ROMEINSE RIJK Rome by Night In de donkere straten van het oude Rome maakten dieven, gespuis en krankzinnigen ’s nachts de dienst uit. Toch konden veel Romeinen de verleidingen van de wijnbars en bordelen niet weerstaan. In de Romeinse nacht was niets te gek. ART ARCHIVE/PICTURE DESK & SHUTTERSTOCK 36 Historia 2 • 2015 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Print: tre Status: 815 - PDF PROCES Layout:acRed.sek:np Seksslaven Prostituees waren de koninginnen van de nacht Gokhallen Rijk en arm verspeelden hun geld in de kroeg Uitgaansgeweld In de donkere straten heerste het gespuis – en soms een gekke keizer Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. D e duisternis daalt langzaam neer over de hoofdstad van het Romeinse Rijk. Het is rond zes uur De Romeinen hadden in de avond, en de sloten die net als inwoners spoeden vandaag opengingen zich naar huis. De hele dag is het zo met een sleutel. AKG IMAGES druk geweest in de nauwe steegjes van Rome dat je over de hoofden kon lopen. In Pompeï zijn Maar nu is het vrijwel uitgestorven op afdrukken te zien van straat. Winkeliers zetten hun handelsde schotten die waar veilig achter slot en grendel voor winkeliers ’s nachts ze schichtig huiswaarts keren. voor hun zaak deden. De machtigste stad van de oudheid heeft namelijk geen straatverlichting, en plaats is voor allerlei activiteiten die het zodra het donker wordt, komt de rijk daglicht niet kunnen verdragen. geschakeerde Romeinse onderwereld tot leven. Dieven, rovers en zwendelaars Nacht is een kakofonie zijn de koningen van de nacht. Terwijl verreweg de meeste Romeinen, ‘Je wordt gezien als achteloos, een die op het platteland woonden, met de onbesuisde dwaas, als je je na het avond- kippen op stok gingen om de volgende eten naar buiten waagt zonder dat je dag weer vroeg uit de veren te komen, leidden de stedeeerst je testament hebt opgemaakt,’ lingen in het oude schreef de dichter Rome een geheel Juvenalis in de 2e ander bestaan. eeuw n.Chr. Met zijn miljoen Maar lang niet inwoners was er – alle Romeinen ondanks de totale De dichter Juvenalis over de gevaren van de nacht duisternis waarin laten zich door de de straten gehuld duisternis en de ongure types afschrikken. De enorme waren – ’s nachts van alles te doen. En stad slaapt nooit, en sommige inwoners de nachtelijke activiteiten verliepen verlangen juist naar de nacht, waarin allesbehalve stilletjes. ‘Je wordt gezien als achteloos als je je naar buiten waagt zonder dat je je testament hebt opgemaakt.’ Olie en houtskool gaven licht en warmte Als de duisternis inviel in Rome, vormden olielampen – naast de maan – de belangrijkste lichtbron. De olie kwam uit geperste olijven, en het kostte een lieve duit om de lampen brandend te houden. Een gemiddelde Romeinse arbeider was bijna een dagloon kwijt aan een liter olijfolie. Daarom was het voorbehouden aan Olielampen waren van brons of klei en brandden met een lange lont. de rijken om hun huizen ’s avonds lang te kunnen verlichten. Er was geen isolatie, en in de wintermaanden was het ijzig koud in huizen en appartementen. Slechts weinig Romeinen konden zich een kachel veroorloven, en de meesten stookten houtskool in kolenbekkens die verplaatsbaar waren. KO LE NB EK KE N PICTURE DESK OL IEL AM P Draagbare kolenbekkens gaven goedkope warmte. SCALA ARCHIVES 38 NIELS-PETER GRANZOW BUSCH DOOR NIELS-PETER GRANZOW BUSCH ROMEINSE RIJK Volgens de bronnen was het in de avond en nacht een drukte van jewelste. Dit kwam doordat dictator Julius Caesar in 44 v.Chr. bij wet vrijwel alle verkeer van personen en goederen tussen zonsopgang en de namiddag had verboden in een poging om verkeersopstoppingen in de smalle straten tegen te gaan. Het gevolg was dat de nacht vervuld was van het lawaai van paardenhoeven, zweepslagen en houten wielen, die met hun metalen rand piepten en knarsten op de hobbelige kasseien. De geluiden weerkaatsten tussen de gebouwen en hielden de bewoners van de 50.000 huurkazernes in hun kleine, goedkope appartementen uit hun slaap. Volgens Juvenalis was het kabaal zo hevig dat het levens kostte: ‘Hier sterven velen doordat ze ziek geworden zijn van slaapgebrek. Toon me een appartement waar slapen mogelijk is! De wagens die door de krappe straatjes denderen met het gevloek van lastdragers die vastzitten in het verkeer kan de meest doezelige ziel wekken – of een keizer!’ Slechts de welvarende Romeinen, die op de heuvels woonden in afgezonderde villa’s omringd door enorme tuinen en beschermende muren, maakten volgens Juvenalis kans om de hele nacht door te slapen zonder onderbrekingen. Het lawaai was echter niet de enige nachtelijke plaag voor de Romeinen. Op windstille dagen waren de straten in een dikke rook gehuld van de gigantische badhuizen en van de duizenden kolenbekkens waar de inwoners hun huizen mee verwarmden en op kookten. Wie het zich kon veroorloven stookte met houtskool, maar de armen waren veroordeeld tot gedroogde mest, wat tot verstikkende rookwolken boven de stad leidde. Regelmatig sprongen vonken van de vele open vuurplaatsen over op het houtwerk van de huizen – met Historia 2 • 2015 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Louche wijnbars trekken tuig aan Keizer Augustus riep een brandweerkorps in het leven, dat ’s nachts branden bluste en levens redde. E lke dag braken er volgens onderzoekers zo’n 100 branden uit in Rome, waarvan zeker 20 ernstig. Veel branden ontstonden ’s avonds, wanneer er overal in de stad olielampen aangestoken werden. In de 1e eeuw v.Chr. richtte de rijke Marcus Crassus het eerste brandweerkorps van Rome op. De 500 brandweerlui rukten uit naar een brandend gebouw, waarna Crassus de eigenaar een bod deed op het huis. Hoe langer het in brand stond, hoe lager het bod. Pas als de eigenaar het bod aanvaard had, werd de brand geblust. Keizer Augustus zette later een staatskorps op, dat tot 7000 brandweerlui of vigiles uitgroeide. Ze waren in zeven kazernes en 14 Pomp zette water onder druk onderafdelingen verdeeld. De brandweer had een slimme pomp die Een groot deel van het water uit de dichtstbijzijnde bron haalde. korps patrouilleerde 3: Het water ’s nachts en nam ook spuit in een krachtige politietaken op zich, zoals straal uit de het ingrijpen bij diefstal en 1: Water loopt pomp. in de pomp vechtpartijen. Groepen 2: De druk dankzij brandweerlui liepen de stuwt het onderdruk in de water van cilinder. hele nacht door de straten de tweede met emmers en bijlen cilinder naar de spuit. terwijl de rest stand-by was op de kazerne. ©MAN/RAÚL FERNÁNDEZ RUIZ & CLAUS LUNAU/HISTORIA Niet heel Rome was verduisterd als de zon weg was. In enkele straten stonden olielampen voor etablissementen die ’s avonds volstroomden. Deze lampen maakten reclame voor de zogeheten popinae – wijnbars – die vooral in de arme wijken gevestigd waren. Hoeveel er in Rome waren weten we niet, maar in Pompeï, dat in 79 n.Chr. onder een laag as bedolven werd, zijn er meer dan 100 aangetroffen. Het veel grotere Rome moet duizenden van dergelijke uitspanningen hebben geteld. Al vanaf de late namiddag kwamen de burgers in groten getale naar deze allesbehalve deftige wijnbars om er te eten, te drinken en plezier te maken. Volgens de Romeinse bronnen trokken deze louche etablissementen het schuim der natie aan: zeelieden, dieven, doodskistenmakers, weggelopen slaven en ezeldrijvers. Geen respectabele burger liet zich er dan ook zien: ‘Evenmin als ik onder een beul wens te wonen, wil ik een wijnbar naast me hebben,’ schreef de vermaarde filosoof Seneca rond 50 n.Chr. Kenmerkend voor de bars was dat het eten er goedkoop en eenvoudig was. De gasten konden brood, eenpansgerechten en pap krijgen. De pap zat in grote vaten onder de toonbank. Hier stond ook de wijn, die in verschillende kwaliteiten verkrijgbaar was. De goedkoopste wijn kostte één Romeinse as per glas, terwijl de duurste, de beroemde falernerwijn, maar liefst vier as kostte. De Romeinen lengden hun wijn aan met water – als je dat niet deed was je een barbaar. Maar het was een publiek geheim dat de uitbaters van de wijnbars hun wijn te veel verdunden om er meer aan te verdienen. Om die reden is de hoofdpersoon Trimalchio uit de bekende satirische roman Satyricon ervan overtuigd dat elke uitbater in het teken van de Waterman geboren is. De Romeinse keizers zagen de bars met hun twijfelachtige clientèle met lede ogen aan. Het waren potentiële broeinesten van onrust en opstand. Ze probeerden dan ook regelmatig het aantal popinae aan banden te leggen door de verkoop van bepaalde etenswaren te verbieden. Zo verbood keizer Tiberius De twee cilinders zorgden voor een constante waterstraal. Niet alleen de armen in de grote huurkazernes werden door branden getroffen, maar ook de rijken in hun villa’s. BRIDGEMAN Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Print: tre Status: 815 - PDF PROCES Layout:acRed.sek:np rampzalige gevolgen, want er waren geen brandtrappen. De dood lag altijd op de loer in het oude Rome. 7000 brandweerlui liepen wacht ROMEINSE RIJK Armen aten uit, rijken aten thuis Anders dan nu gingen in het oude Rome vooral de armen uit eten in een restaurant, terwijl de rijken thuis copieuze diners organiseerden. H et verschil tussen de eetgewoonten van de armen en de rijken was enorm. Rijken woonden in een groot huis en hadden een legertje slaven in dienst. Zij nodigden vaak vrienden en kennissen uit voor het avondmaal, de zogeheten cena. Het diner werd bereid door slaven en de vele gerechten werden opgediend terwijl de heer des huizes en zijn gasten op banken of klinai lagen. De avondmaaltijd van de armen verliep totaal anders. Zij woonden in kleine, spartaans ingerichte appartementen zonder keuken. Als ze iets anders dan brood wilden eten, moesten ze de stad in om dat te kopen. De Romeinse restaurants waren dan ook toegespitst op een arm publiek. Het eten was eenvoudig en goedkoop, net als de inrichting van de uitspanningen. Er waren geen fraaie klinai om op te liggen – de armen moesten genoegen nemen met een stoel, zodat er veel meer gasten in het restaurant konden. Rijke Romeinen haalden het dan ook niet in hun hoofd om uit eten te gaan. wij hebben op het menu: Geheime boodschap Restaurants maakten reclame met hun menu op de muur. Dit menu lijkt sprekend op een speelbord. Dit was een geheime boodschap aan de klanten. Zo wisten ze dat er hier gegokt kon worden, hoewel dat tegen de Romeinse wet was. kip en vis BRIDGEMAN het serveren van brood en gebak, terwijl keizer Claudius het probleem met wortel en tak wilde uitroeien: ‘Hij sloot de kroegen waar de mensen bij elkaar kwamen om te drinken,’ aldus de schrijver Cassius Dio. blikken, werd illegaal gegokt. Gokken De wijnbars gingen echter al snel was bij wet verboden, maar daar trok weer open, want niemand zich iets kennelijk begreep van aan: ‘Veel Claudius ook wel leden van de lage dat het niet mogeklassen zitten de hele nacht in de lijk was om de wijnbar. Er wordt zeer populaire uitgedobbeld dat het spanningen te verDe dichter Martialis over een inval in een gokhal een aard heeft, en bieden. Er was de spelers drukken namelijk meer te krijgen dan brood en wijn. Veel klanten hun neusgaten dicht en maken vieze kwamen om heel andere redenen. geluiden door lucht door hun neus te zuigen,’ schreef de historicus Ammianus Marcellinus in de 4e eeuw. Bars zijn gokhallen Dobbelen was een geliefd tijdverdrijf In de achterkamertjes van vrijwel alle kroegen, verborgen voor nieuwsgierige onder alle sociale klassen van Rome, en ‘De dronken gokker, verraden door het gerammel van zijn beker, smeekt de ambtenaar om genade.’ 40 varken en fazant de beste klanten Venatores waren plaatselijke soldaten, die blijkbaar stamgasten waren. er gingen elke nacht enorme sommen geld in om. Elke denarius die op tafel werd gelegd, stond gelijk aan het dagloon van een gemiddelde arbeider. Zelfs slaven gokten er lustig op los met het geld dat hun eigenaar ze toevertrouwd had. De Romeinse politicus Marcus Cicero vroeg zich af of iemand die in slaven handelde niet zou moeten vermelden dat zijn ‘artikel’ een ‘gokker, zwendelaar, dronkenlap of dief’ was. Invallen zijn voor de vorm De autoriteiten wisten drommels goed dat er illegale dobbelspelen in de wijnbars waren, en de ambtenaren van de stad lieten af en toe invallen uitvoeren. Historia 2 • 2015 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Print: tre Status: 815 - PDF PROCES Layout:acRed.sek:np Avondeten was de belangrijkste maaltijd AR ME LU I goedkoop fastfood: Brood en pap Arme Romeinen aten vooral brood en een pap genaamd puls van tarwe, water, zout en vet. romeinse ketchup: Vissaus gaf smaak Garum – vissaus – was gemaakt van gegiste vis en makreelingewanden en was geliefd bij rijk en arm. BOVE NK LA SS E voorgerecht: Ei en oesters De Romeinen aten niet met mes en vork. Het eten werd in hapklare brokken gesneden en met de hand of met een lepel gegeten. MARY EVANS/SCANPIX & AKG IMAGES Welgestelden aten doorgaans drie of meer gangen. Het voorgerecht bestond vaak uit eieren of schelpdieren als oesters, opgediend met met honing gezoete wijn. hoofdgerecht: Fazant, slak en muis Als hoofdgerecht aten rijke Romeinen fazant of varken. Als bijgerecht was er geroosterde hazelmuis met honing. Een andere delicatesse waren op melk gekweekte slakken. nagerecht: Druiven en noten De Romeinse dichter Martialis beschreef hoe het er bij zo’n inval aan toeging: ‘De dronken gokker, verraden door het gerammel van zijn geliefde dobbelbeker, smeekt de ambtenaar om genade nadat hij kort tevoren uit de een of andere louche wijnbar is gesleept.’ Dit was echter een uitzondering, en geen enkele keizer lijkt het bestrijden van het gokken hoog op de politieke agenda te hebben gezet – wellicht omdat de meeste keizers zelf ook gokverslaafd waren. Zo schrijft Augustus in een brief aan zijn schoonzoon Tiberius zonder enige schaamte of spijt dat hij tijdens een religieus festival 20.000 sestertiën – een enorm vermogen – kwijtgeraakt is bij een dobbelspel: ‘We speelden alle dagen. Het speelbord werd nooit koud.’ Ook de gestoorde keizer Caligula was volgens de Romeinse bronnen een groot gokker en zou zelfs met dobbelstenen hebben gesjoemeld om te winnen. De geschiedschrijver Cassius Dio meldt echter dat de keizer niet altijd won. Toen hij tijdens een spel door zijn geld heen was, vroeg hij om de belastinglijsten van de provincie Gallië en beval hij dat de rijksten gedood moesten worden en hun bezit in beslag genomen. Daarna richtte hij zich tot zijn tegenspelers en zei: ‘Jullie spelen om een paar nietige SHUTTERSTOCK Het diner, dat uren kon duren, werd afgesloten met een dessert van vruchten als zoete bessen, druiven, dadels of vijgen, en verschillende soorten noten. denariën, terwijl ik in de tussentijd zo’n 150 miljoen denariën heb verdiend.’ Een van de goklustige keizers was de rijke Didius Julianus, die in 193 de troon had gekocht. Nog in de nacht nadat hij tot keizer was uitgeroepen, betrok hij het paleis op de Palatijnheuvel en begon hij, in de woorden van Cassius Dio, Romeinen gokten met dobbelstenen en botten Tali werd gespeeld met vier botten. Op elk stond een 1, 3, 4 en 6 en ze werden geworpen als een dobbelsteen. De hoogste waarde won. Alle vier de cijfers, een Venusworp, overtrof alles. Dobbelen werd gespeeld met drie dobbelstenen die op de huidige leken. Net als bij tali ging het om de hoogste totale waarde. De beste worp was dan ook drie zessen. SCALA ARCHIVES & PICTURE DESK Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. ROMEINSE RIJK De Romeinen zagen het niet als echtbreuk als een man een prostituee bezocht. Vrijwel alle mannen gingen dan ook naar het bordeel. BRIDGEMAN & PICTURE DESK Van luxe-escort tot tippelaarster De Romeinen hadden meer dan 50 woorden voor prostituee, want de vrouwen van plezier hadden verschillende werkterreinen en technieken om klanten te werven. De prijs voor hun diensten liep wijd uiteen. ★★★★★★★ i Deluxevriendin zogeheten amicae – vriendinnen – verkeerden alleen in de bovenklasse. Ze kregen geen geld, maar dure ‘cadeaus’. callgirl ★★★★★★★ ii Rijke Romeinen die niet in een bordeel gezien wilden worden, lieten escortmeisjes naar hun huis komen. Die konden ook zingen en dansen. ★★★★★★★ iii hoteldame Klanten die in een herberg logeerden, konden tegen betaling een meisje mee naar hun kamer krijgen. Zij werd van straat gehaald en bleef de hele nacht. kroegmeisje ★★★★★★★ iv Kroeggangers konden tegen betaling in een achterkamertje seks hebben met het vrouwelijke personeel. Deze vrouwen heetten blitidae, naar goedkope wijn (blitum). ★★★★★★★ v bordeelhoer De vrouwen in de bordelen werden prostibula genoemd – zij die voor het bordeel staan. Klanten kwamen na een paar minuten alweer naar buiten. ★★★★★★★ vi Degrafprostituee bustuariae verdienden hun geld als klaagvrouw op begrafenissen. Soms vulden ze hun inkomen aan door seksuele diensten te verlenen op de begraafplaats. ★★★★★★★ vii tippelaarster De laagste klasse bestond uit vrouwen die op straat liepen en geen ruimte hadden om de klant mee naartoe te nemen. Zij heetten circulatrix – zij die rondloopt. ‘uitgebreid te eten en te dobbelen met zijn makkers, terwijl het lijk van zijn voorganger nog warm was.’ Hoerenlopers gelokt met olielampen De nacht was de uitgelezen tijd om geld te verdienen voor een bijzondere klasse vrouwen: de prostituees. De Romeinen beschouwden hen als eerloos, net als gladiatoren en acteurs, maar het was volkomen geaccepteerd om gebruik te maken van hun diensten, ook onder de gegoede burgerij van Rome. Volgens een satirisch geschrift zag de beroemde, aartsconservatieve politicus Cato op een dag een beschaafde man uit een bordeel komen. Cato prees hem meteen, want volgens hem was het gezond om je behoeften te bevredigen. Toen de politicus de man hierna telkens opnieuw uit hetzelfde bordeel zag komen, voelde hij zich echter genoodzaakt om hem de les te lezen: ‘Jongeman, ik prees je omdat je hier af en toe naar binnen ging, niet omdat je hier woont!’ De bekendste rosse buurt van Rome lag in de wijk Subura, waar de absolute onderklasse woonde. Een prostituee was hier te koop voor twee as, de prijs van een goedkoop glas wijn in de kroeg. Om klanten te lokken zaten of stonden de vrouwen voor hun bordeel in het schijnsel van een olielamp, die vaak de vorm van een fallus had. Ze droegen een doorzichtig gewaad en een korte tunica. Hun gezicht was van een dikke laag make-up voorzien en hun goedkope parfum was voor potentiële klanten van verre te ruiken. Volgens de Romeinse bronnen lieten ze zien wat ze konden door ‘met hun dijen te schudden en met hun heupen te wiegen’. Hierna werd er over een prijs onderhandeld, en vervolgens ging de klant mee naar binnen. Prostitutie is gereguleerd Verreweg de meeste prostituees in Rome waren slavinnen die door hun Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. SCALA ARCHIVES BRIDGEMAN ‘Met een blonde pruik op gaat ze een bordeel binnen, waar het stinkt naar oude, vieze lakens.’ Volgens Juvenalis kende het tuig op straat geen genade. Tuig wilde alleen maar vechten De dichter Juvenalis beschreef rond 110 n.Chr. hoe het eraan toeging als je in het donker op straat werd overvallen. ‘Het is het voorspel van een strijd, als je het een strijd kunt noemen, waarbij een van ons uithaalt, en de ander, ik, een pak slaag krijgt. Hij staat op je pad en beveelt je te stoppen, en je moet wel gehoorzamen. Wat kun je doen als je een bevel krijgt van een idioot, die veel sterker is dan jij? “Waar kom je vandaan?” roept hij. “Spreek of ik schop je lens.” Het maakt niet uit of je iets zegt of weg probeert te komen. In elkaar geslagen word je toch wel.’ 50 jaar later meldde Juvenalis dat er helemaal niets veranderd was. Grote groepen edelen trokken nog door de nacht op zoek naar slachtoffers: ‘Weet je wat de vrijheid van de arme man is? De vrijheid om, na bont en blauw geslagen te zijn, te smeken om naar huis te mogen gaan met nog maar een paar tanden in zijn mond,’ aldus Juvenalis. Ondanks het geweld ging het nachtleven gewoon door. De meesten waren bereid de gevaren te trotseren voor de geneugten van de duisternis. Lees ook Karl-Wilhelm Weeber: Nachtleben im alten Rom, Primus Verlag, 2004 ● Alberto Angela: A Day in the Life of Ancient Rome, Europa Editions, 2009 ● Lionel Casson: Everyday Life in Ancient Rome, The Johns Hopkins University Press, 1998 ● Historia 2 • 2015 43 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Print: tre Status: 815 - PDF PROCES Layout:acRed.sek:np eigenaar werden gedwongen om geld te een lichtekooi in een bordeel: ‘Met een verdienen door hun lijf te verkopen. De blonde pruik op, die haar eigen haar filosoof Seneca beschrijft een markt verbergt, gaat ze een bordeel binnen, waar vrouwen aan een pooier werden waar het stinkt naar oude, vieze lakens. verkocht: ‘Ze stond naakt op het strand, Ze betrekt een leeg kamertje en verkoopt tot genoegen van de koper. Elk deel van zichzelf. Later, als de pooier zijn dames weggestuurd heeft, haar lichaam werd vertrekt zij ook – uitgebreid betast.’ een afschuwelijk Soms moesten wezen met een ook vrije vrouwen smerig gezicht van seksuele diensten het zwarte roet verrichten wegens van de lamp.’ geldgebrek. Maar Juvenalis heeft Juvenalis over de vrouw van keizer Claudius zij dienden zich te dit ongetwijfeld melden bij degene die verantwoordelijk was voor de rust en uit z’n duim gezogen, maar het geeft orde. Deze ambtenaar schreef hun naam wel een beeld van de omstandigheden op een lijst, zodat ze niet aangeklaagd waaronder prostituees werkten. zouden worden wegens ontucht of echtbreuk als ze met een getrouwde man in Gespuis lag op de loer bed werden aangetroffen. In 40 n.Chr. Na middernacht gingen de kroeggasten gaf keizer Caligula het beroep een nog op huis aan, de meesten in beschonken grotere legitimiteit door belasting van toestand. Maar hun wachtte een tocht de prostituees te innen, ter hoogte van vol gevaren. Volgens de bronnen trokken de betaling van één klant per dag. bendes jonge, vaak adellijke Romeinen De meeste klanten wisten precies door de straten op jacht naar weerloze waar ze de prostituees konden vinden. slachtoffers, die ze overvielen en voor De goedkoopste hadden geen kamertje, de lol in elkaar sloegen. maar stonden bij theaters, tempels en Een van de beruchtste bendeleiders wedrenbanen. Andere bevonden zich was niemand minder dan keizer Nero, in de kroegen en herbergen van de stad, die zich volgens de geschiedschrijver of verbleven in de bordelen, waar de Tacitus graag als slaaf verkleedde om klanten meegenomen werden naar met zijn kameraden eenzame nachtpeeskamertjes met alleen een matras. wandelaars te overvallen. De dichter Juvenalis beschrijft in een ‘Julius Montanus, een senator, kwam satire hoe Messalina, de beruchte vrouw op zeker moment de prins (Nero, red.) in van keizer Claudius, naar verluidt elke het donker tegen en sloeg diens aanval nacht naar buiten sloop om te leven als af. Toen hij even later degene die hem overvallen had herkende, smeekte hij om genade, maar hij werd gedwongen zelfmoord te plegen,’ schreef Tacitus. Hij meldt dat Nero zich omringde met soldaten en gladiatoren op zijn strooptochten. Zij stortten Pikante plaatjes zich op de slachtoffers Boven de ingang van van de keizer als ze te elke kamer stonden veel tegenspartelden. erotische scènes. Toen Nero een paar jaar later vermoord werd, haalden veel Romeinen opgelucht adem – vooral de nachtbrakers onder hen. Maar Nero kreeg navolging. Zijn Bed was keihard opvolger, keizer Otho, In de kamers stond een bed zou er ook van hebben van klei. Uit de afdrukken genoten om de straat blijkt dat de klanten op te gaan om mensen hun schoenen aanhielden. in elkaar te slaan. Met zijn makkers dwong hij zijn slachtoffers om op een uitgespreide mantel te gaan In Pompeï hebben archeologen een liggen, waarna ze tot groot plezier van de bordeel opgegraven met peeskamertjes keizer hoog in de lucht gegooid werden. voor de prostituees en hun klanten.