Zondag 52 HC 2011 preek en liturgie

advertisement
ZONDAG 52
L: Ef. 6:10-24
Gemeente van onze Here Jezus Christus,
Laatst luisterde ik weer eens naar een oud kassettebandje. Ja, je hebt nog van die mensen die een hele
verzameling daarvan hebben, en ik ben er één van . Ik kwam toen een lied tegen met een hele mooi tekst.
Het gedicht heet: ‘Lijnenspel’.
Overal de lijnen, speels, grillig, onverwacht,
in de loop der tijden scherp in beeld gebracht.
Door de jaren heen het leven waaraan richting wordt gegeven,
lijnen teken zich af van de wieg tot het graf.
Het lijnenspel is ernst, lijnen voeren af en aan,
de ernst van het bestaan voert naar het eind.
De mens kiest lijn in zijn bestaan, er loopt een rode draad,
soms ziet hij deze duidelijk gaan, soms niet of net te laat.
Toen dacht ik: inderdaad, als christen zie ik in mijn leven een rode draad lopen. Maar ook nog een tweede
draad. Een gouden draad. Ja, als je als christen serieus naar je eigen leven kijkt, zie je daarin twéé draden
lopen. Allereerst een rode draad, en vervolgens ook een gouden draad. SHEET 1
Twéé draden: de rode draad van al onze zonden en tekorten. Dat is een levenslange strijd. Maar tegelijk is
daar ook de gouden draad van Gods grote liefde en vergevingsgezindheid. Als je naar die laatste kijkt, en
daar op vertrouwt, kun je ook zeggen: wat geeft díe goedheid van God mij een kracht om echt te geloven en
om uit liefde het goede te werken. Dát is er ook in mijn leven. Ja, Gods Geest werkt - ook in mij!
Je mag gerust zeggen: iedereen, die onze Here Jezus Christus liefheeft, ervaart in zijn leven een sterke
strijd én een geweldige kracht.
SHEET 2 Thema: Ken jezelf en vertrouw op God
Daarom spreken Gods kinderen met hun Vader over
1) De Rode draad van hun dagelijkse strijd
2) De Gouden draad van Gods eeuwige kracht
1) De Rode draad van hun dagelijkse strijd
Strijd, ja, zeker weten. Geloven is een strijd. Want wie gelooft, gaat het gevecht aan met de duivel. En dan
komt er wat los, niet te zuinig. Zo heftig zelfs, dat je zou denken: dat wordt wel een hele óngelijke strijd.
SHEET 3 Want wie gelooft, krijgt te maken met drie hele sterke vijanden, dóódsvijanden, noemt de
katechismus ze: satan zelf, het slechte in de wereld om ons heen, en het slechte in ons zelf. Die vijanden
vallen ons onophoudelijk aan. En van ons zelf zijn we te zwak om ook maar één moment stand te houden.
Het is dus echt een gevecht op leven en dood.
Zeg, herken je daar iets van, dat geloven strijd kost? Merk je dat ook, dat je er moeíte voor moet doen om te
geloven? Dat moet haast wel, broeders en zusters, dat kan niet anders. Geloven betekent nooit: en nu ben
ik er. Het betekent altijd: vallen en opstaan, vechten en overwinnen, en dan weer de volgende aanval
afslaan. Want onthou dit goed: SHEET 4 In dit leven heeft de Here Jezus je bevrijd van de schúld van je
zonden. Maar Hij heeft niet beloofd, dat je nu ook één-twee-drie verlost bent van de mácht van de zonden.
Integendeel, in het Onze Vader leert Jezus ons om na de vraag om vergeving van onze zonden nog even
door te bidden, namelijk: 'en leid ons, o Here God, toch niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.'
Want de macht van de zonde – daar kom je in dit leven niet van af. De duivel met zijn strijdmakkers zal het
blijven proberen om jou weer bij Jezus weg te halen. Je blijft vatbaar voor de zonde, je leven lang.
SHEET 5 Maarten Luther heeft het eens zo gezegd: íedereen staat onder invloed van de zonde, de
gelovigen zijn echt niet beter als de ongelovigen. Maar er is wel één groot verschil: wie niet gelooft, loopt z'n
leven lang de zonde achterna, wie wel gelooft, wordt tot z'n dood toe door de zonde achterna gezeten.
Paulus zegt dat ook, in Romeinen 7: die akelige zonde krijgt mij nog regelmatig te pakken. Ik ben tegelijk
zondaar én gerechtvaardigd. Wie gelooft, kent de strijd tegen de zonde, van mijn slechte ik tegenover mijn
goede ik.
Mijn goede, gelovige ik: als je in Christus gelooft en door Christus gerechtvaardigd bent, en als je bij jezelf
merkt, wat voor invloed de Here Jezus door zijn Woord en Geest op je heeft, dan is je blikrichting, ja, je
levensrichting veranderd, als je echt in Jezus Christus gelooft. Je doet de zonde niet meer als vast onderdeel
van je leven, daar voel je je niet meer bij in je element.
Maar helaas, als christen vál je toch nog regelmatig in zonde, en dat ligt niet alleen aan de zonde die van
buiten komt. Nee, ook van binnen zit er nog een aansluitinkje. En daar kom je je leven lang niet van af. En
daar kun je flink van balen. Je voelt je er ongelukkig en ellendig onder: altijd maar weer die strijd van het
kwade dat zich aan je opdringt. Zo schrijft Paulus erover in de brief aan de Romeinen. En wil je nog meer
bewijzen uit de bijbel? Die zijn er plenty.
Johannes schrijft in zijn eerste brief: SHEET 6 'Als we zeggen dat de zonde niet kennen, misleiden we
onszelf en is de waarheid niet in ons. Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we God tot een
leugenaar en is zijn woord niet in ons.’ (1 Joh. 1:8+10)
Jakobus zegt in zijn brief: ‘Hoe vaak struikelen wij niet allemaal!' (Jak. 3:2) En hij weet heel goed, dat God
vol vergeving is, maar dan moet je ook wel erkennen, wíe je bent en hoe je bent, óók nog als christen, want
dat is juist zo erg: dan bén je gelovig, en dan zondig je nóg. SHEET 7 Daarom zegt Jakobus ook: 'Nader tot
God, dan zal Hij tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars.’ (Jak. 4:8)
Ook de Psalmen staan er vol van. Ja, de voorbeelden uit de bijbel zijn legio: ook ná je bekering word je als
christen nog achterna gezeten door de drie doodsvijanden.
Je bent én vrijgesproken én zondaar tegelijk.
Hoe meer je geloof groeit, hoe lichter het in je leven wordt. En dan is je hart een kamer met veel stof erin.
Wie niet gelooft, en in het schemerdonker leeft, ziet niet, hoe stoffig het is. Maar hoe meer licht er in de
kamer komt - je ziet steeds beter waar het stof ligt. Dat geldt van het geloof ook. Als je geloof groeit, word je
wél een steeds geloviger christen, maar geen 100% volmaakt christen. Je ziet juist steeds beter, hoe vaak je
zondigt, en hoeveel er aan je leven mankeert. En je leert steeds beter beseffen, hoe hard je Gods hulp en de
vergeving van Jezus en de kracht van de Geest nodig hebt om het als gelovige vol te houden. Want de strijd
is niet misselijk.
Zie je die rode draad van dagelijkse strijd ook lopen door jouw dagelijkse leven en door het kerkelijk leven en
door het leven van de wereld? Ja, zie je de strijd áchter de strijd? Dat houdt Paulus ons voor: onze strijd is
niet tegen mensen van vlees en bloed gericht, maar tegen de geestelijke machten van de duisternis. En die
zijn me een portie machtig en sterk! Hou je rekening met die ongelíjke strijd? De strijd om het geloof erin te
houden, en de duivel, de wereld en het slechte in onszelf eruit te krijgen? Ben je echt bezig met die
geestelijke strijd?
Het is volstrekt duidelijk, dat dat in eigen kracht nooit mogelijk is. Integendeel: wat kun je moe zijn in de
strijd. Dan kun je het niet meer aan, als je ziek bent. Als je geen resultaat ziet in het evangelisatiewerk. Als je
kinderen niet meer naar de kerk gaan of steeds meer naar de rand schuiven. Als de spanning in je huwelijk
oploopt. Als je steeds weer in bepaalde zonden valt.
Hoe hou je dan stand? In eigen kracht, met goede voornemens red je het niet. Alleen door de kracht van
Jezus! Híj heeft de duivel overwonnen! Híj is nooit voor de verleiding bezweken! Want: SHEET 8 ‘Hij geeft
de vermoeide kracht, wie zich machteloos voelt, geeft Hij macht in overvloed.’ (Jes. 40:29)
En we hebben gelezen over de geestelijke wapenuitrusting. Die geeft God aan ons om op de been te blijven.
Bidden we om geloof en om de heilige Geest? Dan merken we toch ook, dat we nee kunnen zeggen tegen
de verleidingen? En dan verliezen Gods kinderen het ook wel eens, of misschien kan ik beter zeggen:
regelmatig, maar de Heilige Geest is sterker dan de drie doodsvijanden. Hij is de Geest die ons telkens weer
levend maakt! En de volkomen overwinning ligt voor ons, dus de zware strijd met al die nederlagen is tóch
vol te houden, als het bidden smeken is en het werken zwoegen. Daarom zegt de catechismus ook: 'Wij
bidden U, of U ons staande wilt houden, tótdat wij uiteindelijk de volkomen overwinning behalen.'
Ja, denk ik, en geloof het weer vast: ook vandaag de dag hebben we die Sterke God aan onze kant. Als je
op Hém let, zie je ook de gouden draad van zijn eeuwige kracht door je leven lopen.
SHEET 9 Thema: Ken jezelf en vertrouw op God
Zo spreken Gods kinderen met hun Vader over
2) De Gouden Draad van Gods eeuwige kracht
Als je naar je geloofsleven kijkt, kun je zomaar alle accent leggen op de rode draad. Maar vergeet dan niet te
kijken naar dat andere draadje. Dat lijkt misschien maar een klein, dun draad, maar die gouden draad van
Gods liefde en genade is een staalkabel: de gouden draad is gestaald door Gods grenzeloze trouw.
Hij vergeeft niet alleen, nee, Hij laat ook weten en merken: Ik ben er nog steeds en Ik blijf er ook voor jullie.
De Here Jezus zegt tegen ons: SHEET 10 Ik ben de Goede Herder. Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn
hand roven. (Joh. 10:27-28)
En je mág de heilige Geest vragen: kom mij toch te hulp in mijn zwakheid, want ik heb het zo nodig om
versterking te krijgen in de dagelijkse strijd van mijn geloof.
Dan komt Hij je helpen en dan hoef je het gevecht niet te verliezen. Dan kun je weer krachtig tegenstand
bieden.
Als je dát allemaal op je laat inwerken, dan krijg je weer moed. En dan is het geen wonder, dat je opeens
van bidden om kracht tegen de verleiding van de zonde, dat je dan overgaat in het aanbidden van Góds
eeuwige kracht.
Want God zij dank, bij Hem is alles, wat je de afgelopen tijd nodig had, om als christen te leven. Zijn Geest,
om tegen de zonde op te kunnen. Zijn Woord, want dat is het zwaard, waarmee je vechten moet, daarin vind
je de aanwijzingen om de geestelijke strijd te voeren.
En je mag bidden: Vader, van U is het koninkrijk en de kracht: en dus kan niemand tegen zo'n Koning op.
Wat een vaste grond krijg je daarmee onder je geloofsvoeten! God regeert als Koning, én Hij heeft de
werkelijke macht. Dan weet je: SHEET 11
Die God is ons een God van heil, Hij schenkt uit goedheid, zonder peil, ons eeuwig, zalig leven. Hij kan en
wil en zal in nood, zelfs bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geven. (Ps. 68 vers 8 – berijmd)
Klamp je daar toch aan vast als je in verzoeking gebracht wordt: zó'n God hebben wij. Hij zál ons verlossen
van de boze en van het kwaad.
Ik hoop van harte, dat je die gouden draad van Gods eeuwige kracht in jouw leven óók voortdurend opmerkt.
Dan neemt je vertrouwen toe, dan groeit het geloof. Dan zing je ook: SHEET 12 Geloofd zij God met diepst
ontzag, Hij overlaadt ons dag aan dag, met al zijn gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid, wie zou die
hoogste Majesteit, dan niet met eerbied prijzen? (Ps. 68 vers 8 – berijmd)
Dan zul je ook ervaren, zoals iemand eens tegen me zei: de moeilijkste tijden zijn niet de slechtste tijden
voor het geloof. Want juist dán merk je, hoe sterk Gods eeuwige kracht is, hoe vast je kunt vertrouwen op
Jezus alleen, als alle eigen zekerheden wegvallen. Dan kun je zelfs Gods heerlijkheid bezingen, want het is
toch heerlijk, wat God allemaal voor ons doet?
Daarom wil de Here Jezus ook graag, dat we ons gebed altijd met aanbidding afsluiten: van U, o God, en
voor U is de heerlijkheid, voor eeuwig en altijd. En dus zúlt U ons gebed ook verhoren. Want daarin ligt uw
glorie: onze God is een betrouwbare God, Hij laat ons niet in de kou staan, als we bidden.
Dus kunnen we gerust zijn. En ons gebed met 'AMEN' afsluiten. Want het is waar en zeker, dat God ons
gezien en gehoord heeft. Ja, Hij heeft ons geholpen en vérhoord. Dat is -gelukkig maar- niet afhankelijk van
ons gevoel, of van onze hoop. Nee: we kunnen gerust zijn, omdat Gód betrouwbaar is. Omdat de Here
Jezus onze zekerheid is. SHEET 13 In Openbaring 3:14 wordt Jezus zelf 'de Amen' genoemd, omdat Hij de
trouwe en betrouwbare getuige is. En daarom staan Gods beloften vast. We kunnen op zijn woorden aan.
Want God is een man uit één stuk. Bij Hem is het 'Ja en Amen', zegt Paulus. En dat bevestigt Hij in ons
leven door ons aan zijn Zoon te verbonden te houden en door ons de Geest in onze harten te geven.
SHEET 14 Met zo'n goede God, gemeente, hebben we de gouden draad van verlossing en genade in ons
leven te pakken. Dan is het niet alleen maar dagelijkse strijd en telkens weer struikelen en vallen. Dan hoef
je niet moedeloos de strijd maar op te geven of uit de weg te gaan. Nee, dan geeft het geloof telkens nieuwe
krachten. Dan wórden er in het leven overwinningen behaald. Ja toch? Omdat Jezus de dood al overwonnen
hééft en eens volkomen overwinnen zál.
En dan stáán we na elke valpartij weer op. Want Jezus is ook opgestaan, Hij valt nooit meer.
En Hij laat ons niet vallen. Sterker nog: zijn Geest werkt. Door het geloof dat Hij geeft en het Avondmaal
waar Hij mee werkt en het Woord dat Hij laat landen in jouw leven, krijg jij nieuwe krachten. Ken daarom
jezelf. En vooral: vertrouw op God.
AMEN
--SHEET 15 (voor bij de kollekte)
Zondag 52 LITURGIE
Votum en zegengroet
Antwoordlied: Psalm 65 : 1, 2, 3
Gebed
Amenlied:
Gezang 156 : 1, 2, 3
Schriftlezing: Efeziërs 6:10-24
Middenzang: Gezang 163 : 1+ 2
Tekst:
Zondag 52
Preek
Amenlied:
Psalm 68 : 2 + 8
Geloofsbelijdenis = 12 artikelen
Amenlied:
Opwekking 334 : 1, 2, 3
Gebed
Kollekte
SHEET 15
Slotzang:
Psalm 25 : 4 + 6
Zegen
Download