Bodemvruchtbaarheid en organische stof RTG 26-10-2016 Organische stof en bodemvruchtbaarheid onlosmakelijk verbonden met bodemleven! 1 gram vruchtbare aarde bevat vele duizenden miljoenen microorganismen; wormen, bacteriën, schimmels, algen, protozoa ea. Ieder actief bij het rijpingsproces van de bodem, allen met een enzymatige stofwisselingseigenschap die op hun eigen manier bijdragen aan de processen in de bodem. Om gezonde gewassen te kunnen produceren dient de kringloop op onze agrarische bedrijven gezond te zijn. Gezonde gewassen laten groeien begint letterlijk bij de basis: De bodem. In een gezond makende bedrijfskringloop wordt er gestuurd op bodemleven en voldoende organische stof in de bodem. Van essentieel belang is hierbij dat de mest waar de bodem mee wordt gevoed van goede kwaliteit is, en de juiste verhouding aan nutriënten bevat en dan is in het bijzonder de koolstof/stikstof verhouding belangrijk. Een structuurrijk (veel koolstof) en eiwitarm (weinig stikstof) rantsoen voor de koe bevordert deze verhouding. Het bodemleven is van groot belang omdat zij de nutriënten dienen om te zetten en opneembaar te maken voor de gewassen. Er zijn diverse zaken die een negatief effect kunnen hebben op de natuurlijke bodemvruchtbaarheid, organische stof en bodemleven: Het strooien van kunstmest (of overmatige gift van stikstof) Het verdichten van de bodem (bijvoorbeeld door zware machines of door een afname aan organische stof in de bodem) De wijze van aanwenden van de mest Het moment van aanwenden van de mest VBBM In de jaren 80 signaleert een groep agrarisch ondernemers dat er een verkeerde tendens is betreffende bodemvruchtbaarheid en organische stof gehalte. Door de bouw van loopstallen kwamen urine en vaste mest bij elkaar terecht, wat de samenstelling van de uit te rijden mest veranderde. Een toenemende gift van oa kunstmest bleek nodig om dezelfde opbrengsten van percelen te kunnen oogsten: Landbouw In plaats van OPbouw aan land, plegen wij ROOFbouw op land Het moest anders: Na jarenlange verdieping is gebleken dat in een gezonde kringloop bodemvruchtbaarheid en organische stof, met als belangrijkste drijfkracht 'het bodemleven', op de eerste plaats staan; deze zijn in een positieve balans. Bij goed bodembeheer neemt bodemleven en haar diversiteit en de organische stof in de bodem jaarlijks toe en is er sprake van SYMBIOSE! De VBBM is dé vereniging waarin wetenschap, specialisten en agrarisch ondernemers elkaar op dit onderwerp vinden. BodemlevenBacteriën, schimmels, algen, wormen, mollen, mijten en protozoa: Zij zijn in de bodem de schakel in het vrijmaken en omzetten van nutriënten, en de structuurvormers door organismen welke de grond loswoelen en zuurstofrijk maken. Ze zorgen voor de ziektewering en de bodemproductiviteit. De nutriënten, met name mineralen, komen zo vrij voor de gewassen welke energie produceren. Dit is de basis van ons voortbestaan, de mens is niet zelf in staat anorganisch materiaal om te zetten in een organisch materiaal en op die manier energie benodigd voor leven te creëren. Bij een gezond bodemleven is er sprake van meer, diverser en diepere beworteling door de gewassen. die later achterblijven als organische stof. Zo wordt CO2 in de vorm van koolstof vastgelegd. Een verhoging van de organische stof in de grond geeft meer waterbergend vermogen. Gronden met gezond bodemleven zijn tevens in staat bepaalde gassen (methaan, ammoniak) vast te leggen voordat deze vervluchtigen, door ze om te zetten in nutriënten voor gewassen zonder dat er uitspoeling plaatsvindt. Door onder andere het emissie arm aanwenden van drijfmest komt er blauwzuurgas in de bodem terechtDit gas doodt het bodemleven en het zuurstof gehalte in de bodem gaat hierdoor achteruit. Deze achteruitgang van het bodemleven heeft verdichting van de bodem tot gevolg. In deze zuurstofarme omgeving heeft stikstof de eigenschap te worden omgezet naar het zeer milieubelastende broeikasgas lachgas. Bij breedwerpige aanwending van drijfmest wordt blauwzuurgas onschadelijk gemaakt door direct te binden aan luchtzuurstof. Koolstof/stikstof C/N Gewassen hebben koolstof én stikstof beide nodig: Koolstof als energiebron en stikstof als belangrijke bron voor de opbouw van eiwit . Bij een overdaad aan bemesting met stikstof zullen gewassen de koolstofbron aan spreken uit de organische stof in de bodem: Terwijl deze juist verantwoordelijk is voor de verbinding in de bodem. Hierdoor kan er bodemerosie optreden (denkt u maar aan de toenemende zandstormen in droge periodes rondom akkerbouwgronden). Mest van goede kwaliteit en een goede verhouding organisch gebonden stikstof is dus van belang: Gerijpte mest welke de juiste koolstof/stikstof verhouding bevat dragen bij aan organische stof in de bodem en een gezond bodemleven. Koolstof en stikstof zijn dus onmisbaar in de processen rondom gewasteelt en in het bevorderen van bodemvruchtbaarheid en de organische stof in de bodem. De VBBM pleit voor een natuurlijk kringloop systeem welke begint in het dier en waarbij gezondmakend microleven wordt bewerkstelligd door: Koeien goede, niet rottende, mest te laten produceren door een rantsoen wat eiwitarm en structuurrijk is aan te bieden en wat de pensfermentatie optimaliseert. Mest en urine in opslag te laten rijpen in plaats van te rotten (zorgen dat er zuurstof wordt toegevoegd) Bodemleven te voeden met organische voeding (mest) Dit geeft een gezondere plantengroei wat resulteert in gezondere voeding voor de koe waardoor deze weer gezondere mest produceert. Mest op de juiste wijze aanwenden: Met licht materiaal, bovengronds, breedwerpig, hapklare hoeveelheden en met (regen)water. Bodemleven blijft hierbij gespaard en blauwzuurgas wordt geneutraliseerd door zuurstof. De Bodem De bovenste meter van de aardkorst = De levende opperhuid van de aarde Naar schatting ligt er in de bovenste drie meter van de aardkorst 2,3 gigaton koolstof opgeslagen in organische stof en fossiele brandstoffen. De aarde heeft er miljoenen jaren over gedaan om deze energie vast te leggen. De mens is sinds de industriële revolutie bezig om deze deze energie in hoog tempo te verbruiken. De VBBM heeft de kennis om de energie vast te houden en te bevorderen in de kringloop / bodem.