MANAGEMENT & organisatie Trefwoorden Organisatieverandering Organisatiefaillissement Productportfolio Verandering in productportfolio en organisatiefaillissement Filippo Carlo Wezel en Arjen van Witteloostuijn Organisatieverandering is behalve noodzakelijk ook riskant. Welke omstandig­ heden vergroten het risico van een organisatiefaillis- U itbreiding van de productportfolio organisatiefaillissement onderzocht: de is een belangrijk voorbeeld van staat (breedte) van de productportfolio organisatieverandering. Immers, de van de organisatie; de verandering (uit- portfolio van producten die een organi- breiding) van deze portfolio; en de satie haar klanten aanbiedt (de ‘waar te staat * verandering interactie. concurreren’-vraag) is een cruciaal aspect van elke ondernemingsstrategie, die Productportfoliobreedte weer bijdraagt aan het ontwerp van de Over het belangrijkste effect van een interne organisatieprocessen en werkwij- brede portfolio lijken bedrijfseconomen zen (de ‘hoe te concurreren’-vraag). en marketingwetenschappers het eens: Het introduceren van veranderingen horizontale productdifferentiatie leidt, in de productportfolio impliceert een ceteris paribus, veelal tot grotere winst- strategische herpositionering die veelal gevendheid. De argumenten hiervoor leidt tot een golf van daarmee samen- zijn bijvoorbeeld dat productdifferenti- hangende veranderingen, zowel binnen atie de uitwisselbaarheid tussen concur- als buiten de organisatie. Verschillende rerende producten beperkt, waardoor de producten kunnen verschillende produc- vraagcurve steiler wordt en producenten tieprocessen, logistieke procedures en hogere prijzen kunnen vragen bij een industrie, in de periode van marketingcampagnes, een ander prijsbe- minder-dan-proportionele volumeafna- 1895 tot 1993. Bedrijven met leid, enzovoort vereisen. In de hier bestu- me. Ook worden markttoetredingsbarriè- deerde motorfietsenindustrie verschillen res groter en groeit door het aanspreken de productklassen, gedefinieerd op basis van verschillende consumentengroepen van cc-segmentatie, significant; zowel het marktaandeel. Verder kunnen bedrij- in termen van expertise en vereiste ven met een brede portfolio profiteren investeringen in het productieproces, als van allerlei concurrerende kosten of in marktsegmentatie. De technologische economische voordelen door scope, die complexiteit van motoren met een hoge samenhangen met de gecombineerde capaciteit is onvergelijkbaar met die van productie en verkoop van verschillende Long Range Planning February 2006 scooters, en marktsegmenten lopen uit- producten, zoals gedeelde inkoopkosten een van elegante dames tot ‘coole’ jonge- en productiemachines, multi-market Titel: From Scooters to Choppers: mannen en in leer gehulde macho’s. branding of gemeenschappelijk onder- sement bij verandering? Om die vraag te beantwoorden bestudeerden de auteurs een specifiek soort organisatieverandering, de uitbreiding van de ­productportfolio, en de gevolgen daarvan voor het (niet-)overleven van bedrijven in de Britse motorfietsen­ een smalle portfolio lopen na een portfolio-uitbreiding een groter faillissementsrisico, zo blijkt. Product Portfolio Change and Organizational Failure Samenvatting: Heiny Kranen-van den Ham 52 zoek. Talloze onderzoeken bevestigen Onderzoekshypothesen dat organisatieperformance positief Vanuit de technologische dimensie is het samenhangt met organisatiescope. Ook effect van drie factoren op het risico van strategisch managementonderzoek NOVEMBER/DECEMBER 2006 Management EXECUTIVE WWW.KLUWERMANAGEMENT.NL Verandering in productportfolio en organisatiefaillissement benadrukt de voordelen die samen- sico dat de organisatie haar legitimiteit teren om te gaan. Het bedrijf ontwikkelt hangen met scopebesparingen, oftewel verliest in de ogen van cruciale externe immers een bredere range organisatie- een brede productportfolio. De eerste stakeholders, zoals klanten en aandeel- vaardigheden, door te leren van opeen- onderzoekshypothese luidt dan ook: Hoe houders. volgende experimenten en verzamelde breder de productportfolio van een or- De ‘zuivere’ inertieredenering impliceert kennis. Dit impliceert dat, hoe groter de ganisatie, hoe lager het organisatierisico dat elke kernverandering een ontwrich- pool van ervaringen of resources van het van een faillissement. tend effect heeft, ongeacht de intensiteit bedrijf, hoe groter de waarschijnlijkheid van de aanpassing. Voor een uitbreiding dat een oplossing wordt gevonden door Productportfolio-uitbreiding van de productportfolio is het ech- eenvoudigweg bestaande kennis op- Profiteren van deze voordelen heeft zijn ter waarschijnlijker dat naarmate de nieuw te combineren, en des te kleiner prijs. Het uitbreiden van de productlijn toegevoegde producten sterker afwijken de noodzaak van verdere veranderingen. vereist allerlei veranderingen en aanpas- van de huidige portfolio, de kans groter Oftewel, breed gedifferentieerde (brede singen die het soepele functioneren is dat de uitbreiding een reeks veran- portfolio) organisaties zullen minder van de organisatie kunnen verstoren. deringen in gang zet die de kernorga- gevoelig zijn voor de negatieve gevolgen De productportfolio van een organisa- nisatiewaarden zullen beïnvloeden, en van verandering. tie is verbonden met twee categorieën die vooraf misschien moeilijk exact te Verder kan op basis van onderzoek die (mede) de organisatiekern vormen: voorzien zijn. In onze onderzoekscontext worden gesteld dat organisaties die zich Hoe breder de productportfolio, hoe lager het faillissementsrisico bezighouden met kleine incrementele aanpassingen, in plaats van radicale veranderingen, minder snel failliet zullen gaan. Het onderhouden van dit soort competenties en vaardigheden is echter organisatiedoelen en marketingstrate- betekent dit dat hoe verder de nieuwe duur. Nadat een brede scope is bereikt, gieën. Intern zullen technologisch sterk motorfiets afstaat van de huidige aange- zouden bedrijven hun overlevingskansen afwijkende producten veelal vereisen dat boden motorfietsenrange (in termen van weer kunnen vergroten door hun gedif- de organisatie nieuwe kennis ontwikkelt cc-klasse), hoe eerder dit zal leiden tot ferentieerde vaardigheden te exploi- en nieuwe werkwijzen implementeert; een faillissement. De inertielogica van teren. Het opereren in verschillende extern kan de productportfoliowijziging de organisatie-ecologie levert daarmee (sub)markten biedt een platform voor een strategische herpositionering van onderzoekshypothese twee: Hoe breder verdere toevoeging van nieuwe produc- het bedrijf tegenover nieuwe klanten, de uitbreiding van de productportfolio, ten én zorgt dat bedrijven de risico’s die distributiekanalen en reclamemarkten oftewel, hoe verder het toegevoegde pro- daarmee samengaan kunnen opvangen. met zich meebrengen. Volgens de orga- duct afstaat van de huidige productport- Ook dit wordt door onderzoek onder- nisatie-inertietheorie vergroten veran- folio, des te hoger het organisatierisico steund. Daarom stellen we dat, wanneer deringen die dicht tegen de organisatie- op een faillissement. een bedrijf een zeer gedifferentieerde kern aanliggen de waarschijnlijkheid productportfolio heeft, de negatieve van een faillissement, omdat dit soort Portfoliobreedte * portfolioverandering gevolgen die samenhangen met groot- kernveranderingen de verantwoordelijk- (uitbreiding) interactie schalige veranderingen volledig worden heid, betrouwbaarheid en reproduceer- In hoeverre bepaalt de interactie tussen overwonnen, waardoor uiteindelijk het baarheid van de organisatie, intern en de huidige productportfoliobreedte en organisatie-overleven wordt verbeterd. extern, aantasten. Intern omdat werkwij- uitbreiding van de productportfolio het Dit leidt tot de derde interactiehypothe- zen door herhaald gebruik beter zouden (niet-)overleven van organisaties? Volgens se: De breedte van de productportfolio worden; een verandering impliceert dus de strategisch-management­redenering van een organisatie zwakt het positieve een minder efficiënte uitvoering. Extern zouden organisaties hun competenties effect van productportfolio-uitbreiding kost het vervangen van de inhoud van om met verandering om te gaan kunnen op het organisatierisico om failliet te ‘uitwisselingen’ door nieuw-product­ verbeteren door een bredere productlijn gaan af. Oftewel, een portfolio-uitbrei- introducties, of erger, van partners te voeren. Bedrijven die op meerdere ding door organisaties met een smalle waarmee het bedrijf zaken doet, tijd en gebieden opereren ontwikkelen uiteenlo- portfolio vergroot het faillissementsri- resources. Bovendien bestaat bij een te pende kennisresources die noodzakelijk sico, terwijl het omgekeerde geldt voor drastische portfolioverandering het ri- zijn om met de risico’s van experimen- organisaties met een brede portfolio. WWW.KLUWERMANAGEMENT.NL Management EXECUTIVE NOVEMBER/DECEMBER 2006 53 MANAGEMENT & organisatie Onderzoeksuitkomsten brede portfolioproducent beperkt het Voor managers leiden de onderzoeks- De hypotheses zijn onderzocht aan de faillissementsrisico met 42%. Bovendien resultaten tot de volgende afwegingen. hand van data uit de Britse motorfiet- laten de resultaten inderdaad zien dat Bedrijven met een smalle portfolio lopen senindustrie tussen 1895 en 1993. Van producenten met een portfoliobreedte een groot faillissementsrisico wanneer de bestudeerde 648 motorfietsprodu- groter dan 300cc die een portfolio-uit- ze een portfolio-uitbreiding doorvoeren. centen die op de Britse markt hebben breiding doorvoeren zelfs overlevings- Dit risico kunnen ze ten dele ondervan- geopereerd, waren in 1993 nog slechts voordelen hebben, wat aantoont dat het gen met de tactiek van incrementele vier Britse fabrikanten actief, terwijl dat exploiteren van de capaciteit van brede uitbreiding. Niets doen is voor deze er op het hoogtepunt in 1923 nog 182 portfolio’s de negatieve gevolgen van firma’s de minst riskante strategie. waren. organisatieveranderingen overwint. Voor bedrijven die al een aanzienlijke Het onderzoek bevestigt alle hypotheses. portfolio hebben (in dit onderzoek: net Producenten met een brede portfolio Conclusies boven het industriegemiddelde) geldt hebben een significant kleiner risico om De effecten van organisatieverandering dat verdere uitbreiding juist een lager failliet te gaan. Bij producenten uit de zijn langs een technologische dimensie faillissementsrisico met zich meebrengt steekproef met een gemiddelde portfo- onderzocht. Gebleken is dat product- dan het helemaal niet ontwikkelen van liobreedte neemt de faillissementskans portfoliobreedte en portfolio-expansie in de portfolio. Daarbij lijken ‘dappere’ ongeveer 10 procent af. Zoals hypothese onderlinge samenhang de kans op een radicalere uitbreidingen zelfs gepaard te Bedrijven moeten hun vaardigheden bij voorkeur incrementeel laten groeien gaan met minder risico’s dan bescheiden kleinere uitbreidingen. Het exploiteren van bestaande vaardigheden lijkt dus de aangewezen strategie voor organisaties met een brede portfolio. twee voorspelde, heeft een portfolio- organisatiefaillissement vergroten of Concluderend kunnen we stellen dat uitbreiding een positieve invloed op verkleinen. Hoe organisatieverandering organisaties met smalle portfolio’s organisatiefaillissementen: gemiddeld de performance zal beïnvloeden hangt moeten oppassen dat ze niet te veel hooi is de kans op een faillissement bij een dus af van bedrijfsspecifieke kenmerken. op hun vork nemen, en ontwikkeling portfolio-uitbreiding van 200cc bijvoor- Waar portfolio-uitbreidingen inherent alleen incrementeel moeten onderne- beeld 82% groter. Ook hypothese drie een groter faillissementsrisico meebren- men, in lijn met wat hun organisaties – fabrikanten met een brede portfolio gen, wordt dit risico afgezwakt door de reëel bezien kunnen behappen. Orga- kunnen de negatieve gevolgen van breedte van de productportfolio. nisaties met brede portfolio’s moeten portfolio-uitbreiding beter weerstaan Verder levert het onderzoek wetenschap- juist niet te terughoudend zijn in hun – wordt bevestigd. De relatie tussen port- pelijk bewijs voor een wijdverbreid ‘ge- denken over radicalere ontwikkelingen. folio-uitbreiding en organisatiefaillis- zond verstand’-gevoel: bedrijven moeten De uitkomsten gelden uiteraard voor sement loopt van positief naar negatief hun vaardigheden bij voorkeur incre- gevestigde bedrijven, maar ook voor bij toenemende portfoliobreedtes. Met menteel laten groeien. Organisaties met nieuwkomers, die voorzichtig moeten andere woorden, een gespecialiseerde een smalle portfolio die grootschalige zijn met het betreden van markten met producent met een smalle portfolio (de uitbreidingen lanceren lopen een hoog gespecialiseerde productportfolio’s. Zo minimum portfolio uit de steekproef) risico failliet te gaan, maar dit risico kan zouden aankomende ondernemers zich die een portfolio-uitbreiding van 250cc worden verkleind door portfolio-uitbrei- bijvoorbeeld niet meteen op een markt onderneemt, heeft een drie keer grotere dingen incrementeel toe te passen. Voor moeten storten, en in plaats daarvan kans om failliet te gaan dan producen- bedrijven die al een brede portfolio (lees: bijzondere aandacht moeten besteden ten die niks veranderen. Interessanter een gedifferentieerde reeks vaardighe- aan preproductie en de omvang van hun nog, en helemaal in overeenstemming den) hebben ontwikkeld vallen andere portfolio bij markttoetreding. met hypothese 3, bij hoge niveaus van lessen te leren. Hoe groter de pool van portfoliobreedte beïnvloedt een portfo- werkwijzen waarover de firma beschikt, lio-uitbreiding het risico van een faillis- des te lager de marginale kosten voor sement negatief; oftewel overleven wordt verdere uitbreiding. De balans zal dan positief beïnvloed. Hetzelfde niveau van ook eerder in het voordeel van uitbrei- portfolio-uitbreiding (250cc) door een ding uitslaan. 54 Filippo Carlo Wezel is Associate Professor of Organization Theory aan de Universiteit van Tilburg. Arjen van Witteloostuijn is Professor of International Economics and Business aan de Universiteit van Groningen en Professor of Strategy aan de Universiteit van Durham. NOVEMBER/DECEMBER 2006 Management EXECUTIVE WWW.KLUWERMANAGEMENT.NL