zijn voor herpes zoster oticus, kan de diagnose bellparese worden uitgesloten. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 247 FEEDBACK: Vanuit de vena umbilicalis stroomt zuurstofrijkbloed in de ductus venosus. De ductus venosus zorgt ervoor dat ongeveer éénderde van het zuurstofrijke bloed direct naar de vena cava inferior en vervolgens rechterharthelft gaat, waar het daarna via het foramen ovale naar de linkerharthelft geleid wordt. Vanuit hier komt het zuurstofrijke bloed in de aortaboog terecht en kan het via de carotiden de hersenen bereiken. De ductus arteriosus zorgt ervoor dat tweederde van de bloedstroom in de arteria pulmonalis communis voorbij de longen naar de aorta descendens geleid wordt. Dit bloed stroomt niet langs de carotiden. Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 117-118 FEEDBACK: huidafwijkingen waarbij pruritus als klacht gemeld wordt komen veel voor in de huisartsenpraktijk (27 per 1000 patiënten per jaar). Lichen ruber planus is een niet besmettelijke in de meeste gevallen jeukende huidafwijking. Lichen planus geeft het zogenaamde Koebner fenomeen. Op de plaats van krabben of ander trauma ontstaan lichen planus-papeltjes. In 10% van de gevallen zijn ook de nagels aangetast. Dermatitis herpetiformis zit op andere voorkeurslocaties, heeft geen Koebner fenomeen en komt nooit in het mondslijmvlies voor. Lichen sclerosus treedt met name op of rond de genitaliën (in een klein percentage komt het ook extragenitaal voor, als er ook genitale variant aanwezig is) en kenmerkt zich door een sclerosering en porseleinkleurige verandering van de huid. Pityriasis rosea kenmerkt zich door de ovale erythemateuze maculae met poederfijne schilfering, gelegen in splijtlijnen en heeft een ander beloop en ook is de jeuk niet altijd aanwezig. Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz. 461-492 FEEDBACK: De hoeveelheid water in het lichaam wordt onder andere gereguleerd door het antidiuretisch hormoon (ADH). Na inname van veel water is de productie van ADH geremd en worden de wanden van de distale tubulus en de verzamelbuizen ondoorlaatbaar voor water, zodat er in deze buizen geen water kan worden terug geresorbeerd. Het resultaat is een grote hoeveelheid hypotone, waterrijke urine, zodat de overtollige hoeveelheid water wordt uitgescheiden, terwijl de ionen die nodig zijn om de osmolaliteit van de weefselvloeistof op peil te houden, behouden blijven. Bij inname van weinig water of bij sterke transpiratie wordt ADH afgescheiden en worden de wanden van de distale tubuli en de verzamelbuizen sterk doorlaatbaar voor water, dat wordt geresorbeerd. Als gevolg wordt de urine hypertoon. Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 722-725 FEEDBACK: In deze casus is het gebruik van IVF de eerst aangewezen behandeloptie. Uit het oriënterend fertiliteitsonderzoek blijkt dat de eileiders volledig geblokkeerd zijn. Daardoor is IUI (intra-uteriene inseminatie) niet geschikt, want dan moet transport van de eicel door de eileiders mogelijk zijn. Van ICSI is pas in een later stadium sprake als zou blijken dat de spermakwaliteit beneden niveau is voor een geschikte Ivf-behandeling. Uit het oriënterend fertiliteitsonderzoek is daarvoor nu geen reden. Bij IVF vindt de bevruchting van de eicel in vitro plaats buiten de baarmoeder. Nadat bevruchting heeft plaatsgevonden wordt, afhankelijk van de IVF-kliniek, binnen 3-5 dagen na bevruchting het embryo teruggeplaatst. Neurologie (6e herz. dr. 2015) Hijdra A. e.a., hfdst. 20 blz. 197 e.v. FEEDBACK: Op alle leeftijden, maar zeker bij ouderen is er een uitgebreidere dd van een TIA, dan alleen vasculair. Hierbij zijn metabole oorzaken (glucose) en tumoren een belangrijke oorzaak; dan is starten met medicatie zonder diagnose niet verstandig. Eerst de diagnose dan de behandeling! NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. Perifeer arterieel vaatlijden Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a., blz. 191 - Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie., FEEDBACK: De normale termijn van gipsimmobilisatie voor deze fractuur is 6 weken vanwege de tijd die nodig is voor consolidatie. Op deze termijn kan dus zeker nog niet gesproken worden over ‘delayed union’. Initieel is er repositie nodig geweest, het is dus ondenkbaar dat, als de fractuur nu opnieuw breekt op dezelfde plaats, de stand toch zou zijn behouden. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. Bacteriële huidinfecties Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 601 Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, chapter 153 pneumonia Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 741 - Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie., Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. FEEDBACK: de voortrekkersrol in combinatie met de ‘single center’ opzet maakt dat de bevindingen niet overal met zekerheid gereproduceerd zullen kunnen worden. Dat maakt A tot het juiste antwoord. Sigmoïdtumoren komen veel voor dus is C fout. Ligduur en pijn weerspiegelen herstel; dat is dus ook een relevante uitkomstmaat waardoor B eveneens fout is. Sherris medical microbiology (6th ed. 2014) Ryan K. e.a., blz. 325 The immune system (4th ed. 2014/2015) Parham P., hfdst. 14 Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 915 Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a., blz. 40-41 FEEDBACK: Artsen komt het zogeheten verschoningsrecht toe. Verschoningsrecht houdt in dat een beoefenaar van een van de genoemde beroepen (artsen, tandartsen, apothekers en verloskundigen) zich voor de rechter kan verschonen (afzien van, weigeren) van het afleggen van een getuigenverklaring voor zover het afleggen van die verklaring een schending zou betekenen van het beroepsgeheim en de zwijgplicht. Dat is in deze casus het geval. Personen wier werk het is een verschoningsgerechtigde in zijn professionele bezigheden te ondersteunen en te assisteren kunnen zich beroepen op het verschoningsrecht van degene in wiens dienst zij staan of die zij bijstaan in zijn beroepsuitoefening. Dit is het afgeleid verschoningsrecht; hiervan is sprake bij de portier in de casus. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz. 38-40 FEEDBACK: Als het gemiddelde van een variabele in een dataset hoger is dan de mediaan wijst dit op een naar rechts scheve verdeling. Het gemiddelde wordt dan beïnvloed door extreem hoge getallen. Bij een dergelijk scheve verdeling is het gemiddelde GEEN goede indicator voor het midden van de observaties. Het is dan gebruikelijk om de mediaan als samenvattingsmaat te rapporteren. Neuroanatomy through clinical cases (2nd ed. 4th print 2010 (2014?)) Blumenfeld H., blz. 325 Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 206-207 Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e dr. 2012) Meer van der J. e.a., blz. 76 Leerboek radiologie (1e dr. 1995) Bloem J. e.a., blz. 42 FEEDBACK: Het beeld zoals het in de casus wordt beschreven is typisch voor een epiduraal hematoom. Bij een acuut subduraal hematoom laat de CT-scan een schilvormige, homogene hyperdense bloedcollectie zien die zich diffuus langs de aangedane hemisfeer verspreidt. Bij een intraparenchymaal hematoom ziet men grillige hyperdense gebieden in het hersenweefsel. Bij een subarachnoïdale bloeding wordt lokaal in de sulci en cysternen bloed als een hyperdense vloeistofcollectie gezien. Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009, 5e opl. 2014/2015) Hengeveld M. e.a., blz. 22 Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., blz. 146 Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 92 NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. obstipatie Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a., blz. 396 Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. Inleiding Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. GEEN OPGAVE Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. GEEN OPGAVE Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 677 Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a., blz. 795 Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, blz. The Metabolic Syndrome. Accessed November 23, 2015. Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., blz. 16.2.6 Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 1032 Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. 8/C/10 Sherris medical microbiology (6th ed. 2014) Ryan K. e.a., blz. 911-930 Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 267 Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 265 Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 358 Leerboek acute geneeskunde: probleemgerichte aanpak (2014) Vugt van A. e.a., blz. 140-141 Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 904-910 Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C., blz. 128-130 FEEDBACK: Het beeld zoals beschreven is klassiek voor een torsio testis. In vergelijking met de torsio testis is er bij een epididymitis sprake van een iets geleidelijker begin. Daarnaast is er vaak koorts en soms zijn er mictieklachten. Orchitis komt als geïsoleerde aandoening zelden voor. Orchitis is meestal een gevolg van een virale infectie, waarvan bof het bekendst is. Essentials of clinical geriatrics (7th upd. ed. 2013) Kane R., chapter 6 online Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., hfdst. 46 Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 346-348 FEEDBACK: Als er sprake is van een staande portio betekent dit dat deze nog niet rijp is. Het inbrengen van prostaglandinegel of een Foleyballonkatheter zorgt voor verweking van de cervix. Als de portio voldoende gerijpt is dan kunnen de weeën op gang gebracht worden. De eerste stap daarbij is het breken van de vliezen of het strippen van de vliezen. Dit kan ervoor zorgen dat er hormonen vrijkomen die de weeën opwekken. Is dit niet het geval dan kan oxytocine intraveneus worden toegediend. Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. GEEN OPGAVE Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 555 Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a., hfdst. 6 buik Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a., hfdst. 7 Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a., hfdst. galstone diseases and related disorders Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., hfdst. 29 Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., hfdst. 28 Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 629-631, 635 FEEDBACK: De grens tussen de epitheeltypen van de uterus en de vagina verloopt grillig en varieert in positie. Bij een jong meisje ligt deze grens juist binnen het cervixkanaal, dus meer naar binnen ten opzichte van het ostium externum. In de geslachtsrijpe periode ligt deze grens juist op de ectocervix, na de menopauze weer in het cervixkanaal. De situatie in deze zone en de plaats van de epitheelovergang worden beïnvloed door hormonale factoren, trauma en ontsteking, zwangerschap en bevalling. Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009, 5e opl. 2014/2015) Hengeveld M. e.a., blz. 145-149 Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden 188. 189. 190. 191. 192. 193. 194. 195. 196. 197. 198. 199. 200. FEEDBACK: Voor preventieve interventies gericht op psychiatrische stoornissen is een aangescherpte definitie ontwikkeld. Er worden hierbij vier vormen van preventie onderscheiden. Geïndiceerde preventie is gericht op mensen met subsyndromale klachten: beginnende psychiatrische klachten die qua ernst, duur of hun samenhang met andere symptomen niet voldoen aan de DSM-V-criteria van een psychiatrische stoornis. Waar bij selectieve preventie nog geen problemen aanwezig hoeven te zijn, is dat bij geïndiceerde preventie wel het geval. Selectieve preventie is gericht op individuen of een subgroep van de populatie waarbij het risico op het ontwikkelen van een psychiatrische stoornis aanzienlijk groter is dan gemiddeld. Universele preventie is gericht op de algemene bevolking of een deelpopulatie die niet geïdentificeerd is op basis van een individuele risicofactor. Zorggerichte preventie is gericht op mensen die wel een aandoening hebben volgens DSM-V-criteria. Preventieve interventies gericht op deze groepen zijn gericht op terugvalpreventie, het voorkomen van comorbiditeit en het verminderen van de gevolgen van psychiatrische aandoeningen voor mensen in de directe omgeving. Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a., hfdst. 15 Mims' medical microbiology (5th ed. 2013) Goering R. e.a., blz. 255-256 FEEDBACK: Het beeld zoal beschreven past bij trichomoniasis vaginalis. Trofozoïeten worden bij de overige ziektebeelden niet gezien. Bij bacteriële vaginose zijn er wel cluecellen te zien, maar er is geen sprake van een ontstekingsbeeld en er zijn dan ook geen leukocyten. Bij een candida infectie laat het fysiologisch zoutpreparaat wel veel leukocyten zien en soms pseudohyfen. Bij een chlamydia infectie worden ook leukocyten gezien, maar de diagnose kan alleen gesteld worden door middel van PCR-onderzoek. Gray's anatomy for students (2014) Drake R., blz. GEEN OPGAVE Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a., blz. GEEN OPGAVE Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a., blz. 440-441 FEEDBACK: Ongunstige prognostische factoren met betrekking tot de korte termijn overlevingskans zijn met name de mate van tachypnoe, de ernst van de dyspnoe, het optreden van tachycardie en de afwezigheid van hoesten. Een productieve hoest is gunstig, omdat er dan waarschijnlijk geen sprake is van sputumretentie. Koorts en verwardheid zijn geen prognostische factoren op de korte termijn overlevingskans. Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a., blz. 98-103 FEEDBACK: Het punctum maximum van de souffle bij een aortaklepstenose ligt op de tweede intercostale ruimte rechts en straalt uit naar de carotiden. De souffle bij een pulmonalisstenose heeft een punctum maximum over de tweede intercostale ruimte links. Lekkage van de aortaklep gaat gepaard met een souffle die het luidst is op de derde intercostale ruimte links. Op de vierde/vijfde intercostale ruimte links kan de sluiting van de tricuspidalisklep gehoord worden, onderdeel van de eerste harttoon. Neurologie (5e dr. 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a., blz. 129 FEEDBACK: De mate van bewustzijn kan worden uitgedrukt in de EMV-score. Een wakkere, normaal georiënteerde patiënt heeft een EMVscore van 4-5-6. In deze casus is de score 2-3-2. Openen van de ogen op pijnprikkel geeft een score van 2. Aan de rechterkant scoort hij motorisch een 2, maar de beste score telt, omdat deze een indruk over de algehele toestand geeft. Motorisch scoort hij dus een 3. Geluiden maken op pijnprikkel scoort een 2. Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 158-165 Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a., blz. 63-64 Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., blz. GEEN OPGAVE Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 456-458 NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2, blz. 87-88 Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 867-88 FEEDBACK: Een hoog HDL-cholesterolgehalte is sterk geassocieerd met een verlaagd risico op hart- en vaatziekten. De lipoproteïnen worden geclassificeerd op basis van hun fysisch-chemische eigenschappen zoals dichtheid en grootte in zes verschillende klassen: chylomicronen, very-low-density lipoproteïnen (VLDL), intermediate-density lipoproteïnen (IDL), low-density lipoproteïnen (LDL), high-density lipoproteïnen (HDL) en lipoproteïne (a) (Lp(a)) (tabel 21.1). De eerste twee zijn triglyceridenrijk, de overige cholesterolrijk. De hoogte van de cholesterolconcentratie in het bloed is normaliter een afspiegeling van de hoeveelheid LDL (bevat 70% van het plasmacholesterol), terwijl die van triglyceriden (onder nuchtere omstandigheden) de hoeveelheid VLDL reflecteert. HDL transporteert circa 25% van het plasmacholesterol. Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden CASUS OPGENOMEN IN DE INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER 2016 - Gesorteerd op vraagnummer in de toets 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 1617 2833 3274 11354 11580 12094 13173 13570 13848 14244 14286 14546 14806 15020 15044 15290 15298 15338 15678 15978 16141 16196 16336 16438 16552 16577 16789 16822 16828 16908 16916 17173 17287 17423 17535 17558 17627 17704 17748 17831 17870 17889 17919 17930 17946 18108 18141 18162 18253 18259 18264 18406 18411 18418 18571 18584 18609 18627 18643 21513 21521 21725 21764 21783 21795 21909 21920 21922 21992 22080 22093 22104 22264 22285 22368 22395 22452 22472 22487 INT BCG DOK BCG EMS PS ANA KG FAR FY NEU PS HG CHI ANA HG HG BCG INT KG INT DOK ANA NEU HG SG PS FY BCG FY CHI MET PS INT FAR CHI KG BCG HG HG PS PS FAR INT PS BCG BCG BCG CHI HG EMS FY DOK FY SG CHI NEU HG BCG KG DOK FAR KG PA KG EMS ANA BCG CHI BCG GER MET MET INT HG PS EMS INT DOK /02 /05 /11 /06 /02 /03 /10 /11 /09 /05 /11 /03 /07 /02 /01 /08 /02 /11 /09 /05 /06 /07 /01 /11 /09 /08 /03 /06 /09 /11 /10 /08 /03 /05 /05 /06 /08 /04 /12 /10 /03 /03 /02 /02 /08 /06 /05 /05 /10 /08 /03 /02 /11 /05 /08 /07 /11 /04 /01 /12 /07 /05 /10 /02 /06 /04 /02 /10 /09 /02 /08 /08 /03 /02 /12 /08 /12 /12 /12 UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UMCN UM FHML-G UMCN UMCN UMCN LUMC UMCN UMCN UMCG UMCG LUMC UMCN UMCG UMCG UMCN UMCG UMCN LUMC LUMC LUMC LUMC UMCN UMCG UMCG UMCN UMCN LUMC UM FHML-G UMCG LUMC LUMC UMCN UM FHML-G UMCN UMCN UMCG LUMC UM FHML-G UM FHML-G UMCG UMCG UMCG UMCG LUMC UMCG UMCN LUMC LUMC UMCG UMCG UMCG UM FHML-G UMCN UM FHML-G UMCN UM FHML-G UMCG UMCG LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC LUMC UMCN UMCN UMCN UMCN UMCN UMCN UMCN 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 22498 23008 23046 23050 23059 23082 23088 23766 24117 24226 24351 24370 24398 24406 24487 24547 24607 24680 24685 24689 24691 24695 24705 24722 24748 24749 24753 24756 24835 24855 24934 24938 24950 24958 24971 24986 25014 25015 25016 25064 25202 25237 25257 25269 25271 25369 25387 25401 25427 25430 25457 25580 25601 25616 25618 25620 25622 25647 25663 25677 25717 25723 25728 25739 25754 25792 25855 25898 25910 25926 25940 25948 26042 26076 26083 26091 26105 26190 26196 Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) ANA FY ANA FY CHI DOK MET INT HG PA BCG FAR HG HG HG ANA PA PA KG KG KG BCG FY ANA PA PS HG GER INT FY BCG BCG KG GER GYN BCG DOK EMS HG CHI CHI ANA CHI INT INT SG DOK INT FAR HG INT HG DOK ANA DOK FY GYN NEU HG FAR CHI HG INT INT GYN EMS INT PA INT MET EMS NEU DOK INT ANA PS DOK DOK GER /05 /01 /02 /06 /09 /07 /03 /05 /05 /11 /04 /01 /02 /12 /11 /04 /09 /05 /05 /09 /01 /12 /09 /09 /09 /03 /01 /03 /05 /05 /02 /10 /06 /05 /12 /09 /12 /12 /12 /12 /05 /06 /05 /05 /09 /08 /07 /10 /06 /03 /01 /12 /11 /05 /07 /10 /04 /12 /05 /12 /02 /07 /10 /01 /06 /09 /12 /01 /05 /08 /10 /02 /11 /07 /11 /08 /08 /07 /09 UMCN UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G VUmc UM FHML-G UMCN UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G VUmc VUmc VUmc VUmc VUmc LUMC UMCN UMCG UM FHML-G VUmc VUmc VUmc VUmc LUMC VUmc VUmc VUmc VUmc UMCN LUMC UM FHML-G VUmc VUmc VUmc UMCN VUmc VUmc VUmc VUmc UMCN LUMC VUmc VUmc VUmc VUmc VUmc LUMC UMCN UM FHML-G UMCN UM FHML-G UM FHML-G UM FHML-G UMCN UMCN LUMC LUMC UMCN VUmc VUmc UM FHML-G LUMC UMCN VUmc UM FHML-G UMCN UMCN UM FHML-G 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. 188. 189. 190. 191. 192. 193. 194. 195. 196. 197. 198. 199. 200. 26312 26324 26326 26328 26334 26340 26368 26416 26427 26437 26446 26448 26503 26572 26651 26664 26684 26695 26713 26734 26747 26751 26754 26758 26762 26769 26774 26822 26836 26851 26856 26873 26890 26989 26991 26994 27032 27033 27154 27156 27157 27216 CHI FAR INT INT INT PA INT NEU FY FAR INT INT HG PS CHI GYN CHI GER ANA GYN DOK PA CHI KG CHI GYN GYN BCG PS BCG PA ANA CHI GER INT NEU GER KG GER PA EMS INT /02 /12 /06 /10 /12 /10 /12 /11 /04 /10 /10 /09 /05 /03 /11 /04 /10 /03 /11 /12 /01 /07 /12 /04 /09 /04 /06 /08 /08 /11 /04 /05 /01 /01 /12 /11 /07 /03 /03 /05 /05 /08 UMCG UMCG UMCG UMCG UMCG UMCN UM FHML-G UMCG LUMC UMCG LUMC LUMC UMCN LUMC LUMC LUMC VUmc UM FHML-G UMCG VUmc UMCG UMCG UMCG UMCG UMCG UMCG UMCG VUmc VUmc UMCG VUmc UMCG UMCG VUmc VUmc VUmc LUMC LUMC UMCG UMCG UMCG VUmc De casuscode is als volgt opgebouwd: - het volgnummer van de casus in de toets - het systeemnummer van de casus - de discipline waartoe de casus behoort - de categorie waarin de casus behoort - de eigenaar/producent van de casus. Disciplines: ANA Anatomie BCG Biochemie/genetica/histologie/moleculaire celbiologie CHI Chirurgie DOK Dermatologie/KNO/oog EMS Epidemiologie/statistiek FAR Farmacologie FY Fysiologie GER Geriatrie GYN Gynaecologie/verloskunde HG Huisartsgeneeskunde INT Interne Geneeskunde KG Kindergeneeskunde MET Metamedica NEU Neurologie PA Patho-, immuno- en microbiologie PS Psychiatrie/psychologie SG Sociale geneeskunde Categorieën 01 Ademhalingsstelsel 02 Spier- en skeletstelsel 03 Geestelijke gezondheidszorg 04 Voortplantingsstelsel 05 Bloed-, lymf- en vaatstelsel, hart 06 Hormonen en metabolisme 07 Huid en bindweefsel 08 Persoonlijke en maatschappelijke aspecten, preventie 09 Spijsverteringsstelsel 10 Nieren en urinewegen 11 Zenuwstelsel en zintuigen 12 Kennis over vaardigheden Alle rechten voorbehouden CASUS OPGENOMEN IN DE INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER 2016 - Gesorteerd op categorie en discipline 15. 23. 59. 191. 179. 91. 81. 192. 106. 130. 143. 100. 147. 15044 16336 18643 26890 26747 24370 23008 26989 24753 25457 25739 24691 25898 ANA ANA BCG CHI DOK FAR FY GER HG INT INT KG PA /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 /01 UMCN LUMC UM FHML-G UMCG UMCG UM FHML-G UM FHML-G VUmc LUMC UMCN UM FHML-G UM FHML-G LUMC 67. 82. 70. 110. 14. 140. 159. 5. 43. 52. 17. 92. 1. 44. 74. 151. 64. 21920 23046 22080 24934 15020 25717 26312 11580 17919 18406 15298 24398 1617 17930 22285 25948 21783 ANA ANA BCG BCG CHI CHI CHI EMS FAR FY HG HG INT INT INT NEU PA /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 /02 LUMC UM FHML-G LUMC VUmc LUMC UMCN UMCG UM FHML-G UMCG UMCG UMCG UM FHML-G UM FHML-G UMCG UMCN UM FHML-G LUMC 51. 107. 176. 197. 129. 196. 73. 86. 6. 12. 27. 33. 41. 42. 105. 172. 18264 24756 26695 27154 25430 27033 22264 23088 12094 14546 16789 17287 17870 17889 24749 26572 EMS GER GER GER HG KG MET MET PS PS PS PS PS PS PS PS /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 /03 LUMC UMCN UM FHML-G UMCG VUmc LUMC UMCN UM FHML-G UMCN UMCG UMCG LUMC UM FHML-G UM FHML-G VUmc LUMC 95. 38. 90. 66. 167. 136. 174. 184. 58. 182. 189. 24547 17704 24351 21909 26427 25622 26664 26769 18627 26758 26856 ANA BCG BCG EMS FY GYN GYN GYN HG KG PA /04 /04 /04 /04 /04 /04 /04 /04 /04 /04 /04 UM FHML-G UMCN UM FHML-G LUMC LUMC VUmc LUMC UMCG UMCN UMCG VUmc 80. 133. 190. 2. 47. 48. 120. 122. 199. 35. 62. 10. 54. 109. 113. 88. 138. 171. 22498 25616 26873 2833 18141 18162 25202 25257 27157 17535 21725 14244 18418 24855 24958 24117 25663 26503 ANA ANA ANA BCG BCG BCG CHI CHI EMS FAR FAR FY FY FY GER HG HG HG /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 UMCN VUmc UMCG UM FHML-G LUMC UMCG LUMC VUmc UMCG UMCN LUMC UMCN UMCG UM FHML-G VUmc UM FHML-G UMCN UMCN 34. 87. 108. 123. 148. 20. 98. 97. 198. 17423 23766 24835 25269 25910 15978 24685 24680 27156 INT INT INT INT INT KG KG PA PA /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 /05 LUMC UM FHML-G UMCG VUmc UMCN UMCN UM FHML-G UM FHML-G UMCG 121. 4. 46. 36. 128. 28. 83. 144. 185. 21. 161. 65. 112. 25237 11354 18108 17558 25427 16822 23050 25754 26774 16141 26326 21795 24950 ANA BCG BCG CHI FAR FY FY GYN GYN INT INT KG KG /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 /06 UM FHML-G UMCN UMCG UM FHML-G VUmc UMCN UM FHML-G UMCN UMCG LUMC UMCG LUMC VUmc 56. 22. 61. 85. 126. 134. 157. 195. 13. 141. 153. 180. 18584 16196 21521 23082 25387 25618 26190 27032 14806 25723 26076 26751 CHI DOK DOK DOK DOK DOK DOK GER HG HG INT PA /07 /07 /07 /07 /07 /07 /07 /07 /07 /07 /07 /07 UMCN LUMC UMCG UM FHML-G VUmc VUmc UMCN LUMC UMCG UM FHML-G UMCN UMCG 186. 156. 71. 16. 50. 200. 37. 32. 72. 149. 45. 76. 155. 187. 26. 55. 125. 26822 26105 22093 15290 18259 27216 17627 17173 22104 25926 17946 22395 26091 26836 16577 18571 25369 BCG DOK GER HG HG INT KG MET MET MET PS PS PS PS SG SG SG /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 /08 VUmc UMCN LUMC UMCG LUMC VUmc UMCN UMCG LUMC VUmc UMCG UMCN UM FHML-G VUmc UMCG UM FHML-G UMCN 103. 29. 115. 69. 84. 183. 145. 9. 102. 158. 25. 19. 124. 170. 99. 96. 104. 24722 16828 24986 21992 23059 26762 25792 13848 24705 26196 16552 15678 25271 26448 24689 24607 24748 ANA BCG BCG CHI CHI CHI EMS FAR FY GER HG INT INT INT KG PA PA /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 /09 VUmc UMCN VUmc LUMC UM FHML-G UMCG UMCN LUMC VUmc UM FHML-G UMCN UMCG VUmc LUMC UM FHML-G UMCN VUmc 7. 68. 111. 31. 49. 175. 13173 21922 24938 16916 18253 26684 ANA BCG BCG CHI CHI CHI /10 /10 /10 /10 /10 /10 UMCN LUMC VUmc UM FHML-G UMCN VUmc Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) 150. 168. 135. 40. 127. 142. 162. 169. 63. 164. 25940 26437 25620 17831 25401 25728 26328 26446 21764 26340 EMS FAR FY HG INT INT INT INT KG PA /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 /10 VUmc UMCG VUmc LUMC VUmc UM FHML-G UMCG LUMC LUMC UMCN 154. 177. 18. 188. 173. 3. 53. 132. 152. 30. 94. 8. 11. 24. 57. 166. 194. 89. 26083 26713 15338 26851 26651 3274 18411 25601 26042 16908 24487 13570 14286 16438 18609 26416 26994 24226 ANA ANA BCG BCG CHI DOK DOK DOK DOK FY HG KG NEU NEU NEU NEU NEU PA /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 /11 VUmc UMCG UMCN UMCG LUMC UM FHML-G UMCG VUmc LUMC LUMC VUmc UMCN UMCN LUMC UM FHML-G UMCG VUmc UM FHML-G 101. 119. 181. 79. 116. 77. 117. 139. 160. 114. 178. 39. 75. 93. 118. 131. 78. 146. 163. 165. 193. 60. 137. 24695 25064 26754 22487 25014 22452 25015 25677 26324 24971 26734 17748 22368 24406 25016 25580 22472 25855 26334 26368 26991 21513 25647 BCG CHI CHI DOK DOK EMS EMS FAR FAR GYN GYN HG HG HG HG HG INT INT INT INT INT KG NEU /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 /12 VUmc UMCN UMCG UMCN VUmc UMCN VUmc UM FHML-G UMCG LUMC VUmc UMCG UMCN UM FHML-G VUmc LUMC UMCN LUMC UMCG UM FHML-G VUmc UMCG LUMC De casuscode is als volgt opgebouwd: - het volgnummer van de casus in de toets - het systeemnummer van de casus - de discipline waartoe de casus behoort - de categorie waarin de casus behoort - de eigenaar/producent van de casus. Disciplines: ANA Anatomie BCG Biochemie/genetica/histologie/moleculaire celbiologie CHI Chirurgie DOK Dermatologie/KNO/oog EMS Epidemiologie/statistiek FAR Farmacologie FY Fysiologie GER Geriatrie GYN Gynaecologie/verloskunde HG Huisartsgeneeskunde INT Interne Geneeskunde KG Kindergeneeskunde MET Metamedica NEU Neurologie PA Patho-, immuno- en microbiologie PS Psychiatrie/psychologie SG Sociale geneeskunde Categorieën 01 Ademhalingsstelsel 02 Spier- en skeletstelsel 03 Geestelijke gezondheidszorg 04 Voortplantingsstelsel 05 Bloed-, lymf- en vaatstelsel, hart 06 Hormonen en metabolisme 07 Huid en bindweefsel 08 Persoonlijke en maatschappelijke aspecten, preventie 09 Spijsverteringsstelsel 10 Nieren en urinewegen 11 Zenuwstelsel en zintuigen 12 Kennis over vaardigheden Alle rechten voorbehouden Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG) Alle rechten voorbehouden