VERMANING WAT BEZIELT ONS? 2013 ARNHEM Geld speelt in onze samenleving een grote rol. De afgelopen tijd is er veel gesproken over begroting en bezuinigingen. Een moeizaam proces vanwege verschillende politieke belangen. Wat is goed voor onze samenleving? Geld speelt in onze samenleving een grote rol. Dat is niet altijd zo geweest. Lang, heel lang geleden bestond geld niet. Alles wat men nodig had produceerde men zelf. Met de intrede van geld is onze samenleving ingrijpend veranderd. Een tijd terug raakte ons land in een crisis, een economische crisis. Dat had alles te maken met geld en met de manier waarop er mee wordt omgegaan. Een belangrijke Amerikaan stelde voor dat wij maar eens een jubeljaar moesten houden. Dat is een bijbels gegeven, te vinden in het boek Leviticus . Zijn voorstel werd weggehoond. Wat bezielde deze man? Economische groei. Onze economie moet groeien, wordt er gezegd, want dat is vooruitgang. Maar van wie moet dat? En waarom moet dat? En wat zijn de gevolgen? Levert meer inkomen en meer welvaart, misschien slechter milieu en minder welzijn? Wat bezielt ons? De volgende 4 regels zijn uit een gedicht van Ed Hoornik: Op school stonden ze op het bord geschreven het werkwoord hebben en het werkwoord zijn hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven de ene werklijkheid, de andre schijn. Er stond in dagblad Trouw een interview met Louise Fresco (momenteel nummer 64 in de duurzame 100) die in Wageningen aan de hogeschool daar studeerde. Zij is hoogleraar duurzame ontwikkeling geworden. In het artikel houdt zij een pleidooi voor nieuwe matigheid. Zij zegt daarin het volgende: 1 Matigheid was ooit een deugd. Ethiek moet de nieuwe pijler van de toekomst worden en solidariteit een leidend begrip. Ook zegt zij: “We doen alsof het een mensenrecht is steeds maar meer te willen”. Er moet ook een nieuwe morele leidslijn komen die stelt: genoeg is genoeg. Wat bezielt haar? Hans Achterhuis, sociaal filosoof en theoloog, was een tijd denker des vaderlands. Hij schreef in dagblad Trouw een artikel over het kapitalisme. De strekking daarvan was: “het gaat er niet om of je wel of niet veel geld mag hebben, maar wat je er mee doet”. Dat brengt ons bij onze gelijkenis. Lucas 16, de rijke man en Lazarus. Het verhaal dat Jezus vertelt begint zo: er was eens een rijke man. U weet het wel, zo beginnen sprookjes ook, er was eens. “Wat zeg je?” zegt iemand, “Ga je sprookjes vertellen?” Zo krijgt het woord sprookje een negatieve klank terwijl sprookjes juist een positieve betekenis hebben. Een sprookje is een sproke, dat is een gesproken verhaal. Een verhaal met een waarheid. En zo ook hier, in dit verhaal, een diepe waarheid. Wat kunnen wij in dit verhaal ontdekken? De rijke man is gewoon zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen. Purper werd gedragen door koningen, fijn linnen werd gedragen door priesters. Deze twee, purper en fijn linnen, symboliseren het volk Israel dat geroepen is om koninklijk priesterdom te zijn. Dagelijks wordt er in het huis van de rijke uitbundig feest gevierd. Ze kunnen er geen genoeg van krijgen, het houdt maar niet op. Wat bezielt deze mensen? En dan is er de bedelaar die Lazarus heet. Dit is de enige gelijkenis waarin iemand een naam heeft. Wat valt op? De rijke man heeft geen naam, het enige wat in dit verhaal telt is zijn rijkdom. De arme bedelaar heeft wel een naam in het verhaal: Lazarus. Het is een naam die herinnert aan de Tora en de profeten. Lazarus: de naam komt van El Azar, wat betekent God helpt. Dat is een heilsboodschap: God helpt. 2 Wij zongen psalm 72: 4 – Hij zal de redder zijn der armen, Hij hoort hun hulpgeschrei. Hij is met koninklijk erbarmen Hun eenzaamheid nabij. Hij helpt, met hun bestaan bewogen. Waar Jezus hier vertelt vinden we ook al in het boek der psalmen. Deze Lazarus, God helpt, lag voor de poort van het huis van de rijke man. ‘God helpt’ ligt op de drempel van het huis. Dichtbij. Niet over het hoofd te zien. Hij is overdekt met zweren. Hij hoopt dat er iets zal overblijven van de tafel van de rijke voor hem. Maar daar zijn de honden, die hem te vlug af zijn. Zij nemen het overschot en likken zijn zweren. Dan sterft de bedelaar. Hij wordt door engelen gedragen, (zoals dat klinkt in een requiem in het deel “in paradisum”) om bij Abraham te rusten. Aan Abrahams schoot, zoals de joden aanlagen bij de maaltijd. En dan sterft ook de rijke. Gekweld in het dodenrijk slaat hij zijn ogen op. Hij kan zijn ogen nauwelijks geloven: daar ziet hij Abraham en Lazarus ligt bij hem. De rijke vraagt om medelijden en water maar dat zal niet gaan. Hij heeft zijn deel gehad, hij heeft zijn deel al genomen. Voor Lazarus geldt het omgekeerde, voor hem is er nu troost. Bovendien is het niet mogelijk om nu nog naar elkaar over te steken. Laat Lazarus dan mijn 5 broers waarschuwen, laten zij naar hem luisteren. Terug naar het evangelie van Lucas. Wat ontdekken we in zijn evangelie? Lucas had een droom, hij droomde van een aarde waar gerechtigheid heerst, waar de ten-hemel-schreiende-kloof is gedicht. Het gaat hier niet over een hiernamaals, het gaat over hoe je hier en nu op deze aarde moet leven. Dat bezielde Lucas. Lazarus lag voor de poort van het huis van de rijke. We zouden kunnen zeggen: hij ligt bijna op zijn drempel. De rijke man moet bij wijze van spreken over hem heen stappen bij het betreden en verlaten van zijn huis. Hij kan niet aan de aanwezigheid van Lazarus ontkomen. 3 Maar ziet hij Lazarus wel? De rijke doet niets voor hem. Wanneer beiden in het dodenrijk verkeren blijkt dat hij de naam wel weet: stuur Lazarus naar mij toe. Hij kent Lazarus bij naam en wil hem nu gebruiken, maar dat zal niet gaan. De rollen zijn nu omgekeerd. In het verhaal ontdekken we meer omkeringen. De rijke krijgt het slecht, Lazarus heeft het goed. Eerst waren ze dicht bij elkaar, nu is de kloof niet te overbruggen. De laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten. Lazarus ligt nu aan de schoot van Abraham, dat is de meest eervolle plaats. De rijke, die zo genoot van zijn overdaad, moet nu pijn lijden. De ongelukkige Lazarus ontvangt troost. De rijke man had kunnen laten zien dat hij Mozes en de profeten had gelezen en begrepen. Hij had er naar kunnen handelen. Lazarus, de arme, was een kans voor de rijke om hier, op aarde, goed te doen. Die kans heeft hij voorbij laten gaan. Hij leefde voor zichzelf. Wat bezielde hem? Er komt voor hem een tijd dat het voor hem te laat is. Dan is de kloof niet meer te overbruggen. Ook de broers hebben Mozes en de profeten, dat is genoeg. Daar staat dat je God moet dienen, dat je je moet ontfermen over je naaste. Wie er niet naar wil luisteren en er niet naar wil leven, zal niet veranderen. Wat zegt de profeet Jesaja daar onder andere over? “Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?” Zoals in het gedicht van Hoornik: gaat het om hebben of gaat het om zijn. Het huis van de rijke man symboliseert het land Israel. De rijke man met zijn gasten zijn symbool van het joodse volk, dat te horen krijgt: jullie, het volk, jullie moeten luisteren en doen naar 4 Mozes en de profeten. Niet later wanneer het niet meer kan, maar nu. De kloof, tussen rijk en arm, is nu nog te overbruggen. Laten we naar ons zelf gaan, naar onze situatie en die spiegelen aan het verhaal. De rijke man heeft geen naam. Wat betekent dat? Dat betekent dat het iedereen kan zijn, ieder die zo leeft. Dat wij het zouden kunnen zijn. Lazarus heeft een naam, hij is bekend en zijn situatie is bekend bij de rijke man. Wie is Lazarus in onze wereld? Nu de wereld een dorp is geworden weten wij van de wereld zoals de rijke man van Lazarus wist. Weten wij van de arme, van de verdrukte, van de geknechte, van hen die door rampen zijn getroffen, door een aardbeving, een modderlawine, getroffen door droogte of overstroming. Bekommer je om het lot van je naaste, lezen we. Onze naaste, die dichtbij ons is, die ziek is, die eenzaam is, die verdriet heeft, maar die ook wil delen in vreugde en blijdschap. Onze naaste die het alleen niet redt, hulp nodig heeft. Mensen in de zorg, verslaafden, mensen met een beperking. Kansen om je te bekommeren om je naaste. Het evangelie legt niet alleen de nadruk op geloof, maar vooral op doen. Geloven in wat er staat geschreven betekent je best doen om er naar te leven. ‘Daden gaan woorden te boven’. De woorden zijn onze inspiratie, maar het moet wel gedaan worden. De bijbel, Gods woord roept ons op, roept ons op om vertrouwen te hebben in God in zijn woord, te luisteren naar de stem. De stem van God die ons oproept om God lief te hebben en de naaste. Wat bezielt ons, wat bezielt mij? Jezus zegt: ”Niet die Heer Heer tegen mij zegt, alleen wie handelt naar de wil van mijn vader zal het koninkrijk der hemelen binnengaan. Dat is de aarde waar Lucas van droomde. Jezus zegt ook: ” Wee u gij rijken. 5 Door de armen kunnen de rijken mens worden; de armen zijn een kans voor de rijken. Dat is de omgekeerde wereld, dat is de wereld die leidt tot vrede en gerechtigheid. Wat bezielt ons? De bijbel is een politiek manifest; het gaat om een manier van leven, partij kiezen. Wat kiezen wij? Kiezen wij voor hebben of voor zijn? AMEN 6