MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN RIK BRANSON 1 Inhoud I. De praktijk van de eigen instelling getoetst aan de principes van M.V.O. II. Beperkte feitenanalyse van de financiële crisis III. Confrontatie tussen de feitenanalyse en de doelstellingen van M.V.O. IV. Herziene rol vanuit het M.V.O.-streven 2 I. DE PRAKTIJK VAN DE EIGEN INSTELLING GETOETST AAN DE PRINCIPES VAN M.V.O. Wie is Groep ARCO ? Netwerk van Coöperatieve financieringsvennootschappen: * financiële activa: 3.6 miljard EUR * 900.000 particuliere aandeelhouders * sociale organisaties als referentieaandeelhouders Activiteiten: * Luik I : Beleggen in activiteiten met maatschappelijke meerwaarde * Luik II : Dienstverlening Eigen identiteit: * Coöperatief statuut 3 ACTIVITEITEN Luik I : Beleggen in activiteiten met maatschappelijke meerwaarde A) Participatie in bank en verzekeringen - Dexia N.V. - VDK Spaarbank B) Diversificatie in sectoren van openbaar nut - Geneesmiddelendistributie (EPC, De Lindeboom) - Groothandel in geneesmiddelen (ESCAPO) - Gas en elektriciteit (Socofe, VEH) - Waterbescherming en waterzuivering (SPGE) - Transport van elektriciteit (ELIA) 4 - Publieke infrastructuur (Dexia Immorent) C) Investeringen in de sociale economie en de milieusector - Energieproductie van windturbines (GISLOM) - Financiering van bedrijven en verenigingen in de sociale economie (Hefboom, Credal) - Renoveren van huizen met het oog op sociale verhuring in Brussel (Livingstone) - Financiering van projecten van tewerkstelling van kansarmen op de arbeidsmarkt (De Schoring) - Financiering van sociale woonkredieten (Sint Jozef Kredietmaatschappij) - Micro-kredieten in de derde wereld (Incofin) D) Beheer van een uitgebreide thesaurieportefeuille 5 Luik II : Dienstverlening A) Dienstverlening aan aandeelhouders - ARCO-rechtshulp - sociaal toerisme B) Dienstverlening aan non-profitorganisaties - Consulting-activiteiten (Procura, Syneco, ARCO-consult) C) Sponsoring, mecenaat en giften - Wereldsolidariteit VZW - Bestrijding van de armoede - Steun Wetenschappelijk Onderzoek 6 EIGEN IDENTITEIT COOPERATIEF STATUUT - Lange termijninvesteerder; Oog voor de belangen van alle stakeholders; Ethische screening van beleggingsportefeuille; Toepassing van Corporate Governance; Hoofdzetel: eerste passief gebouw in Brussels Gewest 7 II. BEPERKTE FEITENANALYSE VAN DE FINANCIELE CRISIS A) Kredietcrisis begint in de U.S.A.: - De Amerikaanse economische groei drijft op enorme kredietvolumes - Gestimuleerd door sterke renteverlagingen van de Centrale bank - Lakse houding bij U.S.A.-banken - Risico’s worden afgewenteld via een systeem van effectisering 8 B) Complexe financiële producten - Bij effectisering verkoopt een bank een pakket vorderingen (vb. risicovolle hypotheken of consumentenkredieten) aan een andere instelling. De verkopende partij krijgt onmiddellijk cash en moet dus niet de volledige looptijd van de lening afwachten (actief balansbeheer). - De andere instelling gaat: . verschillende van zulke pakketten op de markt opkopen . steekt er een tranche eigen kapitaal onder . vraagt aan een ratingbureau om aan de nieuwe constructie een kredietwaardigheid te geven . gaat tenslotte de nieuw gebundelde pakketten doorverkopen als obligatie (CDO of collateralized debt obligation) 9 B) Complexe financiële producten (vervolg) - De CDO-markt vertegenwoordigt op haar hoogtepunt 200 miljard dollar wereldwijd met jaarlijkse groeipercentages van 150 % (75 % is afkomstig uit U.S.A.) De complexiteit van de producten wordt verder opgevoerd door de “credit default swaps” of CDS. Een CDS is een overeenkomst tussen partijen: - waarbij het kredietrisico wordt overgedragen aan een externe partij - hetgeen inhoudt dat deze zich garant stelt voor de schuld van de andere in geval deze in faling zou gaan - hiervoor wordt een premie betaald: hoe groter het risico, hoe hoger de premie. 10 B) Complexe financiële producten (vervolg) Op basis van deze constructies werden wereldwijd portefeuilles van obligaties en CDO’s verzekerd. Het ganse systeem van CDO’s en CDS-en werd explosief door : - ondoorzichtigheid van de producten - onvoldoende reglementering van de markt - de massale toepassing ervan. Bij het faillissement van de zakenbank Lehman Brothers ging 400 miljard dollar aan waarde verloren. Waar ging immers het geld vandaan komen ? 11 C) De rol van de ratingagentschappen (kredietbeoordelaars) - verkeerde ratingmethodologieën ? - gebrekkig cijfermateriaal plotse onvoorziene gebeurtenissen tijdige downrating voldoende personeel in vergelijking met de groei van de complexe producten (gesloten markt) ? - deden zelf mee aan de creatie van ABS, CDO’s, CDS-en - belangenconflicten - geen centrale toezichthouder op de agentschappen 12 D) Hefboomfondsen - Hefboomfondsen financieren hun activiteit: . met een heel beperkt eigen kapitaal . en met een hoge graad aan schulden. - In die mate dat de kostprijs van de schulden kleiner is dan de opbrengst van hun beleggingen, kunnen zij veel geld verdienen t.o.v. hun eigen inbreng (bij steile rentecurve, wat het normaal patroon is). - Beheerders van hefboomfondsen in de U.S.A. kunnen 20 % tot 50 %) van de jaarlijkse winst opstrijken (hefboomfondsen zijn zeer agressief qua cultuur). 13 D) Hefboomfondsen (vervolg) - Hefboomfondsen kunnen in zware problemen komen: ▪ bij algemene verhoging van de rentevoeten op de markt ▪ wanneer kredieten niet meer verlengd worden (vooral korte termijn kredieten) ▪ wanneer zij gedwongen worden activa te verkopen ▪ wanneer de marktwaarde van hun activa sterk is gedaald. - Heel wat hefboomfondsen in de U.S.A. zijn in het najaar van 2008 in faling gegaan en hebben heel wat zakenbanken met zich meegesleurd. P.S. Zakenbanken en hefboomfondsen vormden in de U.S.A. 60 % uit van alle financiële activa. Er bestond geen centraal toezicht. 14 E) Short selling - Er zijn evenwel hefboomfondsen die veel geld verdiend hebben aan de crisis door toepassing van short selling (verkoop van aandelen zonder ze in bezit te hebben). - Dit mechanisme laat toe de aandelen te lenen en die te verkopen tegen een bepaalde prijs, om ze vervolgens, vaak na het lanceren van een gerucht, dat de koers doet dalen, opnieuw aan te kopen tegen een lagere prijs en dan de aandelen na de leenperiode terug te geven aan diegene van wie ze waren ontleend. 15 E) Short selling (vervolg) - Wanneer terzelfdertijd verschillende grote hefboomfondsen op eenzelfde aandeel short-selling toepassen, kan dit een enorme koersdaling tot gevolg hebben. - Er komt dan een grote imago-schade voor het bedrijf. Oorspronkelijke valse perceptie wordt realiteit. Shortsellers hebben de crisis niet veroorzaakt, maar in hoge mate versterkt 16 F) IFRS - boekhouding - De nieuwe standaardregels houden in dat de activa van financiële instellingen aan marktwaarde moeten worden gewaardeerd (market to market). - Maar wat gebeurt er wanneer niemand omwille van het wantrouwen afgeleide producten wil kopen ? Als er geen markt is, is er ook geen marktwaarde. - Het gevolg was dat instellingen miljarden verliezen moesten afboeken, ook al waren deze niet effectief gerealiseerd. - IFRS is het voorwerp van een grote controverse. Wellicht hebben deze standaardregels de crisis verscherpt. 17 G) Domino-effecten en drooglegging van de interbankenmarkt - In het najaar van 2008: in de U.S.A. breken de eerste “grote” schakels van de ketting. 7 september 2008 : Fanny Mae en Freddy Mac 14 september 2008 : faillissement van Lehman Brothers Nadien: Verder: Verzekeraar AIG word genationaliseerd Bear Stearns Goldman Sachs Merrill Lynch Morgan Stanley. 18 G) Domino-effecten en drooglegging van de interbankenmarkt (vervolg) - De crisis neemt nu wereldwijd toe omwille van grootscheepse RISICO-TRANSFER die in de periode voordien heeft plaats gevonden: * Van de U.S.A. naar de rest van de wereld * Van banken naar verzekeringen, pensioenfondsen en beleggingsfondsen * Van korte naar lange termijn * Van gereguleerde naar niet-gereguleerde sectoren Kortom de crisis wordt TOTAAL. Gevolg: De interbankenmarkt loopt leeg door wederzijds grondig wantrouwen tussen de instellingen. Tenslotte: Centrale banken en overheden komen wereldwijd massaal tussen om het financieel systeem te 19 redden. III. CONFRONTATIE TUSSEN DE FEITENANALYSE EN DE DOELSTELLING VAN M.V.O. A) De vrije markt zonder “voldoende” ingrijpende reguleringen heeft afgedaan. - De vrije markt corrigeert wel, maar de correctie kan door de opgelopen spanningen (huizenbubble, technologiebubble, kredietbubble) zo hevig zijn, dat grote maatschappelijke schade wordt aangebracht. - De deregulering heeft nefaste gevolgen gehad. 20 - Zelfregulering van de actoren heeft te weinig effect (cfr. ratingagentschappen, hefboomfondsen, short selling, zakenbanken). - Het centraal toezicht op de banken liep de feiten (cfr. massaal ontstaan van complexe producten, systeemrisico) achterna. 21 B) De Federal Reserve Bank in de U.S.A. is in hoge mate verantwoordelijk Zij heeft de actoren op de financiële markten veel te vrij gelaten, maar tevens wilde zij niet alleen de conjunctuurgolven afzwakken maar ook de prijzen van de activa regelen (beurskoersen, huizenmarkt). Dit laatste was een brug te ver. De inzet van het “rentekanon” leidde tot enorme kredietvolumes hetgeen in een onhoudbare macroeconomische situatie resulteerde. 22 C) De verantwoordelijkheid van de bankiers - Onvoldoende lange termijn gedreven ? - Overdreven belang aan korte termijnresultaten ? - Hebben de hoge bonussen een nefaste rol gespeeld ? - Terug naar de core business ? 23 IV. HERZIENE ROL VANUIT HET M.V.O.-STREVEN 1) Morele verontwaardiging is nodig, maar niet voldoende. 2) Het M.V.O. moet vanuit complexe realiteiten, ethische reflexen “durven” opbouwen nl. het positief equivalent proberen te geven van negatieve vaststellingen. 3) Het M.V.O. kan zich niet beperken tot het ethisch inspireren van het gedrag van topmanagers in de bancaire sector. Er zijn immers ook de Centrale banken, de regelgevers, de toezichthouders, de auditors, de revisoren, de rating24 agencies, … IV. HERZIENE ROL VANUIT HET M.V.O.-STREVEN (vervolg) 4) Het voorgaande veronderstelt een veel intensere dialoog tussen de academische wereld en het terrein van bankiers en financiële actoren. 5) De financiële en economische crisis mag het M.V.O.streven niet afleiden van andere “latente” crisissen die eveneens wereldwijd een zware impact hebben. 25 IV. HERZIENE ROL VANUIT HET M.V.O.-STREVEN (vervolg) - De voedselcrisis in de wereld (aangewakkerd door demografische evoluties). - De steeds duurder wordende exploitatievoorwaarden van de natuurlijke grondstoffen. - De ecologische crisis (met de bedreigende opwarming van de aarde) Daarbij rekening houdend met de geleidelijke machtsverschuivingen van West naar Oost. 26