Antwoordsleutel iVTG

advertisement
ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (iVTG) - DECEMBER 2016
Nr.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
Antwoord
A 16. B
A 17. D
B 18. B
A 19. A
A 20. B
C 21. D
A 22. A
A 23. A
B 24. C
A 25. B
C 26. A
A 27. C
D 28. A
B 29. C
B 30. A
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
A
B
B
C
A
C
B
B
B
C
C
B
D
C
B
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
A
A
D
B
D
D
A
B
B
B
A
A
B
B
B
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
71.
72.
73.
74.
75.
A
D
C
D
B
C
D
C
C
A
C
B
C
C
C
76.
77.
78.
79.
80.
81.
82.
83.
84.
85.
86.
87.
88.
89.
90.
B
A
B
A
C
B
B
D
C
D
D
C
B
B
B
91.
92.
93.
94.
95.
96.
97.
98.
99.
100.
101.
102.
103.
104.
105.
A
A
C
B
C
B
C
A
D
C
B
C
B
C
D
106.
107.
108.
109.
110.
111.
112.
113.
114.
115.
116.
117.
118.
119.
120.
B
C
D
B
A
A
C
D
C
D
B
B
C
C
D
121.
122.
123.
124.
125.
126.
127.
128.
129.
130.
131.
132.
133.
134.
135.
A
B
C
D
C
A
A
B
C
A
D
D
A
B
A
136.
137.
138.
139.
140.
141.
142.
143.
144.
145.
146.
147.
148.
149.
150.
C
A
A
B
B
C
C
A
D
A
A
D
C
B
B
151.
152.
153.
154.
155.
156.
157.
158.
159.
160.
161.
162.
163.
164.
165.
D
C
A
B
A
C
A
B
A
B
B
A
C
A
B
166.
167.
168.
169.
170.
171.
172.
173.
174.
175.
176.
177.
178.
179.
180.
C
B
B
B
C
A
A
B
B
C
C
B
A
D
B
181.
182.
183.
184.
185.
186.
187.
188.
189.
190.
191.
192.
193.
194.
195.
A
B
C
A
D
A
A
A
D
A
C
C
C
B
C
196.
197.
198.
199.
200.
D
C
C
C
B
Bij de antwoordsleutel van de casus wordt niet alleen een literatuurreferentie, maar steeds vaker ook feedback voor studenten gegeven.
Het kan voorkomen dat casus of een literatuurreferentie of feedback bevatten.
Nr.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
Literatuurreferentie EN/OF feedback voor studenten
Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, blz. Part 8 Infectious Diseases, Section 2 Clinical Syndromes: Community-Acquired
Infections. Chapter 157 Infectious Arthritis. Microbiology
Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 662
Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 88
Medical biochemistry (4th ed. 2014) Baynes J. e.a., blz. 273
Epidemiologisch onderzoek: opzet en interpretatie (6e herz. dr. 2010) Bouter L. e.a., blz. 136-145
Psychiatry (3e voll.herz. ed. 2005) Gelder M. e.a., blz. 27
Human physiology: an integrated approach (5e ed. 2009/2010) Silverthorn D. e.a., blz. 644
Leerboek kindergeneeskunde (2e geh. herz. dr. 2015) Heymans H. e.a., blz. 397
Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a., blz. 370
Human physiology: an integrated approach (5e ed. 2009/2010) Silverthorn D. e.a., blz. 679
Neurologie (5e dr. 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a., blz. 513
Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 545, 656
Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (2e herz. dr. 2005) Jongh de T. e.a., blz. 153
Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a., blz. 178
Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 877
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. 842
Klinische neurologie (16e herz.dr. 2007/2008) Kuks J. e.a., blz. 167
Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz. 581
Textbook of medicine (4th ed. 2002) Souhami R., blz. 763
Dermatovenereologie voor de eerste lijn (8e geh.herz. dr. 2009) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 251
Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 1062
Dermatologie en venereologie (3e herz. dr. 2000) Vloten van W., blz. 235
Clinically oriented anatomy (6e ed. 2010) Moore K. e.a., blz. 166, 167
Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 176
Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz. 167
Werk en gezondheid: inleiding in de bedrijfsgezondheidszorg (4e herz. dr. 2010) Verbeek J. e.a., blz. 184
Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 543, 567
Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz. 203
Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz. 95
Medical physiology: a cellular and molecular approach (2e ed. 2009) Boron W. e.a., blz. 890-891
Urologie (2e herz. dr. 2008) Bangma C., blz. 15
Clinical epidemiology: how to do clinical practice research (3e ed. 2006) Haynes R. e.a., blz. 92-93
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 180
Sherris medical microbiology (5th ed. 2010) Ryan K. e.a., blz. 266, 334
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 257
Textbook of medical physiology (11e ed. 2006) Guyton A. e.a., blz. 867-868
Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 378
Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2011/2012) Turnpenny P. e.a., blz. 39
Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz. 122
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. k_nhgstandaarden/Samenvattingskaartje-NHGStandaard/M05_svk.htm
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 47
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 47
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 529
Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz. 533
Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz. 504-505
Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 817
Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz. 122
Essential cell biology (3th ed. 2009/2010) Alberts B., blz. 142
Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a., blz. 260
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. Samenvattingskaartje-NHGStandaard/M96_svk.htm
Gezondheidsrecht (2e herz. dr. 2009) Engberts D. e.a., blz. 61
Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 88-89
Ophthalmology: a pocket textbook atlas (2nd rev. ed. 2007) Lang K. e.a., blz. 490
Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 192
Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz. 306
Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a., blz. 329
Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 168
NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a., blz. richtlijnen M32
Textbook of biochemistry: with clinical correlations (7e ed. 2010/2011) Devlin T. e.a., blz. 710
Nelson essentials of pediatrics (6e ed. 2010/2011) Marcdante K. e.a., blz. 222
NHG-standaarden voor de huisarts (2011) Boukes F. e.a., blz. GEEN OPGAVE
Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a., blz. 293-306
Nelson textbook of pediatrics (19th ed. 2011) Kliegman R. e.a., blz. 69
Histology: a text and atlas: with correlated cell and molecular biology (7th ed. 2015/2016) Ross M. e.a., blz. 330-331
Nelson textbook of pediatrics (19th ed. 2011) Kliegman R. e.a.,
Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a., blz. 115-117
Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz. 800-805
Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz. 1092
Acute geneeskunde (7e geh.herz.dr. 2009) een probleemgerichte benadering in acute genees- en heelkundige situatie. Thijs L. e.a., blz. 334336
70. Histology: a text and atlas: with correlated cell and molecular biology (7th ed. 2015/2016) Ross M. e.a., blz. 316-317
FEEDBACK: de citroenzuurcyclus stopt zodra er geen zuurstof meer aanwezig is. Type II vezels zijn slecht doorbloed en verbruiken snel veel
zuurstof. In korte tijd is de zuurstof uitgeput en wordt overgegaan op anaerobe verbranding waarbij de citroenzuurcyclus niet meer actief is.
71. Essentials of clinical geriatrics (7th upd. ed. 2013) Kane R., blz. 277-298
72. Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a., blz. 328-330
73. Medische ethiek (3e herz. dr. 2009) Have ten H. e.a.,
74. Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/,
75. Handboek diagnostische verrichtingen in de huisartsenpraktijk (1e dr. 2012) Veld in 't C. e.a., blz. 76
76. Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a., blz. 132
77. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz. GEEN OPGAVE
78. Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 721
79. Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz. 897
80. Sobotta: Atlas of human anatomy. Volume 1: General anatomy and musculoskeletal system (15e ed. 2011) Paulsen F. e.a., blz. 340
81. Grondslagen der epidemiologie (6e licht gew. dr. 2006) Vandenbroucke J. e.a., blz. 381
82. Junqueira's basic histology: text and atlas (13th ed. 2013) Mescher A. e.a., chapter 10: Muscle Tissue
83. Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., blz. 1032
84. Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a.,
85. Rook's textbook of dermatology (8e ed. 2010) Rook A. e.a., chapter 30
86. Handboek gezondheidsrecht (6e dr. 2014) Leenen H. e.a., blz. 131
87. Cardiologie (2e herz. dr. 2008) Wall van der E., blz. 114
88. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. hartfalen
89. Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, chapter 374
90. Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz. 920
91. Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. Amoxicilline
92. NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a., blz. M67
93. Het onderzoek van de onderste extremiteiten (3e dr. 2008) Vaardigheden in de geneeskunde. Boumans M. e.a., blz. 29
94. NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. standaard perifere aangezichtsverlamming
FEEDBACK: het feit dat de parese over de hele linkerzijde is, wijst op een perifere facialis parese links. Bij een centrale facialis parese is
alleen de onderzijde van het linker/rechter aangezicht aangedaan. De nervus facialis kruist niet.
95. Gray's anatomy for students (2e ed. 2009/2010) Drake R. e.a., blz. 448
96. Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a., blz. 641
97. Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz. 298, fig. 7.36
98. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 318
99. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 169-170
100. Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2e dr. 2011) Brande van den J. e.a., blz. 762-763
101. Leerboek medische genetica (7e herz. dr. 2005) Bijlsma E. e.a., blz. 137-9, 152-160
FEEDBACK: De twee kinderen in verschillende generaties met meerdere malformaties en de vroege miskramen in de familie zijn te verklaren
door een chromosomale anomalie. Een gebalanceerde translocatie bij één van de ouders van de man is het meest waarschijnlijk, omdat noch
deze ouders, de man of zijn broer de aandoening heeft. Bij de aangedane kinderen en in geval van de miskramen is er waarschijnlijk sprake
van een ongebalanceerde translocatie. Autosomaal recessieve aandoeningen komen in homozygote toestand tot uiting. Het is ongebruikelijk
dat een autosomaal recessieve overerving in opeenvolgende generaties optreedt, omdat dan de partners (van buiten de familie) ook drager
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
102.
103.
104.
105.
106.
107.
108.
109.
110.
111.
112.
113.
114.
115.
116.
moeten zijn van dezelfde aandoening. Het feit dat zowel een mannelijk als een vrouwelijk kind meerdere malformaties heeft pleit wel voor
deze vorm van overerving. In zeer gesloten gemeenschappen waar onderling wordt getrouwd is dit overigens weer waarschijnlijker.
Dominante overerving is onwaarschijnlijk omdat geen van de ouders van de aangedane kinderen zelf is aangedaan. Autosomaal dominante
aandoeningen komen al tot expressie in heterozygote toestand. X-bepaalde recessieve overerving is uitgesloten, omdat zowel een man als
een vrouw is aangedaan. Bovendien, de man (die de gemeenschappelijke factor vormt tussen de aangedane kinderen) heeft zelf de
aandoening niet en hij heeft een aangedane zoon gehad (die zijn vaders Y-chromosoom heeft, en niet het X-chromosoom).
Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz. 552
FEEDBACK: Actief transport van Na+ in het colon is de drijvende kracht voor de osmotische absorptie van water.
Anatomische atlas (1e ed. 2009) Prometheus. Gilroy A. e.a., blz. inwendige organen
FEEDBACK: Ischemische colitis wordt veroorzaakt door een tijdelijke vermindering van de ‘flow’ bij een pre-existente arteriële
doorbloedingsstoornis. De a. mesenterica superior voorziet de darmen tot de linker colonflexuur van bloed. Bij afsluiting van deze aftakking
van de aorta, treedt er ischemie van deze doelorganen op. De a. mesenterica inferior voorziet de linker colonflexuur, het sigmoïd en rectum
van bloed.
Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 332
FEEDBACK: De T staat voor de primaire tumor, N is uitbreiding naar regionale lymfeklieren en M staat voor metastasen op afstand. Indien er
onvoldoende onderzoek gedaan kan worden om de T, N of M te bepalen, dient een 'X' gecodeerd te worden.
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. geen opgave
FEEDBACK: Boulimia nervosa van het purgerende type kenmerkt zich door recidiverende episoden van eetbuien met herhaald inadequaat
compensatoir gedrag om gewichtstoename te voorkomen. De meeste boulimia nervosa patiënten hebben een gewicht dat tussen de
normaalwaarden schommelt. Het purgerende type wekt het braken zelf op of misbruikt laxantia, diuretica of klysma’s. De combinatie van
frequente eetbuien en braken veroorzaakt soms een pijnloze zwelling van de speekselklieren (vooral de parotis). Het niet purgerende type
maakt tijdens een episode gebruik van andere compensatoire mechanismen. Bij anorexia nervosa is er een weigering het lichaamsgewicht te
handhaven op of boven een voor de leeftijd en lengte minimaal normaal gewicht. Door het normale BMI (21) in deze casus wordt anorexia
uitgesloten. Verder is er een onweerstaanbare drang om vermagering na te streven. Dit komt tot uiting is een abnormale houding tegenover
voeding, lichaamsomvang en gewicht. Er is een intense angst om in gewicht toe te nemen terwijl er sprake is van ondergewicht. Het
restrictieve type beperkt zich door beperking van voedselinname of een streng dieet. Het purgerende type vertoont tussendoor eetbuien en
zoekt een toevlucht tot zelf uitgelokt braken en/of gebruik van laxantia.
Practical paediatrics (7th ed. 2012) South M. e.a., blz. 482-495
Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a., blz. 115
Harrison's principles of internal medicine (18e ed. 2011/12) Longo D. e.a., chapter 12
Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz. 261
Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 169
FEEDBACK: Als een bot breekt of lokaal wordt beschadigd ontstaat er een plaatselijke bloeduitstorting die gevolgd wordt door de vorming van
een bloedstolsel. Door stagnatie van de bloedtoevoer sterven osteocyten aan weerszijden van de botbreuk af en wordt de matrix afgebroken.
Het herstel begint met de opruiming van het bloedstolsel, de dode cellen en de botmatrix. Daartoe wordt het gebied eerst gerevasculariseerd
en het omliggende gebied reageert met een sterke celvermeerdering. Bij langdurige immobilisatie wordt er minder bot aangemaakt en kalk
onttrokken. Echter in de beginfase van een botfractuur is dit nog niet aan de orde. Een benige callus is niet zichtbaar op de röntgenfoto als
hypodense fractuurlijn.
Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a.,
FEEDBACK: Tussen het bloed en de filtratieruimte bevinden zich drie filters; de glomerulair endotheelcellen, de glomerulaire basaal
membraan en de podocyten. Hiervan is de glomerulaire basaal membraan, die filtreert op basis van de grootte van de openingen en de lading
in de filamentaire massa, waarschijnlijk het belangrijkst. Negatief geladen moleculen (anionen) uit het plasma worden tegengehouden door
negatief geladen moleculen zoals het heparansulfaat in de lamina rarae (onderdeel van glomerulair basaal membraan). Zo gaat het negatief
geladen albumine, met een molecuulmassa van 65.000 u, niet door de lamina rarae interna van de basale membraan. Positief geladen
moleculen worden pas tegengehouden wanneer hun molecuulmassa groter wordt dan 70.000 u. Wanneer de negatieve lading van de
glomerulaire basaal membraan verdwijnt, neemt dus de permeabiliteit toe en komt albumine in de urine terecht. Glomerulaire endotheelcellen
zijn geen barrière voor moleculen, want het endotheel is gefenestreerd. Podocyten zijn ook geen barrière want deze bevinden zich na het filter
van het basaal membraan. Tubulair endotheel is helemaal niet betrokken bij de ultrafiltratie.
Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 215-217
FEEDBACK: De definitie van overgewicht bij kinderen wordt uitgedrukt in standaarddeviaties of percentielen in vergelijking met de normale
waarden van BMI, in vergelijking met de normale waarden van de BMI naar leeftijd. Hier is een internationale lijst voor afkapwaarden voor.
Normaal gewicht: onder of gelijk aan de 91st percentiel. Overgewicht: boven de 91st percentiel. Obesitas: boven de 98st percentiel. Ernstige
obesitas: groter dan 3,5 SD boven het gemiddelde.
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 290-1, 299-305
FEEDBACK: Het non-hodgkinlymfoom komt op alle leeftijden voor, met een toenemende incidentie (tot 20 nieuwe patiënten per 100.000
inwoners per jaar n de leeftijdsgroep > 60 jaar). De klinische presentatie komt grotendeels overeen met het hodgkinlymfoom (gelokaliseerde,
niet pijnlijke lymfekliergezwel op verschillende plaatsen; gewichtsverlies, koorts en nachtzweten). Alleen het hodgkinlymfoom kent een piek in
de frequentie rond de 20-25 jarige leeftijd. Acute myeloïde leukemie kenmerkt zich door bleekheid, snelle vermoeidheid, dyspneu d’effort door
anemie, recidiverende infecties ten gevolge van granulocytopenie en hemorragische diathese door trombocytopenie. Er zijn geen vergrote
lymfeklieren. Chronische lymfatische leukemie komt met name bij volwassenen voor en slechts de helft van de patiënten heeft klachten bij het
stellen van de diagnose (moeheid, anorexie door splenomegalie, gewichtsverlies, nachtzweten en jichtaanvallen). Net als bij AML zijn er geen
vergrote lymfeklieren bij CML.
Williams obstetrics (23e ed. 2010) Cunningham F., blz. 292-296
Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 411-421
FEEDBACK: De pariëtale cel in de maag produceert onder andere intrinsic factor. Deze factor bindt zich aan vitamine-B12 in het voedsel en
maakt opname van dit vitamine in de dunne darm mogelijk. Normaal gesproken wordt dit complex door darmepitheelcellen opgenomen in het
ileum. Wanneer dit complex incompleet is (vitamine-B12 deficiëntie, door een auto-immuunziekte) of de opname in het ileum is gestoord
(ileumresectie, vlokatrofie door cytostatica, coeliakie) geeft dit klachten van o.a. vloeistofverlies en diarree en pernicieuze anemie.
Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz. 282-283
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
117.
118.
119.
120.
121.
122.
123.
124.
125.
126.
127.
128.
FEEDBACK: De n. hypoglossus (n. XII) bevat uitsluitend motorische vezels en innerveert de spieren van de tong. Om de functie hiervan te
beoordelen inspecteert de onderzoeker bij een patiënt met geopende mond de vorm en de ligging van de tong en of de tong stil ligt. Dan
steekt de patiënt de tong uit en wordt beoordeeld of de tong naar links of rechts uitgestoken wordt. Bij een eenzijdige uitval van de n.
hypoglossus is de tong aan de aangedane zijde atrofisch. De tong wordt dan meestal naar de aangedane zijde uitgestoken, de gezonde
spieren duwen immers het hardst naar de andere kant. De n. glossopharyngeus (n.IX) vervoert impulsen van de smaakpapillen van het
achterste gedeelte van de tong en innerveert de m. stylopharyngeus, de farynxwand en de tonsillen. Wanneer bij het foneren (patiënt zegt bijv.
‘a’ met open mond) de uvula naar een zijde trekt, wijst dat op uitval van de motorische vezels van de n. IX aan de andere zijde.
Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz. 80-92
FEEDBACK: een patiënt-controle onderzoek is het meest geschikt. In een cohortonderzoek zouden erg veel proefpersonen moeten worden
geïncludeerd om voldoende ziektegevallen te krijgen. Dat is kostbaar. Een experimenteel onderzoek is ethisch onverantwoord.
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. 'Het rode oog'
FEEDBACK: Om de cornea te beoordelen op beschadiging wordt het oog aangekleurd met fluoresceïne (een oranje kleurstof) en vervolgens
beoordeeld met blauw licht. Het beschadigde deel van het hoornvlies kleurt dan groen aan. Aciclovir-oogzalf wordt gebruikt in de
medicamenteuze behandeling van een herpes-simplex-blefaroconjunctivitis. Atropine oogdruppels behoren tot de mydriatica en worden
voornamelijk als diagnosticum gebruikt om de pupil te verwijden. Oxybuprocaïne oogdruppels kunnen gebruikt worden om het oog te
verdoven.
- Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie.,
FEEDBACK: op de rug komt veel spanning. De hechtingen zullen betrouwbaar lang genoeg sterk en aanwezig moeten zijn (niet
resorbeerbaar) en toch verwijderd gaan worden om niet nodeloos lang insnoeringen in de huid te geven bij transcutane hechtingen
(resorbeerbaar is fout). Gevlochten draad geeft meer weefselreactie, draagt bij aan het infectierisico en is moeilijker te verwijderen. (A en B
zijn fout)
Acute geneeskunde (7e geh.herz.dr. 2009) een probleemgerichte benadering in acute genees- en heelkundige situatie. Thijs L. e.a., blz. 324
Larsen's human embryology (4e ed. 2009) Larsen W. e.a., blz. 282
Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., blz. 97, 459-462
FEEDBACK: Ongeveer 40% van de chirurgische patiënten ontwikkelt trombose in de been- of bekkenvenen. Trombose komt vooral voor bij
ouderen patiënten (> 60 jaar) met een maligniteit als zogenoemd paraneoplastisch verschijnsel. Aangezien de patiënt tevens pijn heeft in de
rechterkuit, en de omtrek van de rechterkuit meer dan 3 cm groter is dan die van de linkerkuit, staat een diep veneuze trombose bovenaan in
de differentiaaldiagnose. Bij erysipelas zou ook scherp begrensde roodheid met voelbare rand ter plaatse van de rechterkuit en koorts
aanwezig moeten zijn. Een stenose in de arteria poplitea, Fontaine III, geeft ischemische rustpijn in het onderbeen. Zwelling van het been
ontbreekt daarbij echter. De klinische symptomen van een acute arteriële afsluiting, vaak samengevat als de 5 P’s, zijn pain, pallor,
pulselessness, paralysis en paresthesia, ofwel zeer hevige pijn, bleekheid van de extremiteit, geen palpabele pulsaties en verlies van
motorische en sensorische functies.
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 493-506
FEEDBACK: Bij een myocardinfarct is er sprake van een levensbedreigende situatie waarbij acute medicamenteuze en/of nietmedicamenteuze interventies noodzakelijk zijn. Bij het non-ST-elevatie myocardinfarct is er meestal sprake van een zogenoemde instabiele
atherosclerotische plaque met een supergeponeerde trombus. Per definitie is er op het ECG geen persisterende ST-elevatie. Vaak is er wel
sprake van ST-depressies of T-topwisseling. Afhankelijk van het aan- of afwezig zijn van een verhoging van biomarkers in het bloed en de
ontwikkeling van het ecg, wordt onderscheid gemaakt tussen instabiele angina pectoris of non-ST-elevatie myocardinfarct. Als biomarkers
wordt met name de combinatie van CK-MB-massa en hartspecifieke troponine I of T aanbevolen. Deze laatste markers zijn meestal niet
verhoogd indien ze afgenomen zijn binnen 6 uur na het ontstaan van de klachten. Na 6-8 uur dienden deze herhaald te worden. Het STelevatie myocardinfarct heeft wel de kenmerkende ST-elevaties op het ECG en verhoogde biomarkers. Ook wordt dit wel het acute
myocardinfarct genoemd. Er is sprake van acute en persisterende afsluiting van een van de coronairarteriën. Een verschil met angina pectoris
is de hevigheid, het feit dat de pijn niet verdwijnt in rust, niet reageert op nitroglycerine en langer duurt dan 15 minuten. Angina pectoris
ontstaat wanneer er niet aan een verhoogde zuurstofbehoefte van het myocard kan worden voldaan. Angina pectoris wordt vaak veroorzaakt
door inspanning, koude en/of emoties en gaat vaak snel weer voorbij wanneer de prikkel stopt. Onder instabiele angina pectoris wordt
verstaan: angina pectoris in rust; angina pectoris korter dan twee maanden die ernstig of frequent is; angina pectoris waarbij de klachten
duidelijk vaker, ernstiger, langduriger of bij minder inspanning optreden dan voorheen; en angina pectoris die optreedt binnen 2 weken na een
acuut myocardinfarct of binnen 2 weken na een percutane coronaire interventie.
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 636-638
FEEDBACK: Bij tumoren van de tong is er meestal sprake van een plaveiselcelcarcinoom. Het carcinoom komt vooral voor bij forse rokers en
bij chronisch fors alcoholgebruik. De meest tumoren zitten op de tong, op het tandvlees en in de mondbodem. Ze metastaseren relatief vroeg
naar de halsklieren. Cocaïnegebruik kan een neusseptumdefect veroorzaken. Aften zijn geen voorbode van een tongcarcinoom. De oorzaak
van aften is onbekend. Door het bewerken van hardhout kan een adenocarcinoom in de neusbijholten ontstaan en wordt gezien als een
beroepsziekte.
Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz. 374
Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., blz. 154
FEEDBACK: Een hordeolum internum is een acute ontsteking van een kliertje van Meiboom. Een kliertje van Zeiss of een kliertje van Moll is
aangedaan bij het hordeolum externum.
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 432
FEEDBACK: Deze casus schetst een beeld van een urineweginfectie (UWI) met tekenen van weefselinvasie. Bij niet-zwangere vrouwen
boven de 16 jaar is de eerste keus ciprofloxacine, 2 dd 500 mg gedurende 7 dagen. Cranberrytabletten is een type profylaxe dat
voorgeschreven kan worden bij recidiverende UWI’s. In deze casus betreffende een mogelijke pyelonefritis is dit niet therapeutisch.
Metronidazol wordt met name bij vaginose/vaginitis voorgeschreven. Nitrofurantoïne wordt bij een ongecompliceerde UWI voorgeschreven. Bij
een pyelonefritis is dit niet toereikend omdat nitrofurantoïne onvoldoende weefselpenetratie geeft en is ciprofloxacine de eerste keuze.
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. De overgang. M73
FEEDBACK: Bij vrouwen zonder uterus geeft men indien suppletiebehandeling geïndiceerd is, alleen oestrogenen. Wanneer een vrouw haar
uterus nog wel heeft worden altijd oestrogenen in combinatie met progestagenen gegeven om het risico op endometriumhyperplasie en carcinoom te beperken. Monotherapie met prostagenen wordt niet gegeven. Lokale oestrogenen (vaginaal) wordt met name bij vaginale
atrofie voorgeschreven en niet bij de vasomotore klachten zoals opvliegers. Hormonale behandeling wordt ontraden aan vrouwen die roken,
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
129.
130.
131.
132.
133.
134.
135.
136.
137.
138.
139.
140.
141.
142.
143.
144.
145.
antihypertensiva of cholesterolverlagende middelen gebruiken, een myocardinfarct, CVA, diep veneuze trombose of longembolie hebben
doorgemaakt. Ook wordt het ontraden bij vrouwen met trombofilie, een belaste familieanamnese voor veneuze trombose, een verhoogd risico
op mammacarcinoom, met, al dan niet in remissie zijnde, hormoonafhankelijke tumoren, zoals mamma- of endometriumcarcinoom, ernstige
leverfunctiestoornissen of cholestatische icterus tijdens zwangerschap en bij endometriose.
Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. Angststoornissen
FEEDBACK: Bij sociale fobie zijn de selective serotonin reuptake inhibitors (SSRI's, zoals paroxetine) in onderzoek werkzaam gebleken: 43–
70% van de patiënten verbetert klinisch relevant. Serotonerge tricyclische antidepressiva (TCA’s, zoals clomipramine) zijn niet onderzocht.
Vanwege het bijwerkingenprofiel, een eenvoudiger doseringsschema en daardoor een betere therapietrouw, en het mogelijk positieve effect
op de eetbuien, is er bij deze patiënte een voorkeur voor SSRI’s boven TCA’s. Benzodiazepinen in relatief hoge dosering (clonazepam 1–3
mg, alprazolam 2–3 mg, bromazepam 20 mg) zijn in onderzoek werkzaam gebleken. Echter, gezien het bijwerkingenprofiel en het risico op
afhankelijkheid zijn benzodiazepinen niet de behandeling van eerste keuze. Geadviseerd wordt om benzodiazepinen te reserveren voor SSRItherapieresistente patiënten. De bètablokker propranolol kan voorgeschreven worden bij examen- of podiumvrees, 10 mg 30 minuten tot 2 uur
voor het examen/optreden.
Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, hfdst. 265
Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz. 101
Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 135
FEEDBACK: Het varicellazostervirus waarmee vrijwel de gehele westerse bevolking ooit wordt besmet (waterpokken) blijft normaliter latent
aanwezig o.a. in de non-neuronale satellietcellen. Reactivatie van het virus kan leiden tot een uitval van o.a. de nervus facialis. Vaak start
deze aandoening met peri-auriculaire pijn. Tegelijkertijd kunnen er vesiculae rondom of in het oor en op het gelaat ontstaan. De klachten gaan
veelal gepaard met een algemene malaise en er kunnen duidelijke vertigoklachten aanwezig zijn en soms ook een perceptief gehoorverlies.
Men spreekt ook wel van het ramsay-hunt-syndroom. Bij neuritis vestibularis is er sprake van (draai)duizeligheid, echter niet van
gehoorverlies, peri-auriculaire pijn, uitval van de n. facialis of vesiculae in de gehoorgang. Bij otitis externa zijn er wel klachten van oorpijn, kan
er sprake zijn van gehoorverlies en worden er otoscopische afwijkingen gezien. Vesiculae worden echter niet gezien. Borreliose (ziekte van
Lyme) kan hersenzenuwuitval veroorzaken, maar ook hier worden geen vesiculae gezien. De diagnose bellparese wordt per exclusionem
gesteld. Aangezien er in deze casus duidelijke aanwijzingen zijn voor herpes zoster oticus, kan de diagnose bellparese worden uitgesloten.
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 247
FEEDBACK: Vanuit de vena umbilicalis stroomt zuurstofrijkbloed in de ductus venosus. De ductus venosus zorgt ervoor dat ongeveer
éénderde van het zuurstofrijke bloed direct naar de vena cava inferior en vervolgens rechterharthelft gaat, waar het daarna via het foramen
ovale naar de linkerharthelft geleid wordt. Vanuit hier komt het zuurstofrijke bloed in de aortaboog terecht en kan het via de carotiden de
hersenen bereiken. De ductus arteriosus zorgt ervoor dat tweederde van de bloedstroom in de arteria pulmonalis communis voorbij de longen
naar de aorta descendens geleid wordt. Dit bloed stroomt niet langs de carotiden.
Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 117-118
FEEDBACK: huidafwijkingen waarbij pruritus als klacht gemeld wordt komen veel voor in de huisartsenpraktijk (27 per 1000 patiënten per
jaar). Lichen ruber planus is een niet besmettelijke in de meeste gevallen jeukende huidafwijking. Lichen planus geeft het zogenaamde
Koebner fenomeen. Op de plaats van krabben of ander trauma ontstaan lichen planus-papeltjes. In 10% van de gevallen zijn ook de nagels
aangetast. Dermatitis herpetiformis zit op andere voorkeurslocaties, heeft geen Koebner fenomeen en komt nooit in het mondslijmvlies voor.
Lichen sclerosus treedt met name op of rond de genitaliën (in een klein percentage komt het ook extragenitaal voor, als er ook genitale variant
aanwezig is) en kenmerkt zich door een sclerosering en porseleinkleurige verandering van de huid. Pityriasis rosea kenmerkt zich door de
ovale erythemateuze maculae met poederfijne schilfering, gelegen in splijtlijnen en heeft een ander beloop en ook is de jeuk niet altijd
aanwezig.
Vander's human physiology: the mechanisms of body function (12th ed. 2011) Widmaier E. e.a., blz. 461-492
FEEDBACK: De hoeveelheid water in het lichaam wordt onder andere gereguleerd door het antidiuretisch hormoon (ADH). Na inname van
veel water is de productie van ADH geremd en worden de wanden van de distale tubulus en de verzamelbuizen ondoorlaatbaar voor water,
zodat er in deze buizen geen water kan worden terug geresorbeerd. Het resultaat is een grote hoeveelheid hypotone, waterrijke urine, zodat
de overtollige hoeveelheid water wordt uitgescheiden, terwijl de ionen die nodig zijn om de osmolaliteit van de weefselvloeistof op peil te
houden, behouden blijven. Bij inname van weinig water of bij sterke transpiratie wordt ADH afgescheiden en worden de wanden van de distale
tubuli en de verzamelbuizen sterk doorlaatbaar voor water, dat wordt geresorbeerd. Als gevolg wordt de urine hypertoon.
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 722-725
FEEDBACK: In deze casus is het gebruik van IVF de eerst aangewezen behandeloptie. Uit het oriënterend fertiliteitsonderzoek blijkt dat de
eileiders volledig geblokkeerd zijn. Daardoor is IUI (intra-uteriene inseminatie) niet geschikt, want dan moet transport van de eicel door de
eileiders mogelijk zijn. Van ICSI is pas in een later stadium sprake als zou blijken dat de spermakwaliteit beneden niveau is voor een geschikte
Ivf-behandeling. Uit het oriënterend fertiliteitsonderzoek is daarvoor nu geen reden. Bij IVF vindt de bevruchting van de eicel in vitro plaats
buiten de baarmoeder. Nadat bevruchting heeft plaatsgevonden wordt, afhankelijk van de IVF-kliniek, binnen 3-5 dagen na bevruchting het
embryo teruggeplaatst.
Neurologie (6e herz. dr. 2015) Hijdra A. e.a., hfdst. 20 blz. 197 e.v.
FEEDBACK: Op alle leeftijden, maar zeker bij ouderen is er een uitgebreidere dd van een TIA, dan alleen vasculair. Hierbij zijn metabole
oorzaken (glucose) en tumoren een belangrijke oorzaak; dan is starten met medicatie zonder diagnose niet verstandig. Eerst de diagnose dan
de behandeling!
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. Perifeer arterieel vaatlijden
Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a., blz. 191
- Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie.,
FEEDBACK: De normale termijn van gipsimmobilisatie voor deze fractuur is 6 weken vanwege de tijd die nodig is voor consolidatie. Op deze
termijn kan dus zeker nog niet gesproken worden over ‘delayed union’. Initieel is er repositie nodig geweest, het is dus ondenkbaar dat, als de
fractuur nu opnieuw breekt op dezelfde plaats, de stand toch zou zijn behouden.
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. Bacteriële huidinfecties
Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 601
Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, chapter 153 pneumonia
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 741
- Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie.,
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
146.
147.
148.
149.
150.
151.
152.
153.
154.
155.
156.
157.
158.
159.
160.
161.
162.
163.
164.
165.
166.
167.
168.
169.
170.
171.
172.
173.
174.
175.
176.
177.
178.
179.
180.
181.
182.
183.
184.
185.
186.
187.
FEEDBACK: de voortrekkersrol in combinatie met de ‘single center’ opzet maakt dat de bevindingen niet overal met zekerheid gereproduceerd
zullen kunnen worden. Dat maakt A tot het juiste antwoord. Sigmoïdtumoren komen veel voor dus is C fout. Ligduur en pijn weerspiegelen
herstel; dat is dus ook een relevante uitkomstmaat waardoor B eveneens fout is.
Sherris medical microbiology (6th ed. 2014) Ryan K. e.a., blz. 325
The immune system (4th ed. 2014/2015) Parham P., hfdst. 14
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 915
Leerboek gezondheidsrecht (3e herz. dr. 2013) Engberts D. e.a., blz. 40-41
FEEDBACK: Artsen komt het zogeheten verschoningsrecht toe. Verschoningsrecht houdt in dat een beoefenaar van een van de genoemde
beroepen (artsen, tandartsen, apothekers en verloskundigen) zich voor de rechter kan verschonen (afzien van, weigeren) van het afleggen
van een getuigenverklaring voor zover het afleggen van die verklaring een schending zou betekenen van het beroepsgeheim en de
zwijgplicht. Dat is in deze casus het geval. Personen wier werk het is een verschoningsgerechtigde in zijn professionele bezigheden te
ondersteunen en te assisteren kunnen zich beroepen op het verschoningsrecht van degene in wiens dienst zij staan of die zij bijstaan in zijn
beroepsuitoefening. Dit is het afgeleid verschoningsrecht; hiervan is sprake bij de portier in de casus.
Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz. 38-40
FEEDBACK: Als het gemiddelde van een variabele in een dataset hoger is dan de mediaan wijst dit op een naar rechts scheve verdeling. Het
gemiddelde wordt dan beïnvloed door extreem hoge getallen. Bij een dergelijk scheve verdeling is het gemiddelde GEEN goede indicator voor
het midden van de observaties. Het is dan gebruikelijk om de mediaan als samenvattingsmaat te rapporteren.
Neuroanatomy through clinical cases (2nd ed. 4th print 2010 (2014?)) Blumenfeld H., blz. 325
Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 206-207
Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e dr. 2012) Meer van der J. e.a., blz. 76
Leerboek radiologie (1e dr. 1995) Bloem J. e.a., blz. 42
FEEDBACK: Het beeld zoals het in de casus wordt beschreven is typisch voor een epiduraal hematoom. Bij een acuut subduraal hematoom
laat de CT-scan een schilvormige, homogene hyperdense bloedcollectie zien die zich diffuus langs de aangedane hemisfeer verspreidt. Bij
een intraparenchymaal hematoom ziet men grillige hyperdense gebieden in het hersenweefsel. Bij een subarachnoïdale bloeding wordt lokaal
in de sulci en cysternen bloed als een hyperdense vloeistofcollectie gezien.
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009, 5e opl. 2014/2015) Hengeveld M. e.a., blz. 22
Leerboek oogheelkunde (2013) Tan H. e.a., blz. 146
Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 92
NHG-standaarden voor de huisarts. https://www.nhg.org/, blz. obstipatie
Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a., blz. 396
Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. Inleiding
Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. GEEN OPGAVE
Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. GEEN OPGAVE
Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 677
Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (6e ed. 2011/2012) Rubin R. e.a., blz. 795
Harrison's Online. http://accessmedicine.mhmedical.com/, blz. The Metabolic Syndrome. Accessed November 23, 2015.
Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., blz. 16.2.6
Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 1032
Farmacotherapeutisch Kompas. https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/, blz. 8/C/10
Sherris medical microbiology (6th ed. 2014) Ryan K. e.a., blz. 911-930
Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 267
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 265
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 358
Leerboek acute geneeskunde: probleemgerichte aanpak (2014) Vugt van A. e.a., blz. 140-141
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 904-910
Leerboek urologie (3e herz. dr. 2013) Bangma C., blz. 128-130
FEEDBACK: Het beeld zoals beschreven is klassiek voor een torsio testis. In vergelijking met de torsio testis is er bij een epididymitis sprake
van een iets geleidelijker begin. Daarnaast is er vaak koorts en soms zijn er mictieklachten. Orchitis komt als geïsoleerde aandoening zelden
voor. Orchitis is meestal een gevolg van een virale infectie, waarvan bof het bekendst is.
Essentials of clinical geriatrics (7th upd. ed. 2013) Kane R., chapter 6 online
Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., hfdst. 46
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 346-348
FEEDBACK: Als er sprake is van een staande portio betekent dit dat deze nog niet rijp is. Het inbrengen van prostaglandinegel of een Foleyballonkatheter zorgt voor verweking van de cervix. Als de portio voldoende gerijpt is dan kunnen de weeën op gang gebracht worden. De
eerste stap daarbij is het breken van de vliezen of het strippen van de vliezen. Dit kan ervoor zorgen dat er hormonen vrijkomen die de weeën
opwekken. Is dit niet het geval dan kan oxytocine intraveneus worden toegediend.
Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. GEEN OPGAVE
Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz. 555
Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a., hfdst. 6 buik
Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a., hfdst. 7
Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a., hfdst. galstone diseases and related disorders
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., hfdst. 29
Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., hfdst. 28
Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz. 629-631, 635
FEEDBACK: De grens tussen de epitheeltypen van de uterus en de vagina verloopt grillig en varieert in positie. Bij een jong meisje ligt deze
grens juist binnen het cervixkanaal, dus meer naar binnen ten opzichte van het ostium externum. In de geslachtsrijpe periode ligt deze grens
juist op de ectocervix, na de menopauze weer in het cervixkanaal. De situatie in deze zone en de plaats van de epitheelovergang worden
beïnvloed door hormonale factoren, trauma en ontsteking, zwangerschap en bevalling.
Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009, 5e opl. 2014/2015) Hengeveld M. e.a., blz. 145-149
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
188.
189.
190.
191.
192.
193.
194.
195.
196.
197.
198.
199.
200.
FEEDBACK: Voor preventieve interventies gericht op psychiatrische stoornissen is een aangescherpte definitie ontwikkeld. Er worden hierbij
vier vormen van preventie onderscheiden. Geïndiceerde preventie is gericht op mensen met subsyndromale klachten: beginnende
psychiatrische klachten die qua ernst, duur of hun samenhang met andere symptomen niet voldoen aan de DSM-V-criteria van een
psychiatrische stoornis. Waar bij selectieve preventie nog geen problemen aanwezig hoeven te zijn, is dat bij geïndiceerde preventie wel het
geval. Selectieve preventie is gericht op individuen of een subgroep van de populatie waarbij het risico op het ontwikkelen van een
psychiatrische stoornis aanzienlijk groter is dan gemiddeld. Universele preventie is gericht op de algemene bevolking of een deelpopulatie die
niet geïdentificeerd is op basis van een individuele risicofactor. Zorggerichte preventie is gericht op mensen die wel een aandoening hebben
volgens DSM-V-criteria. Preventieve interventies gericht op deze groepen zijn gericht op terugvalpreventie, het voorkomen van comorbiditeit
en het verminderen van de gevolgen van psychiatrische aandoeningen voor mensen in de directe omgeving.
Essential cell biology (4th ed. 2013/2014) Alberts B. e.a., hfdst. 15
Mims' medical microbiology (5th ed. 2013) Goering R. e.a., blz. 255-256
FEEDBACK: Het beeld zoal beschreven past bij trichomoniasis vaginalis. Trofozoïeten worden bij de overige ziektebeelden niet gezien. Bij
bacteriële vaginose zijn er wel cluecellen te zien, maar er is geen sprake van een ontstekingsbeeld en er zijn dan ook geen leukocyten. Bij een
candida infectie laat het fysiologisch zoutpreparaat wel veel leukocyten zien en soms pseudohyfen. Bij een chlamydia infectie worden ook
leukocyten gezien, maar de diagnose kan alleen gesteld worden door middel van PCR-onderzoek.
Gray's anatomy for students (2014) Drake R., blz. GEEN OPGAVE
Essential surgery: problems, diagnosis and management (5th ed. 2014) Quick C. e.a., blz. GEEN OPGAVE
Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie: een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek (2e herz. dr. 2012) Olde Rikkert M. e.a., blz.
440-441
FEEDBACK: Ongunstige prognostische factoren met betrekking tot de korte termijn overlevingskans zijn met name de mate van tachypnoe,
de ernst van de dyspnoe, het optreden van tachycardie en de afwezigheid van hoesten. Een productieve hoest is gunstig, omdat er dan
waarschijnlijk geen sprake is van sputumretentie. Koorts en verwardheid zijn geen prognostische factoren op de korte termijn overlevingskans.
Fysische diagnostiek: uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek (2e herz. dr. 2015) Jongh de T. e.a., blz. 98-103
FEEDBACK: Het punctum maximum van de souffle bij een aortaklepstenose ligt op de tweede intercostale ruimte rechts en straalt uit naar de
carotiden. De souffle bij een pulmonalisstenose heeft een punctum maximum over de tweede intercostale ruimte links. Lekkage van de
aortaklep gaat gepaard met een souffle die het luidst is op de derde intercostale ruimte links. Op de vierde/vijfde intercostale ruimte links kan
de sluiting van de tricuspidalisklep gehoord worden, onderdeel van de eerste harttoon.
Neurologie (5e dr. 2e opl. 2013) Hijdra A. e.a., blz. 129
FEEDBACK: De mate van bewustzijn kan worden uitgedrukt in de EMV-score. Een wakkere, normaal georiënteerde patiënt heeft een EMVscore van 4-5-6. In deze casus is de score 2-3-2. Openen van de ogen op pijnprikkel geeft een score van 2. Aan de rechterkant scoort hij
motorisch een 2, maar de beste score telt, omdat deze een indruk over de algehele toestand geeft. Motorisch scoort hij dus een 3. Geluiden
maken op pijnprikkel scoort een 2.
Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 158-165
Nelson essentials of pediatrics (7th ed. 2014/2015) Marcdante K. e.a., blz. 63-64
Klinische neurologie (17e herz. dr. 2012) Kuks J. e.a., blz. GEEN OPGAVE
Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 456-458
NHG-Standaarden voor de huisarts (2015) deel 1 en 2, blz. 87-88
Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010/2011) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 867-88
FEEDBACK: Een hoog HDL-cholesterolgehalte is sterk geassocieerd met een verlaagd risico op hart- en vaatziekten. De lipoproteïnen
worden geclassificeerd op basis van hun fysisch-chemische eigenschappen zoals dichtheid en grootte in zes verschillende klassen:
chylomicronen, very-low-density lipoproteïnen (VLDL), intermediate-density lipoproteïnen (IDL), low-density lipoproteïnen (LDL), high-density
lipoproteïnen (HDL) en lipoproteïne (a) (Lp(a)) (tabel 21.1). De eerste twee zijn triglyceridenrijk, de overige cholesterolrijk. De hoogte van de
cholesterolconcentratie in het bloed is normaliter een afspiegeling van de hoeveelheid LDL (bevat 70% van het plasmacholesterol), terwijl die
van triglyceriden (onder nuchtere omstandigheden) de hoeveelheid VLDL reflecteert. HDL transporteert circa 25% van het plasmacholesterol.
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
CASUS OPGENOMEN IN DE INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER 2016
- Gesorteerd op vraagnummer in de toets 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
71.
72.
73.
74.
75.
76.
77.
78.
79.
1617
2833
3274
11354
11580
12094
13173
13570
13848
14244
14286
14546
14806
15020
15044
15290
15298
15338
15678
15978
16141
16196
16336
16438
16552
16577
16789
16822
16828
16908
16916
17173
17287
17423
17535
17558
17627
17704
17748
17831
17870
17889
17919
17930
17946
18108
18141
18162
18253
18259
18264
18406
18411
18418
18571
18584
18609
18627
18643
21513
21521
21725
21764
21783
21795
21909
21920
21922
21992
22080
22093
22104
22264
22285
22368
22395
22452
22472
22487
INT
BCG
DOK
BCG
EMS
PS
ANA
KG
FAR
FY
NEU
PS
HG
CHI
ANA
HG
HG
BCG
INT
KG
INT
DOK
ANA
NEU
HG
SG
PS
FY
BCG
FY
CHI
MET
PS
INT
FAR
CHI
KG
BCG
HG
HG
PS
PS
FAR
INT
PS
BCG
BCG
BCG
CHI
HG
EMS
FY
DOK
FY
SG
CHI
NEU
HG
BCG
KG
DOK
FAR
KG
PA
KG
EMS
ANA
BCG
CHI
BCG
GER
MET
MET
INT
HG
PS
EMS
INT
DOK
/02
/05
/11
/06
/02
/03
/10
/11
/09
/05
/11
/03
/07
/02
/01
/08
/02
/11
/09
/05
/06
/07
/01
/11
/09
/08
/03
/06
/09
/11
/10
/08
/03
/05
/05
/06
/08
/04
/12
/10
/03
/03
/02
/02
/08
/06
/05
/05
/10
/08
/03
/02
/11
/05
/08
/07
/11
/04
/01
/12
/07
/05
/10
/02
/06
/04
/02
/10
/09
/02
/08
/08
/03
/02
/12
/08
/12
/12
/12
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UMCN
UM FHML-G
UMCN
UMCN
UMCN
LUMC
UMCN
UMCN
UMCG
UMCG
LUMC
UMCN
UMCG
UMCG
UMCN
UMCG
UMCN
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
UMCN
UMCG
UMCG
UMCN
UMCN
LUMC
UM FHML-G
UMCG
LUMC
LUMC
UMCN
UM FHML-G
UMCN
UMCN
UMCG
LUMC
UM FHML-G
UM FHML-G
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
LUMC
UMCG
UMCN
LUMC
LUMC
UMCG
UMCG
UMCG
UM FHML-G
UMCN
UM FHML-G
UMCN
UM FHML-G
UMCG
UMCG
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
LUMC
UMCN
UMCN
UMCN
UMCN
UMCN
UMCN
UMCN
80.
81.
82.
83.
84.
85.
86.
87.
88.
89.
90.
91.
92.
93.
94.
95.
96.
97.
98.
99.
100.
101.
102.
103.
104.
105.
106.
107.
108.
109.
110.
111.
112.
113.
114.
115.
116.
117.
118.
119.
120.
121.
122.
123.
124.
125.
126.
127.
128.
129.
130.
131.
132.
133.
134.
135.
136.
137.
138.
139.
140.
141.
142.
143.
144.
145.
146.
147.
148.
149.
150.
151.
152.
153.
154.
155.
156.
157.
158.
22498
23008
23046
23050
23059
23082
23088
23766
24117
24226
24351
24370
24398
24406
24487
24547
24607
24680
24685
24689
24691
24695
24705
24722
24748
24749
24753
24756
24835
24855
24934
24938
24950
24958
24971
24986
25014
25015
25016
25064
25202
25237
25257
25269
25271
25369
25387
25401
25427
25430
25457
25580
25601
25616
25618
25620
25622
25647
25663
25677
25717
25723
25728
25739
25754
25792
25855
25898
25910
25926
25940
25948
26042
26076
26083
26091
26105
26190
26196
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
ANA
FY
ANA
FY
CHI
DOK
MET
INT
HG
PA
BCG
FAR
HG
HG
HG
ANA
PA
PA
KG
KG
KG
BCG
FY
ANA
PA
PS
HG
GER
INT
FY
BCG
BCG
KG
GER
GYN
BCG
DOK
EMS
HG
CHI
CHI
ANA
CHI
INT
INT
SG
DOK
INT
FAR
HG
INT
HG
DOK
ANA
DOK
FY
GYN
NEU
HG
FAR
CHI
HG
INT
INT
GYN
EMS
INT
PA
INT
MET
EMS
NEU
DOK
INT
ANA
PS
DOK
DOK
GER
/05
/01
/02
/06
/09
/07
/03
/05
/05
/11
/04
/01
/02
/12
/11
/04
/09
/05
/05
/09
/01
/12
/09
/09
/09
/03
/01
/03
/05
/05
/02
/10
/06
/05
/12
/09
/12
/12
/12
/12
/05
/06
/05
/05
/09
/08
/07
/10
/06
/03
/01
/12
/11
/05
/07
/10
/04
/12
/05
/12
/02
/07
/10
/01
/06
/09
/12
/01
/05
/08
/10
/02
/11
/07
/11
/08
/08
/07
/09
UMCN
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
VUmc
UM FHML-G
UMCN
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
LUMC
UMCN
UMCG
UM FHML-G
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
LUMC
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
UMCN
LUMC
UM FHML-G
VUmc
VUmc
VUmc
UMCN
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
UMCN
LUMC
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
VUmc
LUMC
UMCN
UM FHML-G
UMCN
UM FHML-G
UM FHML-G
UM FHML-G
UMCN
UMCN
LUMC
LUMC
UMCN
VUmc
VUmc
UM FHML-G
LUMC
UMCN
VUmc
UM FHML-G
UMCN
UMCN
UM FHML-G
159.
160.
161.
162.
163.
164.
165.
166.
167.
168.
169.
170.
171.
172.
173.
174.
175.
176.
177.
178.
179.
180.
181.
182.
183.
184.
185.
186.
187.
188.
189.
190.
191.
192.
193.
194.
195.
196.
197.
198.
199.
200.
26312
26324
26326
26328
26334
26340
26368
26416
26427
26437
26446
26448
26503
26572
26651
26664
26684
26695
26713
26734
26747
26751
26754
26758
26762
26769
26774
26822
26836
26851
26856
26873
26890
26989
26991
26994
27032
27033
27154
27156
27157
27216
CHI
FAR
INT
INT
INT
PA
INT
NEU
FY
FAR
INT
INT
HG
PS
CHI
GYN
CHI
GER
ANA
GYN
DOK
PA
CHI
KG
CHI
GYN
GYN
BCG
PS
BCG
PA
ANA
CHI
GER
INT
NEU
GER
KG
GER
PA
EMS
INT
/02
/12
/06
/10
/12
/10
/12
/11
/04
/10
/10
/09
/05
/03
/11
/04
/10
/03
/11
/12
/01
/07
/12
/04
/09
/04
/06
/08
/08
/11
/04
/05
/01
/01
/12
/11
/07
/03
/03
/05
/05
/08
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
UMCN
UM FHML-G
UMCG
LUMC
UMCG
LUMC
LUMC
UMCN
LUMC
LUMC
LUMC
VUmc
UM FHML-G
UMCG
VUmc
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
UMCG
VUmc
VUmc
UMCG
VUmc
UMCG
UMCG
VUmc
VUmc
VUmc
LUMC
LUMC
UMCG
UMCG
UMCG
VUmc
De casuscode is als volgt opgebouwd:
- het volgnummer van de casus in de toets
- het systeemnummer van de casus
- de discipline waartoe de casus behoort
- de categorie waarin de casus behoort
- de eigenaar/producent van de casus.
Disciplines:
ANA Anatomie
BCG Biochemie/genetica/histologie/moleculaire celbiologie
CHI Chirurgie
DOK Dermatologie/KNO/oog
EMS Epidemiologie/statistiek
FAR Farmacologie
FY
Fysiologie
GER Geriatrie
GYN Gynaecologie/verloskunde
HG Huisartsgeneeskunde
INT Interne Geneeskunde
KG Kindergeneeskunde
MET Metamedica
NEU Neurologie
PA
Patho-, immuno- en microbiologie
PS
Psychiatrie/psychologie
SG Sociale geneeskunde
Categorieën
01 Ademhalingsstelsel
02 Spier- en skeletstelsel
03 Geestelijke gezondheidszorg
04 Voortplantingsstelsel
05 Bloed-, lymf- en vaatstelsel, hart
06 Hormonen en metabolisme
07 Huid en bindweefsel
08 Persoonlijke en maatschappelijke aspecten, preventie
09 Spijsverteringsstelsel
10 Nieren en urinewegen
11 Zenuwstelsel en zintuigen
12 Kennis over vaardigheden
Alle rechten voorbehouden
CASUS OPGENOMEN IN DE INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER 2016
- Gesorteerd op categorie en discipline 15.
23.
59.
191.
179.
91.
81.
192.
106.
130.
143.
100.
147.
15044
16336
18643
26890
26747
24370
23008
26989
24753
25457
25739
24691
25898
ANA
ANA
BCG
CHI
DOK
FAR
FY
GER
HG
INT
INT
KG
PA
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
/01
UMCN
LUMC
UM FHML-G
UMCG
UMCG
UM FHML-G
UM FHML-G
VUmc
LUMC
UMCN
UM FHML-G
UM FHML-G
LUMC
67.
82.
70.
110.
14.
140.
159.
5.
43.
52.
17.
92.
1.
44.
74.
151.
64.
21920
23046
22080
24934
15020
25717
26312
11580
17919
18406
15298
24398
1617
17930
22285
25948
21783
ANA
ANA
BCG
BCG
CHI
CHI
CHI
EMS
FAR
FY
HG
HG
INT
INT
INT
NEU
PA
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
/02
LUMC
UM FHML-G
LUMC
VUmc
LUMC
UMCN
UMCG
UM FHML-G
UMCG
UMCG
UMCG
UM FHML-G
UM FHML-G
UMCG
UMCN
UM FHML-G
LUMC
51.
107.
176.
197.
129.
196.
73.
86.
6.
12.
27.
33.
41.
42.
105.
172.
18264
24756
26695
27154
25430
27033
22264
23088
12094
14546
16789
17287
17870
17889
24749
26572
EMS
GER
GER
GER
HG
KG
MET
MET
PS
PS
PS
PS
PS
PS
PS
PS
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
/03
LUMC
UMCN
UM FHML-G
UMCG
VUmc
LUMC
UMCN
UM FHML-G
UMCN
UMCG
UMCG
LUMC
UM FHML-G
UM FHML-G
VUmc
LUMC
95.
38.
90.
66.
167.
136.
174.
184.
58.
182.
189.
24547
17704
24351
21909
26427
25622
26664
26769
18627
26758
26856
ANA
BCG
BCG
EMS
FY
GYN
GYN
GYN
HG
KG
PA
/04
/04
/04
/04
/04
/04
/04
/04
/04
/04
/04
UM FHML-G
UMCN
UM FHML-G
LUMC
LUMC
VUmc
LUMC
UMCG
UMCN
UMCG
VUmc
80.
133.
190.
2.
47.
48.
120.
122.
199.
35.
62.
10.
54.
109.
113.
88.
138.
171.
22498
25616
26873
2833
18141
18162
25202
25257
27157
17535
21725
14244
18418
24855
24958
24117
25663
26503
ANA
ANA
ANA
BCG
BCG
BCG
CHI
CHI
EMS
FAR
FAR
FY
FY
FY
GER
HG
HG
HG
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
UMCN
VUmc
UMCG
UM FHML-G
LUMC
UMCG
LUMC
VUmc
UMCG
UMCN
LUMC
UMCN
UMCG
UM FHML-G
VUmc
UM FHML-G
UMCN
UMCN
34.
87.
108.
123.
148.
20.
98.
97.
198.
17423
23766
24835
25269
25910
15978
24685
24680
27156
INT
INT
INT
INT
INT
KG
KG
PA
PA
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
/05
LUMC
UM FHML-G
UMCG
VUmc
UMCN
UMCN
UM FHML-G
UM FHML-G
UMCG
121.
4.
46.
36.
128.
28.
83.
144.
185.
21.
161.
65.
112.
25237
11354
18108
17558
25427
16822
23050
25754
26774
16141
26326
21795
24950
ANA
BCG
BCG
CHI
FAR
FY
FY
GYN
GYN
INT
INT
KG
KG
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
/06
UM FHML-G
UMCN
UMCG
UM FHML-G
VUmc
UMCN
UM FHML-G
UMCN
UMCG
LUMC
UMCG
LUMC
VUmc
56.
22.
61.
85.
126.
134.
157.
195.
13.
141.
153.
180.
18584
16196
21521
23082
25387
25618
26190
27032
14806
25723
26076
26751
CHI
DOK
DOK
DOK
DOK
DOK
DOK
GER
HG
HG
INT
PA
/07
/07
/07
/07
/07
/07
/07
/07
/07
/07
/07
/07
UMCN
LUMC
UMCG
UM FHML-G
VUmc
VUmc
UMCN
LUMC
UMCG
UM FHML-G
UMCN
UMCG
186.
156.
71.
16.
50.
200.
37.
32.
72.
149.
45.
76.
155.
187.
26.
55.
125.
26822
26105
22093
15290
18259
27216
17627
17173
22104
25926
17946
22395
26091
26836
16577
18571
25369
BCG
DOK
GER
HG
HG
INT
KG
MET
MET
MET
PS
PS
PS
PS
SG
SG
SG
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
/08
VUmc
UMCN
LUMC
UMCG
LUMC
VUmc
UMCN
UMCG
LUMC
VUmc
UMCG
UMCN
UM FHML-G
VUmc
UMCG
UM FHML-G
UMCN
103.
29.
115.
69.
84.
183.
145.
9.
102.
158.
25.
19.
124.
170.
99.
96.
104.
24722
16828
24986
21992
23059
26762
25792
13848
24705
26196
16552
15678
25271
26448
24689
24607
24748
ANA
BCG
BCG
CHI
CHI
CHI
EMS
FAR
FY
GER
HG
INT
INT
INT
KG
PA
PA
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
/09
VUmc
UMCN
VUmc
LUMC
UM FHML-G
UMCG
UMCN
LUMC
VUmc
UM FHML-G
UMCN
UMCG
VUmc
LUMC
UM FHML-G
UMCN
VUmc
7.
68.
111.
31.
49.
175.
13173
21922
24938
16916
18253
26684
ANA
BCG
BCG
CHI
CHI
CHI
/10
/10
/10
/10
/10
/10
UMCN
LUMC
VUmc
UM FHML-G
UMCN
VUmc
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
150.
168.
135.
40.
127.
142.
162.
169.
63.
164.
25940
26437
25620
17831
25401
25728
26328
26446
21764
26340
EMS
FAR
FY
HG
INT
INT
INT
INT
KG
PA
/10
/10
/10
/10
/10
/10
/10
/10
/10
/10
VUmc
UMCG
VUmc
LUMC
VUmc
UM FHML-G
UMCG
LUMC
LUMC
UMCN
154.
177.
18.
188.
173.
3.
53.
132.
152.
30.
94.
8.
11.
24.
57.
166.
194.
89.
26083
26713
15338
26851
26651
3274
18411
25601
26042
16908
24487
13570
14286
16438
18609
26416
26994
24226
ANA
ANA
BCG
BCG
CHI
DOK
DOK
DOK
DOK
FY
HG
KG
NEU
NEU
NEU
NEU
NEU
PA
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
/11
VUmc
UMCG
UMCN
UMCG
LUMC
UM FHML-G
UMCG
VUmc
LUMC
LUMC
VUmc
UMCN
UMCN
LUMC
UM FHML-G
UMCG
VUmc
UM FHML-G
101.
119.
181.
79.
116.
77.
117.
139.
160.
114.
178.
39.
75.
93.
118.
131.
78.
146.
163.
165.
193.
60.
137.
24695
25064
26754
22487
25014
22452
25015
25677
26324
24971
26734
17748
22368
24406
25016
25580
22472
25855
26334
26368
26991
21513
25647
BCG
CHI
CHI
DOK
DOK
EMS
EMS
FAR
FAR
GYN
GYN
HG
HG
HG
HG
HG
INT
INT
INT
INT
INT
KG
NEU
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
/12
VUmc
UMCN
UMCG
UMCN
VUmc
UMCN
VUmc
UM FHML-G
UMCG
LUMC
VUmc
UMCG
UMCN
UM FHML-G
VUmc
LUMC
UMCN
LUMC
UMCG
UM FHML-G
VUmc
UMCG
LUMC
De casuscode is als volgt opgebouwd:
- het volgnummer van de casus in de toets
- het systeemnummer van de casus
- de discipline waartoe de casus behoort
- de categorie waarin de casus behoort
- de eigenaar/producent van de casus.
Disciplines:
ANA Anatomie
BCG Biochemie/genetica/histologie/moleculaire celbiologie
CHI Chirurgie
DOK Dermatologie/KNO/oog
EMS Epidemiologie/statistiek
FAR Farmacologie
FY
Fysiologie
GER Geriatrie
GYN Gynaecologie/verloskunde
HG Huisartsgeneeskunde
INT Interne Geneeskunde
KG Kindergeneeskunde
MET Metamedica
NEU Neurologie
PA
Patho-, immuno- en microbiologie
PS
Psychiatrie/psychologie
SG Sociale geneeskunde
Categorieën
01 Ademhalingsstelsel
02 Spier- en skeletstelsel
03 Geestelijke gezondheidszorg
04 Voortplantingsstelsel
05 Bloed-, lymf- en vaatstelsel, hart
06 Hormonen en metabolisme
07 Huid en bindweefsel
08 Persoonlijke en maatschappelijke aspecten, preventie
09 Spijsverteringsstelsel
10 Nieren en urinewegen
11 Zenuwstelsel en zintuigen
12 Kennis over vaardigheden
Alle rechten voorbehouden
Interuniversitaire Voortgangstoets Geneeskunde (iVTG)
Alle rechten voorbehouden
Download