ALG. CONTRACTENRECHT Verwijzingsregels, zie IPR, i.h.b. de Rome-I-Vo. Materieel recht: de meeste rechtsstelsels hebben geen afzonderlijke regels voor internationale (grensoverschrijdende) overeenkomsten of transacties in het algemeen Internationale instrumenten voor overeenkomsten in het algemeen (tgo. bijzondere overeenkomsten zoals bv. Weens kooprecht)? Enkel: Regels voor enkele bijzondere aspecten, bv. cessie (zie verder) Soft law: Unidroit « Principles », PECL (Lando-commissie) & DCFR. De verwijzingsregels zullen bepalen of ze kunnen gelden als toepasselijk recht of enkel als contractuele bepaling Modelwetten, bv. Uncitral model law electronic commerce; Draft Common Frame of reference (DCFR) ev. « optionele instrumenten ». Vb. van reeds bestaande : weens kooprecht, europees merk, societas europea, internationaal testament (enkel wb vorm), europese procedures (o.a. betalingsbevel, geringe V.). UNIDROIT BEGINSELEN Unidroit Principles for International Commercial contracts « Principles », d.i. geen Verdrag of Modelwet Eerste uitgave 1994 Uitgebreide uitgave 2004 Endorsed by Uncitral 2007 Beoogd toepassingsgebied: internationale handelsovereenkomsten Geregelde materies: totstandkoming (inb. vertegenwoordiging), geldigheid (wilsgebreken, bepaalde bedingen), interpretatie, « inhoud », nakoming, niet-nakoming en remedies, schuldvergelijking, cessie, overgang van schulden, verjaring Nieuwe hoofdstukken 2011: onwettigheid, pluraliteit van schuldenaars of schuldeisers, voorwaardelijke verbintenissen, restitutie bij nietige overeenkomsten Niet geregeld: overgang van vorderingen andere dan door cessie UPICC PREAMBULE Preambule: Doel van de beginselen Deze beginselen bevatten algemene regels voor internationale handelsovereenkomsten. Zij vinden toepassing indien partijen dit bij overeenkomst zijn overeengekomen. Zij kunnen worden toegepast indien partijen zijn overeengekomen dat op hun overeenkomst algemene rechtsbeginselen, de "lex mercatoria" of dergelijke van toepassing zijn. Zij kunnen dienen als oplossing voor vragen die rijzen indien het onmogelijk blijkt de relevante regel van het toepasselijk recht vast te stellen. Zij kunnen worden gebruikt om regels van eenvormig internationaal recht uit te leggen of aan te vullen. Zij kunnen dienen als model voor nationale en internationale wetgevers. Zie ook 1.4. : toepasselijk voor zover verwijzingsregel dat toestaat UPICC– INTERPRETATIE EN AANVULLING REGELS Art. 1. 6 (vgl. 7 CISG) – Autonome interpretatie: Uitleg en aanvulling van de beginselen: (1) Bij de uitleg van deze beginselen dient rekening te worden gehouden met hun internationale karakter en met hun doelstellingen, waaronder de noodzaak om de eenvormigheid in de toepassing ervan te bevorderen. Vragen die binnen het toepassingsgebied van deze beginselen vallen maar er niet uitdrukkelijk in zijn geregeld, dienen zoveel mogelijk te worden beslist in overeenstemming met de beginselen die eraan ten grondslag liggen. Verder ook een verplichting zich te goeder trouw te gedragen in Art. 1.7: (2) (1) (2) Goede trouw Iedere partij dient zich te gedragen overeenkomstig de in de internationale handel geldende eisen van goede trouw. Partijen kunnen deze verplichting niet uitsluiten of beperken. Art. 1.9 Gewoonten en handelwijzen UPICC– RECHTSHANDELINGEN Art. 1.1: Contractsvrijheid Art. 1.2: Geen vormvereiste Art. 1.3: Bindende kracht van de overeenkomst Art. 1.7: Verplichting zich te gedragen overeenkomstig de in de internationale handel geldende eisen van goede trouw; art. 1.8. rechtsverwerking Bepaling van de « intentie » van partijen geschiedt volgens kenbaarheid voor wederpartij, zie m.b. Art. 4.1 and 4.2 inzake uitleg van overeenkomsten en eenzijdige rechtshandelingen Gewoonten en handelwijzen – Art. 1.9 Regels inzake kennisgevingen in 1.10 UPICC– TOTSTANDKOMING Lijkt sterk op CISG 2.1.1.: sluiten van de overeenkomst door aanbod en aanvaarding of door een gedraging van partijen die voldoende is om consensus aan te tonen. Regels iz. aanbod en aanvaarding gelijkaardig aan CISG Art. 2.1.12 (Geschriften ter bevestiging ) Art. 2.1.14 (Overeenkomst met bewust opengelaten bepalingen) Art. 2.1.17 over vierhoekenbeding en 2.1.18 over beding van vormvereisten voor wijzigende overeenkomst. Verdergaand dan CISG: Art. 2.1.15 over aansprakelijkheid voor onderhandelen (inb. afbreken onderhandelingen) in strijd met de goede trouw Regels iz. battle of forms (2.1.19 v) (NB. Rvgl: meestal knock out; Engl = last shot; NL = first shot) E-COMMERCE Uncitral modelwet 1996 (1998), wv enkele bepalingen te vermelden: - « databericht » omvat EDI, e-mail, telegram, telex en telefax - Art. 5: Informatie magrechtsgevolg niet missen louter omdat het in de vorm van een databericht is - Art. 6: « geschrift »: toegankelijk om bruikbaar te zijn voor latere referentie - Art. 7: « handtekening » - Art. 8: of een databericht een « origineel » kan zijn - Art. 13: toerekening van databerichten (wie is de verzender) - Art. 15: (1) tijdstip van verzending en (2) van ontvangst UN Convention on the Use of Electronic Communications in International Contracts 2005 (niet in werking) EU Richtlijn 1999/93 elektronische handtekening - verschillende gradaties van e-handtekening en hun rechtsgevolgen EU Richtlijn 2000/31, kaderrichtlijn e-commerce - Art. 9 behandeling van overeenkomsten: equivalentiebeginsel (met enkele uitzonderingen) - regels inzake informatieplichten, totstandkoming overeenkomst, ontvangstbevestiging, … UPICC– VERTEGENWOORDIGING Niet in CISG, geïnspireerd door Unidroit Conventie die niet in werking is getreden Behandelt de vertegenwoordigingsmacht, d.i. de externe verhouding Niet de interne verhouding (bv. contract van lastgeving) (2.2.1) Macht door verlening ervan (uitdrukkelijke of stilzwijgende volmachtverlening) (2.2.2); of macht ingevolge een door de principaal veroorzaakt vertrouwen (2.2.5 (b)) Bij openlijke vertegenwoordiging ontstaat een rechtstreekse verhouding principaal – wederpartij (2.2.3) In beginsel geen rechtstreekse verhouding bij « undisclosed agency » (2.2.4) Aansprakelijkheid van de agent die buiten zijn volmacht handelt: positief contractsbelang (2.2.6) UPICC– VERTEGENWOORDIGING Art. 2.2.7 over belangenconflicten Art. 2.2.9 over ratificatie Art. 2.2.10 over het gevolg in de externe verhouding van de beëindiging van de volmacht in de interne verhouding UPICC– GELDIGHEID & NIETIGHEID Hoofdstuk 3 (niet te vinden in CISG) handelt over wilsgebreken die recht geven op nietigverklaring van een overeenkomst of eenzijdige rechtshandeling Dwaling (art. 3.4 & 3.5) -4 gevallen waarin aanvaard (gedeelde, veroorzaakt, in dwaling gelaten, nog niet in vertrouwen op overeenkomst gehandeld) -- mits ook aan volgende vereisten voldaan: relevant onderscheid, geen zware nalatigheid, risico niet opgenomen of te dragen Vergissing in verklaring of overbrenging van de verklaring (misverstand, discrepantie wil-verklaring): wordt behandeld als een dwaling van de verzender (3.6) 3.7.: negatieve reflexwerking van de regels iz. niet-nakoming: “Een partij kan een overeenkomst niet wegens dwaling vernietigen indien de omstandigheden waarop zij vertrouwde haar een vordering wegens een tekortkoming verlenen of konden hebben verleend”. UPICC– GELDIGHEID & NIETIGHEID Bedrog (3.8) door verkeerde informatie of verzwijging + bedrieglijk opzet Bedreiging (3.9) (vgl. « geweld ») Buitensporig voordeel of onevenwicht (als gevolg van misbruik van omstandigheden) (3.10) (vgl. gekwalificeerde benadeling) UPICC– GELDIGHEID & NIETIGHEID Regels voor alle wilsgebreken in 3.11 en v.: Toerekening van gedraging van derden: 3.11 Regels iz. de nietigverklaring (« avoidance », hier correct gebruikt, niet zoals in CISG waar het ontbinding betekent): door eenzijdige verklaring (3.14) binnen redelijke termijn (3.15) niet na bevestiging (confirmation) (3.12) Effect = retroactief; de restitutieplicht is dus een niet-contractuele verbintenis Daarnaast ook schadevergoeding bij culpa in contrahendo mogelijk (3.18) UPICC– INHOUD OVK. Uiteenlopende regels in dit hoofdstuk Interpretatieregels zoals aanvulling ontbrekende bepaling indien belangrijk voor de bepaling van de rechten en plichten (Art. 4.8 Art. 5.1.2: stilzwijgend aangegane verbintenissen vinden hun oorsprong in (a) de aard en strekking van de overeenkomst; (b) tussen partijen gebruikelijke handelwijzen en gewoonten; (c) eisen van de goede trouw; (d) de redelijkheid. Art. 5.1.3. Verplichting tot medewerking Art. 5.1.4. Onderscheid resultaats- en inspanningsverbintenis Art. 5.1.7.prijsbepalingsmechanismen: normale prijs; partijbeslissing tenzij kennelijk onredelijk; derdenbeslissing; index Art. 5.1.8. Overeenkomst voor onbepaalde duur: altijd opzegbaar bij kennisgeving met redelijke opzegtermijn UPICC– DERDENBEDING Art. 5.2.1. v. Overeenkomsten ten gunste van een derde (met o.a. een regel inzake verweermiddelen van de schuldenaar jegens derde) --- stipulator beneficiary (3rd party) (provision) (original contract) promisor resulting relationship UPICC - NAKOMING Modaliteiten van (nakoming van) de verbintenis: Tijdstip van nakoming (Art. 6.1.1.) Volgorde van nakoming (Art. 6.1.4.): in beginsel gelijktijdig Plaats van nakoming (Art. 6.1.6): - geldschuld: plaats van de schuldeiser (brengschuld) - andere schuld: plaats van de schuldenaar (haalschuld) Regels iz. geldschulden: betaalmiddelen (6.1.7 v.), betaalvaluta, Regels voor het geval er een publieke vergunning is vereist (6.1.14 v.) Hardship (gewijzigde omstandigheden) Art.: 6.2.1 v. Regels iz. Nakoming als uitdoving van de verbintenis: Art. 6.1.12-13: toerekening van betalingen UPICC – NIET-NAKOMING - Overzicht remedies : Opschorten nakoming Nakoming (in natura) Ontbinding en prijsvermidnering Scahdevergoeding Krachtlijnen: Vrije keuze, geen hiërarchie van remedies (« pari passu ») (soms wel een wezenlijke tekortkoming vereist) Combineerbaarheid, ihb schadevergoeding en andere remedies Grotendeels self-help (door eenzijdige verklaring) Door kennsigeving (meestal binnen redelijke termijn) UPICC – NIET-NAKOMING « Niet-nakoming» van een verbintenis als algemeen (unitair) begrip (art. 7.1.1, verschuiving van «(breach of) contract » (CISG) naar nietnakoming verbintenis (UPICC) Met het oog op de remedies voor niet-nakoming onderscheidt men: - niet-nakoming veroorzaakt door de schuldeiser zelf (7.1.2): géén remedie - niet-nakoming niet toerekenbaar krachtens 7.1.7 (overmacht): enkel opschorting van nakoming, ontbinding, en rente op geldschulden - toerekenbare niet-nakoming « gezuiverd » zonder verwijl (7.1.4): enkel opschorting nakoming en schadevergoeding - toerekenbare niet-nakoming: alle remedies Bepaling inzake exoneratiebedingen (exemption clauses): enkel indien niet grof onredelijk (7.1.6) UPICC – REMEDIES VOOR NIET-NAKOMING Recht om nakoming (in natura) af te dwingen - bestaat altijd bij geldschulden (7.2.1) (geen uitzondering voor gevallen waarin men het elders kan « verkopen ») - in beginsel ook voor andere verbintenissen (7.2.2) tenzij nakoming onmogelijk is of onwettig, onredelijk bezwarend, redelijkerwijze beschikbaar elders, van strikt persoonlijke aard is; - nakoming moet wel binnen redelijke termijn gevorderd worden UPICC – REMEDIES VOOR NIET-NAKOMING Opschorting van nakoming (7.1.3.) (de bepaling uit CISG iz. tekortkoming op voorhand ontbreekt, maar is geïmpliceerd in 7.3.3) UPICC – REMEDIES : ONTBINDING Gronden voor ontbinding: - wezenlijke (fundamental) tekortkoming (7.3.1. (1) (2)) - of na verstrijken van een bijkomende termijn verleend voor nakoming (Nachfrist, 7.1.5. en 7.3.1 (3)) - in geval van fundamentele tekortkoming op voorhand: 7.3.3. and 7.3.4. Wijze van ontbinding (7.3.2): - door kennisgeving - in geval van laattijdige of gebrekkige nakoming moet dit binnen een redelijke termijn gebeuren Omvang van de ontbinding: het geheel van de verbintenissen, tenzij ze over de tijd gespreid zijn en deelbaar zijn (7.3.6 (2)). Ev. Enkel prijsvermindering ? Gevolgen van ontbinding : - bevrijding van nog uitstaande verbintenissen (7.3.5 (1)) - restitutie van geleverde prestaties (in natura dan wel in geld) (7.3.6. (1)) - « overlevende bedingen » (surviving clauses) (7.3.5 (3)) - Schadevergoeding voorbehouden (7.3.5 (2)) UPICC – REMEDIES : SCHADEVERGOEDING Tenzij de tekortkoming niet toerekenbaar is (7.4.1.) Algemene maatstaf voor schadevergoeding : - positief contracstbelang (zie 7.4.2 (1), inb. gederfde winst) - inb. immateriële schade (7.4.2. (2)) - inb. verlies van een kans (7.4.3.) - begrensd door de vereiste van voorzienbaarheid (7.4.4) - beperkt indien veroorzaakt door de schuldeiser of diens gebrek aan schadebeperking (7.4.7, 7.4.8) - inb. kosten van schadebeperking (7.4.8 (2)) UPICC – REMEDIES : SCHADEVERGOEDING - Berekening van de schadevergoeding : Laattijdige betaling van geld: rente (plus verdere schade) (Art. 7.4.9); rentevoet in 7.4.9 (2, plaats van betaling); dies interpellat pro homine (7.4.10) In geval van redelijke vervangingstransactie : prijsverschil (plus verdere schade) (Art. 7.4.5) Courante prijs (Art. 7.4.6) Schadebedingen: bindend tenzij kennelijk overdreven in verhouding tot de werkelijke schade (7.4.13) UPICC – SCHULDVERGELIJKING Vereist verbintenissen van dezelfde aard tussen twee partijen Perspectief is anders dan belgisch recht: niet automatisch maar doordat een van de partijen het inroept – vereisten aan de ene en de andere schuld verschillen dank ook Ze kunnen verrekend worden (in schuldvergelijking gebracht) door een eenzijdige kennisgeving van een partij: wiens eigen schuld betaalbaar is (gerechtigd al na te komen) wiens schuldvordering op de wederpartij (a) opeisbaar is en (b) vaststaand of voortspruitend uit dezelfde overeenkomst Geen « retroactief » effect NB. Daarnaast blijft ook conventionele schuldvergelijking mogelijk - UPICC – CESSIE Cessie (« assignment ») = overdracht van een recht (in eigendom) Toepassingsgebied hoofdstuk 9.1: - contractuele overdracht van contractuele rechten - niet geïncorporeerd in een waardepapier (negotiable instrument) (9.1.2.) Beperkingen aan de cedeerbaarheid: - indien cessie de nakoming merkelijk zwaarder maakt voor de schuldenaar (9.1.3.) - gedeeltelijke cessie ? Indien de schuld deelbaar is (9.1.4) - cessieverbod (no-assignment clause) heeft geen werking t.a.v. de cessionaris in volgende gevallen (1) indien het om geldschulden gaat; (2) indien de cessionaris te goeder trouw is (9.1.9) UPICC – CESSIE Vereisten voor cessie : - moet de schuldvordering al bestaan ? De cessie kan op voorhand geschieden en zal bij het ontstaan van het recht retro-actief intreden (9.1.6) - loutere overeenkomst cedent / cessionaris is voldoende : noch toestemming schuldenaar noch kennisgeving aan schuldenaar is vereist voor de cessie (eigendomsoverdracht ) als dusdanig (9.1.7) Betaalplicht van de gecedeerde schuldenaar (9.1.10 v.): - volgens de (volgorde van) kennisgeving - bij kennisgeving door de cessionaris mits desgevraagd adequaat bewijs van de cessie wordt geleverd door de cessionaris UPICC – CESSIE Cessus kan jegens cessionaris alle beschikbare verweermiddelen inroepen + elke schuldvergelijking beschikbaar op tijdstip van de kennisgeving (9.1.13) (valuta) + transfer of property assignor assignee (substituted creditor) (provision) (original contract) debitor cessus resulting relationship (substituted creditor) UPICC – NIEUWE SCHULDENAARS Ch. 9.2.: Vervanging of toevoeging van een schuldenaar 3 Types: - vervanging: oorspronkelijke schuldenaar bevrijd - subsidiaire gehoudenheid van de oorspronkelijke schuldenaar - solidaire gehoudenheid van oude en nieuwe schuldenaar (« joint and several » in common law) Verschillende bijzondere instellingen of betaalmiddelen kunnen in dit schema worden ingepast – maar de meeste van die betaalmiddelen houden wel een abstracte verbintenis van de nieuwe schuldenaar (gedelegeerde) in UPICC – VERJARING Stelsel van een dubbele termijn: 3 / 10 jaar (art. 10.2) - 3 jaar vanaf het kennen of behoren te kennen - 10 jaar vanaf de dag waarop het recht kan worden uitgeoefend Stuiting (renewal) van de verjaring door erkenning doet nieuwe termijn van 3 jaar lopen (ook indien daarmee de 10 jaar wordt overschreden) (art. 10.4) Schorsing in geval van procedures (gerechtelijke, arbitrale of gelijkaardige): art. 10.5 tot 10.7 – zonder de extensie zoals in CISG Verlenging tot één jaar na ophouden van een belemmering die overmacht vormt: art. 10.8 Gevolgen van verstrijken verjaringstermijn : - « zwakke werking » (art. 10.9); indien toch betaald geen restitutie want niet « onverschuldigd » (art. 10.11) - schuldvergelijking blijft mogelijk tot de verjaring wordt ingeroepen (art. 10.10) - Niet ambtshalve