Hoofdstuk 1

advertisement
1 Thessalonicenzen
Auteur: Paulus, waarschijnlijk de tweede brief die hij schreef aan een
gemeente, na de brief aan de Galaten.
Geadresseerden: Thessalonicenzen; Joden, Grieken, voorname vrouwen.
Tijd: geschreven toen Paulus in Korinthe verbleef, enkele maanden na vertrek
uit Thessalonica, rond 52 na Chr. Paulus verblijft 3 sabatten daar.
Aanleiding: ondersteuning/bemoediging jonge gemeente, na bezoek van
Timotheus aan de gemeente en verslag daarvan aan Paulus, toerusting
(1Thes.3:10), verdediging Paulus' motivatie (1Thes.2:3-6, 9-10).
Achtergrond: Op zijn 2e zendingsreis (rond 50 n.Chr.) doet Paulus Thessalonica
(Macedonië) aan (Hand.17:1-14). Daar was een synagoge waarvan enigen zich
lieten overtuigen door Paulus en Silas dat de Here Jezus voor hun zonden was
gestorven en opgestaan uit de dood. Er sloten zich ook Grieken en voorname
vrouwen bij deze gemeente aan. Door de Joden die jaloers waren werden er
valse beschuldigingen gedaan en onrust gestookt waardoor de prille gemeente
Paulus en Silas naar Berea stuurden. De gemeente zelf kreeg het gelijk in het
begin zwaar te verduren waar Paulus aan refereert in 1Thes.1:6.
Uit de brief aan de Fillipenzen (4:16), die hij op die reis eerder heeft
aangedaan (Hand.16:12), wordt duidelijk dat de Fillipenzen Paulus in de tijd
dat hij in Thessalonica was door hun twee keer financieel ondersteund was.
Dat zou betekenen dat hij daar langere tijd of meerdere keren geweest is
aangezien ze van zijn verblijf op de hoogte moeten zijn geweest en daar naar
toe zijn gereisd (Hand.20:1-4, 2Cor.2:12-13).
Op zijn 3e zendingsreis komt hij weer door Thessalonica en wordt door
Aristarchus en Secundus uit die plaats (Hand.20:4) vergezeld. Aristarchus gaat
ook met Paulus mee naar Rome (Hand.27:2). Hij wordt met Paulus gevangen
(Kol.4:10).
Plaats: Thessalonica heette oorspronkelijk Therme. Toen het opnieuw werd
gesticht door Cassander, rond 315 v.Chr., werd het naar zijn vrouw
Thessalonica vernoemd. Het had een strategische ligging op de route naar
klein-Azië, had een haven en naar schatting 200.000 inwoners, voornamelijk
Grieken maar ook Joodse inwoners. Een welvarende stad. Hoofdstad van de
provincie Macedonië. Joodse inwoners hadden een behoorlijke invloed gezien
wat ze te weeg kunnen brengen n.a.v. Paulus' werk.
Religie: Griekse goden. Uitzicht op de berg Olympus die bekend stond als de
berg van de goden.
Elk hoofdstuk eindigt met toekomstverwachting.
1:1 aanhef brief; van... aan...
1:2 de geboorte van een gemeente (link v.1:7, 11 resp. moeder/vader)
Tekst:
1 Thessalonicenzen
1 Paulus, Silvanus en Timotheüs aan de gemeente van de Thessalonicenzen,
die in God de Vader en de Heere Jezus Christus is: genade zij u en vrede van
God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.
Silvanus; ook wel Silas genoemd.
Gebruikelijk opening van Paulus. Hij zet daar gelijk de kern van het Evangelie neer. Genade en
vrede van God voor ons.
2 Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze
gebeden,
Paulus had dankbare herinneringen aan deze gemeente. Uit de volgende verzen en uit Hand.17
blijkt dat er veel gebeurd is en ook daarna.
Als Paulus voor alle mensen/gemeente bad die hij had aangedaan werd zijn gebedslast steeds groter.
3 en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van
uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het
aangezicht van onze God en Vader.
Hieruit blijkt dat het geloof zijn uitwerking heeft gehad in deze gemeente en Paulus is erg dankbaar
om dat te zien (over te horen).
4 Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God.
weten: 1492 ειδω eido of οιδα oida, ww een grondwoord 1) zien 1a) met de ogen waarnemen 1b)
met de zintuigen waarnemen 1c) zien, merken, onderscheiden, ontdekken 1d) zien 1d1) d.w.z. het
oog, het verstand, de aandacht op iets richten 1d2) aandacht schenken aan, waarnemen 1d3) iets
nazien 1d31) d.w.z. vaststellen wat er aan gedaan moet worden 1d4) inspecteren, onderzoeken 1d5)
kijken naar, bezien 1e) een toestand of omstandigheid ervaren 1f) zien, d.w.z. een onderhoud
hebben met, bezoeken 2) weten 2a) van iets weten 2b) weten, d.w.z. kennis krijgen van, begrijpen,
inzien 2b1) van een feit 2b2) de kracht en bedoeling van iets dat een vastomlijnde betekenis heeft
2b3) weten hoe, bekwaam zijn in 2c) zich om iemand bekommeren, koesteren, aandacht schenken
aan (1 Thess. 5:12) #1Th 5:12
verkiezing: 1589 εκλογη eklo’ge, zn vr van 1586 1) de daad van uitkiezen, het kiezen 1a) van de
daad van Gods vrije wil waarbij Hij voor de grondlegging van de wereld Zijn zegeningen voor
bepaalde personen vaststelde 1b) het decreet uit keuze waarbij Hij besloot bepaalde mensen door
Christus alleen uit genade te zegenen 2) een uitgekozen ding of persoon 2a) van personen: Gods
uitverkorenen
Wat een bemoediging om te horen! Dat anderen in je leven zien dat God je heeft uitverkoren! Hoe
zien ze dat? Door wat het geloof uitwerkt in je leven.
5 Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook
met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid. U weet immers
hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u.
Evangelie: 2098 ευαγγελιον euag’gelion, zn o van hetzelfde als 2097 1) een beloning voor goede
berichten 2) goede berichten 2a) de blijde tijding van het nabijzijnde koninkrijk van God en dus ook
van de Messias Jezus, de stichter van het koninkrijk. Na de dood van Christus omvat de uitdrukking
het prediken van Jezus Christus, dat Hij aan het kruis gestorven is om de mensen eeuwig behoud in
het koninkrijk van God te verschaffen, maar uit de doden opgestaan en verheven is aan de
1 Thessalonicenzen
rechterhand van God in de hemel, vanwaar Hij in majesteit zal terugkeren om het koninkrijk van
God op te richten 2b) de blijde tijding van het behoud in Christus 2c) de bekendmaking van de
genade van God, openbaar en plechtig beloofd in Christus 2d) het evangelie 2e) aangezien de
messiaanse rang van Jezus bewezen werd door Zijn woorden, Zijn daden, en Zijn dood, werd het
verhaal van de gezegden, daden en dood van Jezus Christus het evangelie of de blijde boodschap
genoemd.
'ons Evangelie' lijkt er op dat het de boodschap van Paulus e.a. was maar Evangelie kan hier dus
ook verkondiging betekenen.
Evangelie komt met woorden, kracht, de Heilige Geest en zekerheid. Hoe is dit alles merkbaar?
Paulus benadrukt dat hij e.a. er voor de Thessalonicenzen is geweest om hun te dienen.
6 Ook bent u navolgers geworden van ons en van de Heere, toen u het Woord
aannam temidden van veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest,
navolgers: 3402 μιμητης mime’tes, zn m van 3401 1) nabootser, navolger
Paulus wil dat zij niet hem navolgen als mens maar als gelovige in de Here Jezus.
Wat is de blijdschap van de Heilige Geest? Vreugde over de genade en vrede van God (v.1), de
verlossing door de Here Jezus.
Ze hadden met zware verdrukking te maken na hun bekering (Hand.17).
Navolgen; in Korinthe waren prostituees die sandalen droegen met de tekst 'volg mij' om klanten
mee te lokken. Hij gebruikt ook de woorden volg mijn voorbeeld naar de Korinthiers toe. Ironie.
7 zodat u voorbeelden geworden bent voor alle gelovigen in Macedonië en in
Achaje.
Een voorbeeld wat anderen weer mogen navolgen (v.6).
Thessalonica lag in Macedonië. De gemeenten die Paulus daar gesticht had waren Filipi, Amfipolis
en Berea. Hij was op het moment van schrijven in Korinthe wat in Achaje lag. Blijkbaar is wat er
gebeurt is in Thessalonica doorgegeven aan deze gemeenten.
8 Want van u uit heeft het Woord van de Heere luid geklonken; niet alleen in
Macedonië en Achaje, maar ook in alle plaatsen heeft uw geloof in God zich
verspreid, zodat het niet nodig is dat wij iets daarvan zeggen.
Door de strategische ligging en vele mensen die er door Thessalonica heen gingen kon het
evangelie zich ook makkelijker verspreiden.
Waarom zou Paulus iets moeten zeggen over hun geloof? Als er dingen op aan te merken waren?
klonken: 'echo'
9 Want zij vermelden zelf over ons hoezeer wij ingang bij u gekregen hebben
en hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en
waarachtige God te dienen,
Blijkbaar komen er boodschappen bij Paulus binnen over hoe hij in de gemeente was gekomen en
de uitwerking daarvan. Blijkbaar was niet alleen Timotheus met een boodschap terug gekomen
(1Thes.3:2) maar waren er meer boodschappers.
afgoden: de griekse goden. Blijkbaar spreekt hij hier tegen het griekse gedeelte van de gemeente
aangezien de Joodse gelovigen geen afgod dienden.
bekeerd hebt: 1994 επιστρεφω epi’strepho, ww van 1909 en 4762 1) overgankelijk 1a) zich wenden
tot 1a1) tot de aanbidding van de ware God 1b) doen terugkeren, terugbrengen 1b1) tot de liefde en
1 Thessalonicenzen
gehoorzaamheid aan God 1b2) tot liefde tot de kinderen 1b3) om wijsheid en rechtvaardigheid lief
te hebben 2) onovergankelijk 2a) zich ergens heen wenden 2b) omkeren 2c) terugkeren, terugkomen
In v.4 wordt gesproken over de verkiezing door God, hier over de bekering van de Thessalonicenzen
tot God. Het geeft de wederkerigheid aan tussen God en mensen.
levende: 2198 ζαω ‘zao, ww een primair werkwoord 1) leven, ademen, onder de levenden zijn (niet
levenloos, niet dood) 2) echt leven genieten 2a) echt leven hebben dat die naam waard is 2b) actief,
gezegend, eindeloos in het koninkrijk van God 3) leven, d.w.z. het leven doorbrengen, in de manier
van leven en handelen 3a) van stervelingen of karakter 4) levend water, levenskracht in zichzelf
hebben en op de ziel uitoefenen 5) metaf. in de volle kracht en bloei zijn 5a) fris, sterk,
daadkrachtig zijn, 5b) als bijvoeglijk naamwoord: actief, krachtig, doeltreffend
waarachtig: 228 αληθινος alethinos, bn van 227 1) dat wat niet alleen de naam en de schijn, maar de
werkelijke aard heeft die bij de naam hoort, in elk opzicht overeenstemmend met het idee dat door
de naam aangeduid wordt, werkelijk, echt 1a) tegengesteld aan wat verzonnen, nagemaakt,
denkbeeldig, voorgewend is 1b) het stelt de werkelijkheid tegenover de schijn 1c) tegengesteld aan
wat onvolmaakt, zwak, onzeker is 2) waar, waarheidslievend, oprecht
Levend en waarachtig; om aan te geven dat de afgoden dat niet zijn.
Dienen van God i.p.v. afgoden.
Paulus verbindt verleden, heden en toekomst met elkaar (hebt bekeerd, dienen, verwachten v.10).
10 en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft
opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.
De Here Jezus werd toen al terug verwacht.
Er werd ook Gods toorn verwacht, als Hij komt, maar waarvan gelovigen verlost worden.
Toepassing voor onze gemeente:
 ieder verantwoordelijkheid nemen, werk doen wat verwacht wordt
 danken voor allen
 niet kwaad spreken over elkaar
 liefde voor elkaar wordt zichtbaar naar buiten
 naar buiten treden
 vanuit de hoop die in ons leeft werken naar buiten toe doen

Download