Kloneer een gen van interesse. In fig. 1 zie je een plasmidekaart van de vector pUC19 met een handige MultiCloningSite (MCS). Probeer het gen “ORFkanR” uit het plasmide pUC4K (fig.2) te kloneren in de MCS van pUC19. Na het kloneren wordt het gen tot expressie gebracht in een bacteriestam. Hier wordt plasmide DNA uit geisoleerd en door knippen met een restrictie-enzym (RE) gecontroleerd of de klonering gelukt is. Vraag A. Met welke restrictie-enzymen is het mogelijk om het gen te kloneren? Geef zoveel mogelijk opties. Vraag B. Zodra het gen gekloneerd is wordt een controle uitgevoerd of de klonering gelukt is door te knippen met RE HindIII. Geef voor alle opties uit vraag A de grootte van de DNA fragmenten. Vraag C. Teken het DNA fragementen in naast de molecuulmarker in fig. 3. Vraag D. Met het restrictie enzym BspHI knip je pUC4k. Welke DNA framenten verwacht je? Geef deze ook aan in fig. 3. pUC19 Fig.1 BspHI (3762) NarI (236) BglI (251) DraI (3504) EcoRI (396) BamHI (405) SalI (411) PstI (421) 1 AmpR BglI (3047) pUC4K DraI (2812) DraI (2793) BspHI (2754) mogelijkheden 1 2 3 4 5 6 7 8…… NdeI (184) BspHI (3867) 3914bp ORF kanR 271 AA HindIII (981) NsiI (991) NsiI (1257) ClaI (1410) XhoI (1501) BspHI (1581) PstI (1661) SalI (1663) BamHI (1669) EcoRI (1678) Fig.2 Fig.3