Hand-out Handel in Nederland tijdens de WOII Door Sara en Nikki We proberen een beeld te geven van de handel tijdens de oorlogsperiode. Hierbij beperken we ons tot de handel tijdens de WOII in Nederland. Handelsproducten In de tijd van de tweede wereldoorlog was er niet veel handel. De Duitsers zorgde ervoor dat een deel van de producten naar hun land zouden worden getransporteerd voor eigen gebruik. Ze hadden vooral belangstelling voor metaal voor de wapenindustrie. Ook producten als voedsel, textiel en voorwerpen zoals zeeschepen, paarden, munten en vee ingeleverd worden. Hierdoor kwam er een groot tekort. Hiernaast was er ook sprake van zwarte handel. Zwarte handel Tijdens de oorlog was er een tekort aan veel producten en vooral aan het einde van de oorlog werd de productie van voedsel gering. Duitsers gingen de landbouw weer stimuleren en men ging zelf gewassen verbouwen. De opbrengst hiervan ging rechtstreeks naar de bevolking of naar Duitse legers. Er waren ook mensen die de producten hielden en verkochten voor een veel hogere prijs. Dit wordt zwarte handel genoemd. Tijdens de Hongerwinter was er een groot tekort aan voedsel en er werd dus veel aan zwarte handel gedaan. Boeren verkochten hun gewassen voor abnormaal hoge prijzen en mensen vertrokken massaal van de stad naar het platteland. De Duitsers waren fel tegen de zwarte handel en ze bedachten zware maatregelen om dit tegen te gaan. Maar toch hadden de Duisters er voordeel aan. Ze konden de schuld van de schaarste op de zwart handelaren schuiven en later bleek dat de Duisters hun producten grotendeels ook op de zwarte markt kochten. Transportmiddelen Lang na de eerste wereldoorlog waren er nog veel vernielingen te zien. Dit had een groot nadeel voor de infrastructuur. Daarnaast kwam er een tekort aan brandstof. Waardoor de bevolking geen gebruik meer maakte van de auto. Er werden oplossingen bedacht zoals paarden voor auto’s, of de fietstaxi. Als er werd gehandeld werd er gebruik gemaakt van grote schepen, vliegtuig en de trein. De Duitsers wilde de handel gewoon door laten gaan, maar deze handel werd wel minder dan ervoor. Een deel van de handel werd namelijk gebruikt voor oorlogvoering. In het laatste oorlogsjaar werden bruggen gebombardeerd en wegen geblokkeerd. Dit deden de Duitsers om de bevrijding van de geallieerden te hinderen. Handel met andere landen Voor de oorlog had Nederland veel handelscontacten met het buitenland, maar door de oorlog verdwenen die. De Duitsers hadden het voor het zeggen op het gebied van handel en verbood de bezette gebieden om handel te drijven met neutrale landen. Duitsland kocht nog wel producten van Nederland, maar het was een groot deel van zijn afzetmarkt kwijt. De economie verslechterde en schaarste ontstond. Als uitzondering heeft Zweden, neutrale land tijdens de oorlog, wat voor Nederland betekend. Tijdens de Hongerwinter heeft het Zweedse Rode Kruis boten met granen naar Nederland vervoerd. Uiteraard met toestemming van de Duisters op voorwaarde dat er niet werd gepropagandeerd. Zo kwamen er broden in de winkels te liggen en werden blikken met voedsel uit vliegtuigen gegooid, operatie Manna genoemd. Handelsverdragen Ten tijde van de oorlog waren er in Nederland niet veel handelsverdragen. De Duisters stelden namelijk de regels op voor de handel (met het buitenland). Je zou dus kunnen zeggen dat Duitsland de handelsverdragen besloot. Betaalmiddelen Na mei 1942 was er een tijdlang geen sprake van het gebruik van munten. Er kwamen zilverbonnen, deze bonnen waren een wettig betaalmiddel. Het betalingsverkeer herstelde zich weer na de invoering van deze bonnen. Door de verdwijning van muntgeld werd er noodgeld gedrukt door gemeenten en bedrijven. Dit gold eigenlijk alleen voor de oorlogsdagen. Men is nog een half jaar bezig geweest met het slaan van munten, maar het tekort bleef. Daarbij waren de Duitsers ook nog eens van plan om munten af te schaffen en het metaal ervan te gebruiken voor oorlogvoering. Distributiesysteem Als gevolg van de crises werd in de jaren dertig al een aantal producten alleen op de bon verkrijgbaar. Het doel van deze bonnen of ook wel het distributiesysteem was om schaarse artikelen eerlijk te verdelen onder de bevolking. Iedere Nederlander had daarom ook een distributiekaart waarop je bonnen kon krijgen. Hiermee kon je dan een bepaalde hoeveelheid aan goederen kopen. Er kwamen al snel levensmiddelen op de bon, in juni 1940 waren dat brood, koffie en thee. Maar al snel stonden bijna alle levensmiddelen op de bon. Er ontstond een handel in bonnen. Veel handelaren maakten misbruik van de situatie en verkochten illegaal producten voor een erg hoge prijs. Belasting In 1942 kwam er een vennootschapsbelasting, deze werd door de Duitsers geïntroduceerd. Dit is belasting op het inkomen die door een staat wordt geheven van rechtspersonen. Deze belasting kwam de Duitsers goed uit. Wel werd het pas in 1945 echt ingevoerd.