BELGIË Zelfde grond, andere tijden 1. De Romeinen in onze streek 57 voor Christus In onze streek wonen volksstammen. Ze zijn erg primitief en wonen in huisjes van stro en leem. Ze leven van de landbouw en de jacht. Ze munten uit in oorlog voeren. Hun grote moed en hun brute kracht levert ons onze naam (Belgen) en een plaatsje in de geschiedenisboeken op. De Gallische hoofdman Ambiorix . Je kan hem nu nog bewonderen in Tongeren. In het zuiden van Europa is er op dat moment een wereldstad in volle glorie : ROME. Hun cultuur stond veel verder dan de onze. Heirbaan : een verharde straat Aquaduct : een soort waterleiding Het Colosseum is een groot amfitheater waar voorstellingen werden gegeven. De Romeinen wilden ook de rest van Europa ondermijnen aan hun gezag. Ze slaagden er voor een groot deel in, maar kregen in sommige landen wel felle weerstand. Niet alleen van Asterix en Obelix, maar ook van de ‘Belgae’, de Belgen. De Romeinse veldheer, Caesar, was vol lof over deze ‘Oude Belgen’. Hij schreef : ‘Van hen allen zijn de Belgen de dappersten.’ 2. De Guldensporenslag 1302 Onze streken zijn verdeeld in staatjes, kijk eens goed naar de namen ! Deze worden bestuurd door edellieden, graven of hertogen. Ondertussen zijn er ook heel wat steden ontstaan. De stedelingen hadden het niet zo op die vreemde alleenheersers die hun land en steden wilden besturen. 11 juli 1302 : Kortbij Kortrijk, staan twee kampen tegenover elkaar. Aan de ene kant : het ridderleger van Robert van Artois, de broer van de Franse koning. Hij wil het graafschap Vlaanderen veroveren. Aan de andere kant staat er een Vlaams volksleger dat de kant heeft gekozen van de Vlaamse graaf. Tijdens de strijd tussen het ridderleger en het volksleger, kiezen de stedelingen de kant van de Vlaamse graaf. Want zij verwachten dat ze van de Vlaamse graaf de meeste vrijheid zullen krijgen. Zij nemen zijn wapenschild, de klauwende leeuw, als vaandel. Maar als het Franse ridderleger nadert, beginnen ze bang te worden. Hun harnassen schitteren in de zon. En het volksleger zijn maar eenvoudige mensen. Normaal gezien kunnen ze niet winnen MAAR… De Franse ruiters blijven steken in de modder van de Groeningebeek. De Vlamingen vergeten hun angst en hakken erop los. Zij verzamelden de “gulden sporen” als oorlogsbuit, de buit van de “GULDENSPORENSLAG” Je hoorde zeker wel eens van “de leeuw van Vlaanderen”. Nu nog vieren wij op 11 juli de Vlaamse feestdag. 3. De eerste wereldoorlog 1914-1918 België is nog een jong land. Op 21 juli 1831 legt Leopold I als eerste Belgische koning de eed af. Maar onder onze derde koning, Albert I, komt ons land in de oorlog terecht. De Duitsers willen door ons land om Frankrijk aan te vallen. De Belgische koning en de regering weigeren. Zo komt België terecht in de Eerste Wereldoorlog. Met de steun van de Engelsen en de Fransen heeft het Belgische leger vanaf augustus 1914 het oprukkende Duitse leger kunnen tegenhouden. Maar ze worden echt in een hoekje geduwd en dreigen ook dat te verliezen. Het laatste stukje België dat ze kunnen verdedigen ligt achter een rivier, de Ijzer, in West-Vlaanderen. Maar de Duitsers vechten maar door. Maar dan… …de sluiswachter van de IJzermonding in Nieuwpoort heeft een schitterend idee ! Hij draait de sluisdeuren open en nu vult het binnenstromende water langzaam de IJzervlakte. 4 jaar en miljoenen doden later, op 11 november 1918, geven de Duitsers zich over. België was gered, maar niet voor lang, dertig jaar later waren het opnieuw de Duitsers die de Tweede Wereldoorlog begonnen De IJzertoren in Diksmuide : Om de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog te herdenken en om ons eraan te herinneren hoe belangrijk vrede is !!!