ICT en geschiedenis 1ste graad In de Vroege Middeleeuwen was een gedegen intellectuele ontwikkeling het voorrecht van de clerus die de Latijnse taal beheerste. Later werd deze geprivilegieerde situatie geleidelijk ondergraven. Steeds meer maatschappelijke groepen kregen toegang tot de vruchten van de wetenschappelijke wereld. In dit proces speelde de volkstaalliteratuur een belangrijke rol. In het middelnederlandse taalgebied werd Jacob van Maerlant een belangrijk pleitbezorger voor het in aangepaste vorm toegankelijk maken van de bestaande kennis voor een breed publiek. In de 13de eeuw legde hij de basis voor de volkstalige didactische literatuur in de Lage Landen. Maar verspreiding van teksten was slechts mogelijk door het tijdrovend overschrijven, waarbij elk handschrift een unieke tekstgetuige was. De uitvinding van de boekdrukkunst creëerde vanaf het midden van de 15de eeuw revolutionaire nieuwe mogelijkheden tot wetenschappelijk onderzoek en verspreiding van kennis, ook inzake geschiedenis. Zowel de bronnen van de geschiedenis, als wetenschappelijke detailonderzoeken en synthesewerken konden op vele exemplaren tegelijk toegankelijk worden gemaakt voor de geïnteresseerden, op voorwaarde natuurlijk dat zij konden lezen. Ook in het onderwijs werd het gedrukte boek een onmisbaar instrument. De stormachtige opgang van de computer vanaf het einde van de 20ste eeuw genereert een tweede "informatie- en communicatie revolutie". Deze verandert ook het onderwijslandschap ingrijpend. Naast het boek wordt de gedigitaliseerde informatie een onmisbaar instrument bij het onderwijzen en leren. Dankzij de hedendaagse informatie- en communicatietechnologie (ICT) lijken de eeuwenoude ambities van Van Maerlant ten volle te kunnen worden verwezenlijkt. Deze ontwikkelingen creëren nieuwe mogelijkheden en uitdagingen voor het vak geschiedenis op school, zowel m.b.t. de didactische hulpmiddelen als de concrete inhoudelijke invulling ervan. Onze samenleving, beheerst door nieuwsmedia en overspoeld door een informatielawine, heeft meer dan ooit behoefte aan burgers die vaardig kunnen omgaan met het kritisch interpreteren van informatiemateriaal via ICT. De transferabiliteit van de doelen die met het gebruik van ICT-bronnen gepaard gaat, is groot en kan moeilijk worden overschat. Niettemin is een kritiekloos optimisme niet op zijn plaats. Want er wordt niet altijd zinvol omgegaan met de informatie via ICT. In de geschiedenislessen leren leerlingen wel de nodige historische kritiek toepassen op klassieke, geschreven bronnen. Maar die reflex hebben ze niet altijd tegenover de aangeboden digitale informatie. Daarom is het aangewezen om hen veelvuldig en structureel te wijzen op het toepassen van de zogenaamde ‘historische methode’ op de digitale info. Een gezonde attitude aannemen tegenover het digitale aanbod kan via: - - Identificatie van de website Wie maakte de website? Wat is de doelgroep? Wordt dit ook expliciet duidelijk gemaakt? Aangeboden informatie: inhoud, presentatie (lay-out), linken met andere websites, …? Of welke historisch(e) tijdvak(ken) of eeuw(en) slaat de info? Wordt er ook gesitueerd in de ruimte? En op welk(e) domein(en) van de socialiteit slaat de info? Is er ook een link met de actualiteit? Is de aangeboden informatie eerder beschrijvend of verklarend? Gebeurt dit neutraal? Of wordt er aan duiding gedaan? Zo ja, vanuit welke invalshoek? - Wat maakt een website interessant en wat niet? Wordt er verwezen naar andere bronnen? Zo ja, welke? … Raamplan ICT 1ste graad en geschiedenis 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren In de lessen De leerlingen zijn enthousiast over verschillende internettoepassingen in het multimedia–lokaal (zeer gericht opzoekwerk aan de hand van op voorhand uitgezochte websites) en over het klassikaal gebruik van cd-roms. De leerlingen zijn positief over het gebruik van powerpoint tijdens de lessen geschiedenis. Aandacht voor vakwijzers: cf. leerplandoelstellingen. 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. In de lessen Powerpoints worden meestal door de leerkracht zelf gemaakt. Cdroms bij de handboeken bevatten ook verantwoorde informatie. Tijdens internettoepassingen in het ICT-lokaal is er controle door de leerkracht. Werkjes gemaakt op de computer moeten voldoen aan een aantal goed afgesproken zaken. Korte toelichtingen over Google, over de voor- en nadelen van Wikipedia. Ze consulteren via een digitaal leerplatform de inhoudstafel van de cursus, hoe bronnenkritiek toegepast kan worden, hoe een bibliografie op te maken, de uitleg rond jaaropdrachten (bijvoorbeeld opdracht rond het referentiekader), etc. Buiten de lessen De leerlingen gaan spontaan alle zoekopdrachten uitvoeren op het internet. Ze worden in de les vertrouwd gemaakt met het feit dat de gevonden informatie soms van slechte kwaliteit is. Een gezonde attitude aannemen tegenover het internetaanbod is het streefdoel. Buiten de lessen Hier is weinig controle over de manier waarop leerlingen het internet gebruiken. Doelmatig werken met de computer houdt voor de leerlingen in dat ze heel concrete zoekopdrachten moeten krijgen, dat ze gewezen worden op de gevaren en dat ze aan een aantal afspraken moeten voldoen. (Tijdens de les kan bijvoorbeeld getoond worden hoe het wel en NIET moet.) Kritisch omgaan met bronnen is een zeer belangrijk thema in de geschiedenisles. 2 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving. In de lessen De leerlingen hebben meestal al een grote voorkennis van ICTIdem zoals in de lessen. toepassingen, kunnen al vlot zelfstandig werken. Zij kunnen dan ook al opvallend zelfstandig oefenen in het ICT-lokaal. Leerlingen kunnen beschikken over een eigen cd-rom met oefeningen of hotpotatoesoefeningen (oefenen vaardigheden situeren in tijd en ruimte). 1ste jaar: gesloten oefeningen; 2de jaar: meer open oefeningen (schrijven volzinnen, keuze tussen verschillende voorbeelden). Ook ingescande artikels, met vraagstelling. MAAR: Wat ze meestal wel missen, is de kritische ingesteldheid om het internet te gebruiken als informatiedrager. Dit moet een blijvende zorg zijn van de leraar. 4 De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving In de lessen De leerlingen kunnen zelfstandig leren aan de hand van cd-roms en het internet. Powerpoint is een zeer dankbaar medium tijdens de geschiedenisles. Internet bij de hand hebben is handig. Gebruik van webquests. Aanbod blanco schema’s uit werkboek in pdf-file. Zo kunnen de leerlingen de schema’s opnieuw maken. Powerpoints van de leraar (alsook extra documenten) zijn consulteerbaar via een digitaal leerplatform. 5 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. In de lessen Leerlingen worden zelf uitgenodigd om een powerpoint te maken rond een bepaald onderwerp. Ze kunnen goed overweg met het Buiten de lessen Buiten de lessen Meest veilige leeromgeving: cd–roms (bij handboeken), enkele sites uitgezocht door leerkracht. Buiten de lessen Idem zoals in de lessen. 3 programma, zijn creatief. Ook het huiswerk kan op de computer gebeuren (bijv. mythe opzoeken, goden Grieken en Romeinen, vergelijking politiek België – politiek Athene, Rome, vergelijking film en geschiedenisles…). Zij sturen hun werken via een digitaal leerplatform (of intranet) naar de leraar, die remedieert. De leerlingen mogen één en ander ook vorm geven via een eigen, zelfgebouwde website. 6 De leerlingen kunnen met behulp van ICT digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. In de lessen Buiten de lessen Voorbeelden van oefeningen: Verder afwerken taken uit de lessen. - Kennismaking met de oudheid – zaken uit ons dagelijks leven verbinden met de oudheid, dit wordt opgezocht op het internet. - Goden en helden uit de Griekse mythologie – opzoekwerk op het internet. - Slavernij in het oude Rome. - De domeinen van de beschaving: voorbeelden zoeken op het internet. - Mummificatie bij de Egyptenaren… Informatie opzoeken vormt meestal geen probleem. Informatie verwerken lukt mits sterke controle en begeleiding. Informatie bewaren: geen probleem Eventueel jaarwerk rond een historisch figuur. Via digitaal leerplatform beschikken de leerlingen over een uitgewerkte tijdlijn, werkblaadjes, vakwijzers en allerlei tips. Ook verwijzingen naar sites die aan bod komen in de klas. 4 7 De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. In de lessen Buiten de lessen Dit gebeurt waarschijnlijk wel maar er is weinig zicht op. Voorbeelden: lessen over Athene en Sparta. De ene groep geeft les over Athene, de andere groep geeft les over Sparta. Hierbij worden het handboek, powerpoint en internet gebruikt. De domeinen van de beschaving: de leerlingen gaan op zoek naar een site/sites die verbonden kan/kunnen worden aan één van die domeinen. Ook voor groepswerk kan ICT aangesproken worden. Groepjes kunnen elkaars documenten raadplegen. Interessant om groepsopdrachten thuis te laten afwerken. 8 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren. In de lessen Een ICT–opdracht kan eventueel via mail, leerplatform of intranet doorgestuurd worden naar de leerkracht. Via een forum kunnen de leerlingen dringende vragen of problemen voorleggen aan hun begeleidende leerkracht. Enkel de leerlingen die door die leerkracht begeleid worden, kunnen dit ook lezen en eventueel commentaar of vragen toevoegen. Leerlingen communiceren ook via dit kanaal met elkaar voor het afwerken van groepstaken. Buiten de lessen Idem zoals in de lessen. 1 9 De leerlingen kunnen afhankelijk van het te bereiken doel adequaat kiezen uit verschillende ICT-toepassingen In de lessen De kritische houding t.o.v. internet is hier zeer belangrijk. Het is niet eenvoudig voor de leerlingen om op hun leeftijd adequaat te kiezen. De leerkracht geeft enkele voorbeelden van goede en foute voorbeelden van keuzes m.b.t. ICT-toepassingen. .10 De leerlingen zijn bereid hun handelen bij te sturen na reflectie over hun eigen en elkaars ICT-gebruik In de lessen Klassikale evaluaties van opdrachten. De leraar geeft regelmatig aanzetten tot zelfevaluatie. Bedoeling is dat dit leidt tot attitudevorming: reflectie over het eigen handelen. Buiten de lessen Idem zoals in de lessen. Buiten de lessen Idem zoals in de lessen. 2