Psychomotoriek: een kijk op... Terminologie: motoriek of psychomotoriek? Motoriek is het vermogen om te bewegen. Psychomotoriek is de bewuste, vanuit de hersenen gestuurde beweging. Vrij vertaald: het samengaan van “geest” en “bewegen”. Omdat we het in feite altijd hebben over functionele, intentionele bewegingen die door de hersenen worden gestuurd, besloten we om binnen de CLB's voortaan te spreken over psychomotoriek. Wanneer u in de teksten toch nog her en der op het woord motoriek stuit, dan kan u ervan uitgaan dat we het over hetzelfde hebben. What ’s in a word! Situering: CLB-opdracht mbt. psychomotoriek De CLB- opdracht wordt omschreven in het Decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding van 1 dec. 1998 en in het BVR tot vaststelling van de operationele doelstellingen van de Centra voor Leerlingenbegeleiding van 3 juli 2009. 1. ‘De centra hebben als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen nu en in de toekomst. Hierdoor wordt bij de leerlingen de basis gelegd van alle leren zodat zij door hun schoolloopbaan heen de competenties kunnen verwerven en versterken die de grondslag vormen voor een actuele en voortdurende ontwikkeling en maatschappelijke participatie. Teneinde deze opdracht te realiseren, situeert de begeleiding van de leerlingen door het centrum zich op de 4 domeinen.’ (Art. 5 van het Decreet) Problemen mbt. psychomotoriek beïnvloeden het welbevinden van leerlingen. Zij kunnen een hypotheek leggen op het leren en dus op ook de schoolloopbaan van het kind. CLB-begeleiding voor psychomotorische problemen is dus een vanzelfsprekend onderdeel van een vraaggestuurde werking. 2. ‘Het CLB neemt initiatieven om de gezondheid, groei en ontwikkeling van de leerlingen te bevorderen, te bewaken en te behouden. Dit impliceert dat, naast de multidisciplinaire werking, systematisch en vroegtijdig stoornissen worden opgespoord, zodat de leerling of de ouders deze stoornissen tijdig kunnen laten behandelen. Het centrum organiseert hiertoe algemene, bijzondere en gerichte consulten.’ (Art. 18 van het Decreet) ‘Algemene ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor spraak en motoriek' is één van de minimaal te behandelen items bij het algemeen consult in het tweede jaar kleuteronderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, het kalenderjaar waarin de kleuter vijf jaar wordt.' (Art. 29 van BVR) Psychomotoriek is een belangrijke parameter van ontwikkeling. Het moet een aandachtspunt zijn bij de consulten in de 2de kleuterklas. Knelpunten bij het uitvoeren van de opdracht Psychomotoriek benaderen vanuit een ‘medisch denkkader’ of een ‘CLB-denkkader’? Omwille van het ‘medische’ aspect dat aan ontwikkeling wordt toegekend komen vragen van ouders en leerkrachten vaak bij de arts en de verpleegster terecht. Zij hebben daarenboven het ‘voordeel’ om alle kinderen te zien bij de consulten. Aan de medische equipe wordt daarom vaak een belangrijke verantwoordelijkheid toegekend wanneer het gaat om psychomotorische problemen. Echter, zonder de steun van de collega’s van hun team hebben zij weinig andere middelen dan te verwijzen, als antwoord op een vraag. Welke opdracht en met welke ‘uitrusting?’ Wie het BVR goed leest voelt zich aangesproken om ontwikkelingsstoornissen op te sporen. Moet de CLBmedewerker in kwestie, al dan niet via het consult, alle psychomotorische, ja zelfs ontwikkelingsproblemen opsporen en remediëren? Zo ja, hoe moet dit gebeuren? Wat zijn de doelstellingen? Welke instrumenten gebruiken? Welke criteria hanteren? Het zijn vragen waar de wetenschap ons geen antwoord op geeft. Vanuit medisch oogpunt stellen zich nog andere cruciale vragen: - Wat is de betekenis van motoriek in de algemene ontwikkeling van een kind? - Is een psychomotorisch probleem een signaal voor een ontwikkelingsstoornis of neuropathologie? - Wat is de invloed op het algemene functioneren en het leren? Op weg naar een antwoord: een project psychomotoriek Een multidisciplinair samengestelde en netoverstijgende werkgroep binnen VCLB boog zich tussen 2006 en 2010 over al deze vragen. In samenwerking met externen (COS, KULeuven, UGent en VWVJ) en interne deskundigen werd stevig doorgeboomd. Dit leidde tot het bepalen van standpunten, het ontwikkelen van een visie, geconcretiseerd in een stappenplan, en het ontwerpen van een instrumentarium als leidraad voor de CLB-medewerker. Stap voor stap werden de resultaten tijdens studiedagen voorgesteld aan de sector. Uitgangspunten Psychomotoriek beoordelen is niet te vergelijken met gezichtsscherpte beoordelen. Er bestaat geen eenvoudige, betrouwbare test, met cut-off waarden voor goed, minder goed en slecht. Hopen dat een dergelijke test er binnenkort zal komen is wishfull thinking. We moeten dus andere middelen inzetten. Motoriek of psychomotoriek (zowel groot- als fijnmotoriek) is de resultante van een conglomeraat van verworvenheden: kracht, evenwicht, behendigheid, snelheid, beheersing, precisie, handvaardigheid, inschatting, coördinatie… Elke factor ontwikkelt op zijn eigen tempo, afhankelijk van genetische en externe factoren, in samenhang met andere ontwikkelingsdomeinen. Er is een kwantitatief en een kwalitatief aspect. De ontwikkeling verloopt met een grote variabiliteit. Het beoordelen van psychomotorische ontwikkeling is dus een complexe opdracht. Soms ligt een specifieke medische problematiek aan de basis van psychomotorische problemen. Snelle detectie kan belangrijk zijn. Om psychomotoriek te beoordelen is nodig: - een goede observatie, te spreiden in de tijd. Een eenmalige screening zet ons te vaak op het verkeerde been. Neem de tijd als bondgenoot. Survey ipv. screening - psychomotorische ontwikkeling bekijken in het licht van de globale ontwikkeling - het kind bekijken in alle leefsituaties. Breed observeren dus. Dat kan best door alle partners (ouders en school) mee in te schakelen - kijken vanuit verschillende invalshoeken: multidisciplinaire aanpak - doelgericht kijken: een probleem zien in het licht van het functioneren Dus: We diagnosticeren in functie van remediëring en verwijzen met een doel voor ogen. - Tijdens dit proces van diagnostisering en verwijzing kan een gericht medisch onderzoek op indicatie nodig zijn. Conclusie 1. De samenstelling en de werkingsprincipes van de CLB’s zijn uitermate geschikt om een antwoord te bieden op vragen ivm. psychomotoriek: o.a. multidisciplinaire samenstelling – interactie met school en ouders – longitudinale opvolging via algemene en selectieve consulten – werken in een netwerk 2. De prioritaire methodiek binnen de CLB’s, nl. het HGW, stemt overeen met de vereisten voor diagnostiek en remediering mbt. psychomotorische problematieken: o.a. afstemming onderwijs- en opvoedingsaanbod op specifieke noden – transactioneel kader – samenwerking met de partners – doelgericht werken 3. In dit kader moet het idee van een systematische screening bij het algemeen consult in 2de kleuterklas worden verlaten en vervangen door een gerichte bevraging van de ouders en een goed uitgebouwde samenwerking met leerkracht. CLB-diagnostiek aansluitend op het zorgcontinuüm van de school! 4. Er is nood aan een gericht medisch onderzoek bij een klein percentage leerlingen waarbij na aanmelding (eventueel vanuit het consult) en intake, en na teamoverleg, blijkt dat er een vermoeden is van een medisch (neurologische) problematiek. Gerichte verwijzing moet resulteren in een snelle en efficiënte aanpak op de 2de lijn. 2