LWL · Joods Leven in Europa buiten de grote steden · "Risjes" Joods Leven in Europa buiten de grote steden "Risjes" Op zaterdag gingen de meeste joodse veehandelaren niet aan het werk (dus niet de boer op, zoals dat heet). Joodse veehandelaren werden nog wel eens gewantrouwd en uitgescholden. Ze waren bang voor "risjes": antisemitisme. Foto: collectie RHC Groninger Archieven Maar dat gold ook vaak voor de zondag. Omdat christelijke boeren dan zondagsrust hielden, gingen de meeste joodse veehandelaren niet naar hen toe. Daarmee zouden ze die boeren toch maar voor het hoofd stoten. Omgekeerd gedroegen christelijke veehandelaren zich niet altijd even netjes tegenover hun joodse collegas. Het gebeurde nog wel eens dat ze hen uitmaakten voor "rotjood". Ook hadden ze nog wel eens discriminerende oordelen, zoals veehandelaar Bolhuis uit de stad Groningen. Hij geloofde dat joodse veehandelaren helemaal niet werkten. "Daar hebben ze hun mannetjes voor", zei hij een keer. Ruzie onder elkaar Maar ook onderling hadden joodse veehandelaren ruzies. Dat kwam voor een deel doordat er keiharde concurrentie bestond onder de vele veehandelaren. Toch lijkt het er op dat zulke onderlinge ruzies eerder opgelost werden dan ruzies met niet-joden, doordat er toch een joods saamhorigheidsgevoel bestond. Vaak was men (verre) familie van elkaar. En joden hebben de plicht om voor Grote Verzoendag (Jom Kippoer , het feest waarop je elkaars fouten moet vergeven) ruzies bij te leggen. Ook de angst voor "risjes maken" (antisemitisme veroorzaken) speelde mee bij het samen oplossen van ruzies tussen joodse veehandelaren. Zulke ruzies zouden joden alleen maar een slechte naam geven. Daarom losten sommige joodse veehandelaren nog wel eens de fouten van joodse collegas op. -1-