Deelproject ‘Samenwerken in de wijk’ Doorverwijzen of zelf oplossen? Het programma Sociaal Werk in de Wijk is een initiatief van het lectoraat Maatschappelijk Werk van Hogeschool Inholland en MOVISIE. Het programma heeft als doel om professionals en maatschappelijke organisaties inhoudelijk en methodisch toe te rusten om vernieuwingen in beleid en uitdagingen in de samenleving op te kunnen pakken. Het gaat dan om concrete uitwerking van een groot aantal ‘hoe’-vragen: Hoe ziet de ‘generalist’ eruit? Hoe kan deze generalist bijdragen aan vroegtijdig, licht en gericht interveniëren met inzet van ‘eigen kracht’, vrijwilligers en collectieve interventies? Hoe kan op sobere wijze vorm worden gegeven aan samenwerking tussen veel verschillende professionals in de wijk of rondom een cliënt (systeem)? Hoe ziet een bij de tijd passende ‘Body of Knowledge’ voor sociaal werk eruit? Sociaal Werk in de Wijk is een programma dat gedragen wordt door het werkveld, en dat de komende jaren inspiratie, goede praktijken en concrete methoden zal bieden voor deelnemende organisaties en professionals. www.sociaalwerkindewijk.nl Deelproject Samenwerken in de wijk Neem voor meer informatie contact op met Karin Sok, T 030 789 2076, E [email protected], of Anne Lucassen, T 030 789 2093, E [email protected], of Annette van den Bosch, T 030 789 2049, E [email protected] Sociale wijkteams en -coaches werken flexibel en opereren dichtbij, in de leefomgeving van mensen. Ze komen achter de voordeur en kunnen snel handelen en ondersteuning bieden. Maar hoe zit het met de rol van een sociaal wijkteam: verwijst een wijkteam vooral door of lost ze vraagstukken vooral zelf op? En wat is dan eigenlijk de doelgroep van een wijkteam? Want die heeft ongetwijfeld invloed op de rol die een sociaal wijkteam pakt. Voor welke bewoners ben je er als sociaal wijkteam? Sociale wijkteams komen in diverse samenstellingen voor. In sommige gevallen gaat het om professionals van één discipline, bijvoorbeeld het maatschappelijk werk, in andere gevallen betreft het een combinatie van disciplines zoals woonconsulenten, maatschappelijk werkers, opbouwwerkers en wijkverpleegkundigen. Over het algemeen hebben sociale wijkteams de ambitie er te zijn voor alle wijkbewoners die problemen ervaren en daar ondersteuning bij nodig hebben. De insteek is bij voorkeur preventief. Doordat een wijkteam of –coach dichtbij de leefomgeving van mensen opereert heeft hij eerder zicht op knelpunten en mogelijkheden. Maar in de praktijk blijkt het idee van een lichte, preventieve aanpak voor een brede groep wijkbewoners vaak anders uit te pakken. Een reden kan zijn dat een team door haar samenstelling een specifieke doelgroep aantrekt. Zoals in Nieuwegein waar samenwerkende maatschappelijk werkers en wijkverpleegkundigen een voor de hand liggende combinatie zijn voor ouderen die fysieke klachten hebben en zich eenzaam voelen. Een andere reden is dat bewoners zelf niet aankloppen bij een sociaal wijkteam, maar de wijkteams en –coaches vooral via andere professionals cliënten krijgen doorverwezen. Dit zien we bijvoorbeeld in Zoetermeer waar geen sprake meer is van een preventieve aanpak, als cliënten met multiproblemen worden aangemeld via Meldpunt Bezorgd. En ook in Amsterdam waar de sociale dienst wekelijks cliënten uit de wijk aanlevert die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Doorverwijzen De rol van doorverwijzer past goed bij sociale wijkteams die zich richten op een brede groep bewoners met problemen die in een vroeg stadium worden opgepakt. Dus preventief, flexibel en met snelle, lichte interventies. Het wijkteam of de wijkcoach verkent de thuissituatie, lost op wat prioriteit heeft en verwijst snel door als dat nodig is. Dit kan een doorverwijzing zijn naar hulp bij de administratie, maar ook naar het reguliere maatschappelijk werk of de geestelijke gezondheidszorg. Dit gaat om maximaal drie contactmomenten voor de werker in het sociale wijkteam. Daarna houdt hij wel in de gaten of de vraag is opgelost. Bovendien staat hij garant voor een warme overdracht naar gespecialiseerde hulp. De werker heeft korte lijnen met zijn teamleden, zoekt snel contact en kan hen op korte termijn inschakelen. Om deze rol goed te kunnen uitvoeren heeft een wijkteam of coach ruimte nodig in zijn caseload om flexibel te zijn, maar moet hij ook de ruimte ervaren en nemen om over zijn eigen taakgrenzen heen problemen snel op te pakken, zeker als het praktische, enkelvoudige problemen betreft. Of toch zelf oplossen? In veel praktijken komen de sociale wijkteams en -coaches bij mensen waar sprake is van complexe en meervoudige problematiek. Omdat de wijkcoaches vaak bij mensen thuis komen, zijn zij in de gelegenheid om die complexe problematiek te ontrafelen en een vertrouwensband op te bouwen. Het zijn vaak mensen die regelmatig van het kastje naar de muur zijn gestuurd, zodat het wijkteam voor hen als een laatste strohalm voelt. Doorverwijzen is in deze situatie niet direct aan de orde, het wijkteam of de wijkcoach gaat zelf aan de slag. Als een soort sociale huisarts staat hij naast de cliënt, breng samenhang in de vragen, helpt het netwerk rondom de cliënt te activeren, koppelt deze eventueel aan maatjes, lost problemen op waar mogelijk - ook als deze naast zijn taakgebied liggen, schakelt specialistische hulp in waar nodig, maar blijft altijd betrokken. Zelf oplossen vraagt meer tijd en is intensief, het contact duurt zo lang als nodig is. Om de rol van zelf oplossen goed te kunnen vervullen, heeft een wijkteam of –coach een brede kennis nodig. Hij moet voor uiteenlopende problemen inzetbaar zijn in plaats van snel door te verwijzen. Verder bestaat het risico dat de agenda's van wijkteams volstromen. Door de complexe problematiek zal de doorstroming van cliënten laag zijn. Daarmee kan het flexibel en snel handelen van een sociaal wijkteam of – coach in de knel komen. Samenwerking in tandems, bijvoorbeeld een maatschappelijk werker en een thuisbegeleider, biedt in deze multiprobleemsituaties mogelijkheden. Samenwerken met andere disciplines en organisaties Zowel bij de rol van verwijzer als die van zelfoplosser is samenwerking met andere disciplines en organisaties binnen en buiten het wijkteam van belang. Op zijn minst zijn verbindingen tussen het opbouwwerk en het buurtmaatschappelijk werk noodzakelijk, eventueel aangevuld met een wijkverpleegkundige. Deze combinatie maakt het mogelijk om van individuele vraagstukken (= focus maatschappelijk werker) naar collectieve vraagstukken in de wijk (= focus opbouwwerker) te schakelen en andersom. Als bijvoorbeeld blijkt dat spanningen in gezinnen vaker voorkomen in bepaalde woonblokken, kan gekeken worden of er collectieve oorzaken zijn die om een collectieve aanpak vragen. Bijvoorbeeld kleine, gehorige behuizing, overlast van drugsdealers of weinig sociale activiteiten en voorzieningen in de buurt. Belangrijk binnen het wijkteam is te weten wat de ander weet, waar je die voor kunt inschakelen, en erop kunnen vertrouwen dat de ander handelt zodra hij van een teamlid een verzoek krijgt. Door samen op pad te gaan kun je van elkaar leren. Competenties als flexibiliteit, over de eigen grenzen heen durven kijken en werken, snel contact zoeken en handelen komen in beeld. Voor de rol van zelf oplossen is de noodzakelijke brede, generalistische kennis binnen een team nog een extra aandachtspunt. Maar ook buiten het sociale wijkteam is sprake van samenwerking. Samenwerking met het sociale netwerk van mensen, buren, vrijwilligers, maatjes, wijkcentra. Maar ook samenwerking tussen vinders van hulpvragen (sociale dienst, Wmo-loket, woningcorporaties) en samenwerking met de tweede lijn als specialistische hulp nodig is. Bij doorverwijzen verwijst het sociale wijkteam een cliënt door naar een andere discipline en wordt deze cliënt een cliënt van de ander. Bij zelf oplossen staat de andere discipline waarnaar is doorverwezen als het ware in dienst van de generalist uit het sociale wijkteam. Ook bij doorverwijzing naar de tweede lijn wordt de cliënt niet opgeschaald naar de tweede lijn, maar blijft hij onder hoede van de werker in de eerste lijn. Vooraf keuzes maken Wil je een brede groep bewoners bereiken, die bij het sociaal wijkteam aanklopt op het moment dat ze laagdrempelige hulp en ondersteuning nodig hebben? Dan zal een wijkteam én moeten investeren in de zichtbaarheid in de wijk, én een bredere groep (professionele) verwijzers moeten activeren om het sociaal wijkteam in een vroegtijdig stadium in te schakelen. Denk bijvoorbeeld aan huisartsen, het Wmo-loket, scholen, wijkcentra en vrijwilligers. Of is het wijkteam ondanks de van oorsprong preventieve en lichte insteek juist bij uitstek geschikt om aan de slag te gaan met zwaardere problematiek in de wijk? Het kan allebei. Een sociaal wijkteam leent zich voor preventieve en lichte interventies, maar ook voor de aanpak van multiproblematiek. De kunst is om hierover vooraf keuzes te maken en je rol, aanpak en team hier op in te richten in plaats van je achteraf te laten verrassen. Kortom: kijk naar de wijk, wie er wonen, welke vragen en problemen er spelen, waar je je op wilt richten en hoe je in contact met die bewoners kunt komen. Maak daarin keuzes en stem daar je rol en teamsamenstelling op af.