dead in shell youngsters

advertisement
DOOD IN DE DOP
Door: Dr Colin Walker, Australian Pigeon Company
BSc, BVSc, MRCVS, MACVSc (Avian health)
Foto’s: Mick Bassett
Foto boven: Twee Oosterse Meeuwen Satinette, net uit het ei.
Noot: Alle foto’s in dit artikel zijn van levende, gezonde jongen!
Als het broedseizoen in volle gang is, krijg ik regelmatig telefoontjes van
liefhebbers die er niet in slagen om bevruchte eieren uit te laten komen, dat wil
zeggen dat de embryo's deze eieren bevatten sterven tijdens de broedtijd. Vele
liefhebbers denken meteen
aan Salmonella als ze dit zien,
terwijl in feite alle infecties,
met inbegrip van Salmonella,
slechts voor minder dan 5% de
oorzaak zijn van alle gevallen
van dood-in-de dop.
Waarom gaan deze jonge
duifjes dan dood?
De meeste jongen die in het ei
dood gaan, sterven ofwel in de
eerste paar dagen van het
broedproces, of anders juist
tijdens de laatste dagen.
Embryonale sterfte in de eerste paar dagen is meestal het
gevolg van ofwel slechte bebroeding, wat leidt tot een te
lage temperatuur om het
embryo in leven te houden,
ofwel, overmatig schudden van
het ei te houden dat fatale
schade toebrengt aan het embryo of de dooier, ofwel, als
alternatief, een genetische probleem waardoor het embryo
niet in leven kan blijven. Tegen
het einde van de broedtijd
sterven de jongen meestal als
gevolg van de problemen in
verband met het uitkomen. Als
de broedtijd eindigt moet het
jong omschakelen van het krijgen van zuurstof door de membranen die het omringen, naar
zelf ademen, en ook de dooierzak absorberen (die voorziet in
zowel voedsel als immuniteit).
Als de temperatuur en/of vochtigheid onjuist zijn op dit moment verlopen deze processen niet naar behoren en
kan het jong dood gaan.
Tussen het begin en het einde van de
broedtijd is het jong in wezen gewoon aan het groeien en in deze tijd
worden voeding en infectie belangrijker. Als een voedingsstof ontbreekt
die het nodig heeft om te groeien, of
geïnfecteerd raakt, zal het embryo
sterven.
Afgelopen jaar was een bijzonder goed
broedseizoen voor mij; elk bevrucht ei is
uitgebroed en elk jong gespeend. Hoewel
heel fijn, is zoiets toch ongebruikelijk,
ondanks de beste zorg. Vorige week zei
een fokker echter tegen mij dat bij hem
30% van alle bevruchte eieren niet uitgekomen waren. Hij leek niet overdreven
bezorgd en scheen te denken dat er niets
aan gedaan kon worden. Dit is verre van
de waarheid. Het afsterven van 5% van
de embryo’s kan worden beschouwd als
normaal. Alles wat meer is dan dit doet
vermoeden dat er een probleem is. Voor degenen onder u die wel eens
problemen hebben met duifjes dood-in-de-dop, zullen we eens kijken naar de
mogelijke problemen die kunnen ontstaan tijdens de verschillende tijden van de
incubatie, zodat hopelijk het probleem kan worden opgelost.
Afsterven van het embryo aan het begin van de incubatietijd
Dat het embryo is afgestorven in het begin van de broedtijd kan worden
vastgesteld door het openmaken van het ei en zien dat het in feite bevrucht was,
maar dat het embryo zich niet verder heeft ontwikkeld. Zoals eerder vermeld, is
de meest voorkomende oorzaak slechte bebroeding, waardoor het ei afkoelt
nadat de ontwikkeling is begonnen. Mogelijke oorzaken zijn onjuist nestmateriaal, teveel bemoeienis van de fokker, mijten of duivenvliegen in de nestschaal, geen tweede nestschotel voor het volgende paar eieren, teveel duiven in
het hok, te oude duiven, ongeschikte nestkasten, concurrentie met andere
duiven in het hok, slechte ouders, nestkast te warm of te koud of slecht
geventileerd, verstoring buiten het hok, etc.
Ook zijn eieren zeer gevoelig voor trillingen in het begin van de incubatietijd.
Schudden of stoten kan het zich ontwikkelende embryo doden; hetzij rechtstreeks, hetzij door het scheuren van de dooier. Dit is van bijzonder belang
wanneer eieren worden overgelegd naar voedsterduiven. Het effect van onweersbuien is een totale mythe. Embryo's die de pech hebben om een genetische
afwijkingen hebben, sterven meestal ook in het begin van de incubatie af.
Genetische problemen komen vaker voor bij inteelt.
Afsterven tussen dag 4 en dag 14 van de incubatie
Dit is de langste periode van de broedtijd en toch zijn hier de minste
sterfgevallen. Het embryo is gewoon aan het groeien. Het groeiende jong krijgt
zijn voeding uit de dooier en als er nu een doodgaat kan dat wijzen op
voedingsproblemen bij de duivin. Duivinnen die correct worden gevoed produceren voedzame dooiers voor gezonde embryo's. Het effect van de voeding voor de
ouderdieren wordt erg onderschat. Het simpelweg voeren van een mengsel van 2
tot 3 granen en grit is niet voldoende om de duivinnen goed voorbereiden op het
fokseizoen. Fokkers die denken dat ze hiermee wegkomen accepteren vaak een
verhoogd embryo sterftecijfer of zien meerdere zwakke jongen in het nest, dan
normaal het geval zou zijn.
Hoewel embryo’s gedurende het gehele broedproces kunnen sterven aan een
infectie, zijn ze in deze tijd van ontwikkeling het meest kwetsbaar. Er zijn
inderdaad infecties zoals Chlamydia en Salmonella die de duivin bij zich kan
dragen en die de eierstok kunnen infecteren. Deze kunnen tijdens de vorming in
het ei worden opgenomen en vervolgens het groeiende embryo infecteren en
doden. Infecties kunnen ook
door de eileiderwand in het ei
komen. Dit soort infecties, die
al in het ei terechtkomen voor
dat het gelegd wordt, zijn
echter in de minderheid. De
meeste infecties die jonge
duiven ontwikkelen lopen zij
op na het uitkomen in het
nest. Nesten die vuil zijn,
slecht geventileerde of zeer
vochtig, leiden tot verontreiniging van de eischaal en het
passeren van de ziekteverwekkers tot in het ei.
Kwaliteit van de eieren is
hierbij ook belangrijk. Gebarsten, dunschalige, misvormde
of ruwe eieren vergemakkelijken het binnenkomen van
de infectie. Slechte eieren kunnen te wijten zijn aan een
eileiderziekte, maar zijn vaker
geassocieerd met een tekort
aan voedingsstoffen, in het bijzonder een tekort aan calcium.
Sommige fokkers hebben misschien wel eens een soort
doorzichtige lijnen gezien rond
de buitenkant van het ei, de rotaties volgend waarmee het ei de eileider gaat.
Deze dunne lijnen kunnen een vroeg teken zijn van kalkgebrek.
Boven: Figurita met ei en net
uitgekomen jong.
Links: Een paar Chinese duiven
met hun jongen.
Foto’s: Ad van Benten.
Afsterven aan het van de
incubatietijd
Tijdens de incubatie ontwikkelt
zich een membraan, de chorioallantois, rond het embryo.
De chorio-allantois werkt een
beetje als een menselijke placenta, en levert het embryo
lucht, door middel van diffuse
gasuitwisseling met de eischaal.
Na afloop van de broedtijd moet
het jong wisselen van een
chorion-ademhaling naar zelf
ademen. Dit gebeurt in twee
fasen. Eerst het ‘interne aanpikken’ - hierbij prikt het jong
een klein gaatje in de luchtkamer aan het einde van het ei
en begint de daar aanwezige
lucht in te ademen. In dit
stadium kunnen trillingen worden gevoeld in het ei en het
jong zal soms piepen. Na nog
eens 12-24 uur pikt het jong
de eischaal door en ademt de
buitenlucht.
Terwijl dit gebeurt, wordt het
restant van de dooierzak (de
voeding van het jong tijdens
de incubatie) opgenomen via
de navel (en eindigt uiteindelijk als een kleine zak in de
wand van de dunne darm,
genoemd het Meckel divertikel,
die het hele leven van de duif
aanwezig blijft). Interessant is
dat het jong in deze tijd ook
drinkt van de heldere vloeistof
rondom hem (het vruchtwater). Dit vruchtwater, en ook de dooierzak, bevatten de antilichamen die het
duivenjong beschermen tegen infectie in de eerste weken van het leven.
Terwijl al deze complexe fysiologie gaande is, is het jong kwetsbaar voor
problemen. Een te hoge of lage temperatuur of luchtvochtigheid tijdens deze
periode zal een negatieve invloed hebben op het jong. Meestal is het proleem
echter een te hoge temperatuur of te lage luchtvochtigheid. Deze combinatie
zorgt ervoor dat de schaal en schaalmembraan hard en droog wordt. Hierdoor
raakt zelfs een gezond jong uitgeput. Daarbij raakt het jong zelf al snel
uitgedroogd.
Ik weet zeker dat velen van u, waaronder ikzelf, deze jongen hebben geholpen
om uit het ei te komen, alleen om ze later dood te vinden. Deze duifjes sterven
omdat ze uitgedroogd zijn. Als u ze kleine druppeltjes water geeft, zullen ze dat
gretig naar binnen zuigen en dan overleven. Deze uitgedroogde jongen worden
plakkerige jongen genoemd vanwege de manier waarop zij aan de droge
schaalmembranen vastplakken. Ze worden vaak dood aangetroffen nadat ze voor
een kwart of voor de helft uit het ei gekomen zijn. Als we ze uit de eischaal halen
zien we vaak dat de dooierzak niet geabsorbeerd is en er zit vaak nog wat
opgedroogd, plakkerig eiwit in het ei. Voor consistent hoge uitkomstpercentages,
is het van belang dat de broedende duiven toegang hebben tot regen of een bad.
Als dat onmogelijk is, maak dan de onderzijde van de duivin en ook de eieren
een beetje vochtig met water uit een spuitfles. Idealiter heeft de nestkast een
temperatuur van 20- 25° C en een vochtigheid van 70%. Bij twijfel kan er een
thermometer en hygrometer in de nestkast geplaatst worden.
Samengevat, in de meeste duivenhokken kan het uitkomstpercentage enorm
verhoogd worden met deze 3 eenvoudige stappen:
• Verbetering van de voeding van de duiven in de maanden voorafgaand aan de
fokkerij.
• Een schone nestschaal voor elke broedronde, en doorlopende nestkast hygiëne.
• Toegang tot regen of een bad rond het uitkomen van de eieren.
Als het uitvoeren van deze zaken niet helpt, zal uw duivendierenarts meestal
eerst de duiven testen op infectie, of anders een ei-autopsie doen.
Noot van de redactie: Van harte bevelen
wij u aan om dit artikel nog eens te lezen:
Sierduiven Houden, deel 4, Broeden.
Gepubliceerd in het aprilnummer van ons
magazine, klik hier en geniet!
http://www.avicultureeurope.nl/nummers/08N02A08.pdf
Dit artikel is ook gepubliceerd op
http://www.auspigeonco.com.au
Meer gedetailleerde informatie over dit
onderwerp kunt u lezen in Dr Colin Walker’s
boek: ‘The Pigeon’, ruim 350 pagina’s, full
colour met 285 kleurenplaten. Voor meer
informatie, klik hier:
http://www.auspigeonco.com.au/book/book2.html)
Copyright ©2017
All rights reserved by the Aviculture-Europe Foundation.
Dit is een publicatie uit het online tijdschrift www.aviculture-europe.nl
Nederlandse uitgave ISSN: 1871-6865
U mag deze tekst / foto’s niet kopiëren, distribueren, zenden of publiceren
zonder schriftelijke toestemming.
Download