WEET JE Begin je met dit boekje? Maak dan vooraf de opdrachten op deze pagina. NOG? Schrijf de decimale getallen. L E E R S TA P 1 € 1,00 € € € € € Geldbedragen schrijf je altijd met twee cijfers achter de komma. L E E R S TA P 2 Schrijf de decimale getallen. 100 cm = 1m 10 cm = 0,10 m 1 cm = 0,01 m L E E R S TA P 3 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg 2 1000 m 100 m 10 m 1m In getallen die een lengte in meters weergeven, blijven de nullen na de komma staan, net zoals in geldbedragen. = 1 km = 0,1 km = 0,01 km = 0,001 km 2 cm = m 5m = km 20 cm = m 15 m = km 25 cm = m 150 m = km 75 cm = m 1500 m = km In getallen die een afstand in kilometers weergeven, mag je de laatste nullen na de komma weglaten. Schrijf de decimale getallen. 1 gram = 0,001 kg 2 gram = 0,002 kg 10 gram = kg 20 gram = kg 100 gram = kg 200 gram = kg 1000 gram = kg 2000 gram = kg In getallen die een gewicht weergeven, mag je de laatste nullen na de komma weglaten. L E E R S TA P 4 Verdeel eerlijk. Hoeveel krijgt ieder? Schrijf. 4 kinderen delen € 100,00. Ieder kind krijgt € L E E R S TA P 5 4 kinderen delen € 10,00. . Ieder kind krijgt € . Hoeveel heb je nodig? Reken uit met de tabel. VOOR 2 SORBETS VOOR 4 SORBETS VOOR 8 SORBETS aardbeien Voor 1 sorbet: 4 aardbeien 3 bollen ijs 6 kersen 2 eetlepels saus kersen saus Wat is evenveel? Kruis aan. € 1,00 € 0,50 is evenveel als: 2 deel van € 1,00 ⁄ 1 50% van € 1,00 € 0,50 de helft van 1 euro 5 deel van € 1,00 ⁄ 1 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg L E E R S TA P 6 ijs 3