5.4.2 Retinitis pigmentosa •genetisch bepaalde netvliesdegeneratie •progressieve, diffuse apoptosis van fotoreceptoren en pigmentepitheel •AR, AD, X-linked, sporadisch Symptomen •nachtblindheid •progressieve inkrimping van het perifere gezichtsveld: « tunnelzicht » •centrale visus wordt langer gespaard •evolutie wisselend •volledige blindheid mogelijk •typisch oogfundusbeeld Flash-electroretinogram Behandeling •geen afdoende behandeling •evt vit A •cave gevaarlijke R/ •verwijzing naar revalidatiecentra: Low Vision hulpmiddelen •evt. genetische counseling 5.4.3 Maligne melanoma van de choroidea INTRA-OCULAIRE TUMOREN •Naevus •Uveaal melanoma •Melanocytoma •Choroidaal hemangioma •Choroidaal osteoma •Neurofibroma, … •choroidale metastase: borst, long CHOROIDALE METASTASE •Vrouw: borstca (70-80%) long (10%) •Man: long (40-60%) gastro-intestinaal, prostaat, pancreas, nier, testis, … oculaire metastase vóór diagnose tumor is mogelijk (long !!) diagnose •Fluo-angiografie: vroege hypofluorescentie, late staining •!! echo: vrij hoge reflectiviteit over ganse tumor •CT-scan, NMR, … •Behandeling: chemotherapie radiotherapie: gefractioneerd plaque brachytherapie (enucleatie) •Prognose: long: 3-5 maand borst: 8-12 maand CHOROIDALE NAEVUS •Incidentie: 5-10 % in Caucasische ras •Meestal asymptomatisch •typische naevus vs. verdacht letsel: diameter < >3 mm dikte < >1 mm verdacht letsel •Blijvende follow-up ! eerst om de 3-6 maand daarna om het jaar •fotografische documentatie; evt. echografie (dikte) Choroidaal melanoma •meest frequente intraoculaire maligne tumor bij de volwassene •opheffing van retina door tumor •geen pijn •uitwendig normaal oog UVEAAL MELANOMA •6-7 nieuwe casus per 106 per jaar •incidentie neemt toe met leeftijd •Caucasische ras ++ vs Afrikaans / Aziatisch •zeldzame familiale casus •meer frequent in blauw/grijze dan in bruine ogen •invloed zonlicht ?? •genetische predispositie ? •choroidaal: 80 % •corpus ciliare: 12 % •iris: 8 % CHOROIDAAL MELANOMA: symptomen •1/3 zonder symptomen ! •visusklachten: netvliesloslating, posterieure locatie, glasvochtbloed •floaters: glasvochtbloed •fotopsie: ‘bewegende lichtbol’ CHOROIDAAL MELANOMA: diagnose •oftalmoscopie: verheven letsel; oranje pigment; exsudatieve loslating; doorbraak door Bruch´s membraan meestal geen dense glasvochtbloeding •echografie als voldoende verheven: medium tot lage reflectiviteit; choroidale excavatie •(fluorografie: om andere letsels uit te sluiten) UVEAAL MELANOMA: algemene screening •Biochemie: bloedbeeld; leverfunctie (incl. LDH) •Echo lever •RX thorax <5 % presenteert met systemische aantasting Behandeling uveaal melanoma •Vernietigen primaire tumor •Voorkomen pijnlijk oog •Behoud centrale visus •Behoud perifeer gezichtsveld •Oogsparend CHOROIDAAL MELANOMA: behandeling •brachytherapie: Strontium-90 •(transpupillaire thermotherapie) •chirurgische tumorectomie •Enucleatie + prothese •(externe radiotherapie) •(chirurgische endoresectie) brachytherapie •UZ Leuven: Strontium-90 t 1/2: 28.5 jaar applicatie duur: ong. 2.5 uur zwakke penetratie: geen effect op afstand dosis op sclera: 600 (-450) Gy •andere: ruthenium-106 (366 d.); iodium-125 (60 d.); palladium-103 (17 d.) •Strontium-90 •geen specifieke voorzorgsmaatregelen •max. diameter 12 mm; max. hoogte: 5 mm? •geen aantasting van sclera •scherp omlijnd litteken •weinig effect op afstand (neovascularisatie op rand van litteken) •FOLLOW-UP UVEAAL MELANOMA: brachytherapie UVEAAL MELANOMA: tumorectomie •Indicaties: letsel te hoog voor brachytherapie ingewikkelde chirurgie UVEAAL MELANOMA: enucleatie •Oogsparende behandeling waar mogelijk •Indicaties: grote tumoren tumor over >3 klokuren van corpus ciliare te weinig motivatie voor follow-up ... Uveaal melanoma: metastasering •lever 6/10 6 maand overleving •subcutane noduli 2/10 •long 1/10 •bot 1/10 •6-maandelijkse staging: leverbiochemie + echo lever UVEAAL MELANOMA: prognose •Overleving daalt : - grootte tumor - extraoculaire uitbreiding - anterieure lokalisatie - oudere leeftijd - histologisch type: epitheloid - chromosomale afwijkingen: monosomie 3 / trisomie 8 Choroidaal melanoma:overleving IRIS letsels CAVE: melanoma van corpus ciliare !!! Hoofdstuk6: Plotse visusvermindering bij het uitwendig normaal oog 6.1 Occlusie van de arteria centralis retinae Plots gezichtsverlies bij het uitwendig normaal oog •Symptomen –Plotse, volledige blindheid aan 1 oog –soms eerst amaurosis fugax –uniek oogfundusbeeld: kriekrode fovea en gelige oedemateuze oogfundus –niet frequent •etiologie: arteriosclerose, ... •steeds uitsluiten arteritis temporalis !: •kliniek; •bloedbezinkingssnelheid, •evt biopsie indien +: R/ IV Cortisone: bescherming tweede oog •geen afdoende R/ •slechte visuele prognose 6.2 Centraal veneuze occlusie Occlusie van vena centralis retinae frequente oorzaak plotse visusdaling > 50 jaar oud cardiovasculaire belasting: - hypertensie; - diabetes –Typisch oogfundusbeeld: Sterk gezwollen venen; netvlies beklad met bloedinkjes Twee vormen •(1) Ischemische vorm: Symptoom: slechtste visus; Diagnose: fluo-angiografie toont capillaire non-perfusie complicatie: nieuwvatvorming uiteindelijk neovasculair glaucoom: rood pijnlijk oog Behandeling: preventieve laserbehandeling netvlies om complicaties te voorkomen visuele prognose: slecht ! • (2) hyperemische vorm: Symptoom: minder slechte visus Complicatie: geen neovasculaire complicaties 6.3 Acute voorste ischemische opticus neuropathie Etiologie : •aantasting aa. ciliares posteriores breves Symptomen : •plotse visusvermindering •(dikwijls) horizontale gezichtsvelduitval aan 1 oog •bleek oedeem van de papil •naderhand atrofie van de papil •non-arteritis: 60-70 jaar arteriosclerose, diabetes, hypertensie visusprognose is niet goed R/ evt anti-aggregerende medicatie (vermindert risico voor 2de oog) •Steeds arteritis temporalis uitsluiten !! 6.5 Achterste glasvochtloslating – netvliesscheur - netvliesloslating Netvliesloslating oorzaak visusdaling Glasvocht = vitreum Vitreo-retinale verhoudingen •Liquefactie van het vitreum ifv de leeftijd •Achterste glasvochtloslating Achterste glasvochtloslating •veelal zonder opvallende symptomen •prevalentie sterk stijgend met leeftijd vanaf 55jaar •symptomatische achterste glasvochtloslating: bewegende vlekjes, fotopsieen normale visus steeds oogfundusonderzoek ! uitsluiten van (asymptomatische)netvliesscheuren Netvliesscheur •asymptomatisch, geen visusdaling •kans op netvliesloslating •R/ laserbarrage Netvliesloslating •incidentie stijgt met leeftijd •frequenter bij myopen •perifeer « gordijn » schuift op •visusdaling als macula los komt •R/ Chirurgie •liefst in stadium met macula aan •prognose Rhegmatogene Netvliesloslating •Chirurgisch herstel met ‘externe’ techniek Behandeling Vitrectomie Perfluorocarbon liquids (PFCL) •Vloeistof zwaarder dan water •Graviteit 1.7–2.0 keer groter dan voor water •Helder, doorzichtig •Lage viscositeit •Enkel per-operatief •Afvlakken en stabiliseren van retina: Silicone-olie •Visceus: 1000-2000-5000 cS •Densiteit: 0.975 •Brekingsindex: 1.33 •Langdurige tamponnade (ondersector?) •Complicaties: •cataract, •verhoogde oogdruk, •keratopathie, •olie in voorkamer 6.6 Acute neuritis optica •inflammatie van de oogzenuw •frequent geassocieerd met demyelinisatie / multiple sclerose •meer frequent bij vrouwen (gemiddelde leeftijd 32 jaar) •visusdaling ! Klinische bevindingen •Visusdaling •Pijn bij oogbewegingen •minder vinnige lichtreflex van de pupil •gezichtsveld: centraal scotoom •kleurenzicht gestoord •retrobulbaire neuritis: geen afwijkingen in fundo •papillitis: zwelling van de papil Verloop: •visusdaling over verloop van uren; maximaal na enkele dagen •spontane evolutie: recuperatie begint na 2-3 weken; veelal herstel van visus na 6 weken TOZ: •NMR toont evt witte stof letsels •Visual evoked potentials Behandeling: conservatief gezien goede prognose evt. intraveneuze toediening van hoge dosis cortisone gedurende 3 dagen: vluggere recuperatie 6.7 Vasculaire letsels in de centraal visuele banen Hoofdstuk7: Oogafwijkingen bij algemene aandoeningen 7.1 Arteriele hypertensie / arteriosclerose •staging (huisarts, internist) •evt weerslag op visuele functie •hypertensieve retinopathie stadium I: milde arteriolaire constrictie en koperdraad reflet vene •hypertensieve retinopathie stadium II: pathologische overkruisingstekens arterie •hypertensieve retinopathie stadium III: retinaal oedeem, retinale bloedingen, cotton wool spots en harde exsudaten: visusdaling ?! •hypertensieve retinopathie stadium IV: = III + papiloedeem 7.2 Diabetes en het oog belangrijke oorzaak van slechtziendheid in de Westerse wereld •risicofactor: duur van diabetes; diabetesregeling •zowel bij type 1 als bij type 2 •screening voor oogproblemen bij alle diabetespatienten is noodzakelijk !! •retinopathie •wisselende refractie •vervroegd cataract •meer chronisch glaucoom ? •parese extra-oculaire spieren: •fragiel cornea-epitheel: •vasculaire pathologie: diplopie cornea-ulcus -centraal veneuze occlusie; -AION background retinopathie: * gedilateerde venen, * harde exsudaten, * retinale bloedinkjes, * microaneurysmata * en cotton-wool spots background retinopathie met maculair oedeem: oogfundusonderzoek en fluo-angiografie visusdaling proliferatieve retinopathie : retinale neovascularisatie door retinale ischemie •complicaties: -glasvochtbloeding -fibrose van neovascularisatie -tractie op netvlies: netvliesloslating -neovascualir glaucoom •behandeling: uitschakelen ischemische zones door panretinale laserfotocoagulatie Behandeling Vitrectomie en diabetes •Langer bestaande glasvochtbloeding •Maculaire tractie met visusdaling •Subhyaloidale premaculaire bloeding •Rhegmatogene loslating •Type 1: - Proliferatieve Retinopathie ondanks laser - Intercurrente bloedingen •Rubeosis iridis en glasvochtbloeding 7.3 Intracraniële overdruk 7.4 Hematologische aandoeningen Hoofdstuk 8: Oogleden en traanwegen 8.1 Aandoeningen van de stand der oogleden 8.1.1 PTOSIS Spieren oogleden : m. levator palpebrae: n. III m. tarsalis Muller: ortho m. orbicularis: n. VII Congenitale ptosis Verworven ptosis: - nIII paralyse - pseudoptosis: Blepharochalasis 8.1.2 Lagoftalmie: n. VII paralyse: onvolledig sluiten ooglid 8.1.3 Ectropion en entropion Xanthelasma 8.2 Ontstekingen van de oogleden 8.2.1 Hordeleum - Chalazion Hordeolum: klier van Meibomius gelokliseerde acute inflammatie Chalazion: klier van Meibomius gelokaliseerde chronische inflammatie 8.2.2 Blefaritis Inflammatie ooglidranden 8.3 Tumoren van de oogleden 8.3.1 Goedaardige tumoren - papillomata - mollusca contagiosa 8.3.2 Maligne tumoren van het ooglid Basaal cel carcinoma •oudere leeftijd •trage groei •onderste ooglid •infiltreert lokaal, metastaseert niet •R/ brede excisie: vroege diagnose ! 8.4 Verstopping van de traanwegen 8.4.1 Dacryocystitis van de volwassene Dacryocystitis van de volwassene •sec. aan obstructie van ductus nasolacrimalis •felle pijn, zwelling en roodheid thv de traanzak •R/ antibiotica p.o. •R/ chirurgie: dacryocystorhinostomie