Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? S. Wichers Inleiding Circa 80.000 werknemers komen uit België en Duitsland om in ons land te werken1. Zij wonen in België of Duitsland en werken vooral in de gemeenten net over de grens in de provincies Overijssel, Limburg, Gelderland, en Noord-Brabant. Een groot deel van deze circa 80.000 werknemers zal te maken hebben met Nederlandse belastingheffing ten aanzien van hun arbeidsinkomsten. In deze bijdrage een uiteenzetting van de Nederlandse belastingplicht, de onderlinge afspraken tussen Nederland en België/Duitsland, een uitzondering en voorbeelden om een beter beeld te krijgen van de gevolgen in de praktijk. Nederlandse belastingplicht Op basis van de Nederlandse wetgeving is een niet inwoner van Nederland belastingplichtig als hij of zij in een kalenderjaar belastbaar inkomen heeft genoten uit Nederland. Deze persoon is dan een zogenoemde buitenlands belastingplichtige. Specifiek zal het daarbij vaak gaan om het belastbaar loon vanwege het in Nederland werken. In de meeste situaties zal het gaan om een buiten Nederland wonende werknemer die voor een Nederlandse werkgever (en inhoudingsplichtige) werkzaam is. In de praktijk komt het steeds vaker voor dat deze werknemer in meerdere landen werkzaam is in plaats van uitsluitend in Nederland. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de mogelijkheid om ook thuis (buiten Nederland) te werken. Om te voorkomen dat het inkomen genoten van een Nederlandse werkgever (inhoudingsplichtige) dat ziet op werkdagen buiten Nederland buiten enige vorm van belastingheffing valt, bevat de Nederlandse wetgeving een fictiebepaling in artikel 7.2 lid 7 Wet IB 2001. Kortweg houdt deze fictiebepaling in dat een werknemer wordt geacht volledig in Nederland te hebben gewerkt tenzij het loon belast is in een ander land op basis van een belastingverdrag of andere internationale regeling. Dit brengt ons bij de vraag of het loon op basis van een belastingverdrag of internationale regeling in een ander land belast is. Belastingverdragen Nederland heeft een breed verdragennetwerk. Ook met België en Duitsland heeft Nederland een belastingverdrag gesloten. Op basis van beide belastingverdragen (met België en Duitsland) is de hoofdregel voor werknemers dat het loon daar belast is waar de dienstbetrekking wordt uitgeoefend. Op de verdeling van het heffingsrecht, de dagenbreuk, wordt later in deze bijdrage kort ingegaan. Uitzondering in beide verdragen is dat het woonland (België of Duitsland) exclusief heffingsrecht heeft als: a. de werknemer in een tijdvak van twaalf maanden (niet een kalenderjaar) niet meer dan 183 dagen in Nederland verblijft; én b. de beloningen niet worden betaald door of namens een Nederlandse werkgever; én c. de beloningen niet ten laste komen van een Nederlandse vaste inrichting (een vaste inrichting is een fysieke constructie (bijvoorbeeld een gebouw of schip) die de buitenlandse onderneming duurzaam ter beschikking staat en geschikt is voor de werkzaamheden van de onderneming). Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? / S. Wichers. - FutD-odg 2016/0062 In de meeste gebruikelijke situatie zal de Nederlandse werkgever de beloning betalen aan de Belg/Duitser en daarmee treedt er Nederlandse belastingplicht op voor zover de dienstbetrekking in Nederland is uitgeoefend. De dagenbreuk Op basis van het werknemersartikel in de belastingverdragen met België en Duitsland is de Nederlandse arbeidsbeloning in beginsel in Nederland belast voor zover de dienstbetrekking in Nederland is uitgeoefend. Kortom: voor zover er Nederlandse werkdagen zijn. Daarom is het van groot belang dat deze werknemer een reiskalender bijhoudt. Houd daarbij rekening met verschillende soorten dagen zoals werkdagen, reisdagen, ziektedagen, feestdagen, weekenden en vakanties. Het is belangrijk om te vermelden dat Nederland, België en Duitsland niet altijd hetzelfde standpunt hebben voor de behandeling van dagen. Zo behandelt Nederland ziektedagen als werkdagen en rekent deze toe aan het land waar gewerkt zou zijn indien de werknemer niet ziek was geweest. Duitsland daarentegen heeft een andere zienswijze en ziet ziektedagen niet als werkdagen. Ziektedagen worden door Duitsland genegeerd bij de dagenbreuk waardoor er een (groot) verschil kan optreden voor de verdeling van het heffingsrecht over arbeidsinkomen tussen Nederland en Duitsland. Materieel werkgeverschap Eerder in deze bijdrage werd het begrip "werkgever" genoemd. Wat wordt vanuit Nederlands perspectief als Nederlandse werkgever beschouwd in het kader van belastingverdragen? Tot 1 december 2006 ging Nederland uit van een formeel werkgeversbegrip. Voor het begrip werkgever in het werknemersartikel van belastingverdragen was de juridische werkgever, de werkgever waarmee de werknemer een arbeidsovereenkomst had, leidend (uitzondering waren misbruiksituaties en uitzendbureaus). Met ingang van 1 december 2006 is hier door uitspraken van de Hoge Raad der Nederlanden een verandering in gekomen. Sindsdien hanteert Nederland een materieel werkgeversbegrip. Dit betekent dat werkgever degene is die de werknemer instructies mag geven en dat het niet langer beslissend is waar de werknemer een arbeidsovereenkomst mee heeft gesloten. Tweede eis is dat de activiteiten van de werknemer voor rekening en risico van die werkgever moet verrichten. Dit houdt ook in dat die werkgever de kosten (de arbeidsbeloning) draagt. De kosten worden ook gedragen door deze werkgever indien deze (geïndividualiseerd) worden doorbelast. Indien de loonkosten niet worden doorbelast kan op dit moment, vanwege de eerdergenoemde uitspraken van de Hoge Raad der Nederlanden, het standpunt worden ingenomen dat geen sprake is van materieel werkgeverschap in Nederland en dat Nederland daarmee geen heffingsrecht over het arbeidsinkomen heeft. Het valt echter te betwijfelen hoe lang dit standpunt nog houdbaar blijft. Het lijkt een kwestie van tijd voordat de Hoge Raad "om" gaat en aan zal sluiten bij het 'at arm's length'-beginsel. Dit beginsel houdt in dat gelieerde partijen bij onderlinge transacties op zakelijke voorwaarden (zoals dat ook met een niet gelieerde partij) handelen. Doorbelasting van de loonkosten zou tussen willekeurige derden gebruikelijk zijn. Waarom is dit materieel werkgeverschap zo belangrijk? Een voorbeeld: een werknemer die zich bezig houdt met de ontwikkeling van technische producten is woonachtig in Duitsland en is formeel in dienst bij een Duitse werkgever (hij heeft een arbeidsovereenkomst met de Duitse werkgever). Hij voert 100 dagen per jaar zijn werk uit in Nederland, wordt aangestuurd door de directeur innovatie van de Nederlandse dochtermaatschappij van de Duitse werkgever, moet verantwoording afleggen aan dezelfde directeur en de resultaten van zijn Nederlandse Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? / S. Wichers. - FutD-odg 2016/0062 ontwikkelingswerkzaamheden komen toe aan de Nederlandse dochtermaatschappij. Verder worden de kosten van zijn salaris geïndividualiseerd doorbelast aan de Nederlandse dochtermaatschappij. Nu de Nederlandse entiteit als materieel werkgever kwalificeert, zal de werknemer belastingplichtig zijn in Nederland ten aanzien van het arbeidsinkomen dat relateert aan in Nederland gewerkte dagen. Indien Nederland nog altijd het formele werkgeverschapsbegrip zou hebben gehanteerd, niet. Een ander voorbeeld uit de praktijk om aan te geven dat het materieel werkgeverschap niet door iedereen op dezelfde manier wordt uitgelegd: een inwoner van Duitsland is werkzaam voor een Duitse werkgever. In 2015 was hij op uitzending naar Nederland om te werken voor de Nederlandse concernmaatschappij. Per 31 december 2015 keert hij terug naar Duitsland. Gedurende de periode waarin de werknemer in Nederland werkte, was hij inwoner van Duitsland. De Nederlandse concernmaatschappij kwalificeerde als materieel werkgever waardoor de werknemer in 2015 in Nederland belastingplichtig was ten aanzien van het arbeidsinkomen dat relateerde aan in Nederland gewerkte dagen. Na terugkeer in Duitsland ontvangt de werknemer in 2016 een bonus van de Duitse werkgever voor zijn prestaties in 2015; werkzaamheden die in Nederland verricht werden. De Duitse werkgever besluit om de bonus niet door te belasten aan de Nederlandse concernmaatschappij. Welk land heeft nu het heffingsrecht over deze bonus? Naar mijn idee heeft Nederland in 2016 geen heffingsrecht over de bonus omdat er geen sprake is van doorbelasting. Het gegeven dat er in 2015 sprake was van een Nederlands materieel werkgever doet daar niet aan af. Volgens de huidige rechtspraak is feitelijke (individuele) doorbelasting nog steeds van doorslaggevend belang. Of de bonus volgens het "at arm's length" principe doorbelast zou moeten worden, is (vooralsnog) niet van belang. Immers, stel de werknemer zou in 2016 nog steeds op uitzending zijn naar Nederland, maar de werkgever zou -om hem moverende redenenbesluiten de arbeidsbeloning niet door te belasten naar de Nederlandse vennootschap, dan zou er vanuit optiek van de Nederlandse Hoge Raad geen sprake zijn van een Nederlands materieel werkgever. Waarom zou dit anders zijn voor een bonus? Men zou echter ook kunnen argumenteren dat het materiele werkgeverschap als het ware "doorwerkt", en dat aangesloten dient te worden bij de situatie in 2015. Zou de bonus niet doorbelast moeten worden? In 2015 was er doorbelasting, was er sprake van materieel werkgeverschap in Nederland en daarmee heffingsrecht in Nederland. Het enkele feit dat in 2016 geen sprake is van doorbelasting is geen reden om Nederlands heffingsrecht over de bonus uit te sluiten. Ook anno 2016 geeft het werkgeversbegrip aldus nog voldoende aanleiding tot discussie. Een uitzondering: de 60-dagen regeling In de praktijk komt het regelmatig voor dat werknemers van internationale concerns tijdelijk over de grens werken. Om te voorkomen dat er dan, indien sprake is van een materieel werkgever in Nederland, direct Nederlandse belastingplicht ontstaat, heeft Nederland de zogenoemde 60-dagen regeling vastgelegd in een besluit. Indien voldaan wordt aan de voorwaarden van deze regeling dan is er volgens Nederland geen sprake van een Nederlands materieel werkgever en zijn de arbeidsinkomsten niet in Nederland belast. De voorwaarden zijn in ieder geval: • de werknemer werkt niet langer dan 60 werkdagen per 12-maandsperiode in Nederland (let op, niet per kalenderjaar maar per iedere 12-maandsperiode); Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? / S. Wichers. - FutD-odg 2016/0062 • de arbeidsbeloning wordt in het andere land niet vrijgesteld (met andere woorden; het arbeidsinkomen wordt door het woonland belast). Vanwege de wijze waarop het besluit is geformuleerd, zijn de meningen verdeeld over de vraag of de 60-dagenregeling nog twee aanvullende voorwaarden kent om de aanwezigheid van een Nederlands materieel werkgever te voorkomen: • van regulier meewerken bij de Nederlandse inlener is geen sprake; • de werknemer in kwestie heeft een specifieke deskundigheid (wordt ingevuld door het salariscriterium dat ook voor de 30%-regeling geldt en bedraagt in 2016 circa € 53.000 aan bruto salaris). Het hangt er vanaf hoe je het besluit leest. Men kán daaruit opmaken dat de 60-dagenregeling uitsluitend voor situaties is bedoeld waarbij ook voldaan is aan de laatste twee voorwaarden. Echter, velen betwijfelen of we het besluit zo strikt moeten lezen. Wat is dan namelijk nog de meerwaarde van het besluit? Het doel is immers het bieden van een administratieve lastenvermindering voor Nederlandse ondernemingen die voor korte duur internationale werknemers tewerkstellen. Is de precieze inhoud van de werkzaamheden dan nog relevant? Het zal regelmatig voorkomen dat deze medewerkers "gewoon" meedraaien in het bedrijf. Vergelijk bijvoorbeeld de Nederlandse ruitenzetter die, vanwege een hevige herfststorm, in één week tijd dermate veel ruiten moet plaatsen zodat hij aan zijn eigen werknemers niet voldoende heeft. In Duitsland was geen storm, zodat collega's die bij de Duitse vennootschap werkzaam zijn best ruimte hebben om uit te helpen in Nederland. De loonkosten worden doorbelast, de medewerkers volgen de instructies van de Nederlandse ruitenzetter op. Strikt genomen kwalificeert de Nederlandse onderneming als materieel werkgever; met Nederlandse belastingplicht en inhoudingsplicht tot gevolg. Kan deze werkgever dan niet succesvol een beroep doen op het besluit om de noodzaak van het voeren van een Nederlandse salarisadministratie te voorkomen? Dienen de voorbeelden die in het besluit genoemd worden niet puur ter illustratie? Het besluit stelt immers dat; "het verblijf van de werknemer in de andere staat [doorgaans] slechts van voorbijgaande, kortstondige aard [is], zodat van regulier meewerken in de onderneming of aan projecten van de inlenende concernvennootschap vaak geen sprake is. Gesteld kan worden dat gelet op het kortdurende verblijf de gezagsverhouding met de inlenende vennootschap in deze situatie ontbreekt, omdat de werkzaamheden geen geïntegreerd onderdeel uitmaken van de normale bedrijfsactiviteiten van de inlenende vennootschap. Bovendien ontbreken in het algemeen ook andere elementen om van een gezagsverhouding uit te gaan". Dit lijkt ruimte te bieden om het besluit toe te passen voor alle kortdurende tewerkstellingen, ongeacht de precieze invulling van de werkzaamheden. De veiligste benadering is vooralsnog de volgende; wordt voldaan aan alle vier de voorwaarden dan is de 60-dagenregeling in ieder geval van toepassing. Wordt niet voldaan aan (een van) de laatste twee voorwaarden dan is het van belang om de situatie nader te beoordelen en eventueel om een standpunt van de Belastingdienst te verzoeken om zekerheid te verkrijgen. Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? / S. Wichers. - FutD-odg 2016/0062 Waarom is de 60-dagen regeling relevant? Vooral vanuit administratief oogpunt kan de 60dagenregeling verlichting bieden. Indien van toepassing zal de werknemer in Nederland geen aangifteplicht hebben en hoeft de werkgever geen loonadministratie te voeren en geen afdracht van loonbelasting te doen. Zeker in situaties dat er bijvoorbeeld slechts een salaris van € 1.000 in de Nederlandse payroll moet worden opgenomen met een belastingtarief van 8.4% (het laagste belastingtarief voor de inkomstenbelasting wat bij een salaris van € 1.000 effectief neerkomt op maximaal € 84 aan belasting), biedt de 60-dagenregeling een administratieve lastenverlichting. Wat betreft het tellen van dagen is nog van belang om te vermelden dat aangesloten wordt bij de zogenoemde "physical presence test". Het is niet relevant of de betreffende werknemer 8 uur of 1 uur per dag in Nederland werkzaam (let op: niet fysiek aanwezig) was. Dit betekent dat indien iemand gedurende 60 dagen 4 uur per dag heeft gewerkt, er sprake is van 60 gewerkte dagen. De uren worden niet samen geteld om zodoende van 30 werkdagen te spreken. Deze vereenvoudigde benaderingswijze is ingegeven door het karakter van administratieve lastenvermindering en om lastige berekeningen te voorkomen. Overigens dient de toerekening van het arbeidsinkomen vervolgens wel op basis van de daadwerkelijk gewerkte uren te geschieden. Tot slot, is het nog belangrijk om te vermelden dat de 60-dagenregeling niet van toepassing is als sprake is van een bezoldigd statutair bestuurder van een Nederlandse vennootschap (sinds 2016 kent het verdrag tussen Nederland en Duitsland net als het verdrag met België een bestuurdersartikel). Tips voor de praktijk Om te bepalen of er in Nederland belastingplicht is voor de inkomstenbelasting is het van belang om naast de Nederlandse wetgeving goed te bekijken wat er in de belastingverdragen met België en Duitsland is geregeld. Houdt daarbij rekening met het materieel werkgeverschap en maak gebruik van de 60-dagenregeling (indien mogelijk) om de grensoverschrijdende situatie te vereenvoudigen. Let daarbij uiteraard op dat de toekomst soms moeilijk te voorspellen is. Het is best mogelijk dat men op voorhand aanneemt dat een werknemer slechts voor beperkte tijd een project in Nederland zal uitvoeren. Echter, als nu later blijkt dat zijn inzet nogmaals nodig is, waardoor de medewerker langer dan 60 werkdagen per 12-maandsperiode tewerk wordt gesteld, is vanaf dag 1 sprake van een Nederlands materieel werkgever. Een glazen bol kan uitkomst bieden. Noten 1. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2015/80duizend-werknemers-uit-belgie-en-duitsland.htm Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? / S. Wichers. - FutD-odg 2016/0062 Ernst & Young LLP Accountancy | Belastingen | Transacties | Advies Over Ernst & Young Ernst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van accountancy, belastingen, transacties en advies. Onze 135.000 mensen delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten. Stijn Wichers Is verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP Tel: 088-4074459 E-mail: [email protected] Voor meer informatie: www.ey.nl Disclaimer Dit bericht is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Voor mogelijke onjuistheid en/of onvolledigheid van de hierin Verschenen in: Over de grens 7 (2016) nr. 4 (25 april) een uitgave van Fiscaal up to Date te Eindhoven verstrekte informatie aanvaardt Ernst & Young geen aansprakelijkheid, evenmin kunnen aan de inhoud van dit bericht rechten worden ontleend. © Ernst & Young 2016 Belgen en Duitsers die in Nederland werken: Nederlandse inkomstenbelastingheffing? / S. Wichers. - FutD-odg 2016/0062