'Orpheus in de onderwereld' Komische operette van Jacques Offenbach Inleiding Voor zijn theater Bouffes-Parisiens aan de Champs Elysées schreef Jacques Offenbach midden 19e eeuw komische opera's, waarin hij met van alles de spot dreef. Zo nam hij in zijn ‘Orpheus in de onderwereld’ de mythologie op de hak die in zoveel serieuze opera's een belangrijke rol speelt. Bij Offenbach is Orpheus niet de goddelijke zanger die door zijn gezang en lierspel zelfs wilde dieren, bomen en rotsen tot ontroering brengt, maar een eenvoudige vioolleraar. Niet een ontroostbare minnaar die zijn gestorven bruid Euridice uit de onderwereld terughaalt, maar een schuinsmarcheerder die vreemd gaat met zijn jonge leerlingen op het conservatorium. Op haar beurt heeft Euridice een verhouding met een herder/bijenhouder (Aristeus) die zich later ontpopt als Pluto, de god van de onderwereld. Voor de operabezoeker uit Offenbachs tijd - vertrouwd met mythologische personen en verhalen - moet dit op z'n kop zetten van die godenwereld een komisch effect hebben gehad. De versie van ‘Orphée aux enfers” die wij zullen bekijken, is opgevoerd door de Opéra National de Lyon. Geen paniek, Engelse ondertitels ! En veel muziek en dans en prachtige decors. Samenvatting van het stuk De opera is verdeeld in 2 ‘Actes’ en elke acte heeft 2 scènes (Tableau). In dit overzicht zetten we dit om in een indeling in 4 bedrijven. Personen Publieke opinie: dame die ‘het fatsoen’ vertegenwoordigt. Eurydice Orpheus Aristeus: aardse vermomming van Pluto (god van de onderwereld) Goden: Iupiter (Zeus), Iuno, Venus, Cupido, Diana, Mercurius, Minerva John Styx: bewaker van Eurydice in de onderwereld Eerste bedrijf Plaats: Thebe in Griekenland Eerst verschijnt een dame die de rol speelt van de “Openbare Mening” ofwel “Publieke Opinie”. Ze stelt zich voor in een lied. Dan komt de mooie Eurydice, die een hekel heeft aan haar man Orpheus maar verliefd is op de herder Aristeus. Orpheus is vioolleraar aan het Thebaanse conservatorium. Hij is uitgekeken op zijn vrouw en houdt er een gevarieerd liefdesleven op na. Meisjesleerlingen, nimfen, herderinnen, hij lust er wel pap van. 1 Als Orpheus meer wil weten over de verliefdheid van Eurydice, krijgen ze ruzie. Eurydice kleineert de muzikale kwaliteiten van haar man, en zegt dat ze niet meer naar zijn vioolspel wil luisteren omdat ze het afschuwelijk vindt. Dan wil Orpheus zijn vrouw straffen voor haar ontrouw: hij dwingt haar te luisteren naar zijn nieuwste vioolconcert. Tot het uiterste gekweld smeekt zij de goden haar spoedig te verlossen van deze afschuwelijke man. Haar wens wordt sneller vervuld dan zij kon denken. Haar man heeft namelijk een adder gedeponeerd in het korenveld waardoor Aristeus gewoonlijk huiswaarts wandelt. Als Eurydice haar geliefde tegemoet snelt om hem te waarschuwen, trapt ze zelf op de gifslang, wordt gebeten en sterft. Nu onthult Aristeus zijn ware identiteit. Hij is helemaal geen herder, maar Pluto, de god van de onderwereld. Hij heeft Orpheus ingeblazen de slang in het koren los te laten, wetend dat Eurydice "erin zou trappen". Hij neemt de schim van Eurydice mee naar zijn onderaardse rijk, om haar tot zijn minnares te maken. Euridice laat een berichtje achter voor Orpheus. Orpheus komt thuis, ontdekt dat zijn vrouw gestorven is en springt een gat in de lucht (Aria. Libre! O bonheur). Deze reactie blijft niet ongestraft. De publieke opinie vindt dat zijn gedrag onbehoorlijk is. Deze eist dat de jonge weduwnaar de berg Olympus beklimt, om de daar huizende goden te vragen of hij zijn echtgenote mag terughalen uit de onderwereld. Natuurlijk heeft Orpheus daar weinig zin in. Maar onder druk van de Publieke Opinie zwicht hij, neemt uitvoerig afscheid van zijn vrouwelijke leerlingen en gaat op weg. De Publieke Opinie gaat mee. (Aria “Viens! Viens! C’est l’honneur”). Tweede bedrijf Plaats: de Olympus, woonplaats van de goden. De goden hebben hier Latijnse namen. Nacht op de berg Olympus; de goden en godinnen slapen. Cupido, en Venus zijn uit geweest en voegen zich bij de rest van de goden. De uren komen op, verstrijken en maken plaats voor Aurora, de godin van de dageraad. Dan wordt de rust verstoord door Diana, de jachtgodin. Jupiter, de oppergod, schrikt als eerste wakker en wekt allen. Diana klaagt haar nood: zij is haar minnaar kwijt. Het blijkt dat Jupiter daarin de hand heeft gehad. Diana is woest en ook de andere goden beginnen te morren. Iedereen is het regime van potentaat Jupiter meer dan beu. Voor het moment weet de godenvader de orde te herstellen. Prompt daarop begint zijn vrouw Juno ruzie met hem te maken. Zij is zeer jaloers, en met reden. Het laatste nieuws is dat op aarde een mooie vrouw is verdwenen. Juno verdenkt haar man ervan dat hij deze jongedame geroofd heeft. Maar - voor één keer - weet Jupiter ècht nergens van. Spoedig blijkt, dat Pluto, de god van de onderwereld, achter de verdwijning van Eurydice zit. Mercurius, de bode der goden, brengt Pluto bij Jupiter op het matje, maar deze ontkent alles. Jupiter laat zich echter door zijn vleierijen niet misleiden. Zijn boosheid wordt onderbroken door alle goden, die in opstand zijn gekomen. Pluto maakt misbruik van de situatie en stelt zich aan het hoofd van deze revolutie. Jupiter wordt bedreigd, en getreiterd met een spotlied over zijn amoureuze escapades. Gelukkig voor de oppergod arriveert dan Orpheus, met zijn viool en de Publieke Opinie. Voor deze laatste heeft iedereen angst en ontzag. De gemoederen bedaren en men hoort Orpheus aan. Hij vraagt (tegen zijn zin, zoals we weten) zijn vrouw Eurydice terug en wijst Pluto aan als de ontvoerder. Jupiter veroordeelt dan Pluto om Eurydice terug te geven. Om te kijken of zijn besluit ook echt uitgevoerd zal worden, zal hij zelf meteen naar de onderwereld afdalen. De goden smeken hem om hen mee te nemen. Jupiter stemt daarin toe. Op slag zijn de goden hun grieven vergeten. Ze danken de oppergod voor zijn grootmoedigheid. Dansend van voorpret begeeft zich het complete godenvolk naar de onderwereld (Aria “Gloire! Gloire à Iupiter”). 2 Derde bedrijf Plaats: de kamer van Eurydice in de onderwereld. Eurydice zit in een kamer in de onderwereld. Ze voelt zich opgesloten en in de steek gelaten. Ze wordt bewaakt door John Styx, bediende van Pluto. Van deze griezel, die aan een rare verslaving lijdt, moet Eurydice niets hebben. Maar gelukkig, eindelijk gebeurt er wat. Jupiter speurt namelijk de hele onderwereld af naar de verblijfplaats van Eurydice, omdat hij vermoedt dat ze heel mooi is. De rechtbank van de onderwereld noch de hellehond Cerberus kunnen hem verder helpen; Pluto koopt iedereen om. Jupiter windt zich vreselijk op, maar de kleine Cupido helpt hem met een spectaculaire gedaanteverwisseling (Jupiters specialiteit). Iupiter verandert zich in een vlieg en gaat via het sleutelgat de kamer van Eurydice in. De vlieg laat zich gewillig vangen door Euridice, en besluit even later toch weer om zijn goddelijke gedaante aan te nemen. Hij doet haar het voorstel om tijdens het feest van Pluto samen naar Olympus te vluchten. Pluto heeft voor de goden een feest georganiseerd. Daar gaat het tweetal eerst heen. Vierde bedrijf Plaats: de feestruimte in de onderwereld De goden en godinnen amuseren zich kostelijk op het helse feest. Eurydice zingt samen met enkele godinnen een lied voor Bacchus, de god van de wijn (J`ai vu le Dieu Bacchus). Jupiter danst een sierlijk menuet, in de stijl van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, met wie hij zich verwant voelt. Vervolgens storten alle goden en godinnen zich in een wilde cancan. (Aria: Ce bal est original). Op het hoogtepunt van het feest wil Jupiter ervandoor gaan met zijn nieuwe vlam, maar Pluto heeft hen in de gaten. Is Jupiter dan vergeten, dat hij Orpheus beloofd heeft, dat hij zijn lichtzinnige echtgenote mag terughalen uit de hel? Zo vraagt Pluto. En jawel, daar komt de ongelukkige vioolvirtuoos al aan, natuurlijk weer in gezelschap van de gevreesde Publieke Opinie. Een plechtig moment. Iedereen ordent zijn kleding en gaat er weer mooi-goddelijk bij staan. Jupiter wil Eurydice koste wat het kost behouden. Weer is het Cupido die hem een idee aan de hand doet. Orpheus mag Eurydice alleen naar de aarde meevoeren, als hij voorop loopt en niet naar haar omkijkt, zo luidt Jupiters voorwaarde. Hij rekent erop, dat Orpheus wel zal omkijken. Maar onder druk van de Publieke Opinie houdt Orpheus stand. Hij kijkt niet om. Jupiter verliest dan zijn geduld en grijpt naar een verpletterend machtsmiddel. Hij gooit een bliksemschicht net achter de rug van Orpheus. Die schrikt hier zo van dat hij omkijkt. Op het einde verandert Iupiter Eurydice in een bacchante en geeft haar aan de god Bacchus, die aan het slot verschijnt en duidelijk heel blij is met dit wonderschone cadeautje. 3