Voorstelling Instituut de Pélichy ‘Ave Maria’. Het Instituut de Pélichy ‘Ave Maria’ is een bovenbouwschool tweede en derde graad (3de, 4de, 5de, 6de en 7de leerjaar) met de studiegebieden Handel, Mode en Personenzorg. Deze school maakt samen met het Sint-Jozefscollege en het Vrij Technisch Instituut uit van dezelfde scholengemeenschap, met name Imksori (link: http://www.imksori.be/imksori/). De voorafgaande opleiding of wel de eerste graad kan (1ste en 2de leerjaar) gevolgd worden op de middenscholen van het samenwerkingsverband (Middenschool de Pélichy, Instituut Edelweiss, Sint-Vincentiusinstituut). Het Instituut de Pélichy ‘Ave Maria’ biedt volgende richtingen aan in het TSO & BSO: Vanuit het Instituut ‘Ave Maria’ start men vanuit de idee dat alle leerlingen recht hebben op een optimale leerbegeleiding. Wanneer een leerling zelf geen goede leermethode vind en ook na overleg met de vakleerkracht nog met problemen of onzekerheden zit, kan hij beroep doen op ‘De opstap’. ‘De opstap’ is een wekelijks spreekuurtje over de middag waar leerlingen hun probleem kunnen voorleggenaan de studiebegeleider en samen met de leerling op zoek gaat naar een oplossing. Ten slotte kan men ook op het leerplatform studietips terugvinden. Hoe wordt dit concreet uitgewerkt? Er worden drie uren vrijgemaakt om studiebegeleiding te organiseren in het kader van GOK. Twee leerkrachten staan in voor het leerbegeleidingstraject: - sensibiliseren, rapportage en interactie met vakleerkrachten; - het stimuleren van leerlingen om hun leermethode op punt te stellen d.m.v. basistips en de mogelijkheid op een intensieve begeleiding d.m.v. een 5 lesuren durende cursus; - evaluatie van het aangeboden en doorlopen traject met ruimte voor aanpassingen, nieuwe insteken. Zoals reeds vermeld werd, wordt in het derde jaar tijdens een klassikaal infomoment duidelijk gemaakt wat het belang is van en krijgt men info m.b.t. leren leren gedurende een uur (september - oktober). Vervolgens kunnen leerlingen zich vrijwillig inschrijven voor een cursus (Start to learn) leren leren met een duur van vijf uren die volgt na de gewone lesuren(november – december – januari). Hoewel dit ook kan op aanraden van de klassenraad. Ten slotte kan men het gehele jaar door een leerbegeleidster aanspreken. bedenking: hier staat enkel TSO bij dus niet voor het BSO? In het vierde en vijfde jaar TSO en BSO wordt een klassikale enquête afgenomen. Hierbij worden leerlingen heel direct geconfronteerd met de vraag of ze wel op een goede manier leren. Tekorten kunnen aangevuld door een cursus leerbegeleiding te volgen op maat (plannen en organiseren – teksten verwerken tot samenvatting – opmaken schema’s - tips hoe je je brein optimaal kan laten werken). Vervolgens krijgen leerlingen de mogelijkheid om de eerste module m.b.t. tot ‘leren leren’ te herhalen. Hiervoor kunnen leerlingen zich vrijwillig inschrijven of kan dit op advies van de klassenraad. Naast de eerste module van ‘plannen en organiseren’ worden aansluitend de volgende twee modules aangeboden: - teksten verwerken tot samenvatting - opmaken van schema’s en tips hoe je je brein optimaal kan laten werken. Ook vakleerkrachten worden gesensibiliseerd en op de hoogte gehouden, dit d.m.v. : - op de hoogte brengen van activiteiten, mogelijkheden via e-mail; - het geven van concrete tips via mail en in de leraarskamer; - tips voor leerlingen worden in de centrale hal en klassen opgehangen. Tenslotte is de leerbegeleider tijdens de oudercontacten aanwezig, hier wordt ruimte gecreëerd om eventuele leerproblemen te bespreken en afspraken te maken. Overzicht van de modules: Organiseren en plannen Organiseren Verdrink je in de massa aan taken, toetsen en materialen die je voor elk vak gevraagd worden? Maak het jezelf gemakkelijk door alles overzichtelijk en ordelijk te houden. Noteer al wat je niet mag vergeten in je agenda en raadpleeg je agenda ook elke dag. Maak eerst en vooral een overzicht van wat je voor elk vak nodig hebt aan de hand van het rooster in je agenda. Je vindt dit rooster onder je lesrooster. Elke avond leg je dit rooster voor je als je je materiaal voor de volgende dag in je schooltas opbergt. Je kan niets meer vergeten! Nog enkele tips Kleurcodes Meestal heb je voor een vak verschillende boeken/schriften/kaften nodig. Kies voor elk vak een welbepaald kleur en benoem dit vak ook op de rug van je boek/kaft. Vervoermap Gaat het soms heel snel in de klas? Heb je niet voldoende tijd om toetsen/ taken/infobrieven op de juiste plaats op te bergen? Werk dan met een vervoermap. Om geen tijd te verliezen stop je losse bladen voorlopig daarin. ’s Avonds neem je dan even de tijd om deze bladen op de juiste plaats te klasseren. In enkele minuten ben je daarmee klaar en kan je met je eigenlijke schoolwerk beginnen. Leerschrift Het kan heel handig zijn om een kladschrift (goedkoopste kwaliteit maar wel met lijnen) te gebruiken om - je samenvattingen in te noteren: op die manier raak je deze niet kwijt en kan je de samenvattingen opnieuw gebruiken bij examens - oefeningen opnieuw te maken. Als je dit onderdeel herhaalt of later opnieuw instudeert dan zie je meteen wat je fout had en wat je dus zeker nog eens moet opnieuw doen. Je leerschrift kan bestaan uit losse bladen die je dan wel bewaart, eventueel in de kaft van je cursus zelf. Overzichtelijke notities Tijdens de les let je zo goed mogelijk op en maak je nette en overzichtelijke notities. Zeker als het snel gaat tijdens de les, kijk je ’s avonds je notities na, je vult ze aan of herschrijft ze. Zo merk je het meteen als bepaalde zaken ontbreken of onvolledig zijn. Aan de hand van de notities van een vriend/vriendinkan je die misschien aanvullen. Anders kan je al onmiddellijk in de volgende les je leerkracht aanspreken om de volledige uitleg te bekomen. Plannen Waarom? Een goede planning is een wondermiddel om betere resultaten te bekomen. Laat je niet overdonderen door de hoeveelheid werk die je hebt. De grote berg die voor je ligt moet je stap voor stap beklimmen. Jij bepaalt die stappen. Zorg altijd dat je overzicht hebt en baken alle onderdelen van je werk duidelijk af. Maak daarbij een overzichtelijk schema op van wat je te doen valt en noteer telkens hoeveel tijd je denkt nodig te hebben om elke opdracht uit te voeren. In je agenda beschik je over handige middelen Iedere leerling heeft een agenda. Veel volwassenen gebruiken een agenda om wegwijs te raken in de vele activiteiten, verplichtingen, afspraken en opdrachten die ze hebben. Alles wat in de agenda staat, hoef je zelf niet meer te onthouden. Op voorwaarde dat je agenda het eerste en het laatste is wat je bekijkt als je werkt voor school. In je agenda noteer je alle opdrachten/toetsen op de dag dat je er moet mee klaar zijn. Opdrachten duid je aan met een ‘O’, toetsen met een ‘T’. Op de maandplanner duid je de momenten aan waarop je je toetsen en opdrachten zal voorbereiden. De meeste opdrachten en zeker ook de toetsen kan je niet in één avond klaar hebben. Noteer dus bij twee,drie of meer dagen dat je een bepaalde toets of opdracht zal voorbereiden. Noteer er meteen bij hoeveel tijd je denkt nodig te hebben. Nog beter is te noteren:’T Frans 17.30u-18.15u’. Zo leg je jezelf een zekere verplichting op om echt van dan tot dan aan de voorbereiding van de toets Frans te werken. Dankzij het maandoverzicht heb je een duidelijk zicht op wat je te doen staat en weet je ook dat, als je je planning volgt, je zeker klaar zal zijn voor de toets of om de opdracht in te dienen. Je vindt in je agenda ook een examenplanner per trimester. Maak je examenplanning op een drietal weken vóór de start van de examens. De derde graad (semestersysteem) start best vijf weken vóór de start van de examens. Onderaan noteer je de datum van je eerste examen, bijvoorbeeld voor de laatste examens van een schooljaar zal dit ongeveer 12 juni zijn. Noteer er de dag bij. Het is gemakkelijker plannen als je weet over welke dag het gaat omdat je soms bepaalde activiteiten hebt waar je niet onderuit kan of die je als ontspanning gebruikt (sportclub of jeugdvereniging bijvoorbeeld). Dan noteer je elke dag met datum tot je aan de drie of vijf weken vóór de start van de examens komt. Zo, nu kan je voor elke dag, zo concreet mogelijk, invullen wat je die dag zal instuderen. Pas op: tot één week (twee weken voor derde graad) vóór de examens kunnen er nog toetsen of opdrachten zijn! Noteer die eerst op je planning. Ze tellen ook als herhaling van een deel van een bepaald vak. Afdrukbare leerschema’s Voor wie liever een schema op een A4-blad afdrukt en bij zijn bureau ophangt of een werkschema op zijn bureaublad heeft staan, die kan hier kant-en-klare planningsschema’s vinden en downloaden. Dagschema Weekschema Examenplanning Leermethode 1) Verkennend lezen. Lees de titels en tussentitels Lees in de doorlopende tekst de vette of onderstreepte woorden. Dit zijn kernwoorden. Als je de tekst gelezen hebt, probeer dan een antwoord te vinden op de wvragen: waarover gaat de tekst, wat speelt zich af, wie zijn de hoofdpersonages wanneer speelt het verhaal zich af…. Onderlijn moeilijke woorden en zoek die op. 2) Structureren en samenvatten Neem je inhoudstafel erbij en kijk waar je dit onderdeel aantreft of maak zelf een inhoudstafel (zie punt 6) Begin met hoofdstukken, titels en ondertitels te bekijken. Markeer in verschillende kleuren en maak tenslotte een overzicht van deze verschillende titels. Dit doe je best door een nummering te gebruiken. Je weet wel: 1, 1.1, 1.1.1, 1.2, 1.2.1, enz. Zo bekom je een eigen inhoudstafel. Vat nu je tekst samen. Aan de hand van de w-vragen (zie verkennend lezen) en je eigen woorden probeer je de tekst zo kort mogelijk weer te geven. Ga stap voor stap te werk: o Begin met een zin die het hele artikel samenvat, maak een titel. o Geef een antwoord op de w-vragen en noteer de kern van de tekst in eigen woorden. o Breng structuur en verbanden tussen de delen aan, bijvoorbeeld met signaalwoorden (eerste, tweede). Maak nu een schema. Dit zorgt ervoor dat je in één oogopslag je informatie terug kan doornemen. Zo merk je de samenhang tussen de leerstof. Je maakt een visuele voorstelling van de te studeren leerstof. Let op geen doorlopende tekst neerpennen, maar enkel de kernwoorden gebruiken. Zo kan je de hoofdzaken van de bijzaken scheiden. >Hoe: boomschema, tabelschema 3) Inprenten en memoriseren Inprenten wil eigenlijk zeggen: de leerstof in je geheugen steken en onthouden. Dit kan pas als je de leerstof begrijpt, leest, leert en herhaalt. Je kan de leerstof op verschillende wijzen studeren: door deze waar te nemen en te onthouden (visueel geheugen), deze op te schrijven (motorisch geheugen) of deze op te zeggen (auditief geheugen). Je moet even nagaan bij jezelf op welke wijze jij studeert. 4) Evalueren Noteer een aantal vragen terwijl je de leerstof leert. Dek de leerstof af en beantwoord de vragen. Duid de fouten aan. Hermaak je toetsen. 5) Controleren Verbeter wat je bij het studeren in rood hebt genoteerd. Bekijk je fouten en zorg dat je ze begrijpt. (Vraag eventueel uitleg aan de leerkracht) Duid je fouten aan door een kruisje te zetten in je inhoudstafel of woordenlijst. 6) Herhalen Herhaal alle delen uit je inhoudstafel of woordenlijst waar een uitroepteken naast staat. Controleer opnieuw Herhaal tot je het helemaal foutloos kan. Herhaal nu alles (=met of zonder uitroepteken). Wanneer werkt ons brein het best? Hoe werkt ons brein? Ons brein bevat ongeveer honderd miljard zenuwcellen (neuronen). Die zijn in (neurale) netwerken met elkaar verbonden. Niet elk netwerk is even sterk. Je kunt het vergelijken met een door gras overwoekerd modderpaadje (zwak, weinig gebruikt netwerk) of een geasfalteerde snelweg (veel gebruikt netwerk). Bij elke gedachte of handeling komen bepaalde neurale netwerken (duizenden zenuwcellen) in actie. De zenuwcellen in dat netwerk wisselen dan "informatie" uit, wat "vuren" wordt genoemd. Dit "vuren" gebeurt d.m.v. neurotransmitters, (een bekende neurotransmitter is adrenaline). Hoe vaker een gedachte of handeling herhaald wordt -dus hoe vaker de neuronen onderling "vuren"- hoe sterker een neuraal netwerk wordt. In onze vergelijking van daarnet zouden we dan kunnen zeggen dat er een snelweg ontstaat. Vergelijk dit even met volgende voorbeelden Een pianist die een bepaald stuk keer op keer oefent, een kind dat na eindeloos proberen zijn/haar veters kan strikken, een voetballer die honderden keren probeert z'n vrije trap over de muur in het doel te trappen, nee zeggen op verzoeken of overtuigd jezelf neerzetten. Dit zijn allemaal voorbeelden van handelingen (van gedrag) die uiteindelijk een bepaalde vaardigheid opleveren. Doordat je de handeling telkens en telkens opnieuw herhaalt, zit die vaardigheid veilig opgeslagen in een sterk neuraal netwerk. Als je dus telkens en telkens opnieuw een formule of een tekst uit het hoofd leert, dan zit je kennis veilig opgeslagen in een neuraal netwerk. De vaardigheid om kennis op te slaan, zit ook veilig opgeslagen in een neuraal netwerk. Het studeren zal gemakkelijker verlopen. Ons brein heeft verzorging nodig Je hersenen zijn een levende massa. En iets dat leeft, heeft een eigen willetje. Vergelijk het met een huisdier: je moet het te eten geven , uitlaten en nu en dan eens vertroetelen. Verwaarloos je het diertje dan zal het ongehoorzaam zijn en minder goed presteren. Zo zit het ook met je hersenen: probeer maar eens nieuwe informatie aan te smeren aan een ongelukkig brein! Weet jij het? Doe de test! Praktische tips om je brein optimaal te laten werken Door volgende tips toe te passen zorg je voor sterke en uitgebreide neurale netwerken. Het geleerde wordt dus beter en sneller opgenomen. Én het geleerde is steviger verankerd. Je leerrendement is dus veel groter. 1) Ideale toestand Emoties helpen bij het leren. Lichte stress en nieuwsgierigheid zorgen voor (nor)adrenaline en dopamine (dit laatste wordt ook wel gelukshormoon genoemd). Beide stoffen bevorderen de vorming van neurale patronen. Zorg dus voor een veilig en prettig gevoel in je leeromgeving. 2) Herhaling helpt! Herhalen en oefenen zijn belangrijk voor het leren. Neurale patronen die herhaaldelijk zijn geactiveerd, zijn groter, sterker en duurzamer. 3) Je brein is leergierig Ons brein is erop gericht informatie te ordenen en zinvolle patronen te maken en te ontdekken. Daardoor komt dopamine vrij. En, zoals we al weten, dopamine zorgt voor sterkere neurale verbindingen en een prettig gevoel. 4) Focus op resultaat Door je aandacht bewust te richten op resultaat, komen meer neurotransmitters vrij. Daardoor komt je brein in een extra actieve, alerte staat en kan je makkelijker sterkere neurale verbindingen maken. Laat dus niets of niemand je storen. Maak je bureau volledig leeg. Zet je computer uit en leg je gsm ergens waar je hem niet kan horen of zien. 5) Zintuiglijk rijk Het brein slaat zintuiglijke informatie, zoals geluid en beeld, op verschillende plekken op (in de neocortex). Als het geleerde zintuiglijk gevarieerd wordt aangeboden, wordt het onder diverse labels opgeslagen, waardoor het makkelijker is op te halen. Bovendien wordt de leerervaring intensiever en wordt het betreffende neurale netwerk uitgebreider. 6) Bouw voort op het bestaande Ons brein is steeds op zoek naar patronen. We bouwen graag (vaak onbewust) voort op wat we al kennen. Door hier bewust gebruik van te maken, worden nieuwe neurale netwerken verbonden aan bestaande. Nieuw te leren zaken vallen dan makkelijker ‘in het potje'. 7) Een portie O² graag Zonder zuurstof functioneren je hersenen nauwelijks. Je hersencellen sterven af als ze lange tijd geen zuurstof krijgen. Ook het omgekeerde is waar: veel zuurstof stimuleert je hersenen. Je brein even uitlaten is natuurlijk moeilijk, maar je studeerplek eens goed verluchten heeft hetzelfde effect! 8) Eetfestijn voor je brein Je brein heeft honger, ook al hoor of voel je dit niet. Belangrijkste voedsel voor je hersenen is niet suiker (dus geen frisdranken of suikerwafels), maar wel eiwitten! Zij zorgen voor energie! Eiwitten vind je in vlees, gevogelte, eieren en vis. Koffie, druivensuiker, chocolade en nicotine zijn goed voor een energieboost, maar zijn direct weer uitgewerkt. 9) Water doet leren Hoe geraakt ons brein aan al dat lekkers? Juist ja, via het bloed. Je bloed transporteert voedingsstoffen naar je hersenen. Hoe meer water je drinkt, hoe dunner je bloed en hoe sneller de voedingsstoffen het eindstation bereiken. Drink dus de hele dag door regelmatig water. 10) Bewegen om beter te leren Bewegen verbetert de bloedsomloop en katapulteert zo voedingsstoffen en zuurstof recht naar je bovenkamer. Kort hardlopen levert tot twee keer zoveel zuurstof op als fietsen of zwemmen. Voor onverbeterlijke luilakken kan je schouders optrekken tijdens het studeren of een oor- of nekmassage je zenuwstelsel al prikkelen: bye bye dipje! 3 stoorzenders kunnen je brein tijdelijk doen uitvallen 1) Stress Wanneer we te veel onder stress staan, laat ons geheugen vaker steken vallen. Voor het geheugen werkt die verhoogde spanning immers blokkerend. - snel snel snel wat geld afhalen aan de bankautomaat, plots ken je de code van je bankkaart niet meer. - vertrekken met vakantie. Leuk vooruitzicht! Maar tot het laatste moment werken en koffers pakken. Je vergeet tal van dingen in je koffer te steken die je echt nodig hebt. Omgekeerd kan ook! Als er geen spanning is, zijn we niet voldoende alert. Denk maar eens aan een saaie voordracht die je bijwoont. Achteraf zul je je maar weinig herinneren van wat de spreker heeft verteld. 2) Verdriet Ook verdriet en stemmingsproblemen doen je hersenen blokkeren. Eigenlijk komt dat gewoon omdat we er dan niet in slagen voldoende aandacht op te brengen voor andere dingen dan voor de oorzaak van ons verdriet. Tijdens het verwerkingsproces krijgen dagelijkse dingen minder aandacht en worden ze sneller vergeten. 3) Conditie Last but not least heeft onze lichamelijke conditie een niet te onderschatten invloed. Vermoeidheid, pijn, slaapgebrek,... er zijn tal van lichamelijke klachten die ons beletten om optimaal te functioneren en een negatieve invloed hebben op ons geheugen. Wie oververmoeid is, ziet eruit als een zombie. En zombies staan niet bepaald bekend voor hun intelligentie! Het brein werkt trager en schakelt bij slaaptekort zelfs hersendelen uit! Eerst de oorzaak van deze fysieke dip wegwerken, luidt dan de boodschap! Leuk weetje: terwijl je slaapt treedt de hippocampus (een stukje in de slaapkwab van je hersenen) in actie. Deze verwerkt je leerstof en linkt ze met bestaande informatie waardoor je na het ontwaken gemakkelijker je leerstof terug voor de geest kan halen. Dus wie slim is: slaapt voldoende! Kritische bedenking: Problemen met leren krijgen pas betekenis als ze gezien worden in hun thuiscontext (eerder leerlingenbegeleiding). M.a.w. zijn het echte leerproblemen of zijn deze leerproblemen een symptoom van dieperliggende problemen/situaties die zich eerder voordoen buiten de school. Ook de grens met jongeren met speciale zorgen is hier kleiner geworden. vb. Dyslexie, dyscalculie. Hier krijgen leerlingen de mogelijkheid om hun proefwerken in een zorgklas aft e leggen. in deze zorgklas wordt men van dichtbij ogpevolgd, krijgen ze indien nodig meer tijd of hulp bij het afleggen van hun proefwerk, vervolgens kan ook bv. gebruik gemaakt worden van het Sprint softwarepakket Praktijk: Zijn dit vaak geen combinaties van beide?