"Usate bene i vari doni di Dio: ciascuno metta a servizio degli altri la

advertisement
Woord
van
Leven
November 2009
"Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog
van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk
van God binnen te gaan:” Matteüs 19,24
Misschien ben je wel
onder de indruk van
deze zin. Ik denk
dat dit terecht is.
Je zou je kunnen
afvragen wat deze
tekst voor jou
inhoudt.
Jezus heeft nooit
zomaar iets gezegd.
We moeten deze
woorden dus serieus
nemen, zonder er
iets op af te dingen.
Maar laten we eerst proberen te begrijpen wat de bedoeling ervan
is en kijken hoe Jezus zelf met rijke mensen omging. Want ook
met welgestelden had Hij contact. Bij zijn bezoek aan de rijke
Zacheüs zegt Hij: "Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen,"
zelfs al geeft Zacheüs maar de helft van zijn bezittingen weg.
Ook de Handelingen van de Apostelen laten zien dat de
gemeenschap van goederen in de begintijd van de kerk iets
vrijwilligs was en dat het niet verplicht was om concreet
afstand te doen van alles wat iemand bezat.
Jezus had dus niet de
bedoeling om alleen
een gemeenschap te
stichten van mensen
die geroepen waren om
Hem te volgen en
daarbij al hun rijkdom
achter te laten.
Maar toch zegt Hij: "Het is gemakkelijker voor een kameel om
door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het
koninkrijk van God binnen te gaan:”
Wat keurt Jezus dan af? Zeker
niet de aardse goederen op
zich, maar wel de rijke die
eraan gehecht is. En waarom?
Dat is duidelijk, want alles
behoort toe aan God. De rijke
gedraagt zich echter alsof de
rijkdommen van hemzelf zijn.
Het is een feit dat rijkdom in het hart van een mens vaak de
plaats inneemt van God. Rijk zijn kan mensen verblinden en
allerlei ondeugden in de hand werken.
De apostel Paulus schreef: “ Wie rijk wil worden, staat bloot aan
veel verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan dwaze en
schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten
onder doen gaan. Want de wortel van alle kwaad is geldzucht. Door
zich daaraan over te geven, zijn sommigen van het geloof
afgedwaald en hebben ze zichzelf veel leed berokkend" (1 Tim 6,9-10).
De Griekse
filosoof Plato zei
het al: "Het is
onmogelijk dat
een buitengewoon
goed mens
tegelijk
buitengewoon
rijk is".
Wat moet dan de houding
zijn van iemand die veel
bezit? Zijn hart moet vrij
zijn en helemaal openstaan
voor God. Hij moet omgaan
met zijn goederen als een
beheerder en beseffen dat
hierop een zware sociale
hypotheek ligt, zoals ook
Johannes Paulus 11 zei.
Aardse goederen zijn op zich niet
slecht en we hoeven ze niet te
verachten, maar we moeten ze wel
goed gebruiken. Niet onze hand
moet er afstand van bewaren,
maar ons hart.
Het gaat erom dat we ze goed weten te benutten voor het
welzijn van anderen. Wie rijk is, is dat voor anderen.
"Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog
van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk
van God binnen te gaan:” Matteüs 19,24
Misschien zul je zeggen dat deze woorden niet voor jou zijn bestemd
omdat je echt niet rijk bent. Maar let op. Meteen na deze uitspraak van
Christus stellen de verbijsterde apostelen Hem de vraag wie er dan nog
gered kan worden. Hieruit blijkt duidelijk dat deze woorden niet voor
enkele mensen bedoeld waren, maar voor iedereen.
Ook iemand die alles achtergelaten heeft om Christus te volgen
kan in zijn hart aan duizend en één dingen vastzitten. Ook een
arme die gehecht is aan wat hij bezit en vloekt als er iemand
aan zijn tas komt, kan in de ogen van God rijk zijn.
"Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog
van een naald te gaan dan voor een rijke om het
koninkrijk van God binnen te gaan:” Matteüs 19,24
“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging.
Tekst van: Chiara Lubich, Juli 1979.
Grafica di Anna Lollo in collaborazione con don Placido D’Omina
(Sicilia – Italia)
Download