DE EUROPESE UNIE IN HET KORT Milieu Een gezond en duurzaam milieu voor de huidige en toekomstige generaties Mil ieub es c her m ing en c o nc ur r en t iever m o gen gaan hand in hand 2 D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T INHOUD Waarom een milieubeleid? ���������� 3 DE EUROPESE UNIE IN HET KORT Deze publicatie maakt deel uit van een reeks brochures waarin wordt uitgelegd wat de EU doet op verschillende beleidsterreinen, waarom de EU daar een rol speelt, en wat de resultaten zijn. Hoe het milieubeleid van de EU tot stand komt ������������������������������ 5 Wat doet de EU? ���������������������������� 8 Hoe het verder moet ������������������ 14 Meer informatie �������������������������� 16 U vindt deze brochures op de volgende website: http://europa.eu/pol/index_nl.htm http://europa.eu/!Pr64nF Hoe werkt de Europese Unie? Europa in 12 lessen Europa 2020: Europa’s groeistrategie De grondleggers van de EU Bankwezen en financiën Begroting Belastingen Buitenlands en veiligheidsbeleid Concurrentie Consumenten Cultuur en audiovisuele media De Economische en Monetaire Unie (EMU) en de euro Digitale agenda Douane Energie Fraudebestrijding Grenzen en veiligheid Handel Humanitaire hulp en civiele bescherming Internationale samenwerking en ontwikkeling Interne markt Justitie, grondrechten en gelijkheid Klimaatbescherming Landbouw Maritieme zaken en visserij Migratie en asiel Milieu Ondernemingen Onderwijs, opleiding, jeugd en sport Onderzoek en innovatie Regionaal beleid Uitbreiding Vervoer Voedselveiligheid Volksgezondheid Werkgelegenheid en sociale zaken De Europese Unie in het kort: Milieu Europese Commissie Directoraat-generaal Communicatie Publieksvoorlichting 1049 Brussel BELGIË Manuscript voltooid in november 2014 Foto's op de omslag en bladzijde 2: © Jupiter Images 16 blz. — 21 × 29,7 cm ISBN 978-92-79-42645-2 doi:10.2775/91692 Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2014 © Europese Unie, 2014 Reproductie toegestaan. Voor overname of reproductie van afzonderlijke foto's hebt u toestemming van de rechthebbenden nodig. 3 M ilieu Waarom een milieubeleid? Het milieu houdt zich niet aan grenzen, niet aan politieke, niet aan juridische en niet aan andere door de mens gestelde grenzen. Daarom moeten de EU‑landen met elkaar en met de rest van de wereld samenwerken om gemeenschappelijke problemen aan te pakken. Die problemen variëren van droogtes en overstromingen tot milieuvervuiling en aantasting van Europa’s biodiversiteit. Het uiteindelijke doel is een beter milieu, bescherming van de volksgezondheid, een verstandig en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen en meer internationale maatregelen tegen regionale of wereldwijde milieuproblemen. Een gecoördineerde aanpak in de hele EU biedt extra voordelen en is goed voor de samenhang. Omdat milieuvoorschriften grote gevolgen kunnen hebben voor het bedrijfsleven, is het belangrijk dat overal dezelfde regels gelden en dat de interne markt niet wordt ondermijnd. De effecten van onze activiteiten op het milieu bepalen voor een groot deel hoe de wereld er voor toekomstige generaties zal uitzien. Veel mensen hebben een grenzeloos vertrouwen in de veerkracht van de aarde, maar de druk op het milieu en de grondstoffen wordt steeds groter. We moeten er alles aan doen om de mensen daarop te wijzen, grondstoffen efficiënter te gebruiken en schadelijk en verspillend gedrag te stoppen. Anders dreigen toekomstige generaties niet meer te krijgen wat hun toekomt. Om dit te voorkomen moeten de EU, de nationale, regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven, ngo’s en gewone burgers de handen ineenslaan. De druk van een groeiende vraag Ons gedrag stelt de planeet erg op de proef. In de loop van de twintigste eeuw is het gebruik van fossiele brandstoffen wereldwijd met een factor 12 toegenomen en worden er 34 keer zoveel andere grondstoffen ontgonnen. De vraag naar voedsel, diervoeder en vezels zal tegen 2050 met zo’n 70 % stijgen. Als we zo doorgaan, zullen we meer dan twee planeten nodig hebben om in onze behoeften te voorzien. Een beleid in ontwikkeling © iStockphoto.com/eva serrabassa De milieuproblemen waar Europa mee te maken heeft zijn niet meer hetzelfde als in de begindagen van het Europees milieubeleid. In de jaren 1970 en 1980 lag de nadruk op traditionele onderwerpen zoals bescherming van de soorten en beperking van vervuilende emissies. Nu wordt uitgegaan van een meer systematische benadering, waarbij rekening wordt gehouden met onderlinge verbanden en de wereldwijde dimensie. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom moet nu ook op andere beleidsterreinen, zoals landbouw, energie, vervoer, visserij, regionale ontwikkeling, onderzoek, innovatie en buitenlandse hulp systematisch rekening worden gehouden met de milieueffecten van beleid en financiering. Zo’n benadering vergroot de samenhang en het effect van de aanpak van milieuproblemen. 4 Doordat de EU al meer dan veertig jaar een milieubeleid voert, wordt een groot deel van ons milieu beschermd door Europese wetgeving. Maar de uitvoering van dat beleid blijft voor problemen zorgen. Die problemen moeten worden opgelost zodat iedereen de vruchten van die wetgeving kan plukken. Het nieuwe milieuactieprogramma van de EU moet hier een oplossing voor bieden (zie onder „Hoe het verder moet”). Milieu en economie kunnen hand in hand gaan Milieu- en economische overwegingen zijn complementair, net als twee zijden van dezelfde medaille. Door de economie milieuvriendelijker te maken, gaan de milieukosten omlaag omdat er zuiniger met grondstoffen wordt omgesprongen. Groene technologie zorgt tegelijkertijd voor nieuwe banen, economische ontwikkeling en meer concurrentievermogen. De Europese Commissie geeft het goede voorbeeld met de Europa 2020-strategie, de groeistrategie van de EU voor de komende tien jaar. Het efficiënt gebruik van de eindige natuurlijke hulpbronnen is een van de zeven vlaggenschipinitiatieven. Het milieubeleid kan helpen de strategische doelstellingen van slimme, duurzame en inclusieve groei te halen en Europa om te vormen tot een op kennis gebaseerde economie die spaarzaam omgaat met grondstoffen. Het EU‑milieubeleid kan bijvoorbeeld de veerkracht vergroten van onze ecosystemen, die voor voedsel, drinkwater, grondstoffen en andere voorzieningen zorgen. Daarnaast verhoogt het de productiviteit en de levenskwaliteit en maakt het de gezondheidszorg goedkoper. © iStockphoto.com/Robert Churchill Milieubescherming en economische ontwikkeling kunnen elkaar aanvullen. D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T Over de grenzen heen Het milieu stopt niet aan de rand van de EU. De lucht, het water, de zee en de wilde flora en fauna hebben geen weet van grenzen. Als de EU erin slaagt ook naburige landen — en in het ideale geval zelfs de hele wereld — ervan te overtuigen om haar strenge normen te hanteren, is dat dus ook goed voor haar eigen milieu. De EU werkt samen met haar buurlanden om die ervan te overtuigen ook de EU‑normen te hanteren. Verder speelt ze een actieve rol bij internationale besprekingen over duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en klimaatverandering. Duurzame ontwikkeling is een langetermijndoelstelling van de EU en ook een van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Steun vanuit de samenleving Er is brede steun vanuit de bevolking voor wat de EU allemaal doet voor het milieu. Bij een enquête in heel Europa bleek medio 2014 dat het milieu meer dan 95 % van de ondervraagden na aan het hart ligt. Bijna drie kwart is het ermee eens dat milieubescherming de economische groei kan stimuleren, en meer dan drie kwart vindt EU‑wetgeving noodzakelijk om het milieu in hun land te beschermen. De meeste zorgen maken mensen zich over lucht- en waterverontreiniging, de groeiende afvalberg en het opraken van de grondstoffen. 5 M ilieu Hoe het milieubeleid van de EU tot stand komt Van beleid naar praktijk Marktwerking Sinds de jaren '70 heeft de EU meer dan 200 wetsteksten aangenomen ter bescherming van het milieu. Maar wetgeving alleen is niet genoeg. Zonder een goede toepassing en handhaving ervan haalt het allemaal weinig uit. Daarom moeten we er nu vooral voor zorgen dat de bestaande afspraken worden nagekomen. Dat is geen eenvoudige zaak omdat er allerlei instanties bij de uitvoering zijn betrokken: van nationale inspecteurs en rechtbanken tot ngo’s en burgers die gebruikmaken van hun inspraakrecht. De markt is een kosteneffectieve manier om het milieu te beschermen en de druk op de schaarse middelen te verminderen. Belastingen en subsidies kunnen namelijk worden gebruikt om bedrijven en consumenten te overtuigen milieuvriendelijker keuzes te maken. Dat gebeurt nu al op grote schaal, bijvoorbeeld voor het kappen van bomen of het storten van afval. De Europese Commissie zou graag zien dat bepaalde subsidies voor industrie, vervoer, landbouw en energie die verontreinigende of energieverslindende producten en processen in de hand werken, geleidelijk worden afgeschaft. Maar als de EU‑regels niet worden nageleefd, heeft dat allerlei negatieve gevolgen. Het kan de basisdoelstellingen van het milieubeleid ondermijnen, een gevaar voor de volksgezondheid vormen en tot rechtsonzekerheid voor de industrie leiden omdat de normen niet overal in de EU op dezelfde manier worden toegepast. Een goede handhaving kan daarentegen juist financiële voordelen opleveren. Als de EU‑voorschriften voor afval geheel correct worden toegepast, levert dat 400 000 banen op en een netto kostenbesparing van 72 miljard € per jaar. De Europese Commissie kan via het Europees Hof van Justitie juridische stappen zetten tegen een EU‑land dat de wetgeving niet correct toepast. Dergelijke procedures — waarbij het milieu vaker dan enig ander onderwerp centraal staat — zijn niet alleen gênant voor de regering van zo’n land. Uiteindelijk kan het zelfs tot een boete komen. Maar een juridische procedure is een laatste redmiddel. De Europese Commissie vindt het belangrijker om de EU‑landen te helpen de regels goed uit te voeren. Zij zorgt voor capaciteitsopbouw en financiële steun en beschikt over meer kennis over de toestand van het milieu en de manier waarop de lidstaten hun EU‑verplichtingen in de praktijk nakomen. Zij heeft hun aangeraden om elk een onafhankelijke nationale instantie, bijvoorbeeld een ombudsman, met de behandeling van milieuklachten te belasten. Het beleid moet berusten op feitelijke gegevens over oorzaken en effecten van veranderingen in het milieu, zodat de juiste aanpak en strategie kunnen worden bepaald. Veel van die gegevens zijn afkomstig van nationale instanties, aangevuld met datasets uit heel Europa. Ze worden geanalyseerd door het Europees Milieuagentschap, dat de gegevens levert voor het EU‑milieubeleid. De EU heeft verschillende programma’s ontwikkeld om te stimuleren dat betrouwbare en nauwkeurige gegevens worden verzameld die op grote schaal kunnen worden uitgewisseld. Zo combineert het Copernicus‑programma gegevens van waarnemingsstations op het land, op zee en in de lucht met gegevens van aardobservatiesatellieten. Het doel is allerlei gegevensverzamelingen samen te stellen die nuttig kunnen zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid. 6 D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T Het Europees Milieuagentschap Eco‑innovatie Het Europees Milieuagentschap (EMA) in Kopenhagen verzamelt gegevens van de EU‑landen om Europese datasets samen te stellen. Sinds 1994 houdt het indicatoren bij en brengt het verslag uit over de toestand van het milieu. Eco‑innovatie is elke vorm van innovatie die gericht is op of resulteert in significante en aantoonbare vooruitgang in de richting van het doel van duurzame ontwikkeling door het beperken van milieueffecten, het vergroten van de draagkracht van het milieu of het bereiken van een efficiënter en verantwoordelijker gebruik van natuurlijke hulpbronnen. © iStockphoto.com/Henrik Jonsson Het EMA heeft de taak de EU en haar lidstaten te helpen om op basis van objectieve gegevens beslissingen te nemen over de verbetering van het milieu en over de milieuaspecten van het economisch beleid met de bedoeling dit beleid duurzaam te maken. Het moet daarnaast het Europees milieu‑informatie en -observatienetwerk coördineren. Belastingen en subsidies kunnen dienen als drijfveer of afschrikmiddel om bedrijven en consumenten te bewegen milieuvriendelijker keuzes te maken. 7 M ilieu Bewustmaking Meer innovatie De Europese Commissie probeert op allerlei manieren mensen bewust te maken van het belang van een gezond milieu. Een jaarlijks terugkerend hoogtepunt is de Groene week in Brussel, waarop duizenden deelnemers vier dagen lang over een belangrijke milieukwestie spreken, zoals biodiversiteit of water. Milieutechnologie neemt al een belangrijke plaats in de Europese economie in. Maar behalve in de sector duurzame energie, is eco‑innovatie nog onvoldoende doorgedrongen op de markten. Een knelpunt is dat milieukosten en -voordelen onvoldoende tot uitdrukking komen in de marktprijzen en dat verspillende praktijken en starre economische structuren nog te vaak worden gestimuleerd en gesubsidieerd. Een ander belangrijk middel zijn wedstrijden. Met de titel Groene hoofdstad bekroont de EU de zorgzaamheid en inventiviteit van Europese steden op milieugebied. Elk jaar wordt de concurrentie om de prestigieuze titel groter. Verder zijn er prijzen voor de bijdragen van bedrijven, overheden en individuele projecten aan het milieu. Groene hoofdstad Om de titel Groene hoofdstad te krijgen, moet een stad strenge milieunormen naleven, duurzame ontwikkelingsdoelstellingen onderschrijven en een rolmodel voor anderen vormen. Winnaars: —— 2010: Stockholm —— 2011: Hamburg —— 2012: Vitoria‑Gasteiz —— 2013: Nantes —— 2014: Kopenhagen —— 2015: Bristol —— 2016: Ljubljana http://www.europeangreencapital.eu In een actieplan beschrijft de EU hoe we eco‑innovatie kunnen stimuleren en waarom het soms niet aanslaat. Er is financiële steun voor onderzoek, innovatie en eco‑innovatieve bedrijven. Om groene technologie op grotere schaal ingang te laten vinden, stimuleert de EU „groene” overheidsopdrachten, productkostenberekening over de totale levenscyclus en milieu‑etikettering. 8 D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T Wat doet de EU? Onze economie en ons milieu zijn afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. Maar de tijden van onuitputtelijke voorraden van goedkope grondstoffen, die in de afgelopen tweehonderd jaar zo’n grote rol hebben gespeeld in de economische vooruitgang, zijn voorbij. Door de groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart is de vraag gestegen. Dat heeft geleid tot hogere prijzen en schaarste van grondstoffen waarvan we afhankelijk zijn, zoals metalen, mineralen en voedingsmiddelen. Iedere dag groeit de wereldbevolking met 200 000 mensen. Vóór het einde van het volgende decennium komen er in de ontwikkelingslanden twee miljard mensen in de middenklasse bij die veel zullen consumeren. Vraag en aanbod lopen steeds verder uiteen. Blijven we onze grondstoffen in het huidige tempo opmaken, dan kan onze aarde tegen 2050 niet eens meer de helft opbrengen van wat we nodig hebben en blijft voor miljoenen het betere leven waar ze op hopen, onbereikbaar. © J. Toland Recycling vermindert de druk op de grondstoffenvoorraden. Efficiënt gebruik van energie en grondstoffen Om de problemen aan te pakken heeft de Europese Commissie het efficiënt gebruik van energie en grondstoffen aangewezen als een van haar vlaggenschipinitiatieven in de Europa 2020-strategie. Dat betekent dat we op een duurzame manier en met minder grondstoffen producten met een hogere waarde kunnen maken en die efficiënter kunnen beheren gedurende de hele levenscyclus. Daarvoor is innovatie nodig, moeten productie- en consumptiepatronen op de helling en moeten de juiste signalen worden gegeven via subsidies en prijzen. Eind 2011 hebben de EU‑regeringen het Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa goedgekeurd. Het wijst op de noodzaak van een omwenteling in het economisch, politiek en persoonlijk gedrag. Het definieert ook stappen voor verschillende beleidsterreinen die binnen 40 jaar moeten leiden tot een Europese economie die een hoge levensstandaard met een veel geringere impact op het milieu combineert. 9 © European Union M ilieu Het Natura 2000-netwerk bestrijkt bijna 18 % van de oppervlakte van de EU en beschermt soorten en hun natuurlijke habitats. Onze hulpbronnen zijn niet onuitputtelijk en daarom moet er bij alle EU‑beleid op worden gelet dat er efficiënter gebruik wordt gemaakt van die hulpbronnen. Om particulieren aan te sporen hun gedrag te veranderen, is de Europese Commissie een voorlichtingscampagne gestart in het najaar van 2011. Bovendien heeft de Commissie een panel benoemd van gerenommeerde nationale, Europese en internationale beleidsmakers, industriële ondernemers en deskundigen op economisch en milieugebied die in het voorjaar van 2014 een reeks aanbevelingen hebben gedaan. Efficiënt gebruik van energie en grondstoffen Door efficiënter om te gaan met hulpbronnen proberen we economische groei te bereiken zonder dat er meer grondstoffen nodig zijn. De economie wordt gestimuleerd om meer te doen met minder. Zij moet dus met minder middelen producten met een hogere waarde produceren en grondstoffen op duurzame wijze gebruiken met zo min mogelijk gevolgen voor het milieu. 10 E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T © Albrecht Föhl, of LIFE07 NAT/D/000236 LIFE Streuobstwiese Albvorland D E Gezonde ecosystemen zijn onmisbaar voor de biodiversiteit in Europa. Biodiversiteit Een goed beheerd netwerk als Natura 2000 kan een belangrijke bijdrage leveren voor de milieudoelstellingen van de EU. Zo wil de EU voor 2020 een ommekeer brengen in het verlies aan biodiversiteit (de rijkdom van alle planten- en diersoorten en de genetische variatie in de natuur) en ecosystemen. Die zijn op zichzelf natuurlijk al van groot belang, maar daarnaast staat zij ook in voor essentiële zaken zoals voedsel, vezels, brandstoffen en medicijnen, en voor onmisbare functies zoals klimaatregeling, overstromingspreventie, waterzuivering, bestuiving en bodemvorming. Dit zijn belangrijke ingrediënten voor onze economische welvaart, veiligheid, gezondheid en levenskwaliteit. In 2011 heeft de EU haar biodiversiteitsstrategie aangepast aan de ambitieuze wereldwijde agenda die enkele maanden eerder in de Japanse stad Nagoya was afgesproken. Waar het allemaal om draait is dat het verlies aan biodiversiteit en de aantasting van ecosystemen in de EU tegen 2020 moeten worden gestopt. M ilieu 11 Beschermde gebieden Omdat de natuur zich nu eenmaal niet aan nationale grenzen houdt, heeft de EU een strenge natuurbeschermingswetgeving ontwikkeld. Uiteindelijk leidde dit tot de oprichting van Natura 2000, een Europees netwerk van gebieden waar bepaalde soorten en hun natuurlijke leefomgeving worden beschermd. Dit netwerk van meer dan 26 000 locaties is het grootste ter wereld. Het is nu bijna compleet en beslaat bijna 18 % van het totale grondgebied van de EU, ofwel een gebied zo groot als Duitsland, Polen en Tsjechië samen. De EU‑milieubeschermingswetgeving ging in 1979 goed van start met de Vogelrichtlijn. Deze beschermt alle wilde vogels in de EU (ongeveer 500 soorten) en verplicht de EU‑landen om belangrijke plaatsen aan te wijzen en te beschermen. De tweede mijlpaal was de Habitatrichtlijn. Hierbij werden de EU‑landen verplicht bedreigde plant- en diersoorten en habitats te beschermen. Inmiddels zijn zo’n 1 500 zeldzame en bedreigde planten en dieren beschermd, naast ongeveer 230 waardevolle habitattypes, zoals hooilanden, heidegebieden en kwelders, bouwstenen voor hele ecosystemen. Natura 2000 erkent dat de mens integraal deel uitmaakt van de natuur en dat de twee maar beter kunnen samenwerken. Het is niet de bedoeling economische activiteiten te verbieden, maar wel om er grenzen aan te stellen zodat waardevolle soorten en habitats beschermd worden. De EU financiert dit vanuit verschillende beleidsterreinen. Het belangrijkste daarvan is landbouw, en dan met name de plattelandsontwikkeling met haar gecombineerde landbouw- en milieumaatregelen en haar bosbouwmaatregelen. Ook het cohesiebeleid speelt een belangrijke rol bij investeringen, met name in de nieuwe lidstaten. Natura 2000 koestert gezonde ecosystemen die onmisbaar zijn voor de drinkwatervoorziening, de afvang van kooldioxide en de bescherming tegen overstroming en kusterosie. De waarde van deze diensten samen wordt op 200 tot 300 miljard € per jaar geschat en dat is aanzienlijk meer dan de 6 miljard € die elk jaar nodig zijn voor het beheer van het netwerk. © iStockphoto.com/Steve Debenport De EU-economie gebruikt per persoon en per jaar 16 ton materiaal, waarvan zes ton als afval overschiet. 12 Andere belangrijke resultaten van de EU De EU zet zich niet alleen in voor efficiënt gebruik van hulpbronnen en bescherming van de biodiversiteit, uiterst belangrijke beleidsterreinen, maar ook voor andere specifieke milieukwesties. CHEMISCHE STOFFEN: Chemische stoffen spelen een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Maar soms zijn zij ook erg schadelijk voor de gezondheid of gevaarlijk wanneer zij niet op de juiste manier worden gebruikt. Om te zorgen dat chemische stoffen veilig zijn, om het milieu te beschermen en om het concurrentievermogen van een van Europa’s belangrijkste industrieën te stimuleren, beschikt de EU over de meest geavanceerde wetgeving ter wereld: REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of CHemicals). Alle in de EU geproduceerde of ingevoerde chemische stoffen moeten worden geregistreerd door het Europees Agentschap voor chemische stoffen in Helsinki. In 2018 moeten alle chemische stoffen die in de EU worden gebruikt, aan deze wetgeving voldoen. Anders mogen zij niet in de EU worden verkocht. Voor de allergevaarlijkste stoffen gelden uiterst strenge eisen. De bedrijven zijn verantwoordelijk voor het beoordelen en beheersen van de risico’s van de chemische stoffen die zij in de EU gebruiken of verkopen. Zij moeten hun klanten ook de nodige veiligheidsinstructies geven zodat zij weten hoe zij met de producten moeten omgaan. AFVAL: De EU‑economie gebruikt per persoon en per jaar 16 ton materiaal. Uiteindelijk blijft er zes ton afval over, waarvan de helft op het stort belandt. Omdat afval niet helemaal te vermijden valt, streeft de Europese Commissie ernaar het zoveel mogelijk te hergebruiken, te recyclen of terug te winnen als bruikbare grondstof. Stortingsheffingen en gedifferentieerde tarieven voor afval kunnen daarbij helpen. In sommige EU‑landen wordt al meer dan 80 % van het afval gerecycleerd en nauwelijks nog iets gestort. Andere hebben nog een hele weg te gaan. Er bestaat al wetgeving voor specifiek afval zoals afgedankte elektrische en elektronische apparaten, verpakkingen, batterijen en accu’s, en afgedankte auto’s. Dat leidt tot een efficiënter gebruik van grondstoffen. D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T LUCHT: In de afgelopen 20 jaar is de EU erin geslaagd de luchtvervuiling voor een aantal stoffen te verlagen. De emissie van lood is bijvoorbeeld met ongeveer 90 % gedaald. Ondanks deze vooruitgang blijft de luchtvervuiling een groot milieuprobleem in Europa, waardoor veel mensen te vroeg overlijden. De EU heeft nog een lange weg te gaan om de luchtvervuiling terug te brengen tot niveaus die geen merkbare schadelijke effecten of risico’s hebben voor de volksgezondheid of het milieu. In 2013 heeft de Commissie, in het licht van de stand van de wetenschap en omwille van de kosteneffectiviteit „Schone lucht” gepresenteerd, een pakket maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren door de bestaande wetgeving aan te passen en schadelijke uitstoot van industrie, verkeer, elektriciteitscentrales en landbouw terug te dringen, allemaal om de impact op de volksgezondheid en het milieu te verminderen. WATER: In de afgelopen decennia heeft de EU een omvangrijk beleid ontwikkeld om de waterkwaliteit in Europa te garanderen. In het begin gebeurde dat vooral om de gezondheid te beschermen. Daarna kwamen er ook maatregelen om iets te doen tegen de effecten op het milieu van grote waterverbruikers zoals de landbouw, de industrie en de huishoudens. Het belangrijkste onderdeel van die wetgeving, de kaderrichtlijn Water, eist dat alle rivieren, meren, kustwateren en grondwaterbronnen tegen 2015 schoon zijn. De EU‑landen moeten de toestand van het water in hun land controleren en schoonmaakplannen daarvoor opstellen. Een ander onderdeel van de Europese wetgeving is de kaderrichtlijn Mariene strategie, waarin een gecoördineerde aanpak is vastgelegd voor het beheer van activiteiten van de mens die het mariene milieu aantasten. Deze richtlijn bepaalt dat de EU‑landen vanaf 2015 met nationale maatregelen moeten voorkomen dat het kust- en zeemilieu door zwerfvuil wordt aangetast, en dat zij dit milieu tegen 2020 weer gezond moeten maken. Een plan van de Europese Commissie om de Europese wateren tot 2020 en daarna te beschermen, moet de EU helpen haar doelstellingen te bereiken. Dit plan dient als een soort gereedschapskist voor een beter watermanagement zodat hier ook op andere beleidsterreinen rekening mee wordt gehouden. M ilieu Zwemwater Het jaarlijkse verslag over het zwemwater in Europa geeft een actueel beeld van de toestand op meer dan 22 000 zwemlocaties, aan de kust en in rivieren en meren in de 28 EU‑landen, Zwitserland en Albanië. Het verslag bevestigt dat de kwaliteit van het zwemwater in de EU sinds 1990 over het geheel genomen aanmerkelijk is verbeterd. In dat jaar voldeed 9,2 % van de badplaatsen aan de kust en 11,9 % van die in het binnenland niet aan de eisen van de EU‑wetgeving. In 2013 zijn die cijfers gedaald tot respectievelijk 1,9 % en 2,4 %. Iedereen kan nu eenvoudig nagaan hoe het staat met de waterkwaliteit op de plek waar hij of zij wil gaan zwemmen. De rubriek zwemwater van het Waterinformatiesysteem voor Europa (WISE) kan worden geraadpleegd op de EER‑website voor het zwemwater. Met de applicatie „Eye on Earth – Water Watch” kun je inzoomen op een deel van de kust, een rivieroever of een meer, zowel op straatniveau als van bovenaf gezien. http://www.eea.europa.eu/themes/water/interactive/ bathing/state‑of‑bathing‑waters-1 © iStockphoto.com/Christian Martínez Kempin Het verslag bevestigt dat de kwaliteit van het zwemwater in de EU sinds 1990 over het geheel genomen aanmerkelijk is verbeterd. 13 LAWAAI: Lawaaihinder wordt in verband gebracht met allerlei gezondheidsproblemen. Lawaai kan ook schadelijk zijn voor de natuur. De EU heeft daarom grenzen gesteld aan de lawaaihinder van verschillende bronnen, zoals autoverkeer, treinen en buitenshuis gebruikte apparatuur. Volgens de in 2002 ingevoerde EU‑richtlijn over omgevingslawaai moeten de lidstaten de lawaainiveaus in de grotere steden en rond hoofdwegen, spoorverbindingen en luchthavens in kaart brengen. Ook moeten zij plannen opstellen voor de aanpak van het probleem. BOSSEN: Over de hele wereld worden de bossen in een alarmerend tempo gekapt. De EU heeft een oproep gedaan om de ontbossing wereldwijd uiterlijk in 2020 te halveren en uiterlijk in 2030 tot staan te brengen. Zij werkt samen met diverse hout exporterende landen om het beheer van de bossen te verbeteren. De EU‑wetgeving reduceert het risico dat in de EU illegaal gekapt hout wordt verkocht, al tot een minimum. BODEM: Er is geen specifieke EU‑wetgeving voor de bodem, maar allerlei bodemproblemen vallen onder de maatregelen die specifiek op water, afval, chemische stoffen, industriële verontreiniging, natuurbescherming en bestrijdingsmiddelen zijn afgestemd. De EU heeft wel een strategie ontwikkeld die specifiek is gericht op verschillende bedreigingen voor de bodemkwaliteit, met name in de landbouw en de industrie. In 2012 heeft de Europese Commissie richtsnoeren opgesteld die wijzen op het gevaar van de bedekking van de bodem met ondoorlatende materialen zoals beton en ook duurzame alternatieven aanreiken. 14 D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T Hoe het verder moet De duurzaamheid van het milieu, het behoud van onze natuurlijke rijkdommen, ook die van de zee, zijn de belangrijkste beleidsdoelstellingen op alle niveaus. Milieubescherming en concurrentievermogen gaan hand in hand en het milieubeleid speelt ook een centrale rol bij het creëren van werkgelegenheid en het stimuleren van investeringen. De Europese economie moet worden hervormd om met minder materiaal producten van hogere waarde te maken. Ook de consumptiepatronen moeten veranderen. Een beleid dat onderzoek stimuleert, eco‑innovatie naar de markt brengt en de consument milieubewuster maakt, kan een bijdrage leveren aan zo’n hervorming. Het EU‑milieuactieprogramma tot 2020 In het algemene milieuactieprogramma tot 2020 heeft de EU een milieustrategie voor de langere termijn uitgestippeld, die flexibel genoeg moet zijn om in te spelen op de talrijke problemen en systeemrisico’s die nog in het verschiet liggen. Het gaat om een totaalaanpak voor het milieu, die de koers uitzet voor een milieuvriendelijke en concurrerende economie die onze natuurlijke hulpbronnen en gezondheid nu en in de toekomst kan beschermen. © R. Scholtz De vraag naar voedsel, diervoeder en vezels zal tegen 2050 met zo’n 70 % zijn gestegen. Als we zo doorgaan, zullen we meer dan twee planeten nodig hebben om in onze behoeften te voorzien. 15 M ilieu De EU heeft een goed ontwikkeld milieubeleid met een compleet en solide juridisch kader, dat nu moet worden uitgevoerd Naast de aanzienlijke winst voor gezondheid en milieu, levert dat drie grote voordelen op: alle marktdeelnemers hebben gelijke kansen op de interne markt, innovatie wordt gestimuleerd, en Europese bedrijven kunnen door vooruitstrevende maatregelen in tal van sectoren een koppositie veroveren. De kosten die ontstaan als de wetgeving niet goed wordt uitgevoerd zijn daarentegen aanzienlijk, en kunnen grofweg worden geschat op ongeveer 50 miljard € per jaar, met inbegrip van kosten met betrekking tot inbreukzaken. Bovendien sturen Europese burgers de Commissie allerlei klachten die ze beter in eigen land of streek kunnen laten behandelen. De komende jaren is het dan ook een prioriteit om ervoor te zorgen dat de EU‑landen de bestaande milieuwetgeving beter toepassen. Brede aanpak Meer dan ooit ligt in het milieubeleid tot 2020 de nadruk op de voordelen van de overgang naar een groenere, meer circulaire economie. Dit is de snelste remedie voor allerlei ernstige problemen zoals ziekten, milieuschade en werkloosheid. Bovendien levert het economische groei op. Door eco‑design, afvalpreventie, recycling en hergebruik kunnen bedrijven in de EU jaarlijks wel 600 miljard € besparen, en kan tegelijk de uitstoot van broeikasgassen in de EU omlaag. Inmiddels wordt algemeen aanvaard dat het milieu niet beter wordt van milieubeleid alleen, en dat de milieudoelstellingen moeten worden geïntegreerd in andere beleidsterreinen. Om bijvoorbeeld de doelstellingen van de EU om het biodiversiteitsverlies in de EU nog voor 2020 een halt toe te roepen, moet de bescherming van biodiversiteit en ecosystemen een integraal onderdeel worden van ander EU‑beleid, met name voor landbouw en visserij. Economische voorspoed, groei en welzijn kunnen niet duurzaam zijn tenzij we beter voor de natuurlijke rijkdommen op aarde zorgen. Die zijn tenslotte onmisbaar voor veel bedrijven en economische sectoren. Uitdagingen Het is overduidelijk dat Europa en het milieu in Europa voor grote wereldwijde uitdagingen staan. Denk bijvoorbeeld aan de toenemende wereldbevolking, de groeiende middenklasse met zijn hoger consumptiepeil, de snelle economische groei in opkomende economieën, de steeds grotere vraag naar energie en de steeds grotere run op grondstoffen. Op de meeste zaken hebben wij niet direct invloed, maar wel kan Europa andere landen helpen naar een meer duurzame ontwikkeling te evolueren door wereldwijd een beter milieubeheer te promoten. Er kan ook veel worden gedaan om het Europese milieu beter bestand te maken tegen toekomstige risico’s. We hebben ongeëvenaarde informatiebronnen en -technologieën, nieuwe manieren om grondstoffen te beheren, en een cultuur waarin we gewend zijn voorbereidingen te treffen en problemen te voorkomen. Ook hebben we „de‑vervuiler‑betaalt” hoog in het vaandel staan en is er een lange traditie van schadeherstel aan de bron. Het milieubeheer kan effectiever worden door een bredere inzet op monitoring en snelle opsporing van vervuiling en afval, op basis van de meest actuele informatie en technologieën. Bestaand beleid beter toepassen helpt de doelstellingen van de EU en geeft het bedrijfsleven meer zekerheid. Visie Alles moet er uiteindelijk toe bijdragen dat de inwoners van de EU tegen 2050 in een veilige en gezonde natuurlijke omgeving kunnen leven die beheerd wordt met respect voor de veerkracht van het milieu. De visie voor 2050 in het algemene milieuactieprogramma van de EU kan ons helpen om te beslissen wat we in de periode tot 2020 en daarna moeten doen: „In 2050 leiden we een goed leven, binnen de ecologische grenzen van de planeet. Onze welvaart en onze gezonde natuurlijke omgeving zijn te danken aan een innovatieve kringloopeconomie waarin niets wordt verspild en waarin natuurlijke hulpbronnen duurzaam worden beheerd en de biodiversiteit beschermd, naar waarde geschat en hersteld wordt op manieren die de veerkracht van onze samenleving versterken. Onze koolstofarme groei is al lang losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen en geeft de toon aan voor een veilige en duurzame mondiale samenleving.” D E E U R O P E S E U N I E I N H E T K O R T Meer informatie XX Voor een overzicht van het EU‑milieubeleid: http://ec.europa.eu/environment/index_nl.htm XX Voor informatie over het Europees Milieuagentschap: http://www.eea.europa.eu XX Voor informatie over registratie, beoordeling en autorisatie van en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH): http://echa.europa.eu XX Vragen over de Europese Unie? Europe Direct kan u helpen: 00 800 6 7 8 9 10 11 http://europedirect.europa.eu ISBN 978-92-79-42645-2 doi:10.2775/91692 NA-04-14-868-NL-C 16