Techniek NexT – Thema 1 -Techniek en ... 1 Versie 3.4 Elektriciteit kun je meten HV Techniek NaSk (Elektriciteit) Wiskunde Bijbehorende les: 1.22-T Samenleving Theorie Extra Praktijk van 2 Les 1.23 T blad Elektrische eenheden Net zoals je een afstand geeft als een aantal meters, behoren er ook eenheden bij de elektrische grootheden: Volt, Ampère en Ohm. Verwerkingsopdracht 2 a) Vul onderstaande tabel verder in met behulp van gegevens die je op internet kunt Elektriciteit kun je gebruiken als energiebron. Je kunt er lampjes op laten branden en machines op laten werken. Het is handig als je weet wat de aanduidingen op apparaten betekenen. Het is ook nodig dat je eenvoudige rekensommen kunt maken over elektriciteit. Verwerkingsopdracht 1 Als je dat nog niet hebt gedaan, bestudeer dan eerst wat elektriciteit eigenlijk is. Doe les 1.22-T. Elektrische grootheden Je weet dat in een geleider een elektrische stroom kan gaan lopen. Tenminste, als voldaan is aan twee voorwaarden: 1. er moet een spanningsbron aangesloten zijn die een elektrische spanning geeft; 2. de stroomkring moet gesloten zijn. De grootheden (eigenschappen) waarmee je bij elektriciteit te maken hebt zijn dus: • de spanning • de weerstand • de stroomsterkte. opzoeken. b) Wat betekent: “de spanning is 200 mV”? Grootheid Eenheid Afkorting Spanning (U) Volt V Stroomsterkte (I) ___________ A ____________(R) Ohm __ Wat is elektrische weerstand? Weerstand is een ander woord voor ‘tegenstand’ of ‘hinder’. De weerstand van een geleider hangt af van bijvoorbeeld: • het soort materiaal • de afmetingen • de temperatuur. De elektriciteit gaat gemakkelijker door een dikke draad dan door een dunne. Verdubbel je de weerstand, dan halveert de stroomsterkte. Denk maar aan de gangen op school. Door brede gangen kunnen meer leerlingen tegelijk ‘stromen’ dan door smalle. Verwerkingsopdracht 3 Streep het foute woord door: In een smalle gang is de weerstand hoger/lager dan in een brede. 2 van 2 Les 1.23-T Elektriciteit kun je meten Rekenen met de Wet van Ohm Hoeveel stroom gaat er lopen door een stroomkring? Dat hangt af van: • de spanning die de spanningsbron levert; • de weerstand van de stroomkring. Als er buiten gratis ijs wordt uitgedeeld, zal de stroom leerlingen door een gang groter zijn dan wanneer ze ‘s morgens vroeg naar de les moeten. Zo is de stroomsterkte in een stroomkring hoger als de spanning hoger is. Maar als er een vernauwing in de gang zit, werkt dat de leerlingenstroom weer tegen. Een verhoging van de weerstand in een stroomkring betekent een verlaging van de stroomsterkte. De Wet van Ohm geeft het verband tussen de spanning U, de stroomsterkte I en de weerstand R: I= U R Veiligheid Bij een gegeven spanning U, kun je voor elke weerstand R de daaruit volgende stroomsterkte I berekenen. Verwerkingsopdracht 4 Je bepaalt eerst welke grootheid je gaat meten. Je schat ook in wat de waarde zal zijn. Daarna zet je de centrale instelknop en de beide testsnoeren in de goede stand. Het zwarte snoer zit in het COM-contact. Let op de verschillende instellingen voor gelijkspanning en wisselspanning! a) In een schakeling is R = 6Ω en U = 24V. Bereken de stroomsterkte I. Hoe werk je veilig met elektriciteit? In les 1.22-T heb je geprobeerd om gevaarlijke bronnen van elektriciteit aan te wijzen. Ook hier kun je gebruik maken van je eigen ervaringen. Je weet al dat de elektriciteit uit een stopcontact met zijn 230 Volt dodelijk kan zijn. Hopelijk heb je die stroom nog nooit gevoeld. Maar een batterijtje van 1,2 Volt kun je zonder problemen tussen duim en wijsvinger houden. b) Leg uit waarom het logisch is dat de stroomsterkte toeneemt als de weerstand afneemt. ____________________________ ____________________________________ c) De Wet van Ohm kun je ook anders schrijven. Geef die andere manier: U = .....x ...... d) Omcirkel het juiste woord: de weerstand van je huid is hoog of laag als je een batterij (1,5V) tussen duim en wijsvinger pakt. Waar meet je mee? Je meet spanning, weerstand en stroomsterkte meestal met een multimeter. Met een multimeter hoef je niet een aparte meter voor verschillende grootheden te gebruiken. Dat heeft alles te maken met de weerstand van je huid. Die is bij je vingers zo hoog dat je beneden een spanning van 40 Volt een te lage stroomsterkte krijgt om iets te merken. Verwerkingsopdracht 5 Hoe kun je bij hogere spanningen toch veilig werken met elektrische apparaten? _______________________________________