Herodotus werkvertaling r.178-194 en 1-9 ... wordt niet altijd gewaardeerd (pag. 69) Men zegt dus dat hij hieraan dacht (ptc. aor.) en in boosheid tegen Prexaspes zei: ‘Nu zul (moet) jij te weten komen of de Perzen de waarheid (ware dingen) zeggen, of dat zij zelf, wanneer ze dat zeggen, 180 waanzinnig zijn. Want als ik jouw zoon, terwijl hij hier in de hal staat, met een schot (ptc. aor.) midden in zijn hart tref, zul- len de Perzen ongelijk blijken te hebben; maar als ik mis, mag (moet) jij zeggen dat de Perzen de waarheid (ware dingen) zeggen en (ook) dat ik niet bij mijn verstand ben.’ [En men zegt] dat hij, nadat hij dit gezegd en de boog gespannen had, de jon- gen raakte, en dat hij, nadat de jongen ineengezakt (gevallen) was, 185 opdracht gaf hem open te snijden en het schot te onderzoeken. En dat hij, toen men ontdekt had dat de pijl zich in het hart bevond (toen de pijl zich in het hart bevindend ont- dekt was), in lachen uitbarstte (ptc. aor.), zeer blij werd (ptc. aor.) en tegen de vader van de jongen zei: ‘Prexaspes, dat ik niet gek ben en ook dat de Perzen waanzinnig zijn, is jou duidelijk geworden! Maar zeg me nu, wie jij van alle mensen al zo doel- treffend hebt zien schieten?’ En [men zegt] dat Prexaspes, omdat hij 190 een man zag die niet bij zinnen was, en omdat hij voor zichzelf vreesde, zei: ‘Heer, ík denk dat zelfs de god zelf niet zo mooi getroffen zou hebben.’ Toen deed hij dit, maar een andere keer liet hij twaalf van de Perzen, gelijk aan de voornaamsten, levend op hun kop ingraven, hoewel hij hen op geen enkele serieuze schuld had betrapt. 5 Strijd om de macht 5.1 De magiër Smerdis aan de macht ‘Smerdis’ komt in opstand (pag. 89) Omdat hij lange tijd in Egypte verbleef en krankzinnig was geworden, kwamen tegen Cambyses, de zoon van Cyrus, magiërs in opstand: twee broers, van wie Cambyses de ene als opzichter van zijn paleis had achtergelaten. Deze man dus kwam tegen hem in opstand, nadat hij van (wat betreft) de dood van Smerdis had begrepen, dat het verborgen werd gehouden dat hij was gebeurd (dat hij, gebeurd zijnde, verborgen werd gehouden), 5 en ook dat degenen van de Perzen die ervan wisten weinig(en) waren, maar dat de meeste mensen overtuigd waren dat hij nog leefde. Met het oog daarop bedacht hij (ptc. aor.) het volgende en probeerde [zo] de koningsmacht in handen te krijgen. Hij had een broer, van wie ik verteld heb dat hij met hem meedeed in de opstand, [en] die qua uiterlijk bij uitstek leek op Smerdis, de zoon van Cyrus, die door Cambyses, hoewel hij diens eigen broer was, was ge- dood (die Cambyses, hoewel hij zijn eigen broer was, had gedood).