Reiniging en genezing

advertisement
Het evangelie naar Mattheüs
Het evangelie van de Koning
Jezus Christus
Terugblik
indeling
•
1 – 3 proloog: invoering van de koning
•
4 – 7 manifestatie van de koning
•
8 –10 1e bediening van de koning
• 11 –13 2e bediening van de koning
• 14 –18 3e bediening van de koning
• 19 –25 toekomst van de koning
• 26 –28 epiloog:lijden, sterven,opstanding van de koning
terugblik
• 2002:
de komst van de Koning
• 2003:
de woorden van de Koning
De komst van de Koning
• 1: 1 –17 De afkomst van de Koning
• 1: 18 –25 De geboorte van de Koning
• 2: 1 –23 De Koning geëerd en verworpen
• 3: 1 –17 De Koning wordt aangekondigd
• 4: 1 – 25 De Koning begint zijn dienst
Woorden van de Koning
Ofwel de troonrede = bergrede
• 5:1-16 De discipelen van de Koning
• 5:17-48 De Koning en de Wet
• 6:1-34 De discipelen en hun hemelse Vader
• 7:1-14 Normen en waarden in het Koninkrijk
• 7:15-29 Echt en onecht in het Koninkrijk
Zie, uw Koning komt tot u!
• 8: 1 –17 : reiniging en genezing
• 8: 18 –34 : navolging en storm
• 9: 1 –17 : vergeving en vasten
• 9: 18 –34 : leven, zien en spreken
• 9:35-10:25: roeping, zending, vervolging
• 10:26 –42 : belijdenis, strijd, beloning
8: 1 –17 : reiniging en genezing
4 tekenen
•
•
•
•
wonderen
verhalen
geschiedenissen
gebeurtenissen
• 1–4
reiniging -melaatsheid → zonde
• 5 –13
genezing -verlamming → dood
• 14 en 15
verlossing -koorts→
• 16 en 17
bevrijding -bezetenheid → duivel
hel
1 Toen Hij nu van de berg was afgedaald, volgden
Hem vele menigten.
2 En zie, een melaatse kwam naar Hem toe en
huldigde Hem en zei: Heer, als U wilt, kunt U mij
reinigen.
3 En Hij strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei:
Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn
melaatsheid gereinigd.
4 En Jezus zei tot hem: Let erop dat u niemand iets
zegt; maar ga heen,toon u aan de priester en offer de
gave die Mozes heeft geboden, hun tot een
getuigenis.
• 1–4
reiniging -melaatsheid → zonde
• 5 –13
genezing -verlamming → dood
• 14 en 15
verlossing -koorts→
• 16 en 17
bevrijding -bezetenheid → duivel
hel
5 En toen Hij Kapernaüm was binnengegaan, kwam een
hoofdman naar Hem toe, die Hem aldus smeekte:6 Heer,
mijn knecht ligt thuis verlamd en lijdt vreselijke pijn.7 En
Hij zei tot hem: Ik zal komen en hem genezen.8 De hoofd
man echter antwoordde en zei: Heer, ik ben niet belangrijk
genoeg dat U onder mijn dak binnenkomt, maar spreek
slechts met een woord en mijn knecht zal gezond worden.9
Want ook ik ben een mens onder gezag van anderen en heb
soldaten onder mij; en ik zeg tot deze: Ga, en hij gaat; en tot
een ander: Kom, en hij komt; en tot mijn slaaf: Doe dit, en
hij doet het. 10 Toen Jezus nu dit hoorde, verwonderde Hij
Zich en zei tot hen die volgden: Voorwaar, Ik zeg u, bij
niemand heb Ik zo'n groot geloof in Israël gevonden
11 Ik zeg u echter, dat velen zullen komen van oost en west en met Abraham, Izaäk
en Jakob zullen aanliggen in het koninkrijk der hemelen;12 de zonen van het
koninkrijk echter zullen worden uitgeworpen in de buitenste duisternis; daar zal het
geween zijn en het tandengeknars. 13 En
Jezus zei tot de hoofdman: Ga heen, en zoals u geloofd hebt,
laat het u gebeuren. En zijn knecht werd op dat uur gezond.
• 1–4
reiniging -melaatsheid → zonde
• 5 –13
genezing -verlamming → dood
• 14 en 15
verlossing -koorts→
• 16 en 17
bevrijding -bezetenheid → duivel
hel
14 En Jezus kwam in het huis van Petrus en zag
diens schoonmoeder met koorts liggen.
15 En Hij raakte haar hand aan en de koorts verliet
haar; en zij stond op en diende Hem.(verlossing)
• 1–4
reiniging -melaatsheid → zonde
• 5 –13
genezing -verlamming → dood
• 14 en 15
verlossing -koorts→
• 16 en 17
bevrijding -bezetenheid → duivel
hel
16 Toen het nu avond was geworden, brachten zij tot Hem
vele bezetenen, en Hij dreef de geesten uit met een woord
en Hij genas alle lijdenden,
17 opdat vervuld werd wat gesproken is door de profeet
Jesaja, die zei:` Hijzelf heeft onze zwakheden op Zich
genomen en onze ziekten gedragen`.
(bevrijding)
• 1–4
• 5 –13
• 14 en 15
• 16 en 17
4 perioden
De Heer raakt hem aan
De Heer in Israël
De Heer spreekt van ver
De Heer in de hemel
De Heer gaat het huis binnen
De Heer weer in Israël
De Heer is tot zegen voor allen
Het duizendjarig rijk
de HEER
Exodus 30 : 34 - 38
• 1–4
• 5 –13
• 14 en 15
• 16 en 17
De Heer raakt hem aan
De Zoon des mensen
De Heer spreekt van ver
De Zoon van God
De Heer gaat het huis binnen
De Dienstknecht
De Heer is tot zegen voor allen
De Koning
‘k Heb geloofd in U, wie d’aarde
met haar doornen heeft gekroond;
maar die nu gekroond met ere
aan Gods rechterzijde troont.
U, aan wiens doorboorde voeten
eenmaal in het gans heelal.
Hier, daarboven en hieronder
alle knie zich buigen zal.
Ja, ``k geloof en daarom zing,
daarom zing ik U ter eer,
`s werelds Heiland, Hogepriester
aller heren Opperheer!
Zoon van God en Zoon des mensen
U komt spoedig in uw kracht
op des hemels wolken weder!
Kom Heer Jezus, kom ik wacht
Download