12 in terview I Guy Weizman en Julie Van den Berghe nieuwe artistiek leiders van het Noord Nederlands Toneel Een WTFervaring vol theater, dans en muziek S inds 1 januari is Guy Weizman, naast zijn rol van artistiek leider bij Club Guy & Roni, artistiek en algemeen directeur van het Noord Nederlands Toneel. Julie Van den Berghe is als nieuwe artistiek leider toneel Weizmans rechterhand. De Vlaamse werkte eerder voor NTGent en Toneelgroep Amsterdam en maakte in 2011 Salomé bij het NNT. De opdracht van het duo is duidelijk, de ambitie groot: het succesverhaal van voorgangster Ola Mafaalani verder uitbouwen. Daarvoor gaat het gezelschap de komende jaren nauw samenwerken met Club Guy & Roni en Asko|Schönberg . Wat wordt de koers van het kersverse duo? ➤ f o t o : r e y e r b o x e m | tek st: r ob k asteleij n en m ar c k n ip genre 13 14 toneel + dan s + muz i ek ➤ Weizman: “We zijn druk bezig met het bouwen van een nieuw huis. Een huis waar je vragen kunt stellen, dingen kunt ontdekken en waar we op een nieuwe manier theater gaan maken. Om een beetje vat te krijgen op onze complexe wereld, in de taal van nu. Een interdisciplinair huis, maar omdat sommige mensen zich rot schrikken van dat woord noemen we het Theater Plus: toneel + dans + muziek. Maar misschien ook met fotografie, film of politiek. Gemaakt vanuit de gedachte dat 1+1 zomaar 3 kan zijn. Of 5. Niet omdat het cool en hip is, maar omdat een verhaal meer kanten heeft dan wij met alleen dans of toneel kunnen uitbeelden. Soms kun je iets het beste vertellen met muziek, soms heb je juist de kracht van woorden nodig om de diepte in te duiken. Met als resultaat een WTF-ervaring die je door elkaar rammelt.” Wordt het NNT een heel ander gezelschap? “Nee, eigenlijk gaan we gewoon verder op de weg die het NNT onder leiding van Ola Mafaalani en Ko van den Bosch tijdens eerdere gezamenlijk producties met Club Guy & Roni al was ingeslagen. Crash, waarmee we in 2013 op Oerol speelden, was niet de eerste in die rij, maar wel een perfect voorbeeld van hoe tekst, muziek en beeld in ijzersterke samenwerking het verhaal vertellen. Maar denk ook aan voorstellingen als Sneeuwwitje, De Laatkomer en De Twaalf Gezworenen.” Waarom is Julie Van den Berghe de perfecte partner in crime? “Al dat interdisciplinaire gedoe mag niet leiden tot een rare, smakeloze soep. Acteurs blijven acteurs, dansers blijven dansers. We gaan op zoek naar de dialoog tussen de verschillende disciplines, maar de kracht van ieder ambacht moet kaarsrecht overeind blijven. Daarvoor heb ik iemand naast me nodig die artistiek top is, een theaterbeest, iemand die ruig is en het lef heeft om tegen haar eigen grenzen, maar ook aan die van genres en het publiek te schoppen. Iemand die het motto kill your darlings boven haar bed heeft hangen. Dat en nog veel meer is Julie. Ik ben heel blij dat ze ja heeft gezegd.” Waarom wil je Carrousel maken? “Met Carrousel wil ik laten zien hoe het lijden van enkelen entertainment voor de massa wordt. Hoe tv en sociale media het leed van de wereld in de huiskamer brengt, maar ons tegelijk op veilige afstand houdt. Maar Carrousel gaat ook over mensen die niet meer gezien maar wel bekeken worden. Mensen die ooit grote dromen hadden, maar voor wie het leven eigenlijk alleen nog maar pijn doet. Het door Sydney Pollack verfilmde boek They Shoot Horses Don’t They? vormt voor mij het uitgangspunt. De Vlaamse schrijver Bernard Dewulf heeft voor ons een nieuwe tekst geschreven. Het oorspronkelijke verhaal gaat over een mensonterende en fatale danscompetitie, zoals die in de jaren twintig en dertig in Amerika werden georganiseerd. De deelnemers zijn, wanhopig van armoede, bereid om ten koste van alles op de been te blijven. Ze worden gadegeslagen door rijke, verveelde toeschouwers voor wie het leed van de deelnemers een vorm van vermaak is. Het is letterlijk dance ‘till you drop. Maar waarom kijken wij zo graag naar het lijden van anderen, tijdens realityshows, films, het journaal of op YouTube? Brengt het ons eigen geluk iets dichterbij?” interview Julie Van den Berghe “Dit confronterende en brandend actuele gegeven wil ik nog breder trekken, hoewel ik de dansmarathon als gegeven behoud. Ik wil Carrousel ook maken omdat ik steeds vaker hoor dat mensen het leven ervaren als een doordenderende trein. Maar wat als iemand het allemaal niet meer trekt? De grip op het leven dreigt te verliezen? Nemen we onze verantwoordelijkheid? Steken we onze hand uit? Of kijken we, net als de toeschouwers bij de dansmarathons, toe hoe iemand kopje onder gaat?” Artistiek leider toneel Hoe zou je jezelf omschrijven als theatermaker? “Ik hoorde laatst iemand zeggen dat ik een liveregisseur ben. Ik ben onderdeel van de actie, speel vanaf de zijkant mee met de acteurs. Dat vind ik een mooi compliment. Ik denk dat mijn stukken vaak zwarte sprookjes zijn, die de duistere kant van de mensen omarmen met humor en een rijke beeldtaal. Ik zoek in die duisternis wel altijd naar kleine lichtjes van hoop en sentiment. Want ik geloof dat sentiment in de kunst de mensen een beetje kan troosten en helen.” Hoe kijk je uit naar je werk bij het NNT? “Toen ik in 2011 Salomé maakte bij het NNT ben ik daar zo ontzettend warm ontvangen. Ik had toen uiteraard nog niet zo veel ervaring en ben vanaf de eerste seconde in totale vrijheid gelaten in wat ik wilde maken. Ik ontmoette geen enkele scepsis, alleen openheid en nieuwsgierigheid. Ik heb daar in een veilige omgeving mijn ei kunnen leggen en kon daardoor heel trouw aan mezelf blijven als regisseur. En zo wil ik zelf ook graag leidinggeven. Ik ben nooit zo geïnteresseerd of een acteur zijn teksten mooi kan uitspreken, ik ben vooral benieuwd waarom hij het op die manier wil doen. Ik heb de vrijheid van de anderen nodig om te kunnen maken wat ik wil maken, om samen te ontdekken waar we het over gaan hebben. Maar vrijheid is alleen goed als je weet wat je doet, anders wordt het al snel vrijblijvendheid.” Wat zijn je andere plannen met Groningen? “We hebben heel veel plannen. Naast de producties van bekende regisseurs bieden we ruimte aan twee waanzinnig talentvolle jonge theatermakers: Liliane Brakema en Eline Arbo. Beiden hebben al fascinerend werk op hun naam staan en passen perfect in het plaatje bij wat Julie en ik met het NNT voor ogen hebben. Liliane en Eline gaan de komende twee jaar elk seizoen een productie maken bij het NNT. Daarnaast gooien we vanaf half maart onder de titel Proeflokaal op vrijdag de deuren van De Machinefabriek wagenwijd open voor iedereen die geïnteresseerd is in kunst & cultuur in het algemeen en theater in het bijzonder. Iedere vrijdag ja, want we barsten van ambitie. Maar we gaan ook door met een aantal activiteiten die het NNT al eerder organiseerde, zoals de jongerenprojecten Dichterbij en Spring!” Heb je Julie eigenlijk de stad al laten zien? “Ja een beetje, op m’n brommer.” ✖ Ik pleit voor de schoonheid van het sentiment In het najaar van 2017 breng jij Het huis van Bernarda Alba op de planken. Vanwaar deze keus? “Dat stuk staat al heel lang op mijn verlanglijstje. Ik leerde het kennen toen mijn moeder bij het amateurtoneel zat. Ik was toen rond de tien jaar oud en dacht: oh, als ik dat ooit eens zou kunnen doen. Ik ben zo verliefd op de taal en de wereld van Federico García Lorca! Bij het NNT gaat het dan nu gebeuren. De taal van Lorca is voor die tijd zo modern (1936). Hij is ook een van de weinige mannelijke auteurs die zich zo goed in de psyche van de vrouw kon verplaatsen, zonder veroordelend te zijn. Ik vind dat vrij bijzonder. Hij schrijft proza, maar het is zo rijk aan beeldtaal, achtergrond en fantasie dat het als poëzie klinkt.” Sinds half december woon je in Groningen. Hoe bevallen je eerste weken in het Hoge Noorden? “Groningen is een vriendelijke stad. Dat viel ons onmiddellijk op. Ik voelde mij hier meteen welkom. Men groet mekaar hier in de straat zelfs als het regent en waait. Mijn dochter vraagt dan telkens: ‘Ken jij die meneer, mama? Ken jij die mevrouw?’ ‘Nee Jackie’, zeg ik dan, ‘hier zeggen de mensen gewoon heel lief gedag tegen elkaar!’ Groningen herinnert mij ook aan Gent, de stad in België waar ik zelf vandaan kom. Dezelfde logistiek, water, architectuur. Maar ook een studentenstad waar kroegen openblijven totdat de laatste gast is vertrokken. Een stad met vele invloeden door haar internationale aantrekkingskracht en die geliefd en gerespecteerd wordt door haar (al dan niet tijdelijke) betrekkers. Ik ben heel trots en dankbaar om daar nu deel van te mogen gaan maken! En ik hoop mijn steentje bij te kunnen dragen aan het artistieke en sociale karakter van deze stad.” ✖ 15