Nederland volop betrokken in Europese samenwerking voor innovatie Enkele resultaten voor Nederland in het zevende Europese Kaderprogramma (KP7) Nederlandse onderzoekers en ingenieurs doen volop mee aan Europese projecten voor nieuwe kennis en technologie. In de afgelopen vijf jaar zijn ze begonnen met ruim 4.000 projecten. In elk project werken ze samen met collega’s uit tal van andere landen. Ze verwierven daarmee tot begin 2013 € 2,6 miljard Europese subsidie, 7 % van de totale pot die de Europese Commissie beheert. Dat is meer dan de bijna 5 % bijdrage van Nederland aan de EU begroting. Een positieve balans dus. Europa hanteert bij deze activiteiten een slimme mix van samenwerking en competitie. Samenwerking in projecten waarbij de beste experts uit meerdere landen samenwerken; competitie tussen de beste voorstellen. Die wijze van werken trekt ook landen van buiten Europa aan. Inmiddels doen onderzoekers uit 171 andere landen mee aan projecten, waarbij die van buiten de EU dit goeddeels op eigen kosten doen. Zuid Korea bijvoorbeeld betaalt de eigen onderzoekers die meedoen aan deze Europese projecten. Het Europese programma heet het Kaderprogramma, met ingang van 2014 Horizon 2020. Het is uitgegroeid tot het grootste onderzoeks programma ter wereld. Het wordt uitgevoerd door projecten waarin onderzoekers uit meerdere landen samenwerken. Die projecten richten zich op uitdagingen op tal van terreinen zoals gezondheid, voeding, transport en energie. Aan de projecten gaat een proces vooraf van consultatie en samenwerking onder regie en aanmoediging van de Europese Commissie. Die aanpak kan bijv. een strategic research agenda opleveren van een groep instellingen en bedrijven. Dat maakt onderlinge taakverdeling beter mogelijk. Een studie naar de impact van het Kaderprogramma in Nederland concludeert dan ook dat de effecten voor KP-deelnemers positief zijn: ‘1) duurzame netwerkvorming en samenwerking met de beste onderzoekers en organisaties; 2) nieuwe kennis en inzichten; en 3) internationale profilering van onderzoekers en de onderzoeksgroep’ (Technopolis Group, 1 okt 2009). Vanuit Nederland doen inmiddels 1200 organisaties mee aan deze Europese samenwerking: alle universiteiten en academische ziekenhuizen, TNO en andere kennisinstellingen, 700 MKBs en 160 grotere bedrijven onder wie alle grote researchinvesteerders. In totaal werken vele duizenden onderzoekers in publieke en private organisaties in Nederland hierin mee. Samenwerken zit Nederlandse organisaties in het bloed. Ze doen dat al decennia in bijv. innovatieprogramma’s en nu topsectoren. Dat biedt een goede springplank voor Europese samenwerking. Maar de vraag is natuurlijk: wat levert dat op aan resultaten? Hierna volgen enkele voorbeelden van Nederlandse deelnemers. Nederland loopt voorop met kennis van voeding en gezondheid. Uit een project over graan met tientallen partners uit heel Europa kwam nieuwe kennis, bijv. waardoor de ene soort graan vier maal gezonder is dan andere. Die kennis wordt nu onder coördinatie van TNO toegepast in de gehele keten tot en met bakkers in Italië en Friesland. Een ander voorbeeld gaat over het belangrijkste groente exportproduct van Nederland: de tomaat. Wageningen Universiteit trok een project om het complete DNA in kaart te brengen. Meer dan 300 onderzoekers uit 14 landen werkten mee. Het resultaat haalde in 2012 de omslag van Nature. Met deze kennis zijn veredelaars aan de slag om de eigenschappen verder te verbeteren, zoals een vollere smaak of resistentie tegen droogte. Nederlandse onderzoekers zijn ook zeer actief in medische projecten. Dat zijn veelal grote projecten met tientallen deelnemers uit heel Europa. Het gaat om onderzoekers, bedrijven en patiëntenverenigingen, die alle kennis bijeen brengen om een scherper beeld te krijgen van een ziekte en de mogelijke therapie. De Universiteit van Amsterdam coördineert bijvoorbeeld zo’n groot onderzoek naar astma. Op basis van gegevens van duizend patiënten uit heel Europa wordt een beter werkend ‘personalized medicine’ mogelijk. In 2015 levert dit guidelines op voor artsen hoe ze een patiënt met astma het best kunnen behandelen. Bedrijven zijn betrokken om bijvoorbeeld verbeterde diagnose-apparatuur en medicijnen te maken. Een brede planmatige aanpak die in bijvoorbeeld Amerika met interesse en zelfs enige afgunst wordt bezien. Het Europese programma ondersteunt verder de ontwikkeling van de biobased economy. Daarin zijn biomaterialen en reststoffen de basis voor nieuwe producten. Bijvoorbeeld de bioplastic fles waar Coca Cola voortaan z’n drank in wil doen. Die komt van Avantium, een spinout van Shell. Dit bedrijf ontwikkelde de fles met hulp van wetenschappers op Europese fellowships. Nederlandse bedrijven in de ICT-nanotechnologie doen ook volop mee in Europese researchprojecten. ASML in Veldhoven bijvoorbeeld. Dit bedrijf stuurt een omvangrijk Europees netwerk aan van bedrijven en kennisinstellingen voor lithografiemachines die chips maken. Het bedrijf heeft dankzij die samenwerking zijn aandeel op wereldmarkt uitgebreid tot 75%. Nederlandse bedrijven zijn verder koploper in de zuinige LED verlichting. Samen met universiteiten en bedrijven in heel Europa ontwikkelde een groep bedrijven rond Philips nog betere en goedkopere LED lampen. Nederland is ook goed in het ontwikkelen van electronica op basis van organische polymeren die veel goedkoper kan worden dan silicium. De investeringen van overheid, universiteiten, TNO, IMEC en bedrijven in bijv. Holst Centre in Eindhoven, worden aangevuld door het Europese programma. Een voorbeeld is de flexibele OLED verlichting. Philips brengt nu de eerste producten op de markt onder de naam Lumiblade. Een stap verder zijn buigzame vormen van verlichting. Europa gaat meebetalen aan een ontwikkelproject om de productie op rolletjes te laten lopen. Bij ICT is veel winst te halen in het samen aanpakken van uitdagingen. Bijvoorbeeld in de embedded systems: software die ingebouwd zit in apparatuur, van vliegtuigen tot medische apparaten. Software moet met elkaar kunnen praten. In bijvoorbeeld de operatiekamer lukt dat nu. De cardioloog kan een combinatiebeeld zien van röntgen, MRI-scan en meetwaarden aan de bloedstroom en vaatwanden. Daarmee kan een dichtgeslibde ader heel precies en snel verwijd worden. De patiënt is binnen een half uur geholpen. Het samen presenteren van datastromen uit tal van apparaten is een gezamenlijke uitdaging. De Europese koepels ITEA en Artemis stimuleren dergelijke samenwerking. Nederlandse organisaties als PieMedical, Zorggemak, Sopheon, Philips Healthcare en LUMC doen daar volop aan mee. Nieuwe ICT wordt ook ontwikkeld om Europese cultuur te ontsluiten: www.europeana.eu ontwikkelt een open datataal en businessmodel die toegang geven tot miljoenen foto’s, films en documenten. In Nederland doen bijv. mee de Koninklijke Bibliotheek en het Instituut voor Beeld en Geluid. Deze brede Europese aanpak trekt ook aandacht uit de rest van de wereld. Dergelijke gezamenlijke uitdagingen zijn er ook in de industriële productie. Bedrijven en instellingen uit Nederland, Duitsland en Zwitserland werken bijvoorbeeld samen om hun productielijnen te perfectioneren, of het nu gaat om scheermesjes, horloges of autoonderdelen. Philips werkt samen met onder meer Siemens uit Duitsland en ETH uit Zwitserland. Ze werken toe naar ‘minder’: minder defecten, kosten, materialen, energieverbruik en eindbewerkingen. Het snel, precies en foutloos produceren van metalen onderdelen, dat is hun uitdaging. Een heel ander terrein is water. We hebben in Nederland geïnvesteerd in slimme dijksensoren. Dat heeft een Europees vervolg gekregen. Het is een project over het voorspellen van overstromingen en de bescherming daartegen. Bijv. het VK en Polen doen mee onder Nederlandse leiding. Sommige productieprocessen gebruiken veel schoon water: bij voeding, papier, textiel en chemie bijvoorbeeld. In een Europees project onder leiding van TNO zijn technieken ontwikkeld die het watergebruik met 20 tot 80 % beperken. Nederland heeft ook veel kennis over schone energie. Een groep van 16 partijen uit heel Europa onder leiding van ECN ontwikkelde een nieuwe technologie voor silicium zonnecellen en –panelen. Die wordt een nieuwe wereldstandaard. De innovatie bestaat eruit dat alle contacten van de cellen aan de achterzijde zitten. Het project levert een wereldrecord paneelrendement (16 %). De panelen worden in één stap gemaakt. Het Nederlandse bedrijf Eurotron levert daar inmiddels de machines voor. Een spin-off van de TU Eindhoven, SunCycle, ontwikkelde een geheel nieuw type paneel dat zowel stroom als warmte levert. Het draait mee met de zon en bundelt de stralen. Dat biedt extra rendement. Dit wordt verpakt in robuuste en breed toepasbare platte dozen die in een dakvlak kunnen worden gemonteerd. De uitdaging is nu dat in grootschalige productie te nemen. Europa financiert mee aan het koppelen van SunCycle aan grote industriële partners in Europa. Bij schone energie is waterstof een belangrijke energiedrager. Het maken en opslaan van waterstof is echter niet eenvoudig. De Dienst Landbouwkundig Onderzoek ontwikkelt met partners uit Europa een snelle route waarbij bacteriën resten van bv. suikerbieten rechtstreeks omzetten in waterstof. In 2014 hoopt men het prototype voor de productieinstallatie gereed te hebben. Bio-waterstof kan de CO2 uitstoot in Nederland met 1 tot 3 % terugbrengen en kan honderdduizenden huishoudens van stroom voorzien. Nederland scoort verder hoog bij de wetenschaps-beurzen en -prijzen. Europa betaalt een Marie Curie beurs aan zo’n 1500 onderzoekers die uit een ander land komen om hier te werken. Verder kregen tot nu toe ruim 300 top-onderzoekers in Nederland de prestigieuze ERC-prijs. Al met al verdient Nederland bijna een derde deel van de Europese subsidies met dit wetenschappelijk onderzoek. Nederlandse kennis gedijt dus uitstekend in de Europese mix van samenwerking en competitie. Een goede startpositie als eind 2013 het nieuwe Europese programma Horizon 2020 begint. Meer weten of advies nodig? De Rijksoverheid, Agentschap NL (het Expertisecentrum Internationaal Onderzoek en Innovatie) helpt u graag. Agentschap NL Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag tel 088 602 9000 [email protected] www.agentschapnl.nl/kp7 www.agentschapnl.nl/horizon