Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen we naar het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1-4 en groep 5-8 van het Expertisecentrum Nederlands (Wentink & Verhoeven, 2004). Wat is begrijpend lezen? Begrijpend lezen is het construeren en achterhalen van de betekenis van een tekst. Die betekenis ontstaat door de interactie tussen de lezer en de tekst. In dit inter-actief proces spelen de lezer en de tekst een essentiële rol. De lezer met zijn kennis en vaardigheid van de gesproken en geschreven taal, met zijn kennis van de wereld, met zijn manieren of strategieën om teksten aan te pakken en met de wil om een tekst te begrijpen. De tekst die verhalend of informatief is, een bepaalde opbouw en bedoeling kent en die gemakkelijk of moeilijk is (vgl. Aarnoutse, Verhoeven, van het Zandt & Biemond, 2003). Zwakke begrijpend lezers kunnen in een of meer van deze aspecten zwak zijn. Hun kennis en vaardigheid van de gesproken en geschreven taal kunnen tekortschieten evenals hun kennis van de wereld. Bovendien is het mogelijk dat ze niet over de juiste leesstrategieën beschikken om een tekst goed te begrijpen. Ook kan de motivatie ontbreken om een tekst met begrip te lezen. Naast deze tekorten in de lezer, kunnen teksten zelf ook de nodige problemen oproepen. Ze kunnen zo moeilijk zijn of zo weinig structuur bevatten dat de lezer moeite heeft met de verwerking ervan. In het volgende zullen we elk aspect kort toelichten. Wat betreft hun kennis en vaardigheid van de gesproken en geschreven taal beheersen zwakke begrijpend lezers het grammaticale systeem van hun taal meestal in voldoende mate. Ze kunnen de functies van woorden in zinnen, zoals onderwerp, gezegde of bepaling, zonder al te veel moeite achterhalen. Zwakke begrijpend lezers hebben meer moeite met de betekenis van woorden die een bepaalde relatie aanduiden zoals voornaamwoorden of verwijswoorden (ze; sommige) en voegwoorden (omdat; want). Zwakke begrijpend lezers kunnen aanzienlijke problemen hebben met de omzetting van geschreven taal in gesproken taal en in betekenis, met andere woorden met technisch lezen. Het komt vaak voor dat een leerling moeite heeft met het begrijpen van een tekst doordat het onvoldoende in staat is deze tekst technisch gezien te lezen. Dit betekent dat het aangrijpingspunt voor de verbetering van de vaardigheid in begrijpend lezen in dat geval ligt bij de verbetering van de technische leesvaardigheid van de leerling. Het gevolg van een gebrekkige technische leesvaardigheid is dat de herkenning van woorden niet correct en niet vlot genoeg verloopt. Ondersteboven van lezen - Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.onderstebovenvanlezen.nl Begrijpend lezen en technisch lezen Doordat de woordherkenning zoveel tijd kost of zoveel missers bevat, kan de lezer niet voldoende aandacht aan het begrip van de tekst besteden. Het zwak technisch lezen is dan de oorzaak van zwak begrijpend lezen. Wat u in zo’n geval kunt doen, kunt u lezen in het artikel: Wat te doen met zwakke technisch lezers? Begrijpend lezen en woordenschat Een andere en zeer belangrijke oorzaak van zwak begrijpend lezen is een tekort aan kennis van de wereld. Hiermee bedoelen we de kennis van de werkelijkheid in al zijn aspecten, zoals kennis van mensen, van de natuur en van dingen. Deze kennis ligt in het langetermijngeheugen opgeslagen in de vorm van ervaringen, van begrippen en netwerken van begrippen. In elke tekst wordt een beroep op deze ervaringen en begrippen gedaan, met name in informatieve teksten. In dergelijke teksten staan veel woorden die naar begrippen verwijzen en die bepaalde kenmerken van begrippen of relaties tussen begrippen als bekend veronderstellen. Leerlingen die over een geringe kennis van de wereld of anders gezegd over een geringe woordenschat beschikken, zijn meestal zwak in begrijpend lezen. Het verband tussen woordenschat en begrijpend lezen is zeer sterk. Leerlingen die goed zijn in begrijpend lezen hebben meestal ook een goede woordenschat, terwijl leerlingen die zwak zijn in woordenschat meestal ook zwak zijn in begrijpend lezen. Allochtone leerlingen en leerlingen uit zwak sociale milieus hebben vaak problemen met begrijpend lezen, omdat hun kennis van woorden (begrippen) beperkt is wat betreft de omvang (aantal) en de diepgang (niveau). Het is dus van het allergrootste belang om zo vroeg mogelijk veel aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de woordenschat. Dat kan al in de voor- en vroegschoolse periode door veel met leerlingen te spreken, door verhalen te vertellen en voor te lezen. Ook kan dat door in groep 1, 2 en 3 en bij het lees- en taalonderwijs in de hogere groepen systematisch en uitdrukkelijk aandacht te besteden aan de woordenschatontwikkeling. Als leerlingen niet weten wat ze moeten doen om een tekst goed te lezen, ontbreekt het hun aan geschikte manieren of strategieën om de geschreven informatie aan te pakken en te begrijpen. Leesstrategieën zijn hulpmiddelen die lezers al of niet kunnen inzetten en die meer of minder bewust verlopen. Een goede lezer hanteert voor, tijdens en na het lezen van een tekst verschillende strategieën. Hij bepaalt eerst zijn leesdoel, stelt aan de hand van de titel vast waar de tekst over gaat en activeert zijn eigen kennis over het onderwerp. Vervolgens leest hij enkele zinnen, bepaalt om wat voor soort tekst het gaat en past zijn tempo en manier van lezen daarop aan. De lezer legt verbanden tussen woorden en zinnen, gebruikt aanwijzingen over de structuur of opbouw van de tekst, leidt informatie af uit zinnen en alinea’s, stuurt, controleert en corrigeert zijn eigen leesgedrag en vindt de hoofdgedachte van de tekst. Tot slot maakt hij in gedachten een samenvatting en beoordeelt de tekst op zijn waarde. Uit onderzoek weten we dat zwakke begrijpend lezers over weinig leesstrategieën beschikken of de beschikbare strategieën niet goed inzetten. Verder is bekend dat vooral zwakke begrijpend lezers hun leesgedrag weinig sturen, controleren en evalueren. Door dit gebrek aan zelfcontrole en zelfreflectie missen ze de mogelijkheid om hun leesvaardigheid te verbeteren. Onderwijs in een aantal belangrijke leesstrategieën is vooral voor de zwakke begrijpend lezers dan ook van groot belang. Begrijpend lezen en leesmotivatie De motivatie van de lezer om een tekst goed te lezen is een belangrijk aspect van begrijpend lezen. Een leerling die zin heeft in lezen en die positieve ervaringen heeft opgedaan bij het leren lezen, voldoet aan een belangrijke voorwaarde om een goede lezer te worden. Deze leerling is bereid om zich bij een moeilijke tekst extra in te spannen en neemt geen genoegen met een Ondersteboven van lezen - Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.onderstebovenvanlezen.nl Begrijpend lezen en leesstrategieën oppervlakkig begrip van de tekst. U kunt de leesmotivatie van de leerlingen bevorderen door spannende verhalen en informatieve teksten voor te lezen en door de leerlingen veel gelegenheid te geven om zelf zulke teksten te lezen. Uit onderzoek blijkt dat de leesmotivatie van leerlingen toeneemt als ze de zin en het belang van lezen ervaren en inzien. Dat kan in betekenisvolle en functionele contexten zoals dat bij probleemgestuurd lezen wordt gerealiseerd. Begrijpend lezen en tekstkenmerken Bij begrijpend lezen spelen niet alleen de vaardigheden van de lezer een belangrijke rol, maar ook de kenmerken van de tekst. Belangrijke kenmerken van een tekst zijn de soort tekst, de structuur of opbouw van de tekst en de moeilijkheidsgraad. Bij begrijpend lezen komen twee soorten teksten veelvuldig aan de orde, namelijk verhalende en informatieve teksten. Leerlingen moeten vanaf het begin van het leesonderwijs ervaren dat verhalende teksten een andere bedoeling hebben dan informatieve, dat ze ook een andere stijl en structuur kennen en dat ze anders gelezen moeten worden. Ze moeten leren dat in een verhaal de hoofdpersoon een belangrijke figuur is die allerlei handelingen uitvoert om zijn doel te bereiken. Informatieve teksten kennen andere structuren zoals een oorzaak-gevolg-structuur, een probleem-oplossing-structuur of een vergelijkingstructuur. Teksten kunnen ook verschillen wat betreft de moeilijkheidsgraad. Moeilijke teksten bevatten vaak lange en ingewikkelde zinnen en begrippen die voor de lezer niet of slechts gedeeltelijk bekend zijn. Het zal duidelijk zijn dat zwakke begrijpend lezers de betreffende kenmerken van teksten het beste leren ontdekken aan de hand van teksten die deze kenmerken op een pregnante en eenvoudige wijze laten zien. Door deze teksten hardop denkend voor te lezen kunt u deze kenmerken aan de orde stellen. Begrijpend lezen en de doorgaande leerlijn Hulp door hardop denken Een geschikte methode om aandacht te besteden aan het begrijpend lezen is het hardop denkend voorlezen van een tekst door de leerkracht. Door tijdens het voorlezen vragen te stellen en die zelf of door de leerlingen te laten beantwoorden, laat de leerkracht zien dat begrijpend lezen hetzelfde is als denken of het oplossen van problemen. Deze vragen houden verband met leesstrategieën zoals het vinden van het onderwerp van de tekst (Waar gaat het verhaal over?), de betekenis van een voornaamwoord of verwijswoord (Wie is ‘hij’?), het leggen van verbanden (Heeft de poes de vis wel of niet opgegeten?), het vinden van de hoofdgedachte (Was die vos nu slim of niet?). Het is verstandig als de leerkracht de zwakke begrijpend lezers regelmatig in een groepje bijeenzet om samen met hen een tekst hardop denkend te lezen. Dat kan tijdens de leesles maar ook vóór de les. Het voordeel van een bijeenkomst vóór de les (preteaching) is dat dit voor de zwakke Ondersteboven van lezen - Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.onderstebovenvanlezen.nl Zoals eerder vermeld moeten zwakke begrijpend lezers zo vroeg mogelijk worden opgespoord en geholpen. In groep 1 en 2 kunnen leerlingen die zwak zijn in taal (spreken en luisteren) veel leren van leerkrachten die veel met hen spreken, vaak over de werkelijkheid om hen heen vertellen of vragen daarover stellen en veel voorlezen uit prentenboeken en andere voorleesboeken. De taalvaardigheid van de leerlingen en met name hun woordenschat kan op deze manier sterk verbeterd worden. In groep 3 zal voorkomen moeten worden dat de leerlingen die zwak in taal zijn ook nog zwak in technisch lezen worden. Terwijl in de eerste helft van groep 3 veel aandacht besteed moet worden aan het correct of nauwkeurig lezen van eenvoudige eenlettergrepige woorden (correct lezen), dient in de tweede helft van groep 3 vooral de snelheid van woordherkenning gestimuleerd te worden (vlot lezen). In de groepen 4, 5 en 6 moet ook nog veel aandacht besteed worden aan het snel herkennen van woorden en van groepen van woorden. begrijpend lezers zeer motiverend is. Zij kunnen dan al een deel van de problemen oplossen die naderhand in de les aan de orde komen. Hardop denkend lezen is al vanaf jaargroep 3 een geschikte werkwijze, maar ook voor de leerlingen van de hogere jaargroepen van de basisschool. In die groepen kan het hardop denkend lezen in (heterogene) groepjes van twee of drie leerlingen worden toegepast. Om de beurt lezen de leerlingen van zo’n groepje dan een gedeelte van een tekst hardop denkend voor. De andere leerlingen van het groepje reageren daar kritisch op, waarna een discussie over de interpretatie van dat deel van de tekst ontstaat. Een dergelijke methodiek is vooral voor zwakke begrijpend lezers effectief. Zwakke begrijpend lezers weten vaak niet dat begrijpend lezen een actief proces is van zoeken en tasten, van wikken en wegen, van gissen naar wat de schrijver met z’n tekst bedoelt. Hulp door uitleg geven Een andere methodiek die in groep 4 en hoger geschikt is, is uitleg geven. De leerkracht kan de belangrijkste leesstrategieën niet alleen hardop denkend voordoen, hij kan ook in kleine stapjes uitleggen hoe een bepaalde strategie het beste kan worden uitgevoerd en welke aanwijzingen in een tekst gebruikt kunnen worden. Aan de hand van een eenvoudige en een heel goed geschreven tekst kan de leerkracht aan de zwak begrijpende lezers uitleggen hoe ze bijvoorbeeld het onderwerp van een tekst kunnen vinden (letten op de titel, kijken naar de illustratie, letten op een woord dat in het begin vaak voorkomt) of de hoofdgedachte vaststellen (nagaan wat het onderwerp is, vaststellen wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen door in de tekst te letten op vetgedrukte of schuingedrukte woorden of zinnen, op herhalingen, op zinnen die in de tekst opvallen en op de laatste zin van de tekst). Door een tekst op deze wijze aan te pakken en vervolgens dezelfde tekst nog eens hardop denkend voor te lezen, krijgen de zwakke begrijpend lezers in de gaten dat in teksten vaak veel meer staat dan er op het eerste gezicht lijkt te staan. Dat begrijpend lezen niet hetzelfde is als een tekst mooi en zonder fouten te lezen, zoals dat bij technisch lezen het geval is. Een derde methodiek die ook bij zwakke begrijpend lezers kan worden toegepast is discussie en reflectie. De leerkracht en de leerlingen wisselen in kleine groepjes van gedachten over de betekenis van een tekst. Ze corrigeren elkaar, lezen hardop denkend delen van de tekst aan elkaar voor en proberen tot een gezamenlijke interpretatie van de tekst te komen. In plaats van de leerkracht kunnen ook leerlingen van groep 7 en 8 als tutor worden ingeschakeld. Belangrijk is dat zwakke begrijpend lezers leren inzien dat er niet één betekenis van een tekst bestaat, maar dat er meer betekenissen mogelijk zijn. Nadenken over de betekenis van een tekst en over de strategieën die zijn ingezet is een belangrijke voorwaarde om de eigen leesbekwaamheid te verbeteren. Deze reflectie op het eigen leesgedrag is een zwak punt bij zwakke begrijpend lezers. Zij moeten leren stil te staan bij wat ze lezen en zich regelmatig afvragen of ze nog begrijpen wat ze lezen. Ze moeten leren zichzelf te controleren en een deel van een tekst opnieuw en langzaam te lezen met de vraag in hun achterhoofd of ze begrijpen wat de schrijver met de betreffende zinnen wil zeggen. Tot slot Het zal duidelijk zijn dat zwakke begrijpend lezers bij de drie genoemde methodieken het meeste leren als de inhoud van de tekst voor hen persoonlijk van belang is. Teksten die aansluiten bij hun hobby, die uit het dagelijks leven komen of die in de zaakvakken of bij wereldoriëntatie gebruikt worden, genieten dan ook de voorkeur. Ondersteboven van lezen - Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.onderstebovenvanlezen.nl Hulp door discussie en reflectie Ondersteboven van lezen - Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.onderstebovenvanlezen.nl Verder zal duidelijk zijn dat zwakke begrijpend lezers niet van de ene op de andere dag veranderen in gemiddelde begrijpend lezers. Zwakke begrijpend lezers hebben minstens drie of vier keer per week extra oefeningen (van telkens een kwartier) nodig in begrijpend lezen. Positieve effecten op de toetsen ‘Begrijpend lezen’ kunnen pas na maanden en soms pas na een jaar worden verwacht.