Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2013 VAK : AARDRIJKSKUNDE. DATUM : 27 juni 2013 TIJD : 7.45 – 9.45 uur. Aantal opgaven bij dit vak : 7 Aantal pagina’s : 7 Bosatlas en/ of Hebri Wereldatlas toegestaan Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in de goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant. Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen. Vóór elke vraag staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. Cijfer = ( score +10) : 10 Succes !! p u n t a b c d e 2p 3p 2p 2p 1p 1. Aspekten met betrekking tot de nationale en distriktsgrenzen Gebruik de Hebri Wereldatlas kaart blz 8 en blz 41 kaart b . Op beide kaarten is Suriname verdeeld in distrikten. Geef voor beide indelingen aan welke overwegingen gebruikt zijn voor het bepalen van de distriktsgrenzen. Het aanleggen van uitvalswegen vanuit Paramaribo speelde een belangrijke rol bij de verkeersheroriëntatie tussen 1927 en 1984. Noem twee uitvalswegen die van invloed zijn geweest op deze verkeersheroriëntatie. En welke gevolgen heeft deze ontsluiting voor Paramaribo gehad? Plaatsen aan de rechteroever van de Commewijnerivier zijn door de verkeersheroriëntatie tussen 1927 en 1984 in verval geraakt. Noem een oorzaak hiervoor. De zeegrens en de landgrens in het oosten hebben beide als beginpunt hetzelfde equidistantiepunt. Wat is de lokatie van dit punt? Sinds 1908 is de grens tussen Suriname en Brazilie officieel vastgesteld. Deze Zuidgrens loopt van de toenmalige “Franse tot de Britse Grens” en is later gemarkeerd met behulp van grensbakens. Op welke lokatie ligt de eerste grenspaal in het westen. Page 1 of 7 Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 f g 2p Noem de twee verschillen tussen de Territoriale zône en de Exclusieve Economische zône . Territoriale zône Exclusieve Economische zône Op hoeveel zeemijl ligt de ……………?…………zeemijl ………………?…… zeemijl noordelijke grenslijn? Vul in economische en /of ……………?………… ……………?... Soevereiniteit politieke soevereiniteit: Soevereiniteit 2p Op de kaart is het noorden van ons land weergegeven. Waarom maakt de dieptelijn van 1000m (in de Atlantische oceaan )op de plek van het zwarte pijltje een flinke noordwaartse bocht? a b 2p 4p 2. Geologie en geomorfologie van Suriname Noem twee gesteentensoorten die tijdens de Trans Amazonische gebergtevorming(ongeveer 1900miljoen jaar geleden)in Suriname werden gevormd. In de Roraimaformatie en ook op vele andere plaatsen in Suriname zijn in het precambrium gangen van doleriet doorgedrongen. Hoe kunnen we deze oude dolerieten tegenwoordig nog in het landschap waarnemen? En waarom is het na zo een lange periode nog mogelijk deze dolerieten waar te nemen? c 4p In onze tijd vertoont de Corantijnrivier nabij de Coeroenirivier tekenen van verwildering. Noem een verschil tussen de verwildering in de Corantijnrivier en de verwilderde rivieren die gezorgd hebben voor de afzetting van het Zanderijlandschap. d 3p Welke zijn de drie voornaamste bodembestanddelen van de bodems in ons binnenland? Page 2 of 7 Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 e 2p Bekijk de twee tekeningen hierboven . Beschrijf de tekeningen 1 en 2 zodanig dat je aantoont dat klimaatsveranderingen een belangrijke rol hebben gespeeld bij de vorming van de Bauxiet/Laterietkappen in Suriname. f 2p Aan welk verschijnsel kunnen we duidelijk merken dat podzolisatie tegenwoordig nog steeds in onze savannes voorkomt? g 1p Welke natuurlijke vegetatie treft men aan op rivierafzettingen in de Jonge Kustvlakte? h 2p De Commewijne-, Saramacca- en de Nickerierivier buigen in de kustvlakte om naar het westen en monden via de monding van de grotere rivieren uit in de Atlantische oceaan. Verklaar deze ombuiging. a b 2p 3p 3. Klimaat van Suriname en Brazilië Tussen half augustus en november hebben we in Suriname weinig neerslag. Geef aan welke wind in deze periode over ons land waait en verklaar waarom juist deze wind Niet overal in Suriname valt er op hetzelfde moment evenveel regen. Welke is in het zuiden van Suriname de natste maand ? En welke is voor het kustgebied de natste maand? Verklaar dit verschil. c 1p De dagelijkse temperatuurverschillen nemen van de kust naar het binnenland Page 3 of 7 Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 regelmatig toe. In welke seizoenen is dit temperatuursverschil het grootst? d e a b c 2p 2p De Pantanal is het laaggelegen gebied langs de Boliviaanse grens. Ga uit van de natuurlijke vegetatie in de Pantanal en bepaal welk Köppenklimaat in dit gebied voorkomt. Motiveer je antwoord.( Hebri Wereldatlas kaartblad 76). 3p 4. Bevolking van Suriname Hebri Wereldatlas : kaartbladzijden 10 tot en met 15. De bevolkingsdiagrammen Noem de drie distrikten in Suriname met het grootste aantal inwoners in de leeftijdsgroep 0 – 4jaar. 4p Waar liggen de bevolkingsconcentraties van ons land? En noem ook twee lege gebieden in Suriname. 2p d 2p e Het grootste deel van de regio Westen is van nature bedekt door campo limpo (grassavannen) en campo cerrado (boomsavannen). Welke twee factoren hebben deze vegetatie doen ontstaan? Motiveer je antwoord. 2p In de overgangszone tussen stad en agrarisch gebied treft men verouderde landbouwgronden aan, waar de bewoners hun hoofdbestaan niet meer in de landbouw vinden. Naar welke economische sector is deze groep vooral vertrokken? En wat gebeurt er met deze landbouwgronden? Leeftijdsopbouw van Suriname (bron ABS 2004) Leeftijd Aantal % Mannen Vrouwen 0-14 jaar 26,4 % 66.440 63.469 15-64 jaar 67,3 % 164.739 166.139 > 65 jaar 6,3 % 13.300 17.902 Hoe wordt de groep van 67,3% genoemd en waarom worden ze zo genoemd? Onze multiculturele samenleving is een harmonieus geheel van verschillende bevolkingsgroepen en culturen. Het jaar 2013 is “ het zogenaamde jubileumjaar der immigratie”. Op welke wijze is er geprobeerd om de gedachte van het harmonieus geheel tot uitdrukking te doen komen? f 2p Noem vier internationale samenwerkingsverbanden waarin Suriname aktief is. a 3p 5. Bevolking van Brazilië Gebruik twee kaarten: 1. Hebri Wereldatlas blz 77 A Brazilië deelstaten 2. Brazilië bevolkingsaantal per staat 2012 (hieronder) Page 4 of 7 Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 Noem met behulp van de kaarten de namen van twee deelstaten in de macroregio Zuidoosten met een bevolkingsaantal van 10 miljoen+ inwoners. Noem een oorzaak van dit groot aantal inwoners in die staten b 1p Brazilië heeft een oppervlak van 8,5miljoen km2 In juli 2012 is de bevolking van Brazilië geschat op ruim 200 miljoen inwoners ( SOURCE: 2013 CIA WORLD FACTBOOK AND OTHER SOURCES.) De gemiddelde bevolkingsdichtheid was in 1970 ongeveer 11 inwoners per km 2 Laat met behulp van deze informatie zien dat de bevolkingsdichtheid in 2012 meer dan verdubbeld is. c d e 2p 2p 2p Brazilië is een land met machtige elites. Noem twee belangrijke produktiefactoren waar deze groep macht over heeft ? Eén van de groepen die tot de eliten gerekend wordt , is die van de grootgrondbezitters. Noem twee manieren waarop deze mensen zoveel grond konden verwerven? Noem behalve de grootgrondbezitters nog twee andere groepen die ook tot de machtige elites behoren. 6. De landschappen van Brazilie a 3p Welke zijn de drie grote deelgebieden (sub-regio’s) van het Noordoosten? Page 5 of 7 Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 b 2p In welk deelgebied van het Noordoosten treffen we het Caatingagebied aan en geef hier een fysische oorzaak voor? c 2p Gebruik de kaart ‘Macro-regionale indeling’ van Brazilië (hierboven). Noem de naam van de uiterst noord-westelijk gelegen deelstaat in de macro-regio Noordoosten. d 2p De Tocantinsrivier ligt tussen 40° en 50° WL en tussen 0° en 17° ZB. Gebruik je landschapskaart en verklaar de stroomrichting van deze rivier. e 2p São Paulo is in veel opzichten het hart van Brazilië. Noem twee factoren om deze bewering voor deze stad waar te maken. a b 2p 2p 7. Economische en sociale aspekten van Brazilië Noem twee belangrijke factoren die de industriële ontwikkeling van de regio Zuidoosten hebben bevorderd. In de periferie van Brazilië manifesteren zich symptomen van armoede. We spreken van een relatieve rurale overbevolking. In het centrum van dit land zien we echter een hogere welvaart . Er bestaat dus een ruimtelijke ongelijkheid in Brazilië . Noem twee kenmerken van problemen die alleen op het platteland voorkomen c 2p Noem twee gevolgen van de ruimtelijke ongelijkheid uit de vraag 7b. Page 6 of 7 Uniform Eindexamen Aardrijkskunde VWO 2013 d e 2p 2p In een poging om de regionale ongelijkheid in Brazilië te verminderen, heeft de Braziliaanse regering de grootschalige ontwikkeling van mijnbouw, veeteelt, akkerbouw en bosexploitatie in het binnenland gestimuleerd. Vooral voor de mijnbouwaktiviteiten moest de nationale regering een beroep doen op buitenlands kapitaal. Noem twee landen waar het belangrijkste deel van de buitenlandse investeringen vandaan kwamen. De grootschalige economische aktiviteiten in het binnenland hebben ook negatieve effecten. Noem zo een negatief effect op voor het milieu en één voor de aldaar wonende bevolking. Page 7 of 7