Wybo Houkes - WordPress.com

advertisement
Darwin gedomesticeerd?
Evolutionaire modellen van
technologie en innovatie
Wybo Houkes
Een tweede Darwinistische revolutie?
• Uitbreiding Darwinisme naar
cultuur en technologie.
• Verbrokkeling over
vakgebieden.
• Specifiek, soms modelmatig.
• Slepende controverse.
2
0. Overzicht
Algemeen en specifiek:
1. Constructieve beoordeling
a. Disciplinaire concurrentiekracht.
b. Modules en modellen: populatiedenken, natuurlijke selectie,
gemeenschappelijke voorouders, genotype-fenotype, ...
2. Toepassing op een evolutionair model.
Henrich's (2004) demografische model van cultuuraccumulatie en
–verlies: populatiedenken zonder natuurlijke selectie.
beperkingen en verbeteringen in concurrentiekracht.
3. Eenheden en niveaus van analyse
3
1. De standaardcontroverse
•
Standaardkritiek:
(1) misrepresentatie van cultuur
(2) misbruik van evolutionaire begrippen
•
Standaardrespons: "wordt aan gewerkt".
evolutiebiologie heeft vergelijkbare
problemen, ontwikkelde oplossingen ook
elders bruikbaar.
Voorbeeld: horizontale transmissie.
•
•
•
4
Patstelling ("alles komt goed" vs. "dat
loopt verkeerd af").
Suggereert afhankelijkheid van biologie.
1. Disciplinaire concurrentiekracht
• Alternatief: pragmatische beoordeling.
lost Darwinistische / evolutionaire X* kwesties op
die onderzoekers in veld X van belang vinden?
werpt het nieuwe relevante kwesties op in X?
welke elementen van Darwinisme zijn hiervoor
gebruikt of bruikbaar?
welke afstemming is nodig?
• Vermijdt alles-of-niets beoordeling, en 'anything
goes'.
* - in mijn onderzoek: archeologie, economie, elektrotechniek
5
1. Basiselementen van Darwinisme
• Standaardanalyse:
noodzakelijke + voldoende voorwaarden voor
evolutie door natuurlijke selectie.
• Bijv. variatie, selectie, retentie; overerfbare
verschillen in fitness (Lewontin).
• Wel of niet letterlijk van toepassing?
• Alternatief*: verklarende 'modules'
populatiedenken
evolutie door natuurlijke selectie
gemeenschappelijke voorouder ('tree of life')
'Modern Synthesis': genotype vs. fenotype
...
* Godfrey-Smith, P. (2009) Darwinian Populations and Natural Selection. OUP.
6
1. Basiselementen (2)
• Populatiedenken
≈ verklaring op niveau van populatie van
onderling variërende individuen; geen reductie
tot homogene typen.
• Natuurlijke selectie
≈ proces dat adaptaties produceert in generaties
van variërende individuen, verbonden door
overerving.
Source: Kumar and Kumar (1992)
• Populatiedenken niet ongebruikelijk in
menswetenschappen (bijv. verklaring
techniekdiffusie met 'innovators' en 'imitators').
• Waarom óók natuurlijke selectie nodig?
7
2. 'Dual-inheritance' theorie
•
•
•
•
•
•
•
Invloedrijke theorie van culturele evolutie (Robert Boyd,
Peter Richerson, Joseph Henrich, Richard McElreath, ...)
Cultuur: informatie die verworven kan worden door
(individuele of sociale) leerprocessen en die
waarneembaar gedrag van individuen kan beïnvloeden.
Verantwoordelijk voor meeste verschillen tussen mensen
èn voor menselijke aanpassing aan omgeving.
Culturele overerving naast en gerelateerd aan genetische
overerving.
Informatieoverdracht tussen individuen en generaties:
verticaal, horizontaal, diagonaal.
Karakteristieke 'krachten': content + context bias
(prestige, conformisme, .
(Generieke) populatiedynamische modellen van effecten
van biases, voordelen van sociale leerprocessen, etc.
8
2. Specifiek model: 'De Tasmaanse terugslag'
•
Verschijnsel: Tasmanië geïsoleerd van Australië;
verlies van complexiteit in 'toolkit' van Tasmaniërs
gedurende 8-10kjr (visvangst, kleding, wapens).
•
Hypothesen:
- adaptieve respons: complexer dan nodig.
- unieke kennis of vaardigheden 'toevallig'
verloren; grotere kans bij kleine populatie.
•
Alternatief (Henrich 2004): demografisch effect bij
onvolmaakte imitatie. Uiterst onwaarschijnlijk dat
kleinere populatie een even complexe
technologie in stand kan houden.
9
2. Henrichs (2004) model
• Elke generatie heeft
(Gumbel)verdeling van
vaardigheidsniveau z.
• Generatie studenten kiest meest
bekwame mentor (niveau zh).
• Imitatie is onvolmaakt:
α – structurele fout
β – individuele spreiding
• Hoe meer studenten, des te groter de
kans dat één ervan de mentor
evenaart ( zh ≤ zh′ ).
• Aantal N bepaalt welke 'complexiteit'
α/β gedurende vele generaties te
handhaven is.
Sources: Vaesen & Houkes (2012); Henrich (2004).
10
2. Evaluatie
• Standaardevaluatie: model noemt natuurlijke
selectie zelfs niet, dus niet Darwinistisch.
• 'Modulair': gebruikt wèl populatiedenken.
• Intern: welke aannamen gebruikt? (volmaakte
mentorselectie; Gumbelverdeling; één
vaardigheidsniveau voor complexe verrichtingen).
• Pragmatisch: waarvoor is dit model bedoeld?
welke alternatieven zijn er?
• Oordeel: innovatieve kandidaatverklaring met veel
rivalen; aannamen onderschatten verlies van
complexiteit.
11
2. Hoe nu verder?
• Nadruk in DI en andere culturele-evolutie
theorieën: cultuur als unieke adaptatie.
• Stelt mensen in staat om, ondanks individuele
beperkingen, als groep overal te overleven.
• Anekdotische evidentie:
(1) goed uitgeruste, hoog opgeleide, sterk
gemotiveerde, gezonde ontdekkingsreizigers falen
(bijv. Burke-Wills expeditie) waar inheemse
bevolking overleeft;
(2) geen enkele individu kan uit niets een kompas
of kerncentrale ontwerpen.
• Moraal: alleen culturele overdracht verklaart
menselijke aanpassing.
12
2. Adaptatie versus verlies
•
Henrichs model bevat overdracht
(slimme ideeën gaan niet verloren).
•
Maar aanname van perfecte mentorselectie overschat adaptatief vermogen.
•
En stelt geen grens aan individuele
vaardigheid: onwaarschijnlijk, maar niet
onmogelijk dat willekeurig hoog niveau
wordt bereikt.
•
En bevat geen 'voortbouwen op'.
13
2. Redding door natuurlijke selectie?
• De motiverende redenering binnen DI lijkt op
verklarend adaptationisme (Godfrey-Smith 2001)
explanandum: extreme aangepastheid van
levensvormen aan hun omgeving.
afgewezen explanans: volmaakte individuele
O/ontwerper.
alternatieve explanans: cumulatieve verandering,
op populatieniveau, gedurende vele generaties,
door systeem van overerving.
• Het verklarend mechanisme hier is natuurlijke
selectie.
14
2. Ja, maar...
1. Proces is noodzakelijk anders; geen genotype /
replicatie; wel effecten van leerprocessen / onvolmaakte overdracht.
- Neem voldoende liberale notie; geen reden aan
te nemen dat aan alle biologische eisen is
voldaan; dan niet "noodzakelijk" anders.
2. Dus toch een "anything goes" analyse?
- Nee, 'natuurlijke selectie' als aanduiding van
mechanisme dat nader moet worden verklaard.
3. Niet gemodelleerd binnen DI.
- Inderdaad; hoog tijd dat dat gaat gebeuren, met
realistische aannamen en achtergrondkennis over
processen van technologische verandering.
15
3. Eenheden en niveaus van analyse
• Specifieke obstakels bij modelleren:
1. Ambiguïteit in "technologie":
menselijke kennis / vaardigheden /
handelingen of systeem van objecten.
Leerprocessen beïnvloeden (direct) eerste,
niet tweede; maar veel evidentie omvat
alleen het tweede; en eerste moeilijk te
kwantificeren. Probleem voor constructie
en validering van modellen.
2. Gekoppelde niveaus van culturele
verandering:
onderdelen, artefacten, systemen,
organisaties, economieën, landen, ...
Welke kennis over welke niveaus is
onmisbaar in welke modellen?
16
Conclusies
1. Pragmatische beoordeling van evolutionaire
benaderingen in menswetenschappen:
- disciplinaire concurrentiekracht;
- Darwinistische elementen (maatwerk).
2. Toepassing op Henrichs model van
Tasmaanse terugslag:
- beperkingen van populatiedynamisch
model;
- identificatie van nieuwe modelleertaak: rol
van natuurlijke selectie bij cumulatieve
adaptatie.
17
BEDANKT!
[email protected]
NWO-Vidi "Darwinism in the Man-Made World" (2008-2013)
werk aan Henrich (2004) in samenwerking met Krist Vaesen
18
Download