Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005 Milieumanagement____ 9 Hoofdstuk BELEID VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUMANAGEMENT In de onderstaande paragrafen komen aan de orde beleidsaspecten en geografische gebieden, die een directe invloed hebben op het gebruik van de ruimte en waarvan de milieuconsequenties van economische productie constant aandacht vragen. Deze zijn Grondbeleid, Regionale ontwikkeling, Monitoring Groot Paramaribo en de Ontwikkeling van het Binnenland 9.1 MILIEUMANAGEMENT De toekomst van de economie is meer dan een kostenvraagstuk. De eis van duurzaamheid, die tegenwoordig aan economische productie wordt gesteld, verandert het begrip van economische groei. De milieudruk van economische productie vereist steeds meer vindingrijkheid en creativiteit voor de vermindering of de oplossing ervan. Economische groei en vermindering van de milieudruk moeten nu meer samengaan. In dit kader kenmerken de afgelopen twee decennia zich door een groeiende bezorgdheid over de kwaliteit van het milieu en de factoren, die haar negatief kunnen beïnvloeden. Behalve internationale organisaties hebben wereldwijd vele regeringen bijzondere aandacht geschonken aan het leefbaar houden van de wereld. De wereld wordt geplaagd door problemen die onder andere betrekking hebben op klimaatsverandering, afname van de ozonlaag, vervuiling van oceanen en de afname van de biodiversiteit. De milieuproblematiek speelt zich af op vijf schaalniveaus, te weten mondiaal, continentaal, regionaal, fluviaal en lokaal. Op mondiaal en regionaal niveau worden in toenemende mate internationale raamverdragen opgesteld en aan de Overheden aangeboden ter adoptie en ratificatie. Verder spelen internationale donoren en multi- en bilaterale financieringsinstellingen in op de milieuvraagstukken door milieu kwaliteitsnormen te 212 Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005 Milieumanagement____ integreren in ontwikkelingsprojecten. Ook worden Overheden aangemoedigd om nationale structuren op te zetten. De Overheid heeft inmiddels een aantal mondiale milieuverdragen geratificeerd, te weten de raamverdragen inzake klimaatverandering, biodiversiteit, de bescherming van de ozonlaag (Montreal Protocol), de bestrijding van woestijnvorming en het regionale verdrag inzake Amazonische samenwerking. Tevens heeft ons land de Verklaring van Rio en Agenda 21 mede ondertekend. Hiermede heeft de Overheid zich gecommitteerd aan de nationale uitvoering en de duurzame ontwikkeling. De Overheid wordt op lokaal niveau geconfronteerd met een aantal ernstige milieuproblemen, zoals o.a. vervuiling van bodem en oppervlaktewater ten gevolge van o.a. het gebruik van groeiregulatoren en pesticiden in de land- en tuinbouw en inadequate vuilstortplaatsen. De huidige wet- en regelgeving ten aanzien van het milieu, alsmede de overheidsstructuren, die met de uitvoering belast zijn, en de gebrekkige controlemechanismen dragen in beperkte mate bij aan het oplossen van de lokale milieuproblematiek. De aard, omvang en complexiteit van de milieuvraagstukken en duurzame ontwikkeling vereisen een doelgericht en geïntegreerd milieubeleid, gericht op de identificatie en het voorkomen, reguleren en herstellen van ongewenste milieueffecten, die voortkomen uit het menselijk handelen. Teneinde te geraken tot een samenhangend milieubeleid, heeft de Overheid een aanvang gemaakt met de opzet van een milieubeheersstructuur, waarvan onder andere de volgende actoren deel uitmaken: § het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu dat als taak heeft, de integratie van het milieubeleid in het nationaal ontwikkelingsbeleid. § de Nationale Milieuraad, belast met het adviseren van de Overheid over de voorbereiding van en controle op de uitvoering van nationaal milieubeleid; § de Stichting Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling (NIMOS) als werkarm van de Nationale Milieuraad; § de Interministeriële Adviescommissie (IMA) bestaande uit vertegenwoordigers van de sectorministeries en voorgezeten door de algemeen directeur NIMOS; 213 Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005 Milieumanagement____ Andere actoren die een belangrijke rol spelen bij de milieuvraagstukken zijn onder andere, de belangengroepen, zoals NGO’s, NCBO’s, bedrijven, gemeenschappen en de Universitei t van Suriname. De Universiteit geeft onderwijs, verricht onderzoek en adviseert aan Overheid en particulieren aangaande het milieu. Het nationaal milieubeleid zal in de komende planperiode gericht zijn op bescherming, behoud, verbetering en rehabilitatie van de milieukwaliteit en de realisatie van duurzame ontwikkeling door: § de vorming van een nationaal milieubeleid; § de integratie van het nationaal milieubeleid in het sectorale ontwikkelingsbeleid; § formulering van wet- en regelgeving, alsmede de incorporatie van mondiale en regionale relevante aspecten van de geratificeerde internationale verdragen; § stimuleren van het milieubewustzijn; § het bevorderen van duurzame productie; § het implementeren van een beleid inzake ruimtelijke planning. Het Centraal Suriname Natuurreservaat (CSNR) is een natuurpark dat 10% van het landoppervlak van Suriname beslaat. De Overheid zal samen met Conservation International Suriname (CI) en andere actoren, waaronder de binnenlandse gemeenschappen komen tot de opstelling van een meerjaren beheersplan voor het CSNR. Dit meerjarenplan zal een periode van 10 jaren beslaan. Het operationeel plan zal in de tweede helft van 2002 gereed zijn. Met betrekking tot de technologie kunnen als bijzondere aandachtsgebieden worden aangemerkt: § introductie en ondersteuning van schone productiesystemen als strategie voor goed ondernemerschap; § evaluatie, normgeving en aanpassing van de technologie aanwezig bij (model) bedrijven en § stimulering van onderzoek naar het ontwikkelen van efficiënte technologie voor economische productie. 214 Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005 Milieumanagement____ BELEIDSMATRIX MILIEUMANAGEMENT Programma's MAATREGELEN GENERAAL TOTAAL Start/ duur 0 0 0 0 2 4 - - 0 0 0 1 3 5 Invest. in SRG mln 4258 MILIEUBELEID Aanpassen nationale regelgeving aan internationale verplichtingen 630 Modernisering van de visserij- wetgeving ter bescherming van het milieu 30 Integreren van milieubelangen, z.a. behoud van de milieukwaliteit, in de nationale ontwikkelingsplannen Instellen van prioriteitsgebieden m.b.t. de milieukwaliteit Optimale benutting van het Verdrag inzake Amazonische Samenwerking -,- 100 100 Het lidmaatschap van internationale organisaties in herbeschouwing nemen uitgaande van de daarmee gepaard gaande hoge kosten -,- Formuleren van een langetermijn ontwikkelingsvisie -,- Vaststellen van criteria en standaarden (normen) voor de milieukwaliteit en regels m.b.t. het gebruik en beheer van water, bodem en lucht 250 Bevorderen van het milieubewustzijn, de milieueducatie en de bevolkingsparticipatie 150 Het bevorderen van duurzame teeltmethoden 500 Verminderen van het gebruik van chemicaliën 215 100 Meerjaren Ontwikkelingsplan 2001 t/m 2005 Milieumanagement____ Verbeteren van het mens- en milieuvriendelijk gebruik van pesticiden Het onderzoek naar “Pest Residue” in het kader van “Food Safety” versneld uitvoeren 75 Het ontwikkelen van activiteiten die gericht zijn op duurzame uitoefening van de landbouw in het binnenland 250 Formuleren regelgeving m.b.t. klimaatsverandering 75 250 Bestuderen van consequenties van klimaatveranderingen voor adequate oever- en kustbescherming en ontwikkelen van een adequate strategie Afvalverwerking 250 1348 Versterking van georganiseerde vuilophaaldiensten Duurzame exploitatie Nat.hulpbronnen en energie 1348 1230 Begeleiden bauxietbedrijven bij inachtneming invloeden op het milieu bij ontwikkeling van bauxiet-voornemens in het Paragebied en in Oost-Suriname Opstellen van een concept Wet Bescherming van de Waterwingebieden Realiseren van een moderne nationale bosbeheerautoriteit Maatregelen treffen in het kader van duurzaam beheer en duurzame benutting van beschermde gebieden en in het wild voorkomende fauna en flora Inventariseren van de ecosystemen van het Guyana Schild (binnenland) ten behoeve van de instelling van nieuwe beschermde gebieden Participatie lokale gemeenschappen bij kennisoverdracht -,- 30 800 100 300 300 Opstellen van strategieën, programma’s en plannen voor het beheer 216 300