Duurzaamheid gemeenten doorgelicht Notitie n.a.v. de nationale monitor duurzame gemeenten 2015 1. Inleiding Duurzaamheid is een complex begrip. Om dit complexe begrip meetbaar te maken heeft het onderzoeksbureau Telos (Brabants centrum voor duurzame ontwikkeling) een werkwijze ontwikkeld gebaseerd op de Triple P benadering (People,Planet & Profit), waarin drie ‘kapitalen’ onderscheiden worden met bijbehorende ‘voorraden’ (Zie figuur 1). Een ontwikkeling wordt als duurzaam gezien wanneer het ecologisch, sociaal-cultureel en economisch kapitaal zich gelijktijdig en evenwichtig ontwikkeld. (voor meer informatie wordt verwezen naar de rapportage: Nationale monitor duurzame gemeenten 2015). Voor elke voorraad zijn lange termijndoelen geformuleerd en indicatoren ontwikkeld. De mate waarin deze gerealiseerd zijn worden uitgedrukt in een score, uitgedrukt als % doelrealisatie. Stapgewijs worden indicatorscores geaggegeerd tot voorraadscores , voorraadscores tot kapitaalscores en kapitaalscores tot een totale duurzaamheidscore (zie ook bijlage). Voor het tweede jaar is met deze werkwijze een ‘Nationale monitor duurzame gemeenten 2015’ opgesteld. Dit jaar is het aantal indicatoren met bijbehorende scores uitgebreid van 90 naar 107. Figuur 1: Kapitalen en voorraden [Bron: Telos, 2015]. Kapitalen Ecologisch kapitaal Sociaal-cultureel kapitaal Voorraden Bodem Maatschappelijke participatie (thema’s) Lucht Economische participatie Hinder en calamiteit Kunst en cultuur Water Gezondheid Natuur en landschap Veiligheid Energie Woonomgeving Afval en grondstoffen Onderwijs Economisch kapitaal Arbeid Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Concurrentievermogen Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis In het rapport wordt geconstateerd dat de gemiddelde duurzaamheid van de Nederlandse gemeenten achteruit is gegaan. (Telos, 2015, blz 15) Hiervoor worden verschillende redenen genoemd. Als gevolg van economische crisis laten aspecten van zowel het sociaal-cultureel kapitaal (vooral de economische participatie, veiligheid en woonomgeving) als het economisch kapitaal (arbeid) een teruggang zien. Daartegenover staat een verbetering van het ecologisch kapitaal (met name op het terrein van afvalinzameling, enegietransitie en luchtkwaliteit). In deze notitie zullen we ingaan op de resultaten voor de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant, die samen de Metropoolregio Eindhoven vormen, om antwoord te vinden op de vraag in hoeverre de gemeenten in deze regio in balans zijn. Er wordt eerst ingegaan op het ecologisch kapitaal (par 2), daarna op het sociaal cultureel kapitaal in de regio (par.3) en vervolgens op het economisch kapitaal (par.4). Tot slot wordt gekeken naar de totaalscore (par. 5). 1 2. Het ecologische kapitaal Het ecologisch kapitaal bestaat uit een aantal voorraden zoals bodem, lucht, hinder & calamiteit, water, natuur& landschap en energie. In de regio scoort de gemeente Waalre op het ecologisch kapitaal het hoogst, met een score van 57. Ook de twee steden Eindhoven en Helmond doen het niet slecht, resp. 53 en 54. Een aantal gemeenten in de Peel en Kempen scoren echter relatief laag, met name de gemeente Deurne met 46. De scores per voorraad variëren nogal. Zo is de realisatiescore voor afval & grondstoffen in de twee steden het laagst. (blz 59) Het scheiden en recyclen van afval is daar blijkbaar het moeilijkst. Daarentegen is de realisatiescore in de gemeente Gemert-Bakel zeer hoog. De goede organisatie van het afvalbeleid in deze gemeente, samen met de omliggende gemeenten buiten de regio, is hier debet aan, aldus het rapport. Ook het beeld t.a.v. energiegebruik en –transmissie is divers. Eindhoven scoort zoals veel andere steden relatief hoog, mede als gevolg van de hoge bebouwingsdichtheid en de invloed hiervan op het energiegebruik per huishouden. Ook wat betreft de inzet van zonne-energie lopen gemeenten in deze regio mee voorop. Wat de inzet van windenergie betreft past de regio in het landelijke beeld: naarmate men verder naar het oosten komt, wordt er minder energie op deze wijze opgewekt. Zoals reeds gesignaleerd scoren een aantal gemeenten in de Peel en de Kempen laag. Dit heeft met name te maken met de deelscores op de voorraden water en bodem. Zo scoort Reusel-De Mierden zeer laag op de indicator water (doelrealisatie: 23%); een andere gemeente in de regio scoort juist 2 heel hoog (Geldrop Mierlo: doelrealisatie met 72%). Ook op de indicator bodem (sanering, belasting met meststoffen) scoren een aantal landelijke gemeenten laag (bijv. Someren 17,7%). Op de voorraad luchtkwaliteit scoren bijna alle gemeenten in de regio matig, met uitzondering van Cranendonck. Waar het gaat om hinder en calamiteiten (geluid, risico aardbevingen en/of overstroming, e,d.) scoren de meeste gemeenten in deze regio juist hoog. 3.1 Het sociaal cultureel kapitaal Het sociaal-cultureel kapitaal bestaat niet alleen uit voorraden als economische en maatschappelijke participatie, gezondheid, veiligheid en kwaliteit woonomgeving, maar ook uit onderwijs en kunst en cultuur. Het algemene beeld is dat de twee grote gemeenten laag scoren, gevolgd door veel Peelgemeenten. De randgemeenten en de Kempen scoren daarentegen hoog. De economische participatie indiceert zaken als besteedbaar inkomen, bijstand, langdurige werkloosheid e.d. Bijna alle grotere steden in Nederland scoren hier relatief laag: Eindhoven en Helmond vormen hierbij geen uitzondering. Op de aan gezondheid gerelateerde indicatoren scoren alle regio-gemeenten matig tot goed. Gezondheid correleert veelal met economische participatie. Veiligheidsproblemen doen zich vooral in de twee steden voor. Gemeenten als Nuenen, Bergeijk en Someren scoren opvallend goed (klasse 65-75). De maatschappelijke participatie wordt gemeten met indicatoren als deelname verkiezingen, mantelzorg, vrijwilligerswerk en sociale cohesie. Hier scoort Helmond opvallend laag, gevolgd door Eindhoven en Valkenswaard. De Kempen -gemeenten scoren beter dan de Peelgemeenten. 3 De voorraad onderwijs betreffen indicatoren zoals het lager en voortgezet onderwijs, studievertraging en jeugdwerkloosheid. Ook hier scoren de meeste gemeenten middelmatig. De scores voor kunst & cultuur zijn in het hele land weinig gunstig. Monumenten, musea en erfgoed zijn blijkbaar schaars. Hier vormt de regio geen uitzondering op. Veel gemeenten zitten in de laagste categorie (0-25). 3.2. De woonomgeving nader bezien De voorraad Woonomgeving is gebaseerd op een zevental indicatoren: afstand (grote) supermarkt, bevolkingsontwikkeling, tevredenheid winkels en tevredenheid woonomgeving, verhuissaldo, woningtekort en WOZ waarde. Het hoogst scoren de randgemeenten Waalre (63), Son en Breugel (64) en Best (62) , maar ook Laarbeek, Someren en Bladel laten hoge realisatiepercentages zien. De twee grote gemeenten Eindhoven en Helmond scoren resp 56 en 57. Ook gemeenten als Valkenswaard en Reusel- De Mierden scoren in de klasse 53-58. Asten, Bergeijk, Eersel en Geldrop-Mierlo scoren minder dan 53. De gekozen indicatoren zijn hier mede debet aan. 4 4. Het economisch kapitaal Het economisch kapitaal is zoals we zagen samengesteld uit de vijf voorraden: arbeid, ruimtelijke vestigingsvoorwaarden, concurrentievermogen, infrastructuur / bereikbaarheid en kennis. Eindhoven met 58% scoort op het economisch kapitaal het hoogst, gevolgd door Best (55%), Nuenen (55%) en Son en Breugel (51%). Maar ook Bladel en Reusel-De Mierden scoren hoog ( 52 en 51%.) Laag scoren Helmond (43), Deurne en Asten (beiden 44) en Bergeijk en Valkenswaard (44 en 43). In de voorraad arbeid scoort de westelijke helft van de regio iets beter dan het oostelijke deel. Waar het de infrastructuur en bereikbaarheid betreft scoren de gemeenten Eindhoven, Best, Waalre en Nuenen in de regio het best. Wat concurrentievermogen betreft zitten steden als Eindhoven bij de middenmoot. Waar het om de voorraad kennis gaat, opgebouwd uit de indicatoren ‘aandeel hoogopgeleiden’, ‘capaciteit WO/HBO’, ‘creatieve industrie’ en ‘high & medium tech bedrijven’ scoort Eindhoven zeer hoog: 73% . Ter vergelijking, Amsterdam en Utrecht scoren resp 76 en 78%. 5. Balans Op basis van alle drie kapitalen en bijbehorende voorraden en indicatoren is een totaalscore opgesteld. Het patroon is duidelijk. De randgemeenten rond Eindhoven en Veldhoven laten de hoogste scores zien. Waalre, Nuenen, Son en Breugel, Best, Oirschot, Bladel en Eersel hebben een score van 52 of meer. Eindhoven scoort ook relatief hoog, mede als gevolg van haar hoge score voor het economische kapitaal. 5 Helmond en de peelgemeenten Deurne en Asten scoren gemiddeld gezien het laagst. Dit geldt in mindere mate voor het aangrenzende Someren en Geldrop-Mierlo. Voor de disbalans van Helmond wordt in het rapport de volgende verklaring gegeven. Naarmate het aantal inwoners stijgt, wordt de score voor het economisch kapitaal hoger. Kleinere gemeente zijn vooral sociaal-cultureel in het voordeel. Middelgrote gemeenten profiteren van het een noch van het ander (blz 84). Gesteld wordt dat de middelgrote gemeenten (50-100.000 inw.) in een lastige positie verkeren doordat ze niet de economische voordelen van 100.000 plus gemeenten hebben, maar wel vergelijkbare nadelen op sociaal-cultureel gebied, waarvoor gezien de geringe economische kansen minder perspectief tot verbetering bestaat. Voor deze gemeenten is meer nodig dan de gebruikelijke economische impulsen. 6 Vraag is of regionalisering niet ook dergelijke impulsen kan geven. Door samen te werken met andere gemeenten en door te ‘lenen van de buren’ ontstaat voldoende schaal voor een meer evenwichtige economische en sociaal culturele ontwikkeling. Het ecologisch kapitaal lijkt iets minder gevoelig voor schaal en inwoneraantal. In een aantal gemeenten in onze regio is met name de kwaliteit van water en bodem voor verbetering vatbaar. Jos Smeets & Marieke Leussink En met dank aan Ruben Smeets werkzaam bij Telos, Brabants centrum voor duurzame ontwikkeling, voor de aanvullende informatie over de ‘woonomgeving’ en zijn commentaar bij een conceptversie. Bijlage: kapitalen per gemeenten Gemeente Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop- Mierlo Gemert- Bakel Heeze Leende Helmond Laarbeek Nuenen Oirschot Reusel de -Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Ecologisch kapitaal 48 50 48 48 54 46 53 53 53 55 54 54 52 52 47 47 47 54 55 53 57 Sociaal cultureel kapitaal 50 53 53 55 49 49 43 43 47 50 55 40 54 55 60 53 53 52 46 53 58 7 Economisch kapitaal 44 44 55 52 50 44 58 58 47 48 49 43 50 55 50 51 45 51 43 47 48 Totaal score 47 49 52 52 51 47 53 51 49 51 53 45 52 54 52 50 49 52 48 51 54