Kennis van je rechtspositie Kennis van je rechtspositie maakt dat je weet waar je in een onderhandeling uit kunt komen en voorkomt dat je akkoord gaat met voorwaarden waar je helemaal niet mee akkoord hoeft te gaan. In het kader van de bezuinigingen vanuit de lokale overheid, bespreken we de twee belangrijkste rechtsgebieden. Ten eerste het recht dat geldt wanneer de gemeente handelt vanuit haar publieke taak. Bijvoorbeeld bij het verstrekken van subsidies. Dit is het publiekrecht of bestuursrecht. Ten tweede het recht dat geldt als het gaat om het in gebruik geven van een (gemeentelijke) sportaccommodatie aan de vereniging. Dit is het privaatrecht, in het bijzonder het onroerend goedrecht. De vereniging kan in relatie tot de gemeente te maken krijgen met zowel het privaatrecht als het publiekrecht. Voor de beoordeling van de rechtspositie is het belangrijk om dit onderscheid direct te maken. Onderscheid tussen privaat- en publiekrecht Het onderscheid is onder meer van belang als het gaat om de rechtsbescherming. Voor publiekrechtelijke zaken is dat anders geregeld dan voor privaatrechtelijke zaken. Het publiekrecht geeft de regels over de situaties waarin de overheid acteert vanuit haar publieke taak. Dus zaken die typisch zijn voor een gemeente en bijvoorbeeld niet op het terrein liggen van particuliere instellingen. Je kunt daarbij denken aan: Het besluit tot vergunningverlening voor de verbouwing van jouw accommodatie; Het besluit tot subsidieverstrekking voor een evenement van jouw vereniging; Een besluit over geluid- of lichthinder. Het privaatrecht is van toepassing in situaties waarin de overheid optreedt buiten haar publieke domein. Te denken valt aan situaties tussen de vereniging en de gemeente op het gebied van bijvoorbeeld: een afspraak over het in gebruik geven van een sportaccommodatie; de vaststelling van de hoogte van de huur en andere voorwaarden in de huurovereenkomst die gesloten zijn met de gemeente; het vestigen van een recht van opstal. Het grootste verschil tussen privaatrecht en publiekrecht is dat binnen het privaatrecht in beginsel gelijkheid van partijen geldt in die zin dat ervan wordt uitgegaan dat afspraken tussen partijen door vrije onderhandeling tot stand komen. Dit heeft onder meer gevolgen voor de rechtsbescherming, die binnen het publiekrecht voor de (verondersteld) zwakkere partij veel toegankelijker en sterker is. Wel geldt dat er ook in het privaatrecht veel regelgeving is om de zwakkere partij te beschermen. Dit zijn dan veelal situaties waarin particulieren een contract afsluiten met een bedrijf. Wanneer in het privaat recht twee gelijkwaardige partijen tegenover elkaar staan, is er op het gebied van rechtsbescherming minder voordeel van de één ten opzichte van de ander. Voor een vereniging geldt dat zij in vrijwel alle gevallen gelijk wordt geschakeld met een bedrijf. Gevolg hiervan is dat de vereniging wanneer het privaatrecht van toepassing is in veel gevallen niet de specifieke rechtsbescherming krijgt die een particulier als (verondersteld) zwakkere contractspartij wel krijgt. Hoewel het publiekrecht en het privaatrecht twee afzonderlijke rechtsgebieden zijn, wordt deze scheidslijn soms toch minder duidelijk. Te denken valt bijvoorbeeld aan de situatie waarin jouw vereniging een accommodatie huurt (privaatrecht), maar de gemeente op de huurprijs een bedrag in mindering brengt vanwege subsidie (publiekrecht). Uitgangspunt is dat de positie van de overheid, ook als zij optreedt als contractspartij binnen een privaatrechtelijke rechtsverhouding (bijvoorbeeld de verhuur van een sportaccommodatie), een wezenlijk andere is dan die van een particuliere wederpartij (bijvoorbeeld als de vereniging zaken doet met een projectontwikkelaar). De overheid wordt nu eenmaal geacht het algemeen belang te behartigen. Voor de overheid geldt dan ook een behoorlijk zwaar normenkader waaraan zij zich, ook als zij in het privaatrecht acteert, moet houden. Bron: Brochure Samen Scoren, Nederlandse Stichting voor vereniging en recht: hoofdstuk 2