Salarissen garantiebanen in de jeugdzorg In de pilots Functiecreatie komt de vraag naar voren op welk niveau (WML of anders) de toekomstige werknemers die in een gecreëerde functie zullen gaan werken moeten worden uitbetaald. Deze notitie beoogt antwoord te geven op de vraag op welke wijze de nieuwe medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt in gecreëerde banen in de Jeugdzorg moeten worden ingeschaald en uitbetaald en welke kosten dat voor werkgevers met zich meebrengt. CAO-Jeugdzorg en salarissen garantiebanen In de nieuwste CAO Jeugdzorg, die een looptijd heeft van 1 mei 2014 tot en met 30 april 2016 (en per 1 mei 2015 met een jaar verlengd tot en met 30 april 2016) zijn afspraken gemaakt over de financiering van de garantiebanen. In art. 7.11 van de CAO staat wat is afgesproken (zie kader hieronder). 7.11 Garantiebanen a. Cao-partijen willen ervoor zorgen dat er garantiebanen komen in de Jeugdzorg. De afspraken hierover staan in het cao-akkoord 2014-2015 (zie hiervoor de website www.fcbjeugdzorg.nl). b. Is voor de werknemer vastgesteld dat hij niet het wettelijk minimumloon kan verdienen met fulltime werken, omdat de werknemer een arbeidsbeperking heeft? Maar kan de werknemer wel werken, dan geldt voor de werknemer een salarisschaal voor garantiebanen, die naast het bestaande loongebouw in de cao is opgenomen. Deze salarisschaal geldt alleen voor de volgende werknemers: - Wajongers - SW’ers op de wachtlijst, en - de doelgroep van de Participatiewet vanaf 2015. Deze salarisschaal voor garantiebanen is gebaseerd op de huidige salarisschaal voor Instroombanen en Doorstroombanen (ID-banen). Voor deze garantiebanen geldt een maximum van 120% van het wettelijk minimumloon (1.524,60 + 304,64 = 1.829,24) (zie bijlage 8, tabel 2). c. Alle salarisbedragen in de salarisschaal van de garantiebanen worden verhoogd met de procentuele stijging van het wettelijk minimumloon, en dus niet met de salarisontwikkeling van de cao. Fig. 1: Artikel Garantiebanen, CAO Jeugdzorg 2014 – 2016 In bijlage 8 tabel 2 van de CAO Jeugdzorg staat de salarisschaal voor de garantiebanen. In de onderstaande tabel zijn de schalen voor 2015, 2016 en de schaal gebaseerd op de gemiddelde omvang van een garantiebaan in één tabel gezet. Tabel 2: Salarisschaal garantiebanen Garantiebanen Salarisschaal per periodiek 1 januari 2015 afgerond op eurocenten Salarisschaal per 1 januari 2016 afgerond op eurocenten Salarisschaal gebaseerd op 25,5* uur per week per 1/1/2016 *25.5 is de gemiddelde omvang dienstverband voor iemand uit de doelgroep in het kader van de banenafspraak 0 1 2 3 4 5 6 7 1501,78 1546,62 1592,19 1638,96 1687,48 1737,09 1788,48 1802,13 1.524,60 1.569,89 1.616,14 1.663,62 1.712,87 1,763,24 1,815,38 1.829,24 Fig. 2: Salarisschaal Garantiebanen, CAO Jeugdzorg 2014 – 2016 1 1.079,93 1.112,01 1.144,77 1.178,40 1.213,28 1.248,96 1.285,89 1.295,71 Hoogte bruto minimumloon per 1 januari 2016 leeftijd per maand per week per dag 23 jaar en ouder € 1.524,60 € 351,85 € 70,37 22 jaar € 1.295,90 € 299,05 € 59,81 21 jaar € 1.105,35 € 255,10 € 51,02 Fig. 3: Tabel: bedragen minimumloon (bruto) per 1 januari 2016 Aanvullende voorzieningen (informatie van AWVN, 2015) Er zijn aanvullende voorzieningen gecreëerd, waardoor extra kosten die de inzet van medewerkers met een arbeidsbeperking met zich meebrengt, worden vergoed. 1. Loonkosten en productiviteit Een werkgever betaalt zijn werknemer salaris. Bij werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt is dat mede gebaseerd op de loonwaarde van deze werknemer. De loonwaarde wordt in samenspraak (UWV en werkgever) vastgesteld en uitgedrukt als percentage van het minimumloon (WML). De werkgever betaalt het loon aan de werknemer en ontvangt van de gemeente een vergoeding voor het verschil tussen de loonwaarde en het WML, in de vorm van loonkostensubsidie. 2. Onkosten werknemers Wanneer een werknemer met een arbeidsbeperking begeleiding nodig heeft kan dat gerealiseerd worden. Begeleiding via een externe jobcoach wordt geregeld en betaald vanuit UWV of de gemeente. Wil een werkgever de begeleiding intern verzorgen, dan kan hij dit zelf met UWV of gemeente regelen en daar mogelijk ook een vergoeding voor ontvangen. Op dit moment is er geen vaste regeling voor deze kosten. Wanneer er werkplekaanpassingen nodig zijn of de werknemer hulpmiddelen nodig heeft, dan worden deze in beginsel ook door UWV of gemeente vergoed. 3. Mobiliteitsbonus voor Wajong-eren De mobiliteitsbonus bedraagt maximaal € 7.000,- per jaar. In combinatie met loondispensatie geldt een maximum van € 3.500,-. In de Participatiewet is de mobiliteitsbonus niet mogelijk in combinatie met loonkostensubsidie. Als een medewerker een arbeidsbeperking heeft en er wordt geen loonkostensubsidie toegepast, dan kan de werkgever wel gebruikmaken van de mobiliteitsbonus (maximaal 3 jaar). De overheid heeft aangekondigd om de stimuleringsregeling voor Wajong en Participatiewet gelijk te trekken. 4. No-riskpolis Voor Participatiewet-kandidaten geldt de no-riskpolis. Deze polis dekt een groot deel van de loonkosten van een zieke werknemer en voorkomt eventuele verhoging van de ZW-premies. 5. Stimuleringsregelingen gemeenten Een aantal gemeenten hanteert stimuleringsregelingen. De regeling en voorwaarden verschillen per gemeente. Het werkgeversservicepunt van de gemeente waar uw werknemer woont kan aangeven of er sprake is van een stimuleringsregeling. Bron: “Arbeidsparticipatie vanuit financieel perspectief” van AWVN, 2015 2