Op sleutelposities Goed opgeleid in Nederland en bekend met zorg, onderwijs en welzijn weten mensen op sleutelposities wat er mogelijk is aan vroegtijdige hulp en voorzieningen bij ziekte, beperkingen en ouderdom. In hun eigen allochtone omgeving wordt hulp van buiten de familiekring vaak nog met argwaan bekeken. Dilek Günes, PR-medewerker van thuiszorgorganisatie Evital, signaleert echter dat er toch ook sprake is van een ontwikkeling om buiten de familie om hulp te durven vragen: “De bereidheid om bij ons aan te kloppen neemt toe”. Het gezelschap dat zich in de middag van 12 oktober verzamelt in een vergaderruimte van Zorgbelang Gelderland in Arnhem is divers. Gemeenschappelijke noemer bij de aanwezigen is hun veelal buitenlandse afkomst en hun werk in zorg of welzijn met mensen uit allochtone culturen. De centrale vraag: Hoe is het gesteld met de toegankelijkheid van de zorg voor migranten? De angst voor instanties van buiten zit diep, is de gezamenlijke ervaring van de aanwezigen, vooral de angst voor Jeugdhulp. Dilek Günes en Melahat Yaldiz zijn beiden werkzaam bij thuiszorgorganisatie Evital als respectievelijk PR-medewerker en coördinator. Evital is een zorgorganisatie die zorg in eigen taal en cultuur aanbiedt, op dit moment vooral nog de Turkse cultuur. Ze zeggen het onomwonden: moeders krijgen wel opvoedondersteuning aangeboden maar weigeren dat uit angst dat hun kinderen afgepakt worden. Saïd Essatibi, werkzaam als psycholoog en psychotherapeut in opleiding bij i-psy Lucertis (interculturele kinder- en jeugd GGZ), dat sinds juni ook een vestiging in Arnhem heeft, zegt hierover: “Ik herken die angst voor Jeugdhulp. Ik zie zelf ook een ondervertegenwoordiging in de jeugd-GGZ. Dat heeft te maken met missende vroegsignalering, waardoor er later een oververtegenwoordiging in de forensische zorg is. Wat ook mee speelt is dat mensen met een diagnose worden getypeerd als ‘gek’ door de omgeving en dat houden ze liever binnenshuis”. “Ja, vooral schaamte speelt mee,” vindt Imane El Messaoudi, basis psycholoog bij i-psy Lucertis. Zij legt de nadruk op de angst voor stigmatisering en sociale controle, een probleem dat overigens in haar beleving in de grote steden weer minder nadrukkelijk aanwezig is. Yuk Sie Cheung, werkzaam bij het Inter-Lokaal en gezondheidsmakelaar bij GGD Nijmegen Zuid, vertelt dat zij via het EIF-project1 meewerkt aan vroegsignalering op de school. Allochtone jongeren met problemen kunnen zo eerder worden gescreend op psychische kwetsbaarheden of een licht verstandelijke handicap. “Daar wordt niet gelijk met een etiket gewerkt maar meer vanuit de context. Met vroegsignalering valt al veel winst te behalen. Het is preventief, het kind hoeft niet naar een GGZ-instelling, je maakt het probleem kleiner en dat sluit aan bij de ouders. Soms zijn vier of vijf sessies genoeg en kan het gezin de problemen zelf weer de baas”. 1 Europees Integratie Fonds Morele plicht Bircan Yildirim vertelt over de zorg voor haar zieke moeder vanuit persoonlijke invalshoek. Bircan is participatiemedewerker bij Rijnstad, een organisatie voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening in Arnhem. “Toen mijn moeder ziek werd hielpen wij als kinderen. Er kwam hulp van thuiszorgorganisatie Evital. Ondanks dat bleef er nog steeds een behoorlijke taalbarrière. Ze bleef afhankelijk van ons als vertalers. En wat vertaal je dan en vertel je haar, en wat niet, wat beslis je voor haar... Maaltijden van Tafeltje Dekje kon ze niet met smaak eten. Ik voelde me zo overbelast, ondanks dat we met zes kinderen thuis waren. Want: wat neem je over en waar ligt de grens?” Haar dilemma blijkt herkenbaar voor de overige aanwezigen. “Vanuit je achtergrond is het een morele verplichting om te helpen”, knikt Saïd Essatibi. Zijn collega Fatma Yildiz, als orthopedagoog eveneens werkzaam bij i-psy Lucertis, beaamt dat bij Turkse ouderen die meer zorg nodig hebben, men doorgaans eerst naar hulp van de kinderen kijkt. Haar ouders besloten echter anders en verhuisden naar een seniorenappartement. Fatma: “De kennissen zeiden tegen mijn ouders: ‘Wat erg dat je kinderen niet helpen’ terwijl het hun eigen beslissing was. Maar later bleek dat zij wel een voorbeeld waren voor anderen die nu ook die stap gaan nemen en tussen “de oudjes” zijn gaan wonen. Fatma: “Wat anderen doen en vinden speelt een belangrijke rol in het accepteren van hulp maar ook in het nemen van beslissingen”. Verwachtingen Mahin Jankie is in figuurlijke zin drager van vele petten en hij kan, bij wijze van spreken, gaan kwartetten met zijn verschillende visitekaartjes. Ooit werkzaam in de weg- en waterbouw is hij nu, naast zijn lidmaatschap van de Raad van Advies van Zorgbelang Gelderland, ook bestuurslid van Branchevereniging Kleinschalige Zorg en voorzitter van Multidag, voor cultuursensitieve zorg. Én hij is voorzitter van de Vereniging Oudere Surinamers. Hij heeft ervoor gekozen om in de laatstgenoemde functie aanwezig te zijn bij de bijeenkomst van Zorgbelang. De vele visitekaartjes van Mahin Jankie vormen het bewijs dat je er bewust voor kunt kiezen om een sleutelpositie in te nemen. Toch is dat niet altijd zo geweest, vertelt hij. “Mijn vader was nierpatiënt. Vanuit Suriname werd hij naar Nederland gebracht voor behandeling. Wij waren als kinderen op zich wel bekend in Nederland, maar niet met ziekenhuizen en zorg en dergelijke. We werden geacht een sleutelfiguur voor hem te zijn maar konden niets voor hem betekenen omdat wij ook niet wisten hoe het zat.” Er blijken dus al dan niet onuitgesproken verwachtingen te zijn als het om de rol van sleutelfiguren gaat. Zowel van de kant van zorgvragers als bij de sleutelfiguur zelf. Soms zijn die verwachtingen niet realistisch. Pede Saya, tot voor kort werkzaam bij Zorgbelang als projectcoördinator laaggeletterdheid en diversiteit, stelt dan ook: “Een sleutelfiguur kán niet alles regelen. Als zorgvrager moet je die verwachting ook niet hebben en als sleutelfiguur moet je daar eerlijk over zijn”. Enerzijds kan een sleutelfiguur de poort openen naar die ‘buitenwereld’. Anderzijds kan hij echter ook een rol spelen bij het (te) laat inschakelen van professionele hulp. Het gaat dus om een positie die vragen oproept. De sleutelfiguur als brugfunctie: voor- en nadelen Sara Akkar is basispsycholoog bij i-psy Lucertis. Ze vraagt zich af hoe je sleutelfiguren uit de migrantengemeenschap op een goede manier kunt aanspreken en inzetten om mensen te bereiken: “Is het verantwoord om dergelijke mensen in een wijkteam een plaats te geven? En zou je ze niet moeten toerusten met een opleiding?” Theo Tetelepta, tot voor kort opbouwwerker in Winterswijk, vraagt zich af of het voor de sleutelfiguur op die manier niet nog lastiger wordt, omdat de sleutelfiguur dan een functie wordt en geen (relatief) vrijblijvende positie waar hij nee tegen kan zeggen. Toch is hij zich ervan bewust dat inzet van sleutelfiguren in zorg en welzijn onontbeerlijk is om mensen te bereiken. In zijn werk met Somalische vluchtelingen bleek dat een sleutelfiguur niet alleen een informerende rol heeft, ook de introductie van de persoon zelf die achter de voordeur komt, rust op de schouders van de sleutelfiguur. De sleutelfiguur geniet dus veel vertrouwen van zowel de allochtone als de autochtone gemeenschap. Saïd Essatibi: “Ik hecht veel waarde aan samenwerking met sleutelfiguren. Ze blijken krachtbronnen te zijn in een gemeenschap. Je kunt ze goed informeren in de moskee en andere ontmoetingsruimten”. Theo Tetelepta concludeert: “In feite word je als sleutelfiguur een stukje leiderschap toegedicht. De vraag is of je die last wel wilt en kunt dragen. Want je mag geen misstap maken. Ook moet je er voor waken dat je niet overvraagd wordt door de organisatie waar je voor werkt”. Yuk Sie Cheung kiest ervoor om sleutelfiguren die aanzien genieten in hun gemeenschap, te vragen zich preventief in te zetten. Via hen kunnen problemen achter de voordeur bespreekbaar worden gemaakt voordat allerlei instanties erbij betrokken raken. Netwerken en groepen Kan een sleutelfiguur die angst voor het contact met de zorgorganisaties wegnemen? Allon Cheng is manager bij Resto van Harte, een sociale onderneming die met maaltijden de samenhang tussen buurtbewoners wil bevorderen. Zijn ervaring is dat sleutelfiguren binnen een gemeenschap ook tot scheuring kunnen leiden. Het bewust benaderen en inzetten van sleutelfiguren heeft dan ook niet zijn directe voorkeur. “Soms stoot de ene sleutelfiguur een andere groep weer af. Ik geloof meer in netwerken. En in vindplaatsen, bijvoorbeeld waar vrouwen samen theedrinken.” Bircan Yildirim knikt. Ja, de subgroepen: herkenbaar. Met groepen kun je echter ook je voordeel doen. Het aanspreken van allochtone ouders in groepsverband werkt op zich goed is haar ervaring: “Want allochtone ouders spreken graag samen over bijvoorbeeld opvoeding”. Dilek Günes beaamt dit: ‘’de bereidheid om bij ons aan te kloppen neemt toe. Evenals het aanvaarden van psychische begeleiding en dan vooral in groepsverband”. Cultuursensitiviteit en interculturalisatie Hoe kunnen ‘witte’ organisaties de allochtone doelgroepen beter bereiken? Gespreksleider Ineke de Jonge, sinds enkele maanden in dienst bij Zorgbelang Gelderland als projectleider, vraagt of het een drempel is voor allochtone zorgvragers om bij een zorgorganisaties met voornamelijk ‘witte’ medewerkers aan te kloppen. Of is sowieso meer cultuursensitiviteit bij medewerkers van reguliere organisaties een oplossing? Sara Akkar zegt peinzend: “Idealiter zou i-psy niet moeten bestaan als alle professionals cultuursensitief werken. Maar cultuursensitief werken is iets waar je pas sinds kort in kan worden geschoold. Ik was één van de eersten die daar tijdens mijn master onderwijs in kon volgen aan de VU”. Durka Mahendram is directeur van Evergreen GGZ, een instelling voor jeugd-GGZ voor begeleiding van mensen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond. Bondig stelt hij: “Een opleiding cultuursensitiviteit werkt niet; dat moet je in je hebben. Sommigen hebben die feeling, anderen niet”. En interculturalisatie? Dus meer gekleurde Nederlanders in dienst? Pede Saya: “Ik heb daar jaren voor gepleit. Ik ben opgeleid in een tijd dat daar meer aandacht voor was. Nu heeft dat geen prioriteit meer. Ik kreeg bij Zorgbelang alle ruimte voor het onderwerp diversiteit. Een weerspiegeling van diversiteit in het personeelsbestand is niet per se nodig. “Gekleurd personeel biedt geen garantie voor kwalitatieve diversiteit. De centrale vraag is: ben je nieuwsgierig genoeg naar de ander”. De aandacht voor toegang tot de zorg voor migranten in Nederland staat niet meer op de politieke agenda. Mensen die én bekend zijn met de zorg én zelf van andere etnische afkomst zijn, hebben een belangrijke, maar soms lastige sleutelpositie zolang de zorg voor hun achterban op afstand staat. Het thema van de bijeenkomst was “Toegang tot de zorg in Nederland voor migranten”. Gehouden op 12 oktober 2015 op initiatief van Zorgbelang Gelderland. Jellie Kiefte / Tekstenzorg.nl, Ineke de Jonge /Zorgbelang Gelderland/Utrecht