Onderzoek & praktijk ouderenzorg | Jita Hoogerduijn, Saskia Weldam, Marieke Schuurmans oudere patiënten in het ziekenhuis verdienen extra aandacht en zorg Trefwoorden • Anamnese • Best Practice • Ouderenzorg om te voorkomen dat ten gevolge van de opname blijvend functieverlies ontstaat. In het project ‘Sneller en Beter Thuis’ werkten HBo-V-studenten en verpleegkundigen samen aan het ontwikkelen van een anamnese die risico’s bij een patiënt aan het licht brengt. Het project van de Hogeschool utrecht en het universitair medisch Centrum utrecht laat zien hoe kennis Samenvatting geïntegreerd kan worden in de beroepspraktijk. Voorspellende factoren voor functiever- Trefwoorden lies bij ouderen door een ziekenhuisop- •name Invullen vormden de basis voor het ontwik•kelen Invullen van een senior gerichte anamnese. Deze anamnese maakt deel uit van het project ‘Sneller en Beter Thuis’ waarin de HogeschoolUtrechtenhetUniversitair MedischCentrumUtrechtsamenwerken Samenvatting aan het terugbrengen van de mate van Invullen functieverlies bij in het ziekenhuis opge- ontwikkeling van een senior gerichte anamnese nomen ouderen en verkorten van de opnameduur. Hiertoe werden een screeningsinstrument en een senior gerichte anamnese ontwikkeld en interventies vastgesteld. Ook werd de continuïteit van de zorg geoptimaliseerd. Auteurs Drs. Jita Hoogerduijn is werkzaam bij het lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen en bij de HBO-VvandeHogeschoolUtrecht.Zij doet onderzoek naar het voorkómen van complicaties tijdens een ziekenhuisopname bij oudere patiënten. Drs. Saskia weldam is verpleegkundig specialist bij de Divisie Hart en Longen vanhetUniversitairMedischCentrum Utrechtenprojectleidervanhetproject Sneller en Beter Thuis. Dr. marieke Schuurmans is lector bij het lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Auteur Zorg voor Mensen met Chronische aandoeningen van de naam invullen HogeschoolUtrecht.Zijpromoveerdeop het herkennen van delirium bij oudere Correspondentie: patiënten en coördineert verschillende invullen onderzoeken naar de effecten van een ziekenhuisopname bij ouderen. Correspondentieadres: [email protected] 46 | Veilige zorg is een actueel onderwerp. Een van de tien thema’s in het door het ministerie van VWS en de koepelorganisaties van verpleegkundigen en artsen vastgestelde veiligheidsprogramma: ‘Voorkom schade, werk veilig’ gaat over zorg voor ouderen. Het wordt omschreven als ‘Voorkomen van onbedoelde vermijdbare schade bij de oudere patiënt met specifieke aandacht voor: herkennen en voorkomen van delier (verwardheid), valpreventie, voorkomen van mobiliteitsverlies en voorkomen en verhelpen van ondervoeding’. Bij een grote groep ouderen die opgenomen zijn in het ziekenhuis ontstaat blijvend functieverlies als gevolg van de opname. In de literatuur worden percentages gemeld van 30 tot 60 procent (Hoogerduijn e.a., 2007a). Functieverlies betekent dat mensen minder goed in staat zijn tot het zelfstandig verrichten van de activiteiten van het dagelijks leven (ADL) zoals zich wassen en aankleden en zich in huis verplaatsen, of minder goed in staat zijn om de instrumentele activiteiten van het dagelijk leven (IADL) uit te voeren zoals koken, het huishouden doen en boodschappen doen. De gevolgen van het blijvende functieverlies zijn onder meer: een verlengde opnameduur, meer zorg in de thuissituatie, meer verpleeghuisopnames en een verhoogde kans op overlijden tijdens of na de ziekenhuisopname. Bekend is dat vele factoren samenhangen met het ontstaan van functieverlies. Inzicht in deze predictoren (voorspellende factoren) is de basis voor een gericht beleid om complicaties te voorkomen (Hoogerduijn, 2007b). Predictoren kunnen al aanwezig zijn bij de opname, maar ook ontstaan of verergeren tijdens de opname. In dat geval spreken we meestal van complicaties als gevolg van de opname. Verschillende van deze predictoren – zoals ondervoeding, delier en decubitus – hebben de laatste jaren meer aandacht gekregen. Ze worden veelal behandeld als op zichzelf staand probleem. Bij oudere patiënten gaat het echter niet om geïsoleerde problemen. Ouderen hebben juist vaak te maken met meerdere problemen die onderling ook weer met elkaar in verband staan. De oudere die met ondervoeding wordt opgenomen krijgt eerder decubitus, krijgt eerder een infectie, ontwikkelt eerder een delier, heeft daardoor een verhoogde kans op vallen enzovoort. Oudere patiënten in het ziekenhuis verdienen daarom extra aandacht en zorg en hun problemen dienen in onderlinge samenhang te worden benaderd. Project Sneller en Beter Thuis Verpleegkundigen van de Divisie Hart & Longen (DH&L) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) werden meer en meer geconfronteerd met een groep oudere patiënten die langer in het ziekenhuis bleven dan gepland, die in het ziekenhuis complicaties ontwikkelden en bij wie de ontslagprocedure niet vlot verliep omdat thuiszorg niet op tijd geregeld kon worden. Bij al deze problemen leek het te gaan om de kwetsbare oudere die een verhoogd risico loopt op het ontwikkelen van complicaties en mede daardoor op het ontstaan van blijvend functieverlies. Op de verpleegafdelingen van de DH&L (cardiologie inclusief CCU, longafdeling en cardio-thoracale chirurgie) was in 2005 48 procent van de paTvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2008 nr. 5 Het defence model stapsgewijze aanpak van selectie van patiënten met verhoogd risico op functieverlies en sterfte Interventie door afdeling m.b.v. toolkit of geriatrie consultatie interventie: derde stap opstellen geriatrisch profiel tweede stap voorselectie met screeningsinstrument bij alle acuut opgenomen 65-plussers door verpleegkundige eerste stap Figuur 1 Afname en beoordeling van meetinstrumenten door afdelingsverpleegkundige of verpleegkundig specialtist geriatrie voorselectie met screeningsinstrument in geval van het bereiken van een efficiënte en betrouwbare vroegtijdige herkenning van patiënten met een verhoogd risico (=implementatie van het model), kan de eerste en ook de tweede stap door de afdeling zelf worden uitgevoerd Figuur 1. Vroegtijdige identificatie van kwetsbare in het ziekenhuis opgenomen oudere patiënten met een verhoogd risico op functieverlies en sterfte. Een stapsgewijze methode voor herkenning. tiënten 65 jaar of ouder. Dit is relatief hoog binnen een academisch ziekenhuis. De gemiddelde opnameduur van de patiëntenpopulatie van 65 jaar en ouder was 6.8 dagen. De omvang van deze groep was groot genoeg om in de divisie het project ‘Sneller en Beter Thuis’ te starten, gericht op het terugbrengen van de mate van functieverlies en het terugbrengen van de opnameduur. Dit project wordt gefinancierd door het UMC Utrecht en valt onder het UMC kwaliteitsverbeterprogramma ‘Slimmer Beter’. Bij de uitwerking ervan werken het UMCU en de Hogeschool Utrecht (HU) samen. Het UMCU stelt een projectleider en projectmiddelen ter beschikking, vanuit de HU wordt het project inhoudelijk gedragen en begeleid door een onderzoeker van het lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen. Studenten van de HBO-V werken steeds een fase van het project uit en verzamelen de benodigde data. Uitwerking Bij de uitwerking van het project is gebruik gemaakt van het Defence1 model (zie figuur 1). Dit bestaat uit drie stappen: screening van ouderen bij opname om patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van blijvend functieverlies te identificeren (1), ontwikkelen van een ‘geriatrisch profiel’ (2), ontwikkelen van een interventie (3). Het project 'Sneller en Beter Thuis' bestaat uit verschillende fasen (zie figuur 2). 1 Verzamelen van patiëntengegevens voor onderzoek en ontwikkelen van een valide en betrouwbaar screeningsinstrument (stap 1 Defence) Projectopzet Sneller en Beter Thuis Valideren screeningsinstrument Verbeteren ontslagprocedure Ontwikkelen seniorgerichte anamnese Vaststellen van interventies Ontwerpen van beslisbomen t.b.v. interventies Invoeren in electronisch patiëntendossier Implementatieplan ontwerpen en uitvoeren Scholing Figuur 2. TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2008 nr. 5 2V erbetering van de ontslagprocedure, optimale continuïteit van zorg door een adequate organisatie die maakt dat eventuele zorg thuis goed geregeld is bij ontslag 3 Uitwerking van een senior gerichte anamnese (stap 2 Defence) 4 Vaststellen van interventies gericht op het voorkomen en behandelen van complicaties ten gevolge van de ziekenhuisopname bij oudere patiënten (stap 3 Defence) 5 Ontwerpen van een beslisboom op basis van de interventie 6 Digitaal beschikbaar maken van het materiaal in het elektronisch patiëntendossier 7 Ontwerpen en uitvoeren van een implementatieplan 8 Ontwerpen en uitvoeren van een scholingstraject Screeningsinstrument De eerste belangrijke stap in het voorkomen van blijvend functieverlies is het identificeren van patiënten die een verhoogd risico lopen op het optreden van functieverlies. Tot nu toe was daarvoor geen valide en betrouwbaar instrument voorhanden (Hoogerduijn e.a., 2007a). In het kader van het project verzamelden studenten van de HBO-V patiëntengegevens op de vier afdelingen van de DH&L, met als doel een screeningsinstrument te ontwikkelen en te valideren. Het resultaat van dit onderzoek, een valide screeningsinstrument, getoetst aan zowel de Defence studie als in de DH&L, wordt in het najaar van 2008 verwacht. Het screeningsinstrument, dat bedoeld is voor toepassing bij patiënten van 65 jaar en ouder die langer dan 48 uur worden opgenomen, zal uit ongeveer 7 vragen bestaan. Een positieve score betekent dat de patiënt een verhoogd risico heeft op het ontstaan van blijvend functieverlies. Bij deze risicopatiënten wordt dan allereerst een senior gerichte anamnese afgenomen. In deze anamnese zijn probleemgebieden opgenomen die voortkomen uit de predictoren van blijvend functieverlies. Aan het eind van de anamnese, die elektronisch wordt verwerkt, komt automatisch een lijst met aanwezige of dreigende problemen naar voren. Vervolgens kan de verpleegkundige voor ieder probleem een interventie aanklikken. Die verschijnt als een beslisboom voor het handelen op het scherm. Tegelijkertijd wordt de ontslagprocedure al bij opname gestart met als doel het bevorderen van goede en adequate zorg na de ziekenhuisopname. | 47 Stappenplan voor ontwikkeling senior gerichte anamnese Stappen Acties Actoren 1 Oriëntatie en verdieping Literatuurstudie m.b.v. PubMed Studenten HBO-V en Cinahl, ervaringen van studenten 2 Vaststellen probleem- Beoordelen conceptlijst predictoren Studenten, verpleegkundigen gebieden in de zorg aan en samen met verpleegkundigen werkgroep VO, accorderen oudere patiënten vaststellen wat relevant is: management 11 probleemgebieden 3 Voorstel wijze van meten Literatuur, richtlijnen, protocollen. Studenten HBO-V, experts, Raadplegen van experts afdelingsverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten 4 Vaststellen senior gerichte anamnese Beoordelen voorstel en Werkgroep VO, accorderen verbeteren en aansluiten bij gang management van zaken in UMCU 5 Toepasbaar maken Elektronisch toepasbaar maken Projectleiding en onderzoeker, ITC Tabel 1 De ontwikkelde anamnese wordt momenteel getest en zal binnenkort op de eerste afdeling worden ingevoerd. Dit gaat samen met een scholing van de verpleegkundigen. De senior gerichte anamnese Bij de ontwikkeling van de senior gerichte anamnese hebben HBO-V-studenten een belangrijke rol gespeeld. Zij werkten deze fase van ‘Sneller en Beter Thuis’ uit onder leiding van de projectleider (UMCU) en de onderzoeker (lectoraat HU). De resultaten van hun werk werden voorgelegd aan de Werkgroep Verpleegkundig Onderzoek (werkgroepVO) van de divisie, waarin verpleegkundigen van de verschillende afdelingen zijn vertegenwoordigd en waarin ook de verpleegkundig specialisten van de divisie participeren. Na verwerking van hun commentaar werd de anamnese geaccordeerd door de werkgroepleden, de afdelingshoofden en de divisieleiding. Het ontwikkelen van de anamnese gebeurde in een aantal stappen (zie tabel 1). 1 Oriëntatie en verdieping De studenten deden een literatuurstudie om na te gaan of er al een senior gerichte anamnese bestaat. Vooral in de Amerikaanse literatuur wordt gesteld dat het belangrijk is om de zorg af te stemmen op de oudere patiënt, maar hoe een anamnese er concreet uit moet zien wordt niet beschreven. Om toch een overzicht te krijgen van aandachtsgebieden voor de zorg aan oudere patiënten, maakten de studenten aan de hand van de literatuur een overzicht van predictoren voor blijvend functieverlies. De lijst werd aangevuld met eigen ideeën, gevoed door ervaring in stage en werk. Uiteindelijk werden 31 predictoren geïdentificeerd. 2 Vaststellen predictoren De lijst met predictoren werd op een tweetal studiedagen besproken met de werkgroep VO. Al48 | lereerst werden díe predictoren vastgesteld die relevant zijn voor de divisie. Dat werd een lijst met 11 probleemgebieden. Tien daarvan zijn afkomstig uit de literatuur en een – communicatieproblemen met vooral allochtone patiënten – komt voort uit eigen ervaringen. Na de vaststelling van de 11 probleemgebieden zochten verpleegkundigen en studenten in kleine groepjes meer informatie op over deze gebieden. Daarbij maakten ze gebruik van databases zoals Pubmed en Cinahl. 3 Meetinstrumenten vaststellen Voor alle predictoren moest worden vastgesteld op welke wijze ze onderzocht zouden worden in de anamnese. Verpleegkundigen van de werkgroep en studenten hebben daarvoor eerst weer in de literatuur gezocht naar gevalideerde meetinstrumenten. Deze bleken lang niet voor alle onderwerpen te bestaan. Studenten hebben dit onderdeel vervolgens verder uitgewerkt met behulp van literatuur, informatie op websites, richtlijnen, protocollen en raadpleging van één of meer experts. Waar dat kon is aangesloten bij de gang van zaken in het UMCU. Daar bestaat bijvoorbeeld een werkgroep die zich bezig houdt met decubitus. De producten van deze werkgroep werden ingezet in het project. Per probleemgebied is uiteindelijk ofwel een meetinstrument vastgesteld, ofwel werden vragen geformuleerd voor de anamnese. De 11 probleemgebieden werden geordend volgens de gezondheidspatronen van Gordon, omdat dit het leidende principe is voor de standaardanamnese in de divisie. 4 Vaststellen van de anamnese Op een derde studiedag werd de conceptanamnese voorgelegd aan de werkgroep VO en na aanpassingen door de werkgroep goedgekeurd (zie tabel 2). Daarbij bleek dat delen van instrumenten al voorkwamen in de standaardanamnese. Door die onderling te verbinden en te waarderen met een cijfer ontstond een scorelijst. Bijvoorbeeld de Stratify, een valrisico meetinstrument en de MUST, een instrument om de voedingssituatie van de patiënt in te schatten. Een continu punt van bespreking in de werkgroep VO en later ook met de studenten, was de vraag wat wel en niet tot de taken van de afdelingsverpleegkundigen zou gaan behoren. Op het gebied van geheugenproblemen bijvoorbeeld werd besloten dat bij de anamnese naar geheugenproblemen wordt gevraagd en dat bij een bevestigend antwoord nagegaan wordt of het een langer bestaand probleem is. Als dat het geval is kan een nadere analyse met gebruik van de MMSE (Mini Mental State Examination) plaatsvinden. Dit gebeurt dan in tweede instantie door een gespecialiseerde verpleegkundige. In de uiteindelijke versie van de anamnese zijn nog vragen toegevoegd op het terrein van de ondersteuning in de thuissituatie. Dit is nodig voor een goede ontslagprocedure. Het definitieve ontwerp van de senior gerichte anamnese werd ten slotte goedgekeurd door het management van de divisie, inclusief de afdelingshoofden. Zij letten daarbij vooral ook op praktische haalbaarheid. 5 Inpassen in de standaard anamnese Voor het inpassen van de senior gerichte anamnese in de standaard anamnese maakten de studenten een eerste opzet voor verwerking in het elektronisch patiëntendossier. Deze opzet werd definitief gemaakt door de projectleider en de onderzoeker. Wanneer de verpleegkundige nu stap voor stap door de vragen van de anamnese gaat hoeft er niet veel extra te gebeuren. De basis van de senior gerichte anamnese is de anamnese die gebruikt wordt voor patiënten die jonger zijn dan 65 jaar. Daaraan zijn de specifieke vragen gericht op het voorkomen van blijvend functieverlies toegevoegd. Al met al zijn er niet eens zo heel veel extra vragen geformuleerd. Vaak kon worden aangesloten bij dat wat al in de basisanamnese stond. Een bijkomend resultaat van het project ‘Sneller en Beter Thuis’ is overigens dat de invoering van het werken met het elektronisch patiëntendossier een versnellingsimpuls kreeg. Best Practice In het project ‘Sneller en Beter Thuis’ is aan een aantal randvoorwaarden voor succesvolle ontwikkeling en implementatie van een Best Practice voldaan. Het probleem is aangekaart door de verpleegTvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2008 nr. 5 Lijst van probleemgebieden in de senior gerichte anamnese Categorie in anamnese Predictor Algemene vragen Onderwerp Meten door Communicatie met niet Extra vragen over communicatie Nederlands sprekenden Gezondheidsbeleving en in- Polyfarmacie Medicijngebruik, therapietrouw Ondervoeding Voedingssituatie Extra vragen over medicijngebruik standhouding Voeding en stofwisseling Extra vragen over eetgedrag MUST(malnutrition universal screening tool) afnemen Uitscheiding Incontinentie Extra vragen over materiaalgebruik en behandeling Mobiliteit ADL zelfstandigheid Extra vragen over hulpmiddelen, Stratify (valrisico-instrument) afnemen Slaap/rust patroon Cognitie en waarneming Valrisico Extra vragen Decubitus Wordt apart uitgewerkt door werkgroep UMCU Visus- of gehoorproblemen Extra vragen over hulpmiddelen, gebruik ervan Delier of dementie Zelfbeleving Geheugenproblemen Extra vragen: historie, familie, concentratie, orientatie Pijn VAS (visual analogue scale) afnemen Depressie GDS 2 (geriatric depression scale) afnemen Rollen en relaties Mantelzorg (toegevoegd ) Extra vragen: mogelijk problemen bij ontslag? Tabel 2 kundigen van de afdelingen zelf. Vervolgens heeft de zorginstelling (UMCU) middelen ter beschikking gesteld waarna het project ontwikkeld en uitgewerkt kon worden. De managers waren betrokken bij de besluitvorming. Zij onderschreven het belang van het project en boden ondersteuning waar nodig. Bijvoorbeeld door te zorgen dat verschillende verpleegkundigen een aantal dagen konden participeren -iets wat niet vanzelfsprekend is in de hectiek van een drukke afdeling. Van meet af aan zijn de verpleegkundigen in alle fases betrokken geweest bij de uitwerking en de besluitvorming. Zij hadden naast hun normale bezigheden geen tijd voor de grote hoeveelheid werk die het project met zich meebracht. Daarvoor werden HBO-V-studenten ingezet. De inhoudelijke begeleiding van een onderzoeker-docent en een verpleegkundig specia- list stonden garant voor een optimale combinatie van praktijk (haalbaarheid), onderwijs (leerrendement) en onderzoek (niveau van de kennis). Het participeren in het project leverde iedereen iets op: studenten hebben er van geleerd, verpleegkundigen ook, de onderzoeker verkreeg gegevens voor verder onderzoek en, last but not least: alle betrokkenen zijn gemotiveerd en geloven in verbetering van de zorg aan oudere patiënten in het ziekenhuis. ■ Noot 1 Defence staat voor Develop strategies Enabling Frail Elderly New Complications to Evade. Dit betreft een door ZonMw gefinancierde multicenter studie bij acuut opgenomen oudere patiënten op algemeen interne afdelingen. De studie wordt uitgevoerd in het AMC, het UMCU en het Spaarne ziekenhuis. Referenties Hoogerduijn, J.G., Schuurmans, M.J., Duijnstee, M.S. e.a. (2007a). A systematic review of predictors and screening instruments to identify older hospitalized patients at risk for functional decline. J Clin Nurs 16 (1), 46-57. Nawoord Met dank aan de leden van de werkgroep Verpleegkundig Hoogerduijn, Jita G., Buurman-van Es, Bianca, Schuurmans, Marieke (2007b). Zorg voor oudere patiënten in het zieken- Onderzoek van het UMCU en de HBO-V-studenten Joost huis. TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 117 (9), 40-43. Besseler, Susanne de Groot, Peter van der Hoeven, Wendela de Lange, Tim Lisman, Bart Jan Otter, Jaap Tevel, www.gr.nl Ouderdom komt met gebreken. Geneeskunde en zorg bij ouderen met multimorbiditeit. Esther van Twillert. www.nicheprogram.org. (advertentie) m ens en kennis Nú op onze website: nieuw opleidingsaanbod 2008/2009! Kijk voor uitgebreide informatie en online inschrijven op: www.rinogroep.nl/verpleegkundigen Postbus 347 | 3500 ah Utrecht | t (030) 230 84 00 | e [email protected] TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2008 nr. 5 | 49