Klik hier voor powerpoint

advertisement
DE OPVANG VAN NABESTAANDEN
NA EEN SUÏCIDE
Justine Vanneste
Wie is nabestaande ?
• Familieleden & vrienden
▫ Hoe ze reageren hangt af van hun gevoeligheid voor
negatieve gevolgen, verwantsschapsrelatie, leeftijd,
verwachting suïcide,
• Hulpverleners
▫ Proffesionele betrokkenheid  vragen zich af of ze wel
goed gehandeld hebben
▫ Persoonlijke betrokkenheid  ervaringen met suïcide
in eigen omgeving
Zaken die het contact me de familie
bemoeilijken :
• Misverstanden over de relatie tussen psychiatrische
stoornissen en suïcidaal gedrag
▫ 90 % lijdt op moment van suïcide aan psychiatrische
stoornis
▫ Perspectief hulpverlener ≠ perspectief familie
• Wisselende en of tegenstrijdige signalen van de patiënt
over zijn suïcidegedachten
▫ Signalen op verschillende manieren interpreteren &
ontvangen
• Tegenstrijdige belangen in het kader van de behandeling
▫ Vaak dilemma's ivm behandeling
▫ Evt klachtenprocedure
• Psychische problemen bij familieleden van de patiënt
▫ Genetisch bepaald
▫ Problemen in familiesfeer
• Meningsverschillen over welke informatie onder
medisch beroepsgeheim valt
▫ Ook na overlijden  nog steeds geheim !
De opvang van nabestaanden kort na
de suïcide
• Omgaan met de eigen gevoelens na suïcide van een
patiënt
▫ Hulpverlener mag ook gevoelens uiten  familie ziet
dit vaak als bezorgdheid
▫ Het is nog steeds taboe voor hulpverleners
• Opvang in fasen: informeren, reconstrueren &
consolideren
▫ Informeren : nieuws brengen
▫ Reconstrueren : precies weten wat gebeurt is
▫ Consolideren : opvang
De opvang van kinderen & jongeren
• Belangrijke aspecten
▫ In welke ontwikkelingsfase bevinden ze zich
▫ Sociale omgeving
• Ze moeten op een actieve manier omgaan met rouwen
• Ze moeten weten waarom
• Opvang op school, sportorganisatie, vrienden, etc…
Bronnen
• Kerkhof, A., van Luyn, J.B. (2010).
Suïcidepreventie in de praktijk Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum.
• Van Heeringen, C. (2007) Handboek suïcidaal
gedrag., Utrecht, De Tijdstroom
Download