Betoog 1. Zet je standpunt op papier Jouw standpunt is het belangrijkste onderdeel van je betoog. Het is dan ook goed om je lezers direct te laten weten wat je wilt zeggen en waarvan je ze wilt overtuigen. Om je standpunt te formuleren kun je de vier W’s gebruiken: Wat? Waarom? Wanneer? Wie? Bedenk daarnaast waarom je standpunt voor jou belangrijk is en of het op ieder moment geldt, of alleen in een specifieke situatie. Door je standpunt helder op papier te zetten heb je een uitstekende basis om je idee ook te onderbouwen. 2. Formuleer je argumenten Noteer in een apart document alle argumenten die je voor je standpunt kunt bedenken. Je gaat deze argumenten niet allemaal gebruiken, maar je kunt beter ruim de keuze hebben. Denk niet alleen vanuit jezelf, maar verplaats je ook in de lezer, wat die wil horen, vragen of beantwoord hebben. Noteer alles wat in je opkomt en houd ook rekening met tegenargumenten. 3. Selecteer sterke argumenten Om je betoog kracht bij te zetten kun je alleen écht sterke argumenten gebruiken. Selecteer daarom een aantal ijzersterke argumenten uit het lijstje dat je in de vorige stap hebt gemaakt en werk deze verder uit. 4. Bedenk tegenargumenten Als je ongeveer drie of vier sterke argumenten hebt uitgekozen, formuleer je voor ieder argument een aantal tegenargumenten. Als het goed is kun je deze tegenargumenten eenvoudig onderuit halen. Door dit tegenargument direct in je eigen argumentatie al uit de weg te ruimen voorkom je dat de aandacht van jouw argumenten vóór je standpunt wordt afgeleid. De tegenargumenten kun je dus gebruiken om je argumenten te verscherpen. 5. Benoem reële tegenargumenten Als er reële argumenten tegen je stelling zijn, dan kun je die niet zomaar onder tafel schuiven. Je zult hier serieus op in moeten gaan. Neem bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuw apparaat: het kan veel winst opleveren, maar vergt ook een (onverwachte) investering. Wanneer je in je betoog zelf die investering al noemt en vervolgens de nadruk legt op de voordelen en mogelijkheden, voorkom je dat het tegenargument de overhand krijgt. Bovendien laat je zien dat je aan alle mogelijkheden hebt gedacht. Uiteraard zorg je er wel voor dat de tegenargumenten stuk voor stuk kunnen worden gepareerd met een goed argument vóór! 6. Lees je betoog nog één keer goed na Als je betoog helemaal af is, kun je het het beste nog een keer goed nalezen. Kijk niet alleen naar spel- en grammaticafoutjes, maar controleer ook of je wel één lijn blijft volgen en niet van de hak op de tak springt. Zorg er daarnaast voor dat iedere alinea verbonden is met de voorgaande door middel van signaalwoorden als ‘omdat’ of ‘daardoor’. Als je betoog helemaal goed in elkaar zit en volledig foutloos is, kun je deze uitprinten, verzenden of publiceren! Tips * Zorg ervoor dat je standpunt concreet is, de lezer moet direct kunnen zien wat het resultaat is van jouw standpunt * Controleer je betoog op duidelijkheid * Vraag om feedback op je betoog van iemand die niets met het onderwerp te maken heeft * Begin niet met een half standpunt. Je lezer zal dan eerder geneigd zijn op details en onvolkomenheden in te gaan, in plaats van op de inhoud. Spring niet van de hak op de tak, maar blijf bij je centrale punt Debatteren Debatteren wordt in het woordenboek aangeduid als redetwisten. Het is echter meer dan dat… debatteren is een formele vorm van discussiëren, of simpelweg: een aan regels gebonden discussie. Een debat is ingedeeld in een vaste structuur met vaste spelregels waarbij niet de tegenstander, maar een onafhankelijke derde (jury of publiek) overtuigd moet worden. In de praktijk bestaan vele vormen van debat. Deze vormen zijn qua tijd en spelregels zelfs nog aan te passen. Er zijn wel bepaalde basisstructuren: - Het Parlementair debat is een debatvorm waarbij regering en oppositie, bestaand uit groepjes van 2 of 3 personen, elkaar via vaste spreektijden bestrijden. De jury beoordeelt het debat met name op opbouw van het betoog en de argumentatie. Bij het parlementair debat valt onderscheid te maken tussen de Britse en de Amerikaanse vorm. - Het Eloquentiadebat is een debatvorm waarbij 2 personen het tegen elkaar opnemen. Hierbij is met name de presentatie en welsprekendheid (eloquentia) van belang. De inhoud speelt hier dus een kleinere rol. - Het Lagerhuisdebat is een debatvorm waarbij de interactie veel hoger is. Twee groepen (voor- en tegenstanders) of individuele leden kunnen dan in een vrije discussie met elkaar treden. - Het driehoeks debat: Er zijn niet twee, maar drie partijen. Elk krijgt een aparte stelling te verdedigen, maar in alle gevallen gaat het om een oplossing voor hetzelfde probleem. Er is dus sprake van meer nuance, dan simpelweg voor en tegen. Argumenteren In veel spreek- of schrijfsituaties moet je in staat zijn een eigen standpunt te formuleren en dat te staven met argumenten. Jouw tekst, of jouw bijdrage aan een discussie, debat of besluitvormingsproces is pas succesvol als je anderen weet te overtuigen van jouw standpunt. Daarom is het van belang inzicht te hebben in de manier waarop je standpunten en argumenten voor lezers en luisteraars duidelijk kunt formuleren en weergeven. Standpunt: een taaluiting waarin een spreker of schrijver zijn mening over iets weergeeft. Argument: een taaluiting waarmee een spreker of schrijver zijn standpunt verdedigt tegen kritiek. Indicatoren Om aan je lezer of toehoorder duidelijk te maken dat je een standpunt of argument geeft, kun je gebruik maken van zogenaamde indicatoren. Dit zijn woorden of stukjes zin waarmee je een uiting benoemt (standpunt) of een verband aangeeft tussen twee uitingen (argument). Indicatoren van standpunten - Ik vind dat... - Y is van mening dat... - de conclusie moet zijn dat... - immers - het is duidelijk dat... - volgens mij... etc. Indicatoren van argumenten - want - omdat - aangezien - namelijk etc. Ontbrekende indicatoren Je kunt ook een standpunt innemen of een argument opvoeren zonder gebruik van indicatoren: 'Bush wil gewoon een oorlog voeren', 'de nieuwe bama-structuur levert veel overgangsproblemen op' of 'Conny heeft een nieuwe vriend'. Of jouw uiting beschouwd moet worden als een standpunt of een argument, of simpelweg als een mededeling, moet de hoorder/lezer dan uit de context afleiden. Volgt op zo'n uiting een reactie als 'hoezo?', dan is de uiting als standpunt opgevat, en zal je met argumenten moeten komen waarmee je het standpunt kunt verdedigen. Soorten argumentatie Argumenten en standpunten kunnen onderling op verschillende manieren samenhangen. De soorten argumentatie verschillen in mate van overtuigingskracht en wijze van presentatie in het uiteindelijke betoog. Kennis van deze soorten argumentatie is ook belangrijk om argumenten van anderen te kunnen herkennen en er adequaat op te kunnen reageren. Enkelvoudige argumentatie Het standpunt wordt ondersteund door slechts één argument. Meervoudige argumentatie Een spreker of schrijver voert meer dan één argument aan om zijn standpunt te verdedigen. Ieder argument op zich is bedoeld als een volwaardige verdediging van het standpunt. Daardoor is meervoudige argumentatie een vrij krachtige vorm van argumentatie. Als iemand kan aantonen dat een van de argumenten niet opgaat, blijven er nog altijd andere argumenten over waarmee het standpunt wordt onderbouwd. Indicatoren van meervoudige argumentatie * Ten eerste, ten tweede, tot slot. * Een ander argument is dat... * Zelfs als dit niet opgaat, dan nog... * Overigens... * Trouwens... * Ten overvloede... * Niet te vergeten... * Behalve dat... Nevenschikkende argumentatie De spreker of schrijver brengt meer dan één argument naar voren, waarbij de argumenten alleen samen, in onderlinge samenhang, een onderbouwing vormen van het standpunt. De argumenten zijn daardoor in feite van elkaar afhankelijk. Indicatoren van nevenschikkende argumentatie * daarbij komt... * bovendien... * daarnaast... * een reden temeer om... * vooral ook omdat... * wat nog belangrijker is... * alsmede... Onderschikkende argumentatie Een spreker of schrijver voert een argument aan voor zijn standpunt. Hij vermoedt echter dat dit argument zelf in twijfel zou kunnen worden getrokken en dus ook nog onderbouwd moet worden. Daarom voert hij direct een argument aan om het eerste argument te ondersteunen. Het eerste argument krijgt dan dus de status van substandpunt. Er ontstaat zo een keten van argumenten. Indicatoren voor onderschikkende argumentatie * want * omdat * immers * aangezien * namelijk * dat blijkt uit... Tips * Maak je standpunt en je argumenten als zodanig herkenbaar voor je lezers/gesprekspartners/publiek door indicatoren te gebruiken. * Maak ter voorbereiding een argumentatiestructuur. Als je zo'n 'boomstructuur' doordacht in elkaar zet, heb je een goede kapstok voor je betoog. Bovenin de boom formuleer je wat je standpunt is. Vandaaruit lopen er verschillende 'takken' naar de argumenten die het standpunt onderbouwen. Kijk kritisch naar de formulering van standpunt en argumenten en beoordeel of het verband ertussen logisch en begrijpelijk is. Zo kun je veel kritische vragen of aanvallen op je argumentatie voor zijn. Een argumentatiestructuur heeft ook een belangrijke functie als analyse-instrument. Als je bijvoorbeeld moet reageren op het betoog van een ander, is het handig als je het betoog van diegene in een argumentatiestructuur kunt plaatsen. Je kunt dan snel en gemakkelijk zien waar er gaten in het betoog zitten en op welke punten je het betreffende betoog dus kunt aanvallen. Discussiëren Discussies willen nog wel eens ontsporen. Door een zekere mate van structuur in een discussie te brengen en door je aan een paar simpele regeltjes te houden, vergroot je de kans op een succesvol verloop. Hieronder vind je tips over het organiseren, het leiden van en het deelnemen aan een (formele) discussie. Een discussie organiseren Als je een discussie organiseert, houd dan rekening met de volgende zaken: * Een discussie verloopt het best in een groep van 5 tot 15 personen. * In de groep moet niet iedereen dezelfde mening hebben, maar de meningen moeten ook niet zo ver elkaar liggen dat een discussie onmogelijk wordt. * Het onderwerp van de discussie moet aansluiten bij de interesses en belangen van de deelnemers. uit * Een discussie komt alleen tot bloei als het onderwerp van discussie concreet genoeg is. Formuleer het discussiethema daarom in de vorm van een vraag, opdracht of stelling. Dus niet 'biotechnologie' maar 'biotechnologie kan het wereldvoedselprobleem oplossen'. Een discussie leiden Hoe groter het aantal deelnemers, hoe belangrijker de structuur en de leiding van de discussie worden (Korswagen 1993). Structuur Een veel gebruikte structuur voor discussies zie je hieronder. Wanneer in een discussie meerdere (deel)onderwerpen aan bod moeten komen, doorloop je de verschillende fasen meerdere malen. Discussiedelen Functies Inleiding - Welkom - Huishoudelijke mededelingen - Onderwerp van discussie - Doel van discussie - Belang van discussie - Geplande structuur van discussie Beeldvorming Feitelijke informatie over het thema geven (meestal door de voorzitter) Meningen uitwisselen en bespreken - Samenvatting en conclusies - Dankwoord Meningsvorming Afsluiting Leiding Een formele discussie wordt geleid door een voorzitter. Een goede voorzitter is onpartijdig. Ben je sterk bij een bepaald onderwerp betrokken en wil je graag meedoen aan de discussie, dan is een ander misschien geschikter voor het voorzitterschap. Hieronder vind je de belangrijkste taken van de voorzitter. Taken Tips Discussie voorbereiden - Verdiep je in het discussiethema. - Wat moet je weten om de discussie te kunnen leiden? Welke vragen zou je kunnen stellen om de discussie op gang te brengen? - Maak een tijdsschema: welke deelonderwerpen moeten aan bod komen? Hoeveel tijd is daarvoor nodig? - Bereid een inleiding voor. Zie 'Structuur' hierboven. Discussie leiden - Zorg dat de rode draad van de discussie duidelijk blijft. - Integreer bijdragen in het geheel; vraag door als de bedoeling van een bijdrage niet duidelijk is; vat de discussie samen als die dreigt te stokken; verwijs voorbarige opmerkingen naar een volgend (deel)onderwerp; stimuleer de discussie door middel van vragen; kap afdwalingen van het onderwerp af. - Houd het tijdsschema in de gaten, maar pas op voor verstarring! - Maak aantekeningen. Ze kunnen je helpen bij het geven van een samenvatting van de discussie. Voor een open sfeer zorgen - Geef ruimte aan gevoelsuitingen. - Zorg dat de deelnemers elkaar laten uitspreken. - Geef iedereen evenveel gelegenheid om zijn zegje te doen. - Toon waardering voor de inbreng van de deelnemers. - Corrigeer hinderlijk gedrag. Deelnemen aan een discussie Als deelnemer ben je medeverantwoordelijk voor het verloop van de discussie. Hieronder vind je vijf regels om een discussie niet in het honderd te laten lopen (Van Eemeren, Grootendorst & Snoeck Henkemans 1995). Soms worden deze regels al dan niet opzettelijk overtreden. Zie daarvoor Argumenteren. 1. 2. 3. 4. 5. Iedereen is vrij zijn standpunten of twijfels naar voren te brengen. Als je een standpunt naar voren brengt, ben je verplicht het te verdedigen als dat van je gevraagd wordt. Indien je je standpunt niet afdoende kunt verdedigen, moet je het intrekken. Als je tegenstander zijn standpunt afdoende verdedigt, moet je je twijfel aan dat standpunt intrekken. Formuleer zo helder en concreet mogelijk. Vermijd onduidelijkheid en dubbelzinnigheid.