Vanalles en nog wat (eerste semester)

advertisement
Moleculaire Biologie
1)lac operator
2) GUS-reporter pg164
3)wat weet je over endotoxines
4)je krijg 2 sequenties en je moet zeggen of ze geschikt zijn als primers of nie en waarom, zie pg
174
5)inclusielichaampjes
6)bespreek (bondig) de PCR
7)multiple choice maar ik weet ze niet meer precies sorry!
1.Experiment van Meselson en Stahl (DNA semi-conservatieve replicatie)
2. SOS respons bespreken
3. een of andere juist-onjuist (dus alles of niets vraag) vraag, weet ze niet meer, het was iets met
Sanger methode, denk datzelfde met die dideoxyribodinges (was onjuist).
4. Je krijgt 4 dsDNA strengen en moet diegene vinden waar een polypeptide uit gemaakt kan worden
(dus startcodon vinden, stopcodon zat er niet bij)
5. Splicing uitleggen
6. Wat zijn transcriptiefactoren en de verschillende klassen bespreken (Leucine zipper e.d.)
7. een zeer makkelijke meerkeuzevraag, 't kwam erop neer dat je moest weten in welke groep elke
base thuishoort (>>> purines of pyrimidines)
1) verschil tussen proteomics en micro-array
2) GFP
3) Goed of fout: zijn steroïd hormonen induceerbare TCF (nee!!!)
4) mRNA masking
5) je krijgt twee primes met sequenties en moet de annealingT berekenen (T = 2x (alle A + T'kes
tellen) + 4x (alle C + G'kes tellen)
6) methode van Sanger
7) welke bewering is fout:
a) het genoom van E Coli telt 4.7 miljoen bp, dat van de mens 2.9 miljard
b) lambda repressor en cro repressor zijn de componenten van de lysogene/lytische switch, en
binden allebei op Ol1, Ol2, Ol3, Or1, Or2 en Or3
c) lac operon wordt door een activator en een repressor gecontroleerd
d) vergeten
1) Beschrijf het arabinose-operon
2) Microarray: kort principe
3) Ook 2 primers met sequenties gegeven. Waarom (niet) gebruiken voor PCR?
4) Juist/Onjuist: dideoxyribonucleotiden waarmee de primer eindigt, bij 4 mengsels bij methode van
Sanger (onjuist)
5) 4 stellingen: welke is juist?
a) ook van lac operon: positief en negatief gereguleerd
b) ook van lambda repressor en cro-eiwit...
c) steroïdhormonen zijn voorbeelden van induceerbare transcriptiefactoren
d) CAT verschilt van GUS, luciferase, ... door dat deze laatsten op levende organismen kunnen
toegepast worden.
(a was juist!)
6) Wat is een getemperde faag?
7) Zuivering d.m.v. 'tags'
1 bespreek southern blotting
2 bacteriële promotor in relatie met RNA polymerase
3 Waar of niet: als de tepmeratuur stijgt, neemt de viscoziteit in een DNAoplossing af
4 anealing temperatuur voor primasen met gegeven sequentie
5leg uit wat Kozalk sequentie is
6 leg het prinsipe van Wobble uit
7 wat is niet juist:
a: Ribampiciline inhibeert bacteriele translatie-initiatie
b: inset of deletie van 1 of 2 basen geeft frameshift
c topoisomerasen halen supercoil uit dsDNA met verbruik van ATP
d: lac opezron is + en – gereguleerd
Ecologie
die figuur uit hfdst twee met die bladen dag/nacht, inkomende/uitgaande straling
- uit hfdst 5: J versus S vormige groeicurve
- hfdst 8: ozonprobleem (zowel troposfeer als stratosfeer)
Hoofdstuk 2: De manieren waarop een plant haar warmte verliest fig 2.16 (denk ik)
Hoofdstuk 3: Hoe gaat de energie door een voedselketen, en het verschil tussen de grazers en de
detritusketen
Hoofdstuk 6: Die tabel van Successie, een aantal van die termen uitleggen, en de definitie van
Successie
fig. 2.4
fig . 3.19
fig 6.1
fig 1.2 mr de vraag is: geef de componenten en de functies van een ecosysteem (dus eigenlijk moete
tabel 1.4 bespreken!!!)
fig 3.6
fig 5.11 (en 5.12)
Op de Beeck, is dat in drie woorden?
- figuur 2.17 Langs welke wegen wisselt organisme energie uit met de omgeving? + bespreken van de
zes diagrammekes (da was bij mij gene vette, vier keer in mijn tong gebeten van de zenuwen en elk
zin ongeveer drie keer herhaald (omdak de antwoorden bij die beestjes ni echt wist))
- Figuur 3.6 Wat is biomassa en NPP? Leg uit voor fig 3.7, turnover en turnovertijd.
- tabel van successie: wat is successie? en een paar verscillen in die tabel verklaren
Natuurbeheer
1. 'een levensgemeenschap met veel individuen heeft een grotere diversiteit dan een met weinig
individuen'. Eens of oneens? + uitleggen met componenten van biodiversiteit en hoe biodiversiteit
meten?
2. eilandbiogeografie: vulkaanuitbarsting => 1 eiland nieuw, 1 gehalveerd en 1 groot veraf,
onaangetast. Diversiteit vlak na uitbarsting en na 25 jaar?
3. Bespreek het belang bij het beschermen van bv. steltlopers, van het creëren van meerdere
beschermde gebieden (getijden-ketens.) + geef de instrumenten waarmee dit mogelijk is (VEN,
vogelrichtlijn en ramsar)
4. Bespreek de verschillende plantenstrategieën bij verschillende omgevingsfactoren.
1) Reservaat kiezen. Vorm én elementen ervan?
2) Gebiedsgerichte aanpak? MIRA T en S en BE vroeg hij in bijvraagje -->wel leerstof dus! Verschil
tussen groene hoofdstructuur en VEN was tweede bijvraagje.
3) Ruimterelaties. Hoe natuur beheer/behoud toepassen? Bvb. Padden: fysische barrière naar de poel
==> paddenoverzet/vrijwilligers/tunnels/... Zo nog minstens 2 andere voorbeelden geven.
4) Wereldmilieuproblematiek. Wat, componenten? Hoe 'oplossen' door milieubeleid?
1) Waarom kunnen er verschillende vegetatietypen op een korte afstand voorkomen in een
valei? (zie ecohydro)
2) Waarom moet je verschillende waddengebieden beschermen voor watervogels (Rosse
Grutto etc) - zie trek en ideal free distribution
3) Een populatie van 150 individuen wordt door wegen geïsoleerd van de hoofdpopulatie. Wat
zijn de effecten hiervan op die populatie en als deze negatief zijn, hoe zou je ze dan
verminderen? (zie inteelt, etc etc blabla ;) )
4) Twee gebieden maar je kan er maar één aankopen. Op welke criteria baseer je je voor je
keuze?
1) habitatfragmentatie: daling biodiversiteit
2) geef de verschillende uitgangspunten voor milieubeleid en hoe in Vlaanderen
3) verschillende beheerstechnieken en waarom beheren?
4) door mens daling biodiversiteit, indien mens er niet geweest was zou biodiversiteit nog sterk
kunnen stijgen. Mee eens of niet
1. In het Wadde,gebied gaan ze boren voor gas. Hierdoor zakt de bodem en is de overspoelingsduur
van de slikken langer geworden. Wat zijn de korte en de lange termijn gevolgen voor de steltlopers
2. Wat zijn de belangrijkste dingen in de milieuproblematiek, en wat wordt via het milieubeleid hieraan
gedaan
3. Twee gebieden kopen en er maar eentje kunnen betalen. Waarop basseer je je keuze
4. In een vallei op korte afstand verschillende vegetatietypes, verklaar
gevolg voor dieren bij afbraak sluizen?
*grondwatertrappen
*eilandtheorie
*stel reservaat? hoe er best uitzien?
1 groot of versch kleine,...
*warembos?
vallei, versch typen...
*levensgem met meer soorten heeft grotere biodiv dan een met minder soorten? waar of niet?
*3 eilanden verschillend van vorm, afstand, grootte... relatieve biodiversitei bespreken
*krijgt budget om natuurgebied te kopen. keuze tss 2 gebieden.
waarop baseert u uw keuze?
Gedragsbiologie
1. Leg bondig de manieren uit hoe sexueel dimorfisme (~ secundaire geslachtskenmerken) ontstaat,
en geef hierbij ook de rol van ouderinvestering aan
2. Altruisme: a. Definieer en geef enkele voorbeelden
b. familie-altruisme: wat is het en leg uit hoe het zich via natuurlijke
selectie kan handhaven in een populatie, a.h.v. een (hypothetisch)
voorbeeld
3. Hoe speelt een spreeuwenkoppel het voor mekaar om hun kroost te voeden en voor welk dilemma
komen ze te staan? > video spreeuwen
4. Hoe manipuleert een koekoeksjong haar rietzanger-pleegouders om genoeg voedsel aan te
brengen? > Artikel over the cuckoo
5. De organisatie-activatietheorie. zelfde vraag als die bij de voorbeeldvragen oep de fabiant-site
6. wederkerig altruisme=
deïmatisch gedrag=
inclusieve fitness=
de andere woordjes schieten mij niet te binnen....
Biochemie


Einde hoofdstuk 15: ATP hydrolise koppelen aan endergonische reactie .....
Hoofdstuk 16: begin met dat multi-enzyme complex ...
isotopen (zo me die ratten en glucose toediening enzo)
-
paar dia's van glycolyse (overzicht en paar enzymen) hij vroeg wel wrm da
glucose naar fructose wordt omgezet, wa het nut daarvan was. da is dus omda
na splitsing er dan 2C3 moleculen gevormd kunne worden (GAP en DHAP),
terwijl bij glucose er een C2 en een C4 gevormd wordt
. substraatspecificiteit: da prentje over da geel substraat da in het enzyme past ; NADH;ATCase
uitleggen
vraagje van vanonckelentwege: hoe precies komt het da ge een sigmoidale curve krijgt? antwoord:
één substraat bindt,verandering in tertiaire conf en hierdoor verandering in quaternaire structuur,
andere katalytische sites ook in geschikte structuur voor substraatbinding, blablabla
da was voldoende uitleg en hij verwachtte dus ni da ge weet datter H-bruggen tussen die en die AZ
tussen twee loops intersubunits verbroken worden en dan intramoleculair ander gevormd worden, ofzo
2. vetzuursynthese: verschillen tussen pathway vetzuuroxidatie en -synthese; de pathway uitleggen;
werking van da vetzuursynthase, transport van acetylcoA van mitochondriën naar cytosol
vraagje:
1.waarom dat transport? antwoord: omdat vetzuursybthese gebeurt in cytosol en acetylcoA daar zit na
omzetten van pyruvaat om eigenlijk Krebscyclus te starten
2. langswaar wordt NADPH gevormd ( da reduceert tijdens de vetzuursynthese, vandaar de vraag) via pentosefosfaatpathway > da vond hij genoeg als antwoord
en bij planten? ikke: via de fotosynthese, meneer > was ook genoeg
Evolutie
1. 10 definities
2. 12 soorten salamanders, 4 blind en in grotten, andere niet.......
bedenk verklaringen en testen om uw verklaring te testen....
Ontstaan van:
 mens
 mensapen
 kunst
 apen
 vogels
 dinosauriërs
 atomen
 leven
 …
Download