Soortenfiche Noord-Amerikaanse waterschildpadden

advertisement
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
Soortenfiche
Natuur.studie
nummer 1
2014
Robert Jooris
De natuur heeft je nodig. En vice versa.
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
Robert Jooris
Kleine waterschildpadjes zien er lief uit en vooral kinderen zijn er verzot op. Maar de diertjes kunnen
veertig jaar oud worden, ze groeien en worden te groot voor het aquarium in de huiskamer met als
gevolg dumping in de natuur en een verder leven in suboptimale omstandigheden. Tot op heden is de
import van twee taxa Noord-Amerikaanse waterschildpadden verboden: de Roodwangschildpad
(Tachemys scripta elegans) (EEG Verordening 338/97) en de Sierschildpad (Chrysemys picta) (EEG
Verordening 101/2012). De ‘Turtle Farms’ in de USA hebben sindsdien hun kweek en export uitgebreid
naar andere ‘commerciële’ waterschildpadden (*). Meer en meer worden nu Geelbuikschildpadden
(Trachemys scripta scripta), Geelwangschildpadden (Trachemys scripta troostii), Zaagrugjes
(Graptemys) en meer zuidelijk levende waterschildpadden (Pseudemys) geëxporteerd.
Gelukkig kunnen de Noord-Amerikaanse waterschildpadden zich (voorlopig?) in het Atlantisch klimaat
van West-Europa niet voortplanten, maar in de landen in het Middellandse Zeegebied doen ze dit wel
en treden ze bovendien in competitie met inheemse waterschildpadden. Maar als de jaarlijkse
importen in Europa (in casu België) blijven doorgaan, hebben ze ook in onze gebieden een verdere
invloed op het ecosysteem. Schildpadden die hier lang aanwezig zijn, worden vervangen door nieuwe
import. Dit is allemaal het gevolg van de massale verkoop van ‘babyschildpadjes’ in diverse
'petshops'.
Www.waarnemingen.be biedt een unieke kans om de evolutie van hun aanwezigheid in ons land op
de voet te volgen. Aan de hand van hun vrij unieke koptekening zijn ze immers in veel gevallen relatief
gemakkelijk te herkennen (zie foto’s koptekeningen van de respectievelijke taxa).
(*) Jaarlijkse import van Noord-Amerikaanse waterschildpadden in België (gegevens FAVV)
Opmerking: een deel hiervan wordt verder verdeeld naar de buurlanden
Jaar
2010
2011
2012
2013
2014
Aantal zendingen
17
24
19
17
13
Aantal dieren
67.450
89.113
71.803
66.905
47.771
Opmerking: De Verenigde Staten staan bekend om hun waterschildpadden fauna. Naast de in deze
soortenfiche vermelde Noord-Amerikaanse zoetwaterschildpadden bestaan nog andere soorten zoals
de Westelijke moerasschildpad (Actinemys marmorata), de Druppelschildpad (Clemmys guttata), de
‘Chicken Turtle’ (Deirochelys reticularia), Blanding’s schildpad (Emydoidea blandingii), de
Bosbeekschildpad (Glyptemys insculpta) en Muhlenbergs schildpad (Glyptemys muhlenbergii), de
Bijtschildpadden (Chelydra) en Gierschildpadden (Macrochelys), Diamantrugschildpadden
(Malaclemys), Modderschildpadden (Kinosternon), Muskusschildpadden of ‘Stinkpotjes’(Sternotherus)
en ‘Softshells’ (Apalone). Vanwege hun hogere commerciële waarde bij de terrariumliefhebbers is de
kans klein dat ze in onze natuur gedumpt worden.
Voor meer informatie over deze waterschildpadden: zie Ernst C.H. & Lovich J.E., 2009. Turtles of the
United States and Canada, 2nd Edition.
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
1
Geelbuik-, Roodwang- en Geelwangschildpadden
(Trachemys scripta)
Deze drie Noord-Amerikaanse waterschildpadden (de ‘Pond Sliders’) worden, samen met de minder
bekende Trachemys gaigae uit het Rio Grande gebied in het zuidwesten van de Verenigde Staten en
de Rio Conchos en Rio Naza in NO-Mexico, onder het genus Trachemys geklasseerd. Van deze
‘Sliders’ zijn tien soorten bekend waarvan de meeste leven in de neotropische regio (Catalogue of
Life: 2013 Annual Checklist). Aangezien enkel de taxa uit de Verenigde Staten zich in ons Atlantisch
klimaat van West-Europa voor een relatief lange periode kunnen handhaven, worden zij hier
besproken. Het natuurlijk verspreidingsgebied van Trachemys scripta strekt zich uit van het
zuidoosten van de staat Virginia tot het noorden van Florida en westwaarts tot Kansas, Oklahoma en
New Mexico. Maar als gevolg van de export in de ‘pet trade’ hebben deze waterschildpadden
broedpopulaties gevormd in alle 48 staten van de USA, Hawaï en in diverse landen van alle
continenten met uitzondering van Antarctica.
Geelbuikschildpad (Trachemys scripta scripta)
Een vrij grote waterschildpad die een schildlengte van 30 cm kan bereiken; Ze heeft een brede ietwat
S-vormige postorbitale gele streep langs weerszijden van de kop. Deze streep is relatief breed en
buigt zich ter hoogte van de bovenkaak naar achteren. Geelbuiken bezitten ook een brede gele streep
op elk pleuraal schild. Net zoals bij de andere ondersoorten van Trachemys is het schild (carapax)
licht gekield en is de achterrand van de carapax getand. De carapax is olijfbruin gekleurd en geel
gestreept. Het schild van volwassen dieren wordt donkerder naarmate ze ouder worden. De
randschilden (marginalia) hebben donkere vlekken omgeven door een lichtere rand. Het plastron
(onderkant van de schildpad) is geelachtig en de meeste schildjes van het plastron hebben een
donkere vlek. Bij veel dieren zijn echter de achterste schilden gevlekt of is het plastron vlekkeloos.
Volwassen mannetjes (en sommige vrouwtjes) worden donkerder of zelfs melanistisch. De carapax
van volwassen mannetjes is vlakker dan deze van de vrouwtjes. Het natuurlijk verspreidingsgebied
van de Geelbuikschildpad sterkt zich uit van ZO-Virginia tot Noord-Florida.
Aangezien het importverbod van 1997 expliciet geldig was voor Roodwangschildpadden en de ‘Turtle
Farms’ in het zuiden van de Verenigde Staten zich nu ook richten op de kweek van Geelbuik- en
Geelwangschildpadden zullen beide ondersoorten in de toekomst in Europa wellicht de meest
algemene waterschildpadden worden.
Fig. 1.
Koptekening
Geelbuikschildpad
(foto: Robert
Jooris)
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
2
Kaart 1. Verspreidingsgebied van de
Geelbuikschildpad (Trachemys scripta) in
de USA (volgens Ernst C.H. & Lovich J.E.,
2009).
Roodwangschildpad (Trachemys scripta elegans)
De Roodwangschildpad is in ons land tot op heden de meest waargenomen Noord-Amerikaanse
waterschildpad. Ze is gemakkelijk te herkennen aan de brede rode streep achter de ogen langs
weerskanten van de kop. De rode streep verdwijnt soms bij oudere dieren. Toch zijn roodwangen nog
gemakkelijk te herkennen aan de hand van hun koptekening. De lichtgele streep begint onder het oog,
is dunner dan bij de Geelbuikschildpad en loopt schuin door tot de hals. Roodwangschildpadden
kunnen net zoals de andere ondersoorten van het genus Trachemys een even grote schildlengte
bereiken en meer dan 40 jaar oud worden. Het natuurlijk verspreidingsgebied van de
Roodwangschildpad is de vallei van de Mississippi van Illinois tot de Golf van Mexico.
Fig. 2. Koptekening Roodwangschildpad (foto Robert Jooris)
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
3
Geelwangschildpad (Trachemys scripta troostii)
De Geelwangschildpad onderscheidt zich van de Roodwangschildpad door een brede gele streep
achter de ogen, op de plaats van de rode streep bij de Roodwangschildpad. Het oorspronkelijk areaal
van deze ondersoort wordt gevormd door de bovenloop van de Cumberland en Tennessee rivieren in
het zuidoosten van Virginia en Kentucky tot het noordoosten van Alabama.
Fig. 3 . Geelwangschildpad (foto: Willy Dias)
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
4
Zaagrugjes (Graptemys)
Niet minder dan 12 soorten Zaagrugjes zijn er beschreven in de Verenigde Staten maar slecht een
paar daarvan worden voor door de ‘Turtle Farms’ op commerciële basis gekweekt en geëxporteerd
zodat we ze in de waterpartijen in ons land kunnen vinden. Sommige soorten Zaagruggen bezitten in
hun juveniel of subadult stadium prominente knobbels op de rug waardoor ze een hogere
commerciële waarde hebben bij terrariumliefhebbers. Die knobbels verkleinen naarmate ze ouder
worden. Ook het beperkt verspreidingsgebied van bepaalde soorten bepaalt hun commerciële waarde
waardoor de kans zeer klein is dat die soorten in de natuur gedumpt worden. Het zijn vooral de meer
algemene soorten die we in de natuur in België aantreffen.
Gewone zaagrug
(Graptemys pseudogeographica pseudogeographica)
Fig. 4. Koptekening Graptemys pseudogeographica pseudogeographica (foto: Robert Jooris)
Beide ondersoorten leven in de ‘wetlands’ langs de Missouri, de bovenstroom van de Mississippi en
van de Ohio rivier. Het verspreidingsgebied van deze nominaatvorm strekt zich uit van Ohio, Indiana,
Ilinois, Wisconsin, Minnesota en de Dakotas zuidwaarts tot het westen van Kentucky, Tennessee en
Missouri
De twee ondersoorten pseudogeographica en kohnii zijn relatief gemakkelijk te onderscheiden op
basis van hun koptekening. Hoewel de postorbitale tekening enigszins licht variabel is, bezit de
ondersoort pseudogeographica een naar achter gerichte minder prominente boogstreep achter de
beide ogen.
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
5
Mississippi zaagrug
(Graptemys pseudogeographica kohnii)
Fig. 5. Koptekening Graptemys pseudogeographica kohnii (foto: Robert Jooris)
Deze ondersoort leeft meer zuidelijk in het westen van Tennessee, centraal Missouri, mogelijk ook in
het zuidoosten van Nebraska, zuidwaarts tot het oosten van Texas, Louisiana en het westen van
Mississippi. Het grootste deel van het verspreidingsgebeid van de ondersoort kohnii situeert zich ten
westen van de Mississippi. De ondersoort kohnii bezit een halfcirkelvormige boogstreep achter het
oog. De onderkant van de boog belet dat de nekstrepen het oog bereiken zoals bij de nominaatvorm.
Kaart 2. Verspreiding van de Zaagrugjes
(Graptemys pseudogegraphica ssp.) in de
USA (volgens Ernst C.H. & Lovich J.E.,
2009).
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
6
Ouachita Zaagrug (Graptemys ouachitensis)
Fig. 6. Koptekening Graptemys ouachitensis sabinensis (foto: Robert Jooris)
Graptemys ouachitensis werd vroeger als een ondersoort van G. pseudogeographica geklasseerd
maar wordt sinds 1993 als een aparte soort beschouwd. Het natuurlijk verspreidingsgebied van de
Ouachita zaagrug strekt zich uit van Texas en Louisiana, noord- en oostwaarts tot het oosten van
Kansas, het oosten van Iowa, Minnesota, Wisconsin, Illinois, Indiana, Kentucky, Tennessee en het
noorden van Alabama. Geïsoleerde populaties leven in Kansas (Mitchell en Pawnee Counties, meer
dan 200 km ten westen van het kerngebied) en in Zuid- en Centraal Ohio en West Virginia.
Van Graptemys ouachitensis zijn twee ondersoorten bekend: G. ouachitensis ouachitensis uit de
Ouachita rivier systeem dat zich uitstrekt van het noorden van Louisiana westwaarts tot Oklahoma en
noordwaarts tot Kansas, Nebraska, Minnesota, Wisconsin, Indiana, Ohio en West-Virginia. Het areaal
van G. ouachitensis sabinensis is gelimiteerd tot de Sabine rivier en zijn bijrivieren in Texas en
Louisiana. Graptemys ouachitensis sabinensis (zie foto) heeft een ietwat verlengde, ovale vlek achter
het oog, vier tot vijf nekstrepen die tot het oog reiken en twee kleine vlekjes onder de ogen.
Kaart 3. Verspreiding van de Ouachita
zaagrug (Graptemys ouachitensis) in de
USA (volgens Ernst C.H. & Lovich J.E.,
2009).
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
7
‘Painted turtles’ (Chrysemys)
Fig. 7en 8. Chrysemys picta (foto’s: Robert Jooris)
Het genus Chrysemys heeft een groot verspreidingsgebied dat zich uitstrekt van zuidelijk Canada tot
Louisiana en het noorden van Mexico en van de Atlantische Oceaan tot de Stille Oceaan. Er is echter
maar één soort, Chrysemys picta. Deze soort is vrij attractief en geliefd als terrariumdier. Van
Chrysemys picta bestaan vier ondersoorten: picta, belliii, dorsalis en marginata.
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
8
Het areaal van C. picta bellii strekt zich uit van het westen van Ontario door het zuiden van Canada tot
Brits Colombië, zuidwaarts tot Missouri, het noorden van Oklahoma,, het oosten van Colorado,
Wyoming, Idaho en het noorden van Idaho en verspreid in van elkaar gescheiden gebieden in het
zuidwesten van de US. Omwille van het noordelijk voorkomen op het Amerikaanse continent zou deze
ondersoort zich volgens sommigen mogelijks kunnen voortplanten in ons West-Europees Atlantisch
klimaat. C. picta bellii is, net zoals de Roodwangschildpad, opgenomen in bijlage B van de Europese
verordeningen waardoor er sedert 2003 een importverbod geldt! De andere ondersoorten hebben
allen een meer zuidelijk verspreidingsgebied waardoor hun overlevingskans op langere termijn, laat
staan zich voortplanten, nagenoeg onbestaande is. Dit neemt uiteraard niet weg dat ze toch in onze
natuur kunnen gesignaleerd worden. Alle Chrysemys ondersoorten zijn vrij duidelijk te herkennen aan
hun typische koptekening die bestaat uit twee dikke evenwijdig lopende gele strepen, iets onder een
meer achterwaarts liggende streep net boven het oog.
Kaart 4. Verspreiding van de
Sierschildpad (Chrysemys) in de US
(volgens Ernst C.H. & Lovich J.E.,
2009).
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
9
‘Cooter Turtles’ (Pseudemys)
Fig. 9. Pseudemys nelsoni (foto: Robert Jooris)
Het genus Pseudemys omvat een achttal soorten die op basis van enkel hun koptekening (zie fig. 8
en 9) relatief moeilijk te determineren zijn. Hierbij spelen ook andere kenmerken (vorm, kleur en
tekening van carapax en plastron) een rol. Vertegenwoordigers van deze groep zijn in het verleden al
in ons land waargenomen. De meeste taxa hebben echter een vrij zuidelijk verspreidingsgebied
(Florida, Mississippi, Alabama, Texas, New Mexico) waardoor hun overlevingskans in ons Atlantisch
klimaat, vooral na een strenge winter, relatief klein is. Enkel de Roodbuikschildpad (Pseudemys
rubriventris) heeft een meer noordelijk areaal (zie kaart 6) en is veel beter bestand tegen ons
Atlantisch klimaat dan de meeste andere ‘Cooters’ . Deze waterschildpad leeft in de Atlantische
kustvlakten vanaf centraal New Jersey, zuidwaarts tot net noordoosten van North Carolina en het
oosten van Virginia. De koptekening van de ‘Cooters’ verschilt echter duidelijk van de hoger
beschreven Noord-Amerikaanse waterschildpadden. Voor de waarnemers van www.waarnemingen.be
volstaat dus een determinatie op genus niveau (Pseudemys).
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
10
Fig. 10 en 11. Pseudemys nelsoni (boven) en P. gorzugi (onder) (foto’s: Robert Jooris)
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
11
Fig 12. Koptekening van enkele ‘Cooters’
uit het zuiden van de Verenigde Saten (*)
Suwannee Cooter (Pseudemys
suwanniensis)
Peninsula Cooter (Pseudemys
peninsularis)
Florida Roodbuikschildpad (Pseudemys
nelsoni)
(*) Ashton R.E. Jr. & Sawyer Ashton P.,
1985. Handbook of Reptiles and
Amphibians of Florida. Part two. Lizards,
Turtles & Crocodilians. Windward
Publising, Inc., Miami
Kaart 5. Verspreiding van de Florida
Roodbuikschildpad in de USA
(volgens Ernst C.H. & Lovich J.E., 2009).
Kaart 6. Verspreiding van de
Roodbuikschildpad (Pseudemys
rubriventris) in de USA
(volgens Ernst C.H. & Lovich J.E., 2009).
Soortenfiche
Noord-Amerikaanse waterschildpadden
12
opterologisch2onderzoek in het natuurinrichtingsproject Paddestoelen
Laanvallei • juni
zoeken
2002 in Vlaanderen - Een aanmoediging voor beginners
Download